Stephanie: “De ‘kleinen’ was voor mij eerder een kindje dan een broer”

© KD
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Ik heb al een paar keer over mijn familie geschreven: odes aan mijn beide ouders en loftrompetten voor mijn zussen. Mijn kleine broer kwam echter zelden aan bod. Nu is ‘klein’ een relatief woord. Mijn broer meet een slordige twee meter maar omdat hij gemiddeld elf jaar jonger is dan zijn zussen, blijft hij voor ons tot het eind van zijn dagen ‘de kleinen’.

Toen ik twaalf jaar was, kreeg ik er dus een babybroertje bij. Dat wil zeggen dat ik ontelbare pampers heb ververst, hem honderden verhaaltjes voor het slapengaan heb verteld en ik uren op mijn knieën naast hem heb doorgebracht wanneer hij weer eens zijn ingewikkelde Knexx-constructies aan het bouwen was. Toen hij wat groter werd en een modellencarrière ambieerde, gaf ik hem tig preken over verantwoordelijkheid nemen, zijn plan leren trekken en de gevaren van soa’s. Ik fungeerde als ‘wingwoman’ wanneer hij een oogje op een meisje had en zette een emmer naast zijn bed als hij dronken thuiskwam na een avondje stappen (zelden gebeurd, papa, echt, zélden).

Mijn broer meet een slordige twee meter maar omdat hij gemiddeld elf jaar jonger is dan zijn zussen, blijft hij voor ons tot het eind van zijn dagen ‘de kleinen’

De ‘kleinen’ was dus voor mij eerder een kindje dan een broer. Ik was zijn grote zus en zorgde voor hem. Tot gisteren. Gisteren verhuisde ik van mijn huis-voor-alleenstaande-vrouw naar een loft-voor-twee. De afgelopen twee jaar ben ik vier keer verhuisd en in combinatie met mijn job in het ziekenhuis, twee flexi-jobs en wat freelanceopdrachten, vond ik het wat lastig om de nodige energie op te brengen om mijn integrale inboedel weer maar eens in dozen te proppen, in een camion te laden en een nieuw huis binnen te sleuren.

Enter mijn broer. Hij begon recent als zelfstandige (hoe kan het ook anders?) een lift- en verhuisfirma en blies me gisteren van mijn zeer kritische sokken met zijn efficiëntie, inzicht en werkkracht.

Ik meen het, ten huize Coorevits doen wij doorgaans niet aan bewieroking, dus als het gebeurt, menen we het echt. Hij zal altijd ‘de kleinen’ blijven en tot ik sterf zal hij van mij preken krijgen over hoe hij meisjes moet behandelen en dat drinken v*rdomme met mate moet gebeuren. Maar gisteren was ik voor het eerst de kleine zus en hij echt mijn grote broer.