Stephanie: “Een oproep aan alle sportleraars: probeer het eens op een andere manier”

© foto Kurt
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Omdat ik afgelopen maand mijn lichaamsgewicht aan hapjes en gourmet heb gegeten, vond ik het in deze eerste week van het nieuwe jaar tijd om weer eens wat aan sport te gaan doen. Wat gaan lopen en voor de afwisseling ook eens zwemmen. Om de een of andere reden heb ik als kind nooit op de goede manier leren zwemmen. Je weet wel met het hoofd onder water, ademend door de mond en aldus gezwind voort klievend. Nee, ik zwem op zijn ‘Saint-Tropez’: met mijn hoofd boven water. Het nadeel van zo zwemmen is dat je er een helse nekpijn aan overhoudt en dat andere, getrainde zwemmers, je bekijken alsof je een toerist bent. Het voordeel van een dergelijke stijl is dat je de gelegenheid krijgt om rustig wat rond te kijken.

Laatst was er een klein meisje – ik schatte haar vijf jaar dat privézwemles kreeg. Moeder en vader zaten trots op de tribune toe te kijken terwijl ze haar eerste slagen oefende. De leraar stond haar naast de kant toe te brullen. En dan bedoel ik dus echt brullen: ‘Mais, tu ne bouges pas!!! Pourquoi tu ne bouges pas??? Hein??? T’as fini ou quoi??? Mais bouge alors!!!‘ (Ik woon tegen de Franse grens, vandaar). Aanvankelijk was het meisje nog een beetje bibberachtig aan het lachen. Ze dacht waarschijnlijk dat zijn manier van communiceren een soort van (zieke) humor was. Maar na een tijdje had ze door dat er niets te lachen viel. Met elk nieuw bevel verlamde ze iets meer tot ze op den duur gewoon stil hing in het water. Met haar bandjes rond haar armen, zich vastklampend aan haar plankje en een lichte bibber in haar onderlip. Ik had zo’n zin om me uit het water te hijsen, naar die man te lopen, hem in het water te duwen en te roepen: ‘Beweeg nu zelf maar eens!!!’.

Het mag toch duidelijk wezen dat een dergelijke manier van lesgeven geen vruchten afwerpt?! Of de pedagogische doelstelling zou moeten zijn dat het kind een hekel krijgt aan zwemmen en bij uitbreiding aan water in het algemeen. Waar leren ze dergelijke strategieën? Bij de Hitlerjugend of zo? Bij deze een oproep aan alle sportleraars: probeer het eens op een andere manier. Geef die kinderen eens een complimentje. In de psychologie hebben we daar een naam voor: ‘positieve bekrachtiging’. Naar ‘t schijnt werkt dat…