Het mirakel van Acy

Redactie KW

De Vlamingen kennis laten maken met het echte Amerika én dat vanop de fiets, dat is het doel van Wouter Deboot. Wekelijks vertelt Wouter hier over zijn belevenissen die komende week in ‘Iedereen Beroemd’ te zien zijn.

Ongeloof over zoveel geloof. Beter kan ik de aflevering van maandag niet samenvatten. Terwijl het katholieke geloof bij ons stevig aan belang heeft ingeboet, vormt het nog altijd een forse zuil in de Amerikaanse samenleving. God is hier nog springlevend. De president legt zijn ambtseed af met de hand op de Bijbel en sluit elke toespraak af met ‘God bless America’, en ook heel wat gewone Amerikanen met wie ik een gesprek aanknoop, voelen de drang om voor mij te bidden. Ik ben zelf niet gelovig, maar denk altijd: baat het niet, dan schaadt het niet.

In Elkhorn City, geen stad maar eerder een dorpje in het Appalachengebergte, ontmoet ik zo per toeval een aantal diepgelovigen. Doordat mijn voorband leegloopt en mijn fietspomp dienst weigert, moet ik op zoek naar een oplossing. Mijn ogen vallen op een ietwat bouwvallige garage waar een trio onder de motorkap van een roestige Dodge Ram pick-up hangt. Ze zien er wat afgeleefd uit. Eén figuur springt er onmiddellijk uit. Een struise man met slecht afgewerkte tatoeages en een zwarte bandana. “Excuseer heren, ik heb een probleempje”, roep ik hen toe terwijl ik naar mijn voorband wijs. “Heb je wat lucht nodig, jongen?”, vraagt de bandana. “Graag!”

Acy trekt zijn compressor op gang. Terwijl hij me uit de nood helpt, vraag ik of hij garagist is. “Ik was er een”, antwoordt hij met een vettig accent. “Ik zat vier jaar in een rolstoel.” Ik kijk hem onbegrijpend aan. “Vier jaar geleden ging ik een vriend helpen. Hij wou enkele bomen omkappen. En dat is me bijna fataal geworden. Toen een boom de verkeerde kant uitviel en zijn kleinzoon en mezelf dreigde te verpletteren, heb ik de jongen weggeduwd en ben ik zelf onder de boom beland. Van dan af weet ik niets meer. Ik werd vier dagen later wakker in het ziekenhuis. Mijn familie moest me vertellen wat er gebeurd was.”

De compressor valt stil. De blikken van zijn kompanen draaien onze richting uit. Ik hoef niks te vragen, Acy raakt op dreef. “Weet je wat het eerste was wat de dokter tegen me zei? Je zal nooit meer kunnen lopen. Sorry dokter, maar ik zal opnieuw lopen. Daar zal God voor zorgen.” Om zijn woorden kracht bij te zetten, hijst hij zich recht. “Zie je, hier ben ik weer.” Ik ben sprakeloos. Houdt Acy mij voor de gek of is een wonder geschied? “Mijn dokter was dezelfde als die van Christopher Reeve, de man die Superman vertolkte. Wel, hij is nooit meer uit zijn rolstoel geraakt, maar hij was atheïst. Snap je?”

Hij gaat nog minutenlang door, en beschrijft elk detail van zijn wederopstanding. Ik krijg mijn gedachten daarover tot op vandaag niet in lijn, maar één ding is wel duidelijk: ik kan God hier beter serieus nemen. Fair enough. Ik heb respect voor elke godsdienst, maar wat de Kerk als instituut betreft, zit ik toch met een flink aantal vraagtekens. De manier waarop ze veel gevallen van pedofilie heeft aangepakt, heeft me simpelweg te kwaad gemaakt. De zaak oplossen door je ‘in het verborgene’ terug te trekken? Nee, daar geloof ik niet in. Dan lijkt de wederopstanding van Acy me ondanks alles toch geloofwaardiger. En dat zie je, als God het belieft, maandag op jouw scherm.