“Spijt is wat de koe schijt, daar doe ik niet aan mee”

Nancy Boerjan

Hij moest en zou zijn boterham als muzikant verdienen. En dus ruilde Willy Willy Oostende voor Brussel in. “Ze gingen mij hier aan zee niet komen halen, hé. Ik moest zelf mijn nek uitsteken.” Missie geslaagd voor de intussen 58-jarige gitarist van onder meer The Scabs én tevreden mens. “Ik zal onderweg ook wel foute beslissingen genomen hebben, maar ik heb nergens spijt van.”

Een lánge strandwandeling zit er tegenwoordig niet meer in voor Willy Willy. “Ik heb een klapvoet en daar geraak je niet ver mee”, klinkt het verontschuldigend. “Normaal rol je je voet af als je stapt. Die van mij doet dat niet meer, waardoor ie telkens op de grond ‘ploft’. Als ik door de gang in het hospitaal loop, horen ze me van ver komen: klak-niks, klak-niks…” Hij grijnst breed, en dat zal hij die namiddag in Oostende nog dikwijls doen. We besluiten ons dan maar in Hotel du Parc te nestelen, waar Willy sowieso al wilde afspreken, “omdat ze daar nog deftige koffie serveren”. Het is dan ook een beetje een ontgoocheling als blijkt dat de filterkoffie van weleer vervangen is door ‘gewone’ koffie en vooral dat de uitbater die hij graag nog eens had weergezien – for old times sake – de zaak eind vorig jaar heeft overgelaten. “Nu ja, de koffie smaakt nog altijd, daar niet van”, troost hij zichzelf.

Heel vaak komt Willy niet meer naar Oostende. “Wel om mijn schoonouders in Mariakerke te bezoeken. Maar dan kom ik zelden naar het centrum.” Hij noemt zich een Oostendenaar gebrakt en gespogen. “Ik heb hier heel graag gewoond. Oostende was mooi toen, al die prachtige art-decohuizen in de Van Iseghemlaan en op Place Marie-José. Zonde dat die verdwenen zijn. En ik zou hier ook nooit weggegaan zijn, ware het niet dat Arno en fotograaf Dany Willems – met wie ik hier toen optrok – naar Brussel vertrokken om er muziek te gaan maken. Hier viel er op dat vlak gewoon niks te beginnen. Ik ben hen gevolgd en ik was er pas of Jan Vanroelen, toen bij Arbeid Adelt!, vroeg of ik die avond auditie wilde komen doen. Dag één in Brussel en ik had al een job… Ik ben er gebleven natuurlijk.”

Muziek beheerst Willy’s leven al sinds hij op zijn vijfde een plastieken gitaartje kreeg. “Ik wilde van niks anders meer weten. Roy Rogers, de zingende cowboy, ik was daar zot van! Mijn moeder vond dat ik dan maar naar de muziekschool moest. Twéé jaar noten lezen voor ik nog maar een instrument mocht vastpakken? Dat zie je van hier. En dan dat uniformpje… Nee jong, niks voor mij.” Dus Willy leerde zichzelf muziek spelen.

Niet dat hij voor de rest de kop niet had: “Pas op hé, tot in het vijfde leerjaar was ik bij de eersten van de klas.” Maar naar zijn zeggen weinig motiverende leraars – “behalve die van Nederlands die me al op mijn twaalfde boeken van John Steinbeck gaf; ik verslond die boeken” – én zijn rebelse karakter leidden ertoe dat hij de school al op zijn zestiende vaarwel zei en ging werken. “Een jaar lang in een vleesfabriek: ik werkte overdag, repeteerde ‘s avonds, rolde om vier uur in bed en ging om zes weer werken. Ik was jóng”, lacht hij. Geld verdienen vond hij geweldig, want daarmee kon hij muziekmateriaal kopen, maar na een jaar besloot hij dat ploegbaas worden toch niet zijn droom was. Volgde nog een jaar legerdienst in Duitsland waaraan hij een hekel aan autoriteit overhield – “iets moéten doen, gaat er bij mij gewoon niet in” – en Willy was klaar voor een bestaan als rockmuzikant.

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 september. Verder in het magazine o.a. de favoriete adresjes van Johan Verstreken, tips voor de groententuin, een gesprek met dr. Daan De Coninck, een receptje voor een heerlijke gewokte zalm, tips voor een bezoek aan Klein Zwitserland, het leven van Nathalie Verdonck, ideetjes voor een heerlijke Indian Summer en een Dikke Jan Triple erbij!

Bakken op ‘t strand?

“Ik kan enorm genieten van ‘in de zon liggen’. Of het nu op het strand is of ergens anders: ik ben een zonneklopper. Niet bepaald om te bruinen, ik was vroeger al een stuk donkerder van vel dan de meeste andere kindjes in de klas. Toen mijn moeder daarop eens tegen onze huisdokter zinspeelde, zei die ‘ja maar, de Spanjaard heeft hier dan ook lang gezeten’.”

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 september. Verder in het magazine o.a. de favoriete adresjes van Johan Verstreken, tips voor de groententuin, een gesprek met dr. Daan De Coninck, een receptje voor een heerlijke gewokte zalm, tips voor een bezoek aan Klein Zwitserland, het leven van Nathalie Verdonck, ideetjes voor een heerlijke Indian Summer en een Dikke Jan Triple erbij!

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

Bakken op ‘t strand?

“Ik kan enorm genieten van ‘in de zon liggen’. Of het nu op het strand is of ergens anders: ik ben een zonneklopper. Niet bepaald om te bruinen, ik was vroeger al een stuk donkerder van vel dan de meeste andere kindjes in de klas. Toen mijn moeder daarop eens tegen onze huisdokter zinspeelde, zei die ‘ja maar, de Spanjaard heeft hier dan ook lang gezeten’.”

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 september. Verder in het magazine o.a. de favoriete adresjes van Johan Verstreken, tips voor de groententuin, een gesprek met dr. Daan De Coninck, een receptje voor een heerlijke gewokte zalm, tips voor een bezoek aan Klein Zwitserland, het leven van Nathalie Verdonck, ideetjes voor een heerlijke Indian Summer en een Dikke Jan Triple erbij!

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

Bakken op ‘t strand?

“Ik kan enorm genieten van ‘in de zon liggen’. Of het nu op het strand is of ergens anders: ik ben een zonneklopper. Niet bepaald om te bruinen, ik was vroeger al een stuk donkerder van vel dan de meeste andere kindjes in de klas. Toen mijn moeder daarop eens tegen onze huisdokter zinspeelde, zei die ‘ja maar, de Spanjaard heeft hier dan ook lang gezeten’.”

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 september. Verder in het magazine o.a. de favoriete adresjes van Johan Verstreken, tips voor de groententuin, een gesprek met dr. Daan De Coninck, een receptje voor een heerlijke gewokte zalm, tips voor een bezoek aan Klein Zwitserland, het leven van Nathalie Verdonck, ideetjes voor een heerlijke Indian Summer en een Dikke Jan Triple erbij!

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

Bakken op ‘t strand?

“Ik kan enorm genieten van ‘in de zon liggen’. Of het nu op het strand is of ergens anders: ik ben een zonneklopper. Niet bepaald om te bruinen, ik was vroeger al een stuk donkerder van vel dan de meeste andere kindjes in de klas. Toen mijn moeder daarop eens tegen onze huisdokter zinspeelde, zei die ‘ja maar, de Spanjaard heeft hier dan ook lang gezeten’.”

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

Bakken op ‘t strand?

“Ik kan enorm genieten van ‘in de zon liggen’. Of het nu op het strand is of ergens anders: ik ben een zonneklopper. Niet bepaald om te bruinen, ik was vroeger al een stuk donkerder van vel dan de meeste andere kindjes in de klas. Toen mijn moeder daarop eens tegen onze huisdokter zinspeelde, zei die ‘ja maar, de Spanjaard heeft hier dan ook lang gezeten’.”

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

Waar hebben wij gespeeld, Willy?

Willy drinkt vandaag sloten koffie, maar sinds jaren geen druppel alcohol meer. Op zijn 39ste kreeg hij van de dokter de ernstige waarschuwing om ‘zeker drie maanden te stoppen met feesten’. “Maar ik ken mezelf. Als ik drink, staat er geen maat op. Dus ben ik gewoon radicaal gestopt. Niet altijd even gemakkelijk, maar het lukt. Het is overigens ook veel leuker om je een optreden de dag nadien nog te herinneren…”

En wat zijn die idealen?

“Ik leef voor muziek. Ze noemden mijn overgrootvader ook al ‘Wardje muziek’, dat zegt wel iets zeker.”

“Niks groots eigenlijk… Muziek blijven spelen toe da’k erbie stuuk’n. Mij gaan ze van het podium moeten dragen. Of duwen. Je zal het niet geloven, maar ik was als jonge gast eerder verlegen. Ik ging mij zeker niet mengen in gesprekken over onderwerpen waarvan ik niks wist, nog altijd niet trouwens. Maar eens op een podium kwam ik los, al van bij het begin. Daar ben ik op mijn plaats.”

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

Bakken op ‘t strand?

“Ik kan enorm genieten van ‘in de zon liggen’. Of het nu op het strand is of ergens anders: ik ben een zonneklopper. Niet bepaald om te bruinen, ik was vroeger al een stuk donkerder van vel dan de meeste andere kindjes in de klas. Toen mijn moeder daarop eens tegen onze huisdokter zinspeelde, zei die ‘ja maar, de Spanjaard heeft hier dan ook lang gezeten’.”

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

Waar hebben wij gespeeld, Willy?

Willy drinkt vandaag sloten koffie, maar sinds jaren geen druppel alcohol meer. Op zijn 39ste kreeg hij van de dokter de ernstige waarschuwing om ‘zeker drie maanden te stoppen met feesten’. “Maar ik ken mezelf. Als ik drink, staat er geen maat op. Dus ben ik gewoon radicaal gestopt. Niet altijd even gemakkelijk, maar het lukt. Het is overigens ook veel leuker om je een optreden de dag nadien nog te herinneren…”

“Ik kan haar geen blaasjes wijsmaken”

In oktober 1990 trouwden ze, maar Willy kent ‘zijn’ Michele al veel langer. “Toch redelijk uniek in de muziekscene”, noemt hij dat. “Hoe we dat doen? Ze moet me echt graag zien. En omgekeerd geldt precies hetzelfde, geloof me. Haar broer was mijn beste vriend in Oostende, we waren zeventien. En toen ik op een dag bij hem thuis aanbelde, deed zij de deur open. Verkocht! Maar ze was pas elf, dus ik heb nog een jaar of zes gewacht vooraleer ik mijn kans waagde. Zo veel manieren had ik nu ook wel. Ze weet gewoon zo goed hoe ik in elkaar zit. Ze is de enige op de wereld, die ik geen blaasjes kan wijsmaken. En ze is niet bang van aard, toch zeker niet van mij.”

Familie lijkt belangrijk voor jou.

“Ik heb nog een zus die in Groot-Brittannië woont, die zie ik dus niet elke week. Maar toen mijn stiefpa enkele weken geleden 80 werd, regelde zij dat iedereen samen kwam in Mortehan om dat te vieren: de hele familie uit Engeland, mijn stiefbroers uit Oostende, mijn vrouw en ik. Zalig…”

Je hebt zelf geen kinderen.

“Ik ben zélf nog een kind. (grijnst) Nee, het is er gewoon niet van gekomen. We hebben altijd volle gas geleefd, ik werk, zij werkt… Ik weet ook wel dat je dat allemaal moet kunnen combineren de dag van vandaag, maar ons leek dat niet te doen. Ik ben ook zes jaar ouder dan mijn vrouw. We hebben ons de vraag of we kinderen moesten krijgen wel gesteld, hoor. En ik was er niet tegen, maar het was ook niet iets wat ik nódig vond.”

(begint te lachen🙂 “Al zou het wel geestig zijn als er nog zo eentje als ik rondliep. Tegen wie ik dan zou kunnen zeggen: ‘Wát heeft je leraar gezegd? Niks van aantrekken, ventje!‘”

Is de jeugd vandaag te braaf naar je zin?

“Ik leef voor muziek. Ze noemden mijn overgrootvader ook al ‘Wardje muziek’, dat zegt wel iets zeker.”

“Wij gingen betogen, en we vonden dat normaal. We kwamen op voor waarden waarin we geloofden, lieten het horen als we niet akkoord waren. Nu lopen er hoogstens nog wat mensen achter een tros witte ballonnen en dat levert dan niks op.”

“Zo lang dat die jonge gasten tegenwoordig ook thuis blijven wonen… Da’s toch niet normaal? Het is op stráát dat je het leven ontdekt. Daar loop je met je kop tegen de muur, desnoods nog een tweede keer, en dan heb je iets bijgeleerd. Ach ja… Ik zeg niet dat vroeger alles beter was, hé.”

“‘t Is niet omdat ik niet lang school liep dat ik een dommekloot ben, hé”

Volg je de actualiteit op de voet?

“Ik ben een fervente Canvaskijker! ‘t Is niet omdat ik niet lang op school zat dat ik een dommekloot ben, hé. Ik ben echt wel geïnteresseerd in wat er in de wereld gebeurt en zeker ook in geschiedenis. Ik heb altijd graag goeie boeken gelezen, Orwell, Huxley… Als jonge gast las ik op het strand drie Lord of the Rings na elkaar uit.”

“In mijn hart blijf ik altijd een echte rocker”, vertel je graag. Wat is een echte rocker?

“In elk geval niet het cliché van een vent met een leren jasje en een vetkuif. Ook al draag ik dat leren vestje nog altijd, ja. (lacht) Het is een state of mind: trouw blijven aan je idealen en aan wie je bent. Ik zou het verschrikkelijk vinden als iemand over me zei dat ik niet meer dezelfde ben.”

Waar hebben wij gespeeld, Willy?

Willy drinkt vandaag sloten koffie, maar sinds jaren geen druppel alcohol meer. Op zijn 39ste kreeg hij van de dokter de ernstige waarschuwing om ‘zeker drie maanden te stoppen met feesten’. “Maar ik ken mezelf. Als ik drink, staat er geen maat op. Dus ben ik gewoon radicaal gestopt. Niet altijd even gemakkelijk, maar het lukt. Het is overigens ook veel leuker om je een optreden de dag nadien nog te herinneren…”

En wat zijn die idealen?

“Ik leef voor muziek. Ze noemden mijn overgrootvader ook al ‘Wardje muziek’, dat zegt wel iets zeker.”

“Niks groots eigenlijk… Muziek blijven spelen toe da’k erbie stuuk’n. Mij gaan ze van het podium moeten dragen. Of duwen. Je zal het niet geloven, maar ik was als jonge gast eerder verlegen. Ik ging mij zeker niet mengen in gesprekken over onderwerpen waarvan ik niks wist, nog altijd niet trouwens. Maar eens op een podium kwam ik los, al van bij het begin. Daar ben ik op mijn plaats.”

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

Bakken op ‘t strand?

“Ik kan enorm genieten van ‘in de zon liggen’. Of het nu op het strand is of ergens anders: ik ben een zonneklopper. Niet bepaald om te bruinen, ik was vroeger al een stuk donkerder van vel dan de meeste andere kindjes in de klas. Toen mijn moeder daarop eens tegen onze huisdokter zinspeelde, zei die ‘ja maar, de Spanjaard heeft hier dan ook lang gezeten’.”

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

“Ik kan haar geen blaasjes wijsmaken”

In oktober 1990 trouwden ze, maar Willy kent ‘zijn’ Michele al veel langer. “Toch redelijk uniek in de muziekscene”, noemt hij dat. “Hoe we dat doen? Ze moet me echt graag zien. En omgekeerd geldt precies hetzelfde, geloof me. Haar broer was mijn beste vriend in Oostende, we waren zeventien. En toen ik op een dag bij hem thuis aanbelde, deed zij de deur open. Verkocht! Maar ze was pas elf, dus ik heb nog een jaar of zes gewacht vooraleer ik mijn kans waagde. Zo veel manieren had ik nu ook wel. Ze weet gewoon zo goed hoe ik in elkaar zit. Ze is de enige op de wereld, die ik geen blaasjes kan wijsmaken. En ze is niet bang van aard, toch zeker niet van mij.”

Wie is Willy Willy?

