Van Stalhille naar het oude schippersgehucht Nieuwege

Een houten bruggetje voert ons van de Schobbejak naar de kanaaldijk.
Redactie KW

Het polderdorp Stalhille heeft veel pijlen op zijn boog: een kanaal met een verhaal, natuurgebieden De Schobbejak en Rietmoeras Kwetshage en het oude schippersgehucht Nieuwege en zijn kapel.

Van 1 naar 2 naar 3

Van Stalhille naar het oude schippersgehucht Nieuwege

Afspraak bij de gotische Sint-Jan-de-Doperkerk (1) op de westrand van het straatdorp Stalhille. De doden rusten er nog op een echt kerk-hof. Wie van dwalen tussen de zerken houdt, die leest namen en data op oude zerken, ontrafelt familierelaties en komt zelfs voorbij een Britse begraafplaats met amper twee witte zerken waaronder twee Britse officieren rusten die hier in de buurt op 25 mei 1918 sneuvelden. We hebben geluk als de kerkdeur open is, nog meer geluk als toevallig een organist het klavier beroert van ons enige Jacob van Eyndeorgel (1715) dat nog in goede staat is. Tegenover de kerk strekt zich dalend polderland uit, de zogenaamde komgronden (klei op turf). Een paar meter hoger ligt de dorpskom op een kreekrug (klei op zand). Een gevolg van reliëfinversie, zoals de kenners weten. In laag en vlak land is een metertje hoogteverschil al voldoende om huizen en stallen droog te houden. Dat wisten de schapenhouders uit de 9de eeuw ook al, en dus bouwden ze hun stallen op een hoogte of hille. Vandaar stal-hille. Van de kerkdeur naar het kerkhofhek. In en om de zomer zijn er huiszwaluwen (witte stuit, kort gevorkte staart) en boerenzwaluwen (lange buitenste staartpennen). Links voor is er een typische polderhoeve met opkamer of voute boven de ondiepe kelder. Waar het grondwater hoog zit en de waterdruk dus groot is, daar maakten de wijze boeren hun kelder niet diep en dat is te zien aan een iets hogere opkamer. Of hoe opkamers iets over grondwaterstanden en grondwaterdruk kunnen vertellen.

De nieuwe wandel-/fietsbrug over het kanaal is een lust voor het oog.
De nieuwe wandel-/fietsbrug over het kanaal is een lust voor het oog.

Met de kerkhofmuur links stappen we naar de hoofdstraat en zwenken er naar rechts. Die weg bevindt zich op de hoge, droge kreekrug en creëerde zo een langwerpige dorpskom, een straatdorp. We kijken uit naar het eerste asfaltweggetje (2) rechts. Asfalt wordt snel gras. We bochten naar links en genieten van al het schoons dat het natuurgebied De Schobbejak te bieden heeft: 20 ha slotenrijke weiden en hooilanden, rietkragen, paaiplaats voor vissen, hogere waterstanden dan in het ‘geruilverkavelde’ land eromheen en medebeheer door landbouwers. Mooi!

Van op die dijk-tribune hebben we een fraaie uitkijk op De Schobbejak

Een houten bruggetje voert ons over het Noordgeleed tot op de dijk van het kanaal (3) Brugge-Oostende. Het gebouw aan de overkant is een pompgemaal dat de lager gelegen gronden drooghoudt. Van op die dijk-tribune hebben we een fraaie uitkijk op De Schobbejak, het polderland en de dorpskom van Stalhille. Daar is ook een bord met info omtrent De Schobbejak.

Van 3 naar 4 naar 5

In (3) stappen we naar links en hebben we het kanaal dus rechts van ons. Omstreeks 1620 werd de Yperleet uitgediept, verbreed en bedijkt tot de Brugse vaart, alias het kanaal Brugge-Oostende. Omdat de gravers de bochten behielden, slingert het kanaal nu sierlijk tussen de rijen van achtkanters die met hun wortels de dijken versterken en met hun wilde kronen het landschap verfraaien.

Een lieflijk kapelletje bij het jaagpad tussen het kanaal en Kwetshage.
Een lieflijk kapelletje bij het jaagpad tussen het kanaal en Kwetshage.

Voor ons spiegelt sedert 2007 de futuristisch ogende fiets- en wandelbrug (4) zich in het kanaalwater. We steken die witte schoonheid over, zwenken aan de overkant van het kanaal naar links en laten er ons al of niet bekoren door de verkwikkingen van een van de vele horecazaken die in dit mooie polderland meegenieten van het alsmaar drukker wordende wandel- en fietstoerisme. We stappen onder de boogbrug die de drukke N377 Jabbeke-Kust draagt. Van boven op onze dijk hebben we een schitterende kijk op het natland rechts van ons. Kwetshage heet het en het duikt tot onder de tweemeterhoogtelijn, dat is het zeepeil tussen eb en vloed. Een eind verder worden we bekoord door een smal kapelletje. Nog verder vertelt een infobord het mooie verhaal van de twee spookbruggen die nu in het Rietmoeras in Kwetshage opgenomen zijn. Enkele decennia geleden, in de tijd dat de economie geen rekening hield met de ecologie, planden ze, dwars door alles heen, een autoweg tussen Duinkerke en Zeebrugge. Gelukkig voor onze bossen en polderlanden ging dat plan niet door, ook al waren daar al twee bruggen over de spoorweglijn Oostende-Brussel neergepoot. Een wijze overheid liet die slopen en realiseerde in dezelfde moeite het natuurgebied Rietmoeras in Kwetshage. Bruine kiekendief, snor, wouwaap (vroeger woudaapje genoemd), baardmus en roerdomp varen er wel bij. Voor ons duikt het oude gehucht Nieuwege (5) op. Met één ‘w’.

Van 5 naar 6 naar 7 naar 1

De laatste versie van de al vaak heropgebouwde en dan weer vernietigde brug brengt ons naar de verkwikkingen en de mooie kapel van het gehucht Nieuwege (5) aan de overkant van het kanaal. We stappen er naar links en kiezen er al of niet voor enige verkwikking. Dan voert de lange, mooi slingerende Nachtegaalstraat ons weg van het kanalenlandschap naar het open polderlandschap waar alles effen is. Waar het een beetje lager is (zo onder de 3 m), daar zijn er wei- en hooilanden, waar het iets hoger is (boven de 3 m), daar overheersen akkers met tarwe, gerst en aardappelen. Met de koning van de zangvogels heeft deze mooie polderweg blijkbaar niets te maken, wel met de aloude familie Nachtegaele, die hier eeuwenlang de meeste gronden bezat.

De oude hoeve schuin tegenover de kerk etaleert haar opkamer of voute boven de ondiepe kelder.
De oude hoeve schuin tegenover de kerk etaleert haar opkamer of voute boven de ondiepe kelder.

Aan de T(6) kiezen we niet voor het mooie weggetje links richting het kanaal, wel voor het vervolg van de Nachtegaalstraat rechts. Een heel eind verder duikt links Hove ter Hille op. Tot eind de 18de eeuw bezit van de Brugse kartuizerinnen en dan als zwartgoed door de Franse bezetter verkocht. Nu doen ze er aan hoevetoerisme.

Voor ons duikt de drukke N377 op. We kunnen die, níét door verkeerslichten beveiligd, dwarsen (7). Of, een eindje verder en wél door rood en groen beschermd, oversteken. Dan stappen we richting de Uitkerkse kerktoren(1) en de plaatselijke horeca.

Van Stalhille naar het oude schippersgehucht Nieuwege

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier