Geert Messiaen, zonder twijfel dé ervaringsdeskundige van het treinverkeer van en naar Roeselare, komt met een merkwaardig pleidooi: laat op de spoorlijn 66 weer stoptreinen rijden, pas dan kan je écht een snelle verbinding realiseren tussen de grote West-Vlaamse steden.
Dit artikel maakt deel uit van ons ‘Dossier Vervoersplan NMBS’.
Al decennia lang pendelt Geert Messiaen naar Brussel. Hij heeft in al die jaren al zowat álles meegemaakt en hij houdt zich niet in om zijn ervaringen te delen met het grote publiek. “Als trouwe pendelaar worden we de jongste weken even trouw om de oren geslagen met de mededeling dat op 10 december het nieuwe vervoersplan in werking treedt, met meer treinen en meer aansluitingen. Ondertussen hebben we wel geleerd om op zijn minst enige kritische zin aan de dag te leggen tegenover het ‘goede nieuws’.”
“Om te beginnen zou het geen overbodige luxe zijn om voor de belangrijkste verbindingen foldertjes te maken met een duidelijke dienstregeling, en die in elk station – of in de treinen zelf – gratis ter beschikking te leggen van de reizigers. Dit kan alvast in Frankrijk en Duitsland. In het verleden werd dit zelfs uitgedeeld door treinpersoneel!”
Nog altijd te traag
“Een tweede zaak is dat de reisduur nog altijd veel te lang is, zeker op de verbindingen tussen West-Vlaanderen en Brussel. Maar al te vaak keert de blijde boodschap van meer aansluitingen als een boemerang terug in het gezicht van de pendelaars, met langere wachttijden in de overstapstations, bijkomende vertragingen en stromen reizigers die elkaar voor de voeten lopen. De nieuwe vervoersplannen garanderen geenszins dat de treinen minder vertragingen zullen oplopen. Buiten de spoorlopers, waaraan de NMBS uiteraard niets kan doen, heeft veel te maken met een gebrekkig onderhoud van het materieel en de infrastructuur… Hoeveel keer wordt niet omgeroepen ‘wegens een gestoorde wissel…'”
“Helemaal geen garantie op minder vertragingen”
“Een idee om de lange afstandsverbindingen sneller te laten verlopen, is het beperken van het aantal tussenstops voor de IC-treinen. Aantrekkelijke spoorverbindingen krijg je niet door snelle treinen trager te maken, maar door ze snel te houden en meer trage treinen in te lassen. Een voorbeeld: de IC-trein Oostende-Kortrijk-Brussel-Nationale Luchthaven zou bvb. niet meer moeten stoppen in gemeenten als Zedelgem, Izegem, Ingelmunster en Zottegem of zelfs Burst. Intercitytrein, de naam zegt het toch zelf! Zoals aanvankelijk ook bedoeld bij de invoering van het IC-IR-plan in 1984, zouden de plaatsen die geen belangrijke aansluitingspunten zijn, bediend moeten worden door L-treinen of door het opnieuw invoeren van de enkele jaren geleden afgeschafte IR-treinen.”
Geert geeft wel grif toe dat het comfort op de treinen heel wat beter is geworden de jongste jaren. “De communicatie ook, hoewel er nog pijnpunten zijn. En de vaak stilstaande roltrappen en liften … zouden die kunnen dateren uit de vorige eeuw? Maar nee, ik staak of zal niet staken tegen dit vervoersplan … want werken is gezond! “
Dossier vervoersplan NMBS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier