“Vergeten om te kunnen leven”

© Davy Coghe
Redactie KW

“Je moet vergeten om verder te kunnen leven. Dat klinkt misschien gruwelijk, maar anders lukt het niet”, zegt auteur Peter Verhelst. In zijn nieuwste boek ‘Voor het vergeten’ probeert hij zijn verdriet om het plotse overlijden van zijn moeder een vorm en een plaats te geven, zodat hij het leven verder aankan. Kunst helpt!

Afspraak in de Sint-Claradreef in Brugge, waar Peter Verhelst (56) met zijn levensgezellin, de kalligrafe en letterkapster Maud Bekaert woont. Zijn zwarte Volvo staat voor de deur geparkeerd: hij kocht identiek hetzelfde model als de auto die hij enkele jaren geleden – door ermee tegen een vrachtwagenband te belanden – perte totale reed. Een bijna-doodervaring die hij beschreef in zijn vorige roman De kunst van het crashen.

De auteur ontvangt ons in zijn woonkamer, met zicht op de tuin en het atelier van zijn vrouw, waarvan hij de rode gloed zo gedetailleerd beschrijft in zijn nieuwe boek Voor het vergeten. Sossa “de meest asociale kat ter wereld, ze laat zich niet strelen, het dichtste dat ze komt is enkele centimeters van mijn arm”, zegt Peter Verhelst springt net als in het boek van de tuintafel op de muur, vluchtend voor onze fotograaf.

Precies op de plaats waar we de schrijver interviewen kreeg hij ruim twee jaar geleden op 18 november 2015 het telefoontje van zijn vader Roger Verhelst dat zijn moeder Olga Devriendt in het ouderlijke huis aan de Rijselstraat in Sint-Michiels onverwachts overleden was. “Het is het telefoontje waarvoor je heel je leven lang vreest en dat je plots, op een dag, krijgt”, zegt Peter Verhelst. “Je neemt je auto om zo snel mogelijk naar je vader te rijden. Normaal gezien duurt de rit naar Sint-Michiels slechts enkele minuten. Maar op zo’n dag is die Brugse deelgemeente zeer ver, de seconden tikken heel traag voorbij en lijken wel minuten. Iedereen voor je rijdt te traag, je staat voor alle rode verkeerslichten, je komt onherroepelijk te laat…”

Existentiële boeken

Als voorbereiding van dit interview met de Bruggeling, die in 2000 internationaal doorbrak met de roman Tongkat (bekroond met De Gouden Uil), twee jaar Gents stadsdichter was en sedert 2006 als toneelschrijver verbonden is aan NTGent, hadden we 13 vragen genoteerd. Maar we moeten geen enkele vraag stellen. Een voor een worden onze ongestelde vragen beantwoord. Aan één stuk door praat Peter Verhelst over de literair-artistieke manier waarop hij de dood van zijn moeder verwerkte. Per slot van rekening schreef hij er een 351 pagina’s dik boek over.

“Het is nog maar pas sedert De kunst van het crashen dat ik voor mijn romans vertrek vanuit gebeurtenissen die ik persoonlijk meegemaakt heb”, bekent de schrijver. “Wellicht heeft dat met mijn leeftijd te maken. Ik voel pas sedert een vijftal jaar de nood om het over het leven zelf te hebben. Vroeger maakte ik fantasierijke constructies, Tongkat bijvoorbeeld had de affaire-Dutroux als vaag vertrekpunt. Maar op een bepaald moment in je leven voel je als schrijver de behoefte om een boek existentieel te maken. Het heeft wellicht te maken met wat je in je leven zelf meemaakt. Maar ik ga het natuurlijk niet zo ver drijven dat ik een crash veroorzaak om er een boek over te kunnen schrijven. Eens het zover is, mag je mij laten interneren!”

Verdriet is net als de liefde een oerkracht

Immens verdriet

“Mijn moeder is gestorven aan een hartaderbreuk, zo werd aan mijn vader gemeld. Maar een hartaderbreuk bestaat niet, een hartader kan niet plots breken”, zucht Peter Verhelst. “Noem het liever een hartfalen: twee seconden en ‘t was gepasseerd. Mijn moeder heeft niet geleden, kreeg ik als poging tot troost te horen. Hoe ze was? Een zeer lieve moeder! Er was natuurlijk nadien dat grote verdriet, maar dat ging gepaard met de verbijstering van de zoon die ziet hoe zijn vader verpulverd wordt door zijn verdriet. Mijn ouders waren 55 jaar lang getrouwd, alles was bij hen vervlochten. Mijn pa zette ‘s ochtends koffie omdat mijn ma koffie dronk. Hij ging voor haar brood halen. Plots valt dat weg. Op een dag is hij de vrouw van zijn leven kwijt.”

“Het meest indrukwekkende voor mij was het moment dat de begrafenisondernemer het lichaam van mijn moeder kwam halen. ‘s Avonds mochten we in het funerarium gaan kijken hoe ze opgebaard lag. Een zeer ingrijpend moment. Iemand die gestorven is, ziet er anders uit dan iemand die leeft: de gelaatstrekken en zelfs de rimpels zijn veranderd. Je bent dan getuige van hoe je pa kijkt naar je dode moeder. Ik had nog nooit iemand zo zien kijken. Die blik van mijn vader drukte twee dingen uit: enerzijds het grote verlangen om alles te onthouden, elke millimeter van mijn moeder, anderzijds was het de blik van iemand die weet dat hij al dingen vergeten is en opnieuw wil kijken.”

Peter Verhelst:
Peter Verhelst: “Ik voel pas sedert een vijftal jaar de nood om het over het leven zelf te hebben. Vroeger maakte ik fantasierijke constructies.”© Davy Coghe

Verdriet vormgeven

“Precies daarom ben ik mijn boek Voor het vergeten beginnen te schrijven. Om verder te kunnen leven, om te overleven, moet je kunnen vergeten. Want anders kun je niet meer leven. Enkele maanden na het overlijden van mijn moeder gedurende de eerste maanden kun je niet gericht denken herinnerde die blik van mijn vader mij aan een van de bekendste verhalen uit onze wereldliteratuur: de Griekse mythe van Orpheus die naar de onderwereld gaat om zijn gestorven vrouw Eurydice terug te halen. Hij mag haar van de goden meenemen, op voorwaarde dat hij niet achter zich kijkt. Dat doet hij natuurlijk wel en zo verliest hij zijn vrouw voor de tweede keer. Welnu, dat gebeurde ook met mijn vader, elke keer toen hij het funerarium naar binnen en naar buiten ging. Hij keek over zijn schouder naar mijn dode moeder en kon geen afscheid nemen, hoewel hij haar kwijt was. Daaruit is mijn boek ontstaan.”

“Als iemand sterft, worden dure eden gezworen: we zullen niks weggooien en alles onthouden. Terwijl je net moet vergeten en dingen moet wegdoen om verder te kunnen leven. Dat is de tragiek in ons leven die ik behandel in mijn boek. Verdriet is een gigantisch ding, alleen is het in het begin vormeloos, je kunt er geen grip op krijgen. Je gedachten schieten alle kanten uit. Het wordt pas leefbaar op het moment dat je een vorm vindt voor dat verdriet, waardoor het hanteerbaar is. In mijn boek probeer ik telkens opnieuw, zeer koppig, een nieuwe vorm te vinden voor dat verdriet.”

“Soms is die vorm een beschrijving van wat er gebeurd is. Ofwel is het een verhaal dat je opschrijft of zelfs een gedicht. Of een toneeltekst. In feite doe ik wat een psychiater doet, die probeert ook een vorm te vinden voor iets, alleen doe ik het met literaire genres. Schrijver zijn is nu eenmaal mijn job. Een van de dingen die ik hanteer is een prachtig boek dat al 2000 jaar bestaat en voor mij een bijbel is: in de Metamorphosen van Ovidius zit het hele leven vervat.”

80 procent van de kunst ontstaat uit verdriet

“De eerste kunsten, zingen en dansen, zijn ontstaan om angsten te bezweren. Ik zocht een vorm om mijn verdriet te bezweren, daarom heb ik teruggegrepen naar die klassieke Metamorphosen, vervolgt Peter. Deze oude Griekse mythen vormen het Europese DNA. De kaft van mijn boek is een afbeelding van een boom, gemaakt uit het gewei van een hert. Ik grijp naar oude verhalen waarin iemand verandert in een edelhert of een boom.”

“De essentie van die Metamorphosen is een troostrijke gedachte: niks gaat verloren, alles verandert, alles neemt een andere vorm aan. Natuurlijk weten wij wel dat dat niet waar is: als iemand sterft, gaat die geliefde wél verloren. Maar het is fantastisch dat je die illusie in stand kunt houden. Op die manier kan ik mijn moeder in mijn boek in leven houden. Dat is de kracht van de literatuur. Pas op het einde van mijn boek laat ik haar sterven, in een van de meest ontroerende verhalen uit de Metamorphosen: de mythe van Philemon en Baucis, twee oude mensen die door de Griekse goden bezocht worden. Ze vinden hen zo schattig dat ze mogen blijven leven als een linde en een eik.”

