Nieuw schooljaar voor de deur

© Foto Kurt
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Ik schrijf deze column, as we speak, onder de Madrileense zon. Dat zeg ik met geen enkel ander doel dan jou jaloers te maken. Een van de (weinige) voordelen van de volwassenheid is dat je geen rekening meer moet houden met schoolvakanties en je, wanneer je dat wil, op een vliegtuig kan springen om betere oorden op te zoeken dan onze Vlaamse kleigrond.

Maar wanneer je dit leest, staat alweer een nieuw schooljaar voor de deur en staan duizenden Vlaamse kindjes te trappelen om hun hoofdjes vol nieuwe kennis en kunde te proppen.

Ik vond school niet strontvervelend, maar ik kon het bepaald ook geen hobby noemen. Het was gewoon iets wat ik moest doen. Ik weet niet of het typisch West-Vlaams is, maar de scholen die ik frequenteerde waren niet bepaald van de soepelste soort. Als kind kregen we twee hoofdtaken: klep houden en luisteren. De minste afwijking van die stelregels werd bestraft met pagina’s schrijven en/of strafstudie.

Ik groeide daarbij ook nog eens op in een tijd waar de wil van de meester wet was. Dus niets van dat halfzachte moderne gedoe waarbij ouders in de eerste plaats naar het kindje luisteren en dan boos naar de leerkracht stappen om te vragen waarom hij/zij het nodig vindt om hun oogappeltje te beknotten in zijn/haar persoonlijke groei (omdat het anders een etterbak wordt, daarom). De weinige keren dat ik straf kreeg (wat zeer uitzonderlijk voorkwam, want ik was een seut pur sang) vroegen mijn ouders nooit wat ik dan wel mis had gedaan. Ze zeiden enkel: “Je zal het wel verdiend hebben. Hoeveel bladzijden moet je schrijven? Vijf? Maak er maar tien van, voor ons.” Discipline heb je niet zomaar, dat kweek je.

Ik groeide op in een tijd waar de wil van de meester wet was

Als volwassene betwijfel ik of dit de ultieme pedagogische techniek is (ik twijfel ook ten zeerste aan het nut van 500 keer ‘ik mag niet dagdromen in de klas’ te schrijven maar dat zal wel aan mij liggen). Wat ik wél weet, is dat West-Vlaamse jongeren tegenwoordig de grootste kans hebben om te slagen voor een universitaire studie (ik verzin dat niet, het stond in de krant en dan moet het wel waar zijn).

Dus aan alle West-Vlaamse kindjes die straks weer naar school gaan en te horen krijgen dat ze stil moeten zijn en luisteren: doe het nu maar gewoon. Over twintig jaar ben je hersenchirurg en kan je andere mensen commanderen.