Niemandsland

Wouter Deboot
Wouter Deboot Televisiemaker

De Vlamingen kennis laten maken met het echte Amerika én dat vanop de fiets, dat is het doel van Wouter Deboot. Wekelijks vertelt Wouter hier over zijn belevenissen die komende week in ‘Iedereen Beroemd’ te zien zijn.

Niet meer te tellen zijn ze intussen. De dorpjes waar je beter niet met je ogen knippert of je bent er voorbij. Veel van die verlaten plaatsen hebben nooit andere tijden gekend, maar Jeffrey City – het gehucht in Wyoming waar ik aanstaande maandag voorbijkom – staat symbool voor hoe een boomtownin ijltempo kan veranderen in een ghost town. Amper 56 mensen wonen er op vandaag, maar ooit waren dat er meer. Veel meer zelfs.

“Hier heerst nu een soort stilte die eenzaamheid voelbaar maakt”

Jeffrey City is een voormalig uraniummijnstadje en trok in de jaren zestig duizenden mijnwerkers aan. Samen met hun families streken ze hier neer, in hun zoektocht naar een goedbetaalde job en een veilige toekomst. Het stadje barstte in een mum van tijd uit zijn voegen, maar net zo snel kwam daar ook weer een einde aan. In de jaren zeventig stuikte de uraniummarkt in elkaar en sloot de mijn noodgedwongen. Zo goed als iedereen zocht andere oorden op. Wat overblijft, is bijna niks. Een spookstad die het ook onder mijn oververhitte hersenpan doet spoken.

Hier heerst nu een soort stilte die eenzaamheid voelbaar maakt. Willens nillens vangen je oren hier zelfs het miniemste geluid op. De wind die giert door de vervallen huizen, de lokroep van een roofvogel, een truck die sputterend door een afgelegen vallei trekt, alles komt haarscherp binnen. In België is de veelheid aan klank zo immens dat het heel vaak één ongefilterde en ondefinieerbare brij wordt. In het gefilterde schuilt voor mij precies de poëzie van deze weidse Amerikaanse vlaktes, hoe confronterend de bijna-stilte ook kan zijn.

Onvermijdelijk gaat een mens op zoek naar iets wat voor afwisseling kan zorgen in dit onmetelijk eentonige decor. Het soort van denksport dat een eenzame fietser nodig heeft om niet volledig door te draaien. Ik zie een kerk, maar echt afwisselend kun je dat in dit deel van Amerika bezwaarlijk noemen. Een bar is er ook in Jeffrey City, maar die is net zo leeg als het landschap waarin hij zich bevindt. Een paar huizen geven de indruk nog bewoond te zijn en wekken mijn nieuwsgierigheid. Hoe beland je hier in hemelsnaam? En waarom blijf je hier leven? Met de auto is het meer dan een uur rijden naar de dichtstbij gelegen winkel, dus moet je al een goeie reden hebben om niet meer weg te willen.

“Met de auto is het meer dan een uur rijden naar de dichtstbij gelegen winkel, dus moet je al een goeie reden hebben om niet meer weg te willen”

Mijn oog valt op een beschilderde bunker. ‘Monk King Bird Pottery’, zo staat er in rode letters op een witte muur te lezen. Ik baan me een weg tussen buffelschedels, beschilderde auto’s en hopen rotzooi wanneer plots een opvallend heerschap verschijnt, gehuld in lompen en duidelijk in de wind. Byron diepte jaren terug 8.000 dollar op uit zijn versleten jaszak in ruil voor een bunker en ettelijke hectaren grond. Hier verdeelt hij zijn tijd tussen het bakken van potten en het leegdrinken van flessen wodka. Hij drinkt om te vergeten en huivert bij de gedachte aan veel mensen rondom hem, want sinds een jaar of tien is voor hem slechts één persoon van tel. De liefde van zijn leven, maar ook die is niet gebleven. Byron leeft nog enigszins op hoop, maar hij weet beter dan wie ook dat wachten op iemand in niemandsland nog wel een tijdje kan duren.