Sebastien Dewaele: “Nog elke dag het gevoel dat ik me moet bewijzen”

© Pieter Clicteur
Bert Vanden Berghe

Of hij nu een wietkweker, flik of transgender speelt, Sebastien doet alles met overgave. Op tv, theater of op het podium met Preuteleute. Maar ook daarnaast wil hij zoveel mogelijk een feest maken van zijn leven, de ene keer met veel slingers en ballonnen, de andere keer dan weer verrassend ingetogen. “Ik ben ooit eens bijna verdronken op mijn verjaardag.”

Volgende maand kunnen we niet naast Sebastien kijken op televisie. Op de eerste dag van het jaar al kruipt hij opnieuw in de huid van Steven in het derde seizoen van Eigen Kweek en later in januari zien we hem nog als bloedserieuze flik in De Dag én als transgender in het tweede seizoen van Gent West.

Wie hem ook maar een beetje kent, weet hoe veelzijdig hij uit de hoek kan komen. Maar wie Sebastien zegt, zegt ook Oostende. Hij werd er geboren, vond er de liefde, schreeuwt zich de longen uit het lijf tijdens een match van KVO en hoeft geen excuus te hebben om naar ‘t zèètje te komen. “Wie Oostende verlaat, heeft alle redenen. Wie in Oostende verblijft, heeft zijn redenen. Wie Oostende vergeet, heeft geen enkele reden”, grijnst hij. Hij is verknocht aan de stad, net als aan de theaterplanken. Op een podium staan is voor hem feest tout court. Een microbe die hij erfde van zijn vader overigens. Het scheelde niet veel, of hij was net als hem verpleger geworden.

Wat sprak je dan aan in die sector?

“Het sociaal contact. Mijn moeder was verpleegster, parttime en ‘s nachts, terwijl mijn pa gipsmeester was. Heel Oostende is door zijn handen gegaan, want iedereen heeft wel eens iets gebroken. Van de kleinste arbeider tot de grootste CEO, ze waren hem allemaal even dankbaar. Dat is mij altijd bijgebleven. Als we naar de supermarkt gingen, was er altijd wel iemand waarmee hij een klaptje deed. Het is een enorm dankbaar beroep, omdat je de mensen echt wel helpt. Ik volgde wiskunde-wetenschappen op school, maar dat lag me niet zo erg. Ik mocht het ingangsexamen van het conservatorium doen, maar ik moest een plan b achter de hand hebben. En dat was verpleegkunde. Ik ben blij dat ik het nooit nodig heb gehad, maar het zou mij wel gelegen hebben, ja.”

Sebastien Dewaele:
© Pieter Clicteur

Het zou alleszins minder feest zijn dan hetgeen je vandaag doet.

“Die dankbaarheid zorgt voor energie in die job, net zoals ik ze nu uit de mensen haal, als ze blij zijn dat ze komen kijken. Dat is het grote voordeel en nadeel van dit werk. We zijn alleen maar bezig met de vrije tijd van de mensen en je wil echt dat ze gelukkig naar buiten gaan. Dat is de reden waarom ik het doe. Niet zozeer om wat ik te vertellen heb, maar om wat ik wil delen. Natuurlijk kan je ook bagger over je heen krijgen, maar dat is in elke job zo.”

Zie je het ook als een job?

“Eigenlijk niet. Ik heb het pas werk genoemd toen ik zei tegen mijn kinderen dat ik weer ging spelen en ze antwoordden dat ze mee wilden. Werken is dat nooit geweest voor mij. Eén keer voelde het wel zo aan, toen ik ging lesgeven. Ik heb dat een tijdje gedaan, een uur of vier, vijf per week. Maar ik was niet gemotiveerd genoeg en die gasten voelden dat. Echt, respect voor alle mensen die daar wél voor gemaakt zijn. Zet mij maar op een podium. Ik hou van een publiek, al sinds kinds af.”

Preuteleute wil ik niet opgeven. Dat doe ik echt veel te graag

Wat was feest voor jou als kind?