Willy Lambregt (58), beter bekend als Willy Willy, groeide op in Oostende. Op zijn 23ste ruilde hij de kust voor Brussel, waar hij als gitarist eerst bij Arbeid Adelt! en later bij Vaya Con Dios en The Scabs speelde.

Hij heeft ook zijn eigen Voodoo Band waarmee hij momenteel een derde album opneemt, geproduceerd door Patrick Riguelle.

Sinds 2009 treedt hij opnieuw op met The Scabs, volgend jaar bestaat de groep 40 jaar.

Willy trouwde in 1990 met zijn Oostendse vriendin Michele; ze wonen in Affligem.

Mis je de zee nog wel eens na al die jaren?

“De eerste jaren kwam ik om de zoveel weken nog naar Oostende met de trein, want mijn moeder had wél een wasmachine. Als de trein dan Union Chimique (nu Proviron Functional Chemicals, red.) passeerde, dacht ik steevast ‘thuis’. Tot ik op een dag in de omgekeerde richting spoorde. Station Noord werd aangekondigd en ik dacht voor het eerst ‘thuis’. Ik herinner me dat moment omdat ik er zelf van schrok, het was een heel vreemde gewaarwording.”

Je komt niet meer terug?

“Ik drink sinds mijn 39 geen alcohol meer. Nog meer gezond? Nee gij, da’s al moeilijk genoeg zeker?”

“Ach nee, ik ben content met hoe mijn leven tot nu toe gelopen is. Ik heb nergens spijt van. Spijt is wat de koe schijt. Daar doe ik niet aan mee. Natuurlijk heb ik ook wel foute of domme beslissingen genomen, maar ik blijf daarin niet hangen. Ik heb altijd van mijn muziek kunnen leven, dat is het enige wat telt voor mij. En ik woon doodgraag in Affligem.”

“Trouwens, je moet de Oostendenaren een beetje kennen… Als ik zou terugkeren naar waar ik vandaan kom, zou er algauw geroddeld worden dat ik een loser ben. En als ik een appartement op de zeedijk zou kopen, dan zou ik een dikke nek zijn. Hier kán ik gewoon niet winnen, zie je?” (grijnst)

“Kinderen krijgen? Ik was er niet tegen, maar het was ook niet iets wat ik nodig vond”

Ooit zei Guy Swinnen in een interview dat hij jouw ‘ze-kunnen-allemaal-mijn-kloten-kussen’-mentaliteit bewonderde. Is die mentaliteit niet een klein beetje pose?

“Mja… Ik had die mentaliteit echt wel, en nog altijd trouwens. Maar ik hoef het niet langer luid en met een stuk in mijn kraag te staan uitschreeuwen. (lacht) Ik leef zoals ik wil, ik doe wat ik wil… Dat is tegelijk mijn sterkte, denk ik. Ik ben te nemen of te laten. Pas op, ik ben wél heel trouw. Als ik me ergens voor engageer, dan doe ik dat ook. Ik ben de laatste om dan met flauwe excuses af te komen om ergens onderuit te geraken.”

Het heeft me vijf maanden gekost om je hier voor een interview te krijgen. Je was enthousiast maar had het al die tijd… druk.

“Ja, echt niet gelogen. Er was de theatertournee met The Scabs in het voorjaar. Het heeft enorm veel werk gekost om dat uitgesproken rockmateriaal in een akoestisch repertoire om te zetten, maar al zeg ik het zelf: het was fantastisch. En tot onze verbazing in geen tijd uitverkocht. Volgende zomer bestaat The Scabs 40 jaar, dus dan komt er een festivaltournee. We overwegen al een nieuwe, heel andere akoestische tournee voor voorjaar 2019. Ondertussen heb ik ook een soloalbum opgenomen dat binnenkort uitkomt, samen met Patrick Riguelle met wie ik doodgraag samenwerk.”

“De dagen dat ik niks te doen had, ging ik mijn moeder in Mortehan, een afgelegen dorpje in de Ardennen, opzoeken. Ze is 85 maar alive and kicking. Het huisje waar zij en mijn stiefvader jarenlang met vakantie gingen, konden ze op een bepaald moment het jaar door huren. Er is daar nu eens echt niks te doen, maar zij woont er graag. Als ze maar gelukkig is… Maar ze heeft het eeuwige leven niet, ik wil haar dus nu zo vaak mogelijk zien. Om elkaar nog alles te kunnen zeggen wat we nog te zeggen hebben.”

