“Het mag allemaal wat meer volwassen beginnen te klinken”

Nancy Boerjan

Vorig jaar vierde hij tien jaar op de planken, volgend jaar wordt hij 40. En die mijlpalen grijpt zanger David Vandyck aan om vooruit te blikken. Geen haar op zijn gerestylede hoofd heeft spijt van wat hij al deed, maar hij vindt het tijd om zijn muzikale horizon te verruimen. “Populaire muziek kan best ook een mooi en sterk verhaal vertellen.”

Dat David Vandyck De Haan kiest als locatie voor onze ontmoeting blijkt geen toeval. Hij groeide op in Waregem, maar volgde zijn ouders naar De Haan toen ze in 2000 besloten er te gaan wonen. “Mijn oma had een chaletje in Wenduine, waar ik als kind dikwijls een weekend doorbracht. Ik deed er alles wat kinderen doen: ravotten in de duinen en zandkastelen bouwen. Ik ben ook in De Haan getrouwd, heb er daarna nog vijf jaar gewoond met mijn vrouw… Ja, ik heb best wel veel raakpunten met deze badstad. Ik ken De Haan en Wenduine goed, en woonde hier echt ook graag. Ik genoot vooral van de kalme periodes aan zee, die samenvielen met de rustiger periodes in mijn job. Joggen op een bijna verlaten strand bijvoorbeeld, daar hou ik van. Dat we uiteindelijk toch verhuisden naar Zedelgem had meer te maken met onze zoektocht naar een groter en toch betaalbaar huis. Want hoewel ik erg kan genieten van de charmes van onze kust, heb ik niet het gevoel dat ik niet zonder kan. Ik gedij overal, ik pas me nogal vlot aan mijn omgeving aan.”

Verandering van lucht schrikt David niet af. Maar na tien jaar carrière als zanger vindt hij het blijkbaar tijd om ook op dat vlak het bed op te schudden.

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 10 november. Verder in het magazine o.a. quinoa uit West-Vlaanderen, pitabroodjes met zelfgemaakte burger, de beste restaurants volgens Jacky Lafon, alles over Hippo/war, kledingmerk Pure by Luce, de plekjes waar honden aan de kust welkom zijn, op stap in Drenthe, het leven van Vicky Decoene, het opmerkelijke boek van Louis Talpe en Sven De Ridder die graag iemand heel bijzonders zou spelen.

IJsje of wafel?

“Een ijsje, gewoon omdat het voor mij bij de zee hoort. En dan probeer ik graag allerlei smaken uit. In Italië at ik ooit basilicumijs. Echt lekker!”

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 10 november. Verder in het magazine o.a. quinoa uit West-Vlaanderen, pitabroodjes met zelfgemaakte burger, de beste restaurants volgens Jacky Lafon, alles over Hippo/war, kledingmerk Pure by Luce, de plekjes waar honden aan de kust welkom zijn, op stap in Drenthe, het leven van Vicky Decoene, het opmerkelijke boek van Louis Talpe en Sven De Ridder die graag iemand heel bijzonders zou spelen.

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje, gewoon omdat het voor mij bij de zee hoort. En dan probeer ik graag allerlei smaken uit. In Italië at ik ooit basilicumijs. Echt lekker!”

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 10 november. Verder in het magazine o.a. quinoa uit West-Vlaanderen, pitabroodjes met zelfgemaakte burger, de beste restaurants volgens Jacky Lafon, alles over Hippo/war, kledingmerk Pure by Luce, de plekjes waar honden aan de kust welkom zijn, op stap in Drenthe, het leven van Vicky Decoene, het opmerkelijke boek van Louis Talpe en Sven De Ridder die graag iemand heel bijzonders zou spelen.

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje, gewoon omdat het voor mij bij de zee hoort. En dan probeer ik graag allerlei smaken uit. In Italië at ik ooit basilicumijs. Echt lekker!”

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 10 november. Verder in het magazine o.a. quinoa uit West-Vlaanderen, pitabroodjes met zelfgemaakte burger, de beste restaurants volgens Jacky Lafon, alles over Hippo/war, kledingmerk Pure by Luce, de plekjes waar honden aan de kust welkom zijn, op stap in Drenthe, het leven van Vicky Decoene, het opmerkelijke boek van Louis Talpe en Sven De Ridder die graag iemand heel bijzonders zou spelen.