“Sinterklaas was een hoogdag, net als kerst en Nieuwjaar. Maar het zat vooral in de kleine momenten. De matchen bij SK Voorwaarts in Oostende, waar we tweede stonden en tegen de eerste moesten. En waar ik als doelman het verschil kon maken, wat ook niet vaak het geval was. En als je ouder wordt, stel je je dromen bij en zijn het andere hoogdagen. Als je in het eerste jaar van het conservatorium slaagt, nadat ze halverwege zeggen dat je er niet hoort. Als je de kans krijgt om een film te maken en daarmee het Filmfestival in Oostende mag openen. Als je na tien jaar merkt dat je al twaalf keer op de Paulusfeesten hebt gestaan, als ik samen met mijn beste maat het Casino vul. Dat zijn één voor één hoogdagen in je carrière. En je hebt die ook op gezinsgebied: je kinderen die geboren worden, je relatie die werkt, die lukt, zeker met mijn job. Veel tijd voor feestjes is er niet, maar mijn job en mijn gezin, dat is al wat telt. Ik ben heel graag thuis, ja, maar ik breek ook uit na een week. Ik heb het geluk dat ik op mijn job ook al eens een pintje kan drinken.” (lacht)

Verjaardagen, was dat ook een feest?

“Mijn ouders zijn die ooit eens vergeten. Geweldig grappig toen ze dat ‘s avonds opeens doorhadden.”

Sebastien Dewaele:
© Pieter Clicteur

Je negende was ook best wel memorabel, denk ik. Die avond zonk de Herald of Free Enterprise.

Juust! Mijn ouders waren iets gaan eten, uitgenodigd door een dokter of zo. Ik was alleen thuis met mijn oudste broer en het was net The Elephant Man op televisie. Ik scheet al in mijn broek van schrik, en toen bleef de telefoon maar rinkelen. Of we wisten waar onze ouders waren, dat alle ziekenhuizen paraat moesten staan. Ik herinner me nog hoe Reddy De Mey op tv verscheen en de film onderbrak. Ik ben die avond bij mijn broer in bed gekropen, die nota bene ook nog eens begon te vertellen hoe de zon een supernova is en alles ooit gaat opbranden. Dat had ik nog nodig. (lacht) Oh ja, en ik ben ooit op mijn verjaardag bijna verzopen.”

Euh?

“Het was het eerste studiejaar, op een woensdagmorgen, toen we gingen zwemmen in Bredene. Ik zwom nog met één boeitje. We deden wat onnozel en dat boeitje sprong af. In mijn hoofd kon ik niet zwemmen en ging ik onder. Mijn broer zag het gebeuren. De redder sprong en zwom mijn richting uit. En ik… ik zwom naar de kant. Ik ging naar mijn leraar en zei hem dat ik voortaan niet meer met een boeitje zou zwemmen, dat ik kon zwemmen.”

Dat is de meest bizarre bijna-doodservaring die ik al hoorde.

“Dat zijn netvliesmomenten. Ik zie nog altijd in tegenlicht mijn broer staan, met die blik in zijn ogen, de redder die zijn t-shirt afdeed en juf Rita in paniek.”

Sebastien Dewaele:
© Pieter Clicteur

Ik hoop dat je veertigste dit jaar iets vlotter ging. Had je daar moeite mee overigens?

“Ik had er minder problemen mee dan met mijn dertigste. Dat voelde aan alsof mijn jeugd werd afgesloten. We hadden net twee kinderen gekregen en een huis gekocht. Toen dacht ik: Dewaele, het is nu voor echt, hé. Maar ik ben nog even veertig, hé. Tot aan mijn 49ste.”

Will Smith redeneerde ook zo en viert tien jaar lang zijn vijftigste verjaardag.

“Da’s die van dat nummer Miami, zeker? Daar ben ik ook al veel geweest. Mijn oudste broer woont daar sinds ’97. Hij heeft de lange omvaart gestudeerd en is daarna maritiem recht gaan studeren. Hij is Amerikaan, gaat zelfs stemmen. We zien elkaar regelmatig. Ik ben nu eens in de Paasvakantie geweest en dat was toch een jaar of tien geleden. Maar hijzelf komt jaarlijks twee of drie keer.”

En dan samen eten, drinken, feesten?

“We zijn samen naar de opera geweest. Hij is een grote fan van Wagner en laat hij nu net op de slechts mogelijke plaats wonen daarvoor. We zagen het stuk Lohengrin. Vier uur. Prachtig. Daarin komt ook de bruidssuite in voor. Moest die nog Sabam trekken, maat…” (lacht)

Kan je broer Preuteleute appreciëren?

“Hij is een cultuurminnend mens, dus ja. Hij heeft het altijd tof gevonden, het is ook pretentieloos.”

Heb je nog het gevoel dat je jezelf moet bewijzen?

“Nog elke dag. Twee maand geleden had ik slechts werk tot eind april en daarna was het leeg. Dan twijfel je aan jezelf. Ben ik opgebrand? Te veel met mijn gezicht op tv geweest? Zit ik in een niche? Uiteindelijk moet je er gewoon vertrouwen in hebben.”

Sebastien Dewaele:
© Pieter Clicteur

Vind je het niet vervelend dat je al zo lang bezig bent en je pas sinds Eigen Kweek echt serieus wordt genomen?

“Zo draait de wereld nu eenmaal. Eigen Kweek deed ik via de klassieke weg, via audities. Bevergem ontstond tussen vrienden, en via Gilles (Coulier, de regisseur, red.) kwam ik bij Cargo en De Dag. Het voordeel was dat ik mijn haar had afgeschoren. Ja, echt waar. Ik hou er van om al die rollen te spelen, die telkens weer anders en interessant zijn.”

De lat en de verwachtingen liggen nu hoog.

“Niet alleen bij mij. Ik wil gewoon mijn job zo goed mogelijk doen. En je moet met je muil tegen de muur durven lopen. Berekende risico’s nemen.”

Straks doe je opnieuw theater met De broers Geboers.

“Het is toeval dat het nu weer richting theater gaat. Ik ben erg gelukkig dat ik zo breed kan werken. En Preuteleute blijf ik ook doen, ja. Dat is écht iets van Tom en ik. Ik doe dat veel te graag, echt veel te graag. Tom is mijn beste maat en ik heb ook enorm veel respect voor wat we al gepresteerd hebben daarmee. Je mag dat ook niet zomaar weggooien. We hebben ook nooit de ambitie gehad om… (denkt na) Ik ben ooit eens naar de VRT geweest met een plaat van ons. Ik heb het hele gebouw afgelopen, tot zelfs Klara toe, denk ik. Met een bak vol zout overigens, kwestie dat ze het ook met een korreltje zout zouden nemen. Maar ik maakte me ook geen illusies. Eén vuil woord en het wordt niet gedraaid.”

Toen ik dertig was, dacht ik: Dewaele, het is nu voor echt, hé.

Is het niet moeilijker vandaag nu alles politiek correcter lijkt te worden?

“Die politieke correctheid houdt het net in stand. Als dat taboe wegvalt, dan ben ik mijn werk kwijt, zo simpel is het. Het heeft ook niets met politiek of wat dan ook te maken. Het is puur seks, en dan vooral anaal gefixeerd. (grijnst) Never change a winning team.”

En desnoods kan je nog altijd verpleger worden.

“Precies.”

Sebastien Dewaele:
© Pieter Clicteur

Wie is Sebastien Dewaele?

Sebastien werd geboren in Oostende. Hij woont met zijn vrouw en twee kinderen in Gent. In 2001 studeerde hij af aan het Conservatorium in Gent en sloot zich aan bij toneelgroep NTG. Vandaag speelt hij bij Compagnie Cecilia. Hij is ook bekend als de zanger van Preuteleute en van zijn comedyrol Jezus, waarmee hij jaren de Gentse Feesten opende. Sebastien speelde in de films Ex Drummer en 22 Mei, maar brak bij het grote publiek door in 2013 met Eigen Kweek. Daarna scoorde hij ook nog met Bevergem. Straks is hij te zien in de reeksen De Dag, Gent West en Grenslanders.

“Samen met Wim Willaert een reeks aan het schrijven”

Zowat de hele Bevergem-equipe is dezer dagen aan het schrijven geslagen, en Sebastien ook. “Samen met Wim Willaert. Het is een heel complex fictieverhaal en met alles wat we doen is het niet simpel om er ons hoofd bij te houden, maar dat gaat. We hebben een mooie rode draad en dat is het belangrijkste. Onze deadline? We willen een goed verhaal en daarnaast ligt alles open. Het kan even goed in het West-Vlaams als in het Turks zijn.” (lacht)

“Dat toegestane idiote chauvinisme is de max”

Wie feest zegt, zegt ook voetbal. Sebastien is er dan wel niet elke wedstrijd bij, maar hij blijft een supporter in hart en nieren van KV Oostende. “Al van kinds af. Geen goed seizoen? Het is geen sinecure geweest om na Marc Coucke alles weer op de rails te krijgen en een deftige middenmoter te worden. Maar kijk van waar we komen. In 2012 gingen ze ons stamnummer verkopen en een paar jaar later speelden we Europees en ook góéd. Voetbal is ook meer dan een spel. Ik ben onlangs naar de Rode Duivels gaan kijken. Dat toegestane idiote chauvinisme, de max. Gewoon dwaasweg zeggen: jullie zijn slechter, zelfs al is het niet zo. Geweldig dat je zo in een leuke discussie verwikkeld kunt raken, terwijl je weet dat het er eigenlijk niet toe doet.”