“Ik kan haar geen blaasjes wijsmaken”

In oktober 1990 trouwden ze, maar Willy kent ‘zijn’ Michele al veel langer. “Toch redelijk uniek in de muziekscene”, noemt hij dat. “Hoe we dat doen? Ze moet me echt graag zien. En omgekeerd geldt precies hetzelfde, geloof me. Haar broer was mijn beste vriend in Oostende, we waren zeventien. En toen ik op een dag bij hem thuis aanbelde, deed zij de deur open. Verkocht! Maar ze was pas elf, dus ik heb nog een jaar of zes gewacht vooraleer ik mijn kans waagde. Zo veel manieren had ik nu ook wel. Ze weet gewoon zo goed hoe ik in elkaar zit. Ze is de enige op de wereld, die ik geen blaasjes kan wijsmaken. En ze is niet bang van aard, toch zeker niet van mij.”

Familie lijkt belangrijk voor jou.

“Ik heb nog een zus die in Groot-Brittannië woont, die zie ik dus niet elke week. Maar toen mijn stiefpa enkele weken geleden 80 werd, regelde zij dat iedereen samen kwam in Mortehan om dat te vieren: de hele familie uit Engeland, mijn stiefbroers uit Oostende, mijn vrouw en ik. Zalig…”

Je hebt zelf geen kinderen.

“Ik ben zélf nog een kind. (grijnst) Nee, het is er gewoon niet van gekomen. We hebben altijd volle gas geleefd, ik werk, zij werkt… Ik weet ook wel dat je dat allemaal moet kunnen combineren de dag van vandaag, maar ons leek dat niet te doen. Ik ben ook zes jaar ouder dan mijn vrouw. We hebben ons de vraag of we kinderen moesten krijgen wel gesteld, hoor. En ik was er niet tegen, maar het was ook niet iets wat ik nódig vond.”

(begint te lachen🙂 “Al zou het wel geestig zijn als er nog zo eentje als ik rondliep. Tegen wie ik dan zou kunnen zeggen: ‘Wát heeft je leraar gezegd? Niks van aantrekken, ventje!‘”

Is de jeugd vandaag te braaf naar je zin?

“Ik leef voor muziek. Ze noemden mijn overgrootvader ook al ‘Wardje muziek’, dat zegt wel iets zeker.”

“Wij gingen betogen, en we vonden dat normaal. We kwamen op voor waarden waarin we geloofden, lieten het horen als we niet akkoord waren. Nu lopen er hoogstens nog wat mensen achter een tros witte ballonnen en dat levert dan niks op.”

“Zo lang dat die jonge gasten tegenwoordig ook thuis blijven wonen… Da’s toch niet normaal? Het is op stráát dat je het leven ontdekt. Daar loop je met je kop tegen de muur, desnoods nog een tweede keer, en dan heb je iets bijgeleerd. Ach ja… Ik zeg niet dat vroeger alles beter was, hé.”

“‘t Is niet omdat ik niet lang school liep dat ik een dommekloot ben, hé”

Volg je de actualiteit op de voet?

“Ik ben een fervente Canvaskijker! ‘t Is niet omdat ik niet lang op school zat dat ik een dommekloot ben, hé. Ik ben echt wel geïnteresseerd in wat er in de wereld gebeurt en zeker ook in geschiedenis. Ik heb altijd graag goeie boeken gelezen, Orwell, Huxley… Als jonge gast las ik op het strand drie Lord of the Rings na elkaar uit.”

“In mijn hart blijf ik altijd een echte rocker”, vertel je graag. Wat is een echte rocker?

“In elk geval niet het cliché van een vent met een leren jasje en een vetkuif. Ook al draag ik dat leren vestje nog altijd, ja. (lacht) Het is een state of mind: trouw blijven aan je idealen en aan wie je bent. Ik zou het verschrikkelijk vinden als iemand over me zei dat ik niet meer dezelfde ben.”

Waar hebben wij gespeeld, Willy?

Willy drinkt vandaag sloten koffie, maar sinds jaren geen druppel alcohol meer. Op zijn 39ste kreeg hij van de dokter de ernstige waarschuwing om ‘zeker drie maanden te stoppen met feesten’. “Maar ik ken mezelf. Als ik drink, staat er geen maat op. Dus ben ik gewoon radicaal gestopt. Niet altijd even gemakkelijk, maar het lukt. Het is overigens ook veel leuker om je een optreden de dag nadien nog te herinneren…”

En wat zijn die idealen?

“Ik leef voor muziek. Ze noemden mijn overgrootvader ook al ‘Wardje muziek’, dat zegt wel iets zeker.”

“Niks groots eigenlijk… Muziek blijven spelen toe da’k erbie stuuk’n. Mij gaan ze van het podium moeten dragen. Of duwen. Je zal het niet geloven, maar ik was als jonge gast eerder verlegen. Ik ging mij zeker niet mengen in gesprekken over onderwerpen waarvan ik niks wist, nog altijd niet trouwens. Maar eens op een podium kwam ik los, al van bij het begin. Daar ben ik op mijn plaats.”

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

Bakken op ‘t strand?

“Ik kan enorm genieten van ‘in de zon liggen’. Of het nu op het strand is of ergens anders: ik ben een zonneklopper. Niet bepaald om te bruinen, ik was vroeger al een stuk donkerder van vel dan de meeste andere kindjes in de klas. Toen mijn moeder daarop eens tegen onze huisdokter zinspeelde, zei die ‘ja maar, de Spanjaard heeft hier dan ook lang gezeten’.”

Zwembroek of niet?

“Ik heb in Saint-Tropez eens náást een naaktstrand gelegen… Ik kon alleen maar denken ‘gasten, trek toch iets aan, alstublieft’. Ik ben allerminst preuts hé, langs geen kanten, maar een mens ziet al zo veel miserie.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Wij gaan heel graag uit eten. Vorige week nog op mijn verjaardag: we zijn eerst naar de laatste Pirates of the Caribbean gaan kijken in de cinema. Want ik ben een fan van Johnny Depp. Mijn originele piraat was Erol Flynn, mijn moeder heeft me al die films getoond. Maar Depp was geknipt om die rol over te nemen. Dat had niemand anders op die manier gekund. Nu in elk geval, na de film wilden we iets gaan eten in zo’n restaurantje in BruPark. Wat bleek? Die waren allemaal weg, heel die site wordt heraangelegd. We reden een eindje verder en ik zag plots een oesterbar: kan niet slecht zijn, dacht ik. Het bleek een brasserie met een heel mooi art-deco-interieur, Brasserie Expo. We hebben daar toen in de gauwte geirnoarskroketten gegeten, maar die waren zo lekker dat we de dag nadien teruggekeerd zijn voor nog een portie geirnoarskroketten én een sole meunière.”

Favoriete plekje aan zee?

“Als ik érgens nog eens graag naar terug zou keren, dan zou het het bosje in Oostende zijn. (Zo wordt het Maria-Hendrikapark in de volksmond genoemd, red.) Daar trok mijn ma naartoe met mijn zus en mij, een neef en ons buurmeisje. Dan had ze een grote zak pistolets bij en speelden wij daar de hele dag, terwijl zij babbelde met de andere vrouwen van het kwartier, die daar ook met hun kinderen naartoe kwamen. Ik heb daar veel gespeeld, en plezier gemaakt, en naakt gelopen… (lacht) Tja, ik was daar zo graag dat ik regelmatig, als moeder me ‘s avonds wilde wassen en ik net uit mijn kleren was, ervandoor ging en weer naar het bosje sprintte…”

Wie is Willy Willy?

Willy Lambregt (58), beter bekend als Willy Willy, groeide op in Oostende. Op zijn 23ste ruilde hij de kust voor Brussel, waar hij als gitarist eerst bij Arbeid Adelt! en later bij Vaya Con Dios en The Scabs speelde.

Hij heeft ook zijn eigen Voodoo Band waarmee hij momenteel een derde album opneemt, geproduceerd door Patrick Riguelle.

Sinds 2009 treedt hij opnieuw op met The Scabs, volgend jaar bestaat de groep 40 jaar.

Willy trouwde in 1990 met zijn Oostendse vriendin Michele; ze wonen in Affligem.