Ode aan het leven

“Ik heb 350 pagina’s nodig om mijn moeder een linde te laten worden en om mijn vader een nieuw leven te geven door hem een andere vrouw te laten ontmoeten. Op die manier maak ik een nieuwe versie van Philemon en Baucis, waarbij ook mijn pa en zijn nieuwe levensgezellin kunnen veranderen in een linde en een eik. Zo gaat het leven toch door! Vroeger dacht ik dat verdriet louter destructief was. Dat kan het ook zijn, verdriet kan een leven verwoesten. Maar ik heb geleerd en ondervonden dat verdriet, net als de liefde, een soort oerkracht is. Verdriet kan je vervullen, kan je aanzetten om nieuwe dingen te maken. In die zin is mijn boek een optimistische versie van verdriet.”

“De dood houdt mij al heel mijn leven bezig, zelfs mijn eerste gedichten gingen erover. Maar je leert bij naarmate je ouder wordt. Ik moest wel de leeftijd van 56 jaar bereiken om te leren dat verdriet een oerkracht is en dat het leven moet doorgaan, ook na het verlies van een geliefde. Blijkbaar is bij mij dat besef juist op tijd gekomen!”

“Vind je het niet vreemd dat 80 procent van de kunst is ontstaan uit verdriet en gemis? In de klassieke muziek heb je veel lamento’s, dat zijn klaagliederen. Op nummer een in de Klara hitparade staat het Stabat Mater van Pergolesi: een moeder (Maria) weent omdat haar zoon gestorven is. Er zijn miljoenen kunstwerken gecreëerd uit dat gemis. Dat is ook de reden waarom in mijn boek tientallen kunstwerken een plaats vinden. Kunst probeert verdriet in een artistieke vorm te gieten. Wie gebukt gaat onder verdriet probeert met handen en voeten dingen te gebruiken om het te overwinnen. Dat doen beeldhouwers, componisten en schrijvers. Ook ik doe dat door in mijn boek kunstwerken te beschrijven.”

“Noem dat alstublieft geen alternatief voor religie. Ik heb geen talent voor religie. Het grote verschil is: kunst heeft met het leven zelf te maken, religie is iets wat boven ons staat. Dat wordt vaak over het hoofd gezien, men doet alsof kunst een rare hobby is van rare mensen, maar kunst is onlosmakelijk verbonden met ons verdriet en onze verlangens. Het is in elk geval zo’n essentieel onderdeel van mijn leven dat ik er mijn mond niet over kan houden. Ik ben een missionaris! Of liever: ik voel mij stinkend rijk omdat ik zoveel naar kunst kijk. In die zin is mijn boek een pleidooi voor twee zaken, met name de kunst en de liefde. In mijn leven is er niks anders. Kunst en liefde zijn trouwens de twee dingen die ons als mens zogezegd onsterfelijk maken, ook al weten wij diep in ons binnenste dat het niet waar is. Maar dat dit slechts een illusie is, is niet belangrijk.”

“In feite is mijn roman hierdoor een ode aan het leven dat doorgaat. Noem het alstublieft geen therapeutische roman. Ik geloof daar niet in, maar ik geloof wel in de literatuur en in de kunst. Die lenigen mijn verdriet, ik put kracht uit een schilderij van Luc Tuymans of van Carravaggio. Of uit een beeldhouwwerk van Bernini! Of uit een dansvoorstelling van Rosas. Of thuis zelfs uit eetschalen van Vincent van Duysen. Al die zaken zetten mij aan tot schrijven. Ik zie het als een optimistische daad. Ik heb groot respect voor de sterkte van mijn vader. Een week nadat hij zijn vrouw kwijt was, zag hij op straat een oud koppel wandelen. Hij besloot bewust om niet weg te kijken, om niet bitter te worden, ook al deed het hem pijn om te zien dat twee andere mensen wel nog bij elkaar zijn. Hij besliste die ochtend dat hij niet in zijn verdriet zou zwelgen. Dat was sterk, hij koos bewust om verder te leven!”

‘Voor het vergeten’, uitgeverij De Bezige Bij, 351 blz., 19,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier