Met Tinder op reis

Steven Claerhout
Steven Claerhout Columnist

‘Op zoek naar een maatje’, ‘que sera sera’, ‘avontuurlijk en open-minded, ‘gelukkig alleen, fijner met twee’, ‘geen ONS, geen FWB’. Het is slechts een greep uit de veelheid aan slagzinnen waar Tinder-gebruiksters zich van bedienen om zichzelf te typeren. Tinder is een mobiele applicatie die bedoeld is om een date te scoren, maar zelf houd ik hoog dat ik het oorspronkelijk als reisapp installeerde. “De beste manier om goedkoop logement te vinden”, zo mailde ik mijn vrienden vanuit een of ander buitenland. “Je leert er de lokale bevolking door kennen, en met een beetje geluk word je meegenomen naar plaatsen waar je anders als nietsvermoedend reiziger nooit zou komen.” Spotternij en welgemikte sneren werden mijn deel. Dat is waar vrienden voor zijn natuurlijk, en eigenlijk kreeg ik niks waar ik niet zelf om had gevraagd.

Dit keer wil ik open kaart spelen. Gedaan met de toeristische trekpleisters als dekmantel. Ik ga op date. In België. En Tinder helpt me daarbij. Het is een fabeltje dat je langs deze virtuele weg alleen maar hopeloze of gefrustreerde gevallen vindt. Ook in de ‘echte’ wereld tref je vaak meer kaf dan koren, dus waarom zou je prins(es) op het witte paard ook niet in een opwelling een Tinder-account hebben gecreëerd?

Als je niet speelt, kun je niet winnen

“Hey Steven, leuk profiel. Je hebt, aan jouw foto’s te oordelen, al een behoorlijk stukje van de wereld gezien blijkbaar?” Lap, toch weer reizen. Net nu ik honkvast uit de hoek wilde komen. Niet dat ik een buurmeisje wil natuurlijk. Mijn maximale afstand op Tinder staat ingesteld op 69 kilometer. Zo houd ik Antwerpen en Brussel in het vizier en kan ik mijn woonplaats Gent wat mijden. Een slechte reputatie is gauw gemaakt, en het liefst van al wil ik hier toch nog een tijdje blijven wonen.

De vrouw die me net aansprak heet Fleur, is 38 en komt uit Kapellen. Na vijf zinnen vraagt ze om eens af te spreken. Volgende week, op neutraal terrein. Ik houd de boot eerst even af, als aan een pokertafel, twijfelend of je gaat inzetten of passen. Maar als je niet speelt, kun je niet winnen, dus nog eens vijf zinnen later ga ik overstag. Nog zes keer slapen en ik zie Fleur, die op haar Tinder-profiel niks zegt over ONS (onenightstands) en FWB (friends with benefits). Gelukkig maar, want ik heb het niet zo begrepen op voorgeprogrammeerde mensen. Principes zijn er om nu en dan eens overboord gegooid te worden, al respecteer ik uiteraard eenieders overtuiging. “We zien wel”, is die van mij. Ooit laat ik het ergens tatoeëren. Waar en wanneer, dat zien we nog wel.