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje, gewoon omdat het voor mij bij de zee hoort. En dan probeer ik graag allerlei smaken uit. In Italië at ik ooit basilicumijs. Echt lekker!”

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje, gewoon omdat het voor mij bij de zee hoort. En dan probeer ik graag allerlei smaken uit. In Italië at ik ooit basilicumijs. Echt lekker!”

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

Recht uit het hart

Vlaamse zangers hebben doorgaans een trouwe maar ook veeleisende schare fans. Daar ontsnapt ook David Vandyck niet aan. “Ik maak altijd tijd na een optreden, daar heb ik niet de minste moeite mee. Nee, dat maakt van mij helemaal geen maatschappelijk werker. Voor mijn fans is een optreden een uitlaatklep. Ze zouden ook op restaurant kunnen gaan, of naar theater, maar ze kiezen voor mij, en ik beschouw dat niet als een evidentie. Dát zou pas pretentieus zijn. Dus daar mag ik wel iets tegenover zetten, vind ik. Ik ga ook elk jaar op fanreis, en graag. Ik vind het leuk om naar mijn fans te luisteren. Wat ze me vertellen? Alles! Hun hele leven, maar ook wat ze van mij en mijn muziek vinden. Recht uit hun hart…”

Fandag op zondag 19 november vanaf 15.30 uur in Kusttheater ‘t Colisée in Blankenberge

Waar vindt je gezin een plaats in dat alles?

“Isabelle en Niels zijn heel belangrijk voor me. Als ik thuis ben, gaan al mijn aandacht en tijd naar hen. Niels is nu twaalf, een boeiende leeftijd vind ik.”

“Op sommige vlakken is hij nog een kind, op andere reageert hij dan weer erg volwassen. Als enig kind in huis neemt hij al eens graag deel aan onze gesprekken, maar hij kruipt nog net zo graag eventjes dicht tegen me aan in bed als ik ‘s morgens uitslaap na een optreden. Een heel lieve jongen, met soms een beetje een grote mond.” (lacht)

Hoe kijkt hij naar wat jij doet?

“Als de normaalste zaak van de wereld. Zijn vader is zanger zoals die van een ander bakker is. Niet dat hij van mijn muziek houdt, dát niet. (lacht) Hij was goed een jaar toen Isabelle en ik gingen samenwonen; de band tussen ons voelt heel vanzelfsprekend aan.”

“Of we nog een kind samen moesten krijgen, daar hebben we heel bewust en lang over nagedacht. Maar uiteindelijk hebben we besloten om dat niet te doen. Het voelde gewoon niet correct aan naar Niels toe.”

Je had zelf een heel nauwe band met je ouders, maar je moeder overleed toen je pas 25 was.

“Longkanker op haar 47ste, hoewel ze niet eens rookte, en enkele weken later was ze weg. Het was een enorme klap. Ik was een moederskindje, dat mag gezegd worden. Ze stopte met werken om mij op te voeden, ik was enig kind en werd overstelpt met liefde. Ze stierf op 7 december, maar de Sint heeft de dag voordien nog mijn cadeautjes gebracht…”

“Na haar dood heb ik jaren geleefd als een zombie. Ik herinner me zelfs niet veel meer uit die periode. Ik kon het gewoon niet plaatsen. Isabelle leren kennen heeft me ook op dat vlak overeind geholpen. Zij heeft de vechter die toch ook in mij zit, weer wakker gemaakt. Maar er gaat nog altijd geen dag voorbij zonder dat ik aan mijn moeder denk. Bij elk optreden denk ik nog: ‘zat ze maar op de eerste rij’.”

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje, gewoon omdat het voor mij bij de zee hoort. En dan probeer ik graag allerlei smaken uit. In Italië at ik ooit basilicumijs. Echt lekker!”

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

Recht uit het hart

Vlaamse zangers hebben doorgaans een trouwe maar ook veeleisende schare fans. Daar ontsnapt ook David Vandyck niet aan. “Ik maak altijd tijd na een optreden, daar heb ik niet de minste moeite mee. Nee, dat maakt van mij helemaal geen maatschappelijk werker. Voor mijn fans is een optreden een uitlaatklep. Ze zouden ook op restaurant kunnen gaan, of naar theater, maar ze kiezen voor mij, en ik beschouw dat niet als een evidentie. Dát zou pas pretentieus zijn. Dus daar mag ik wel iets tegenover zetten, vind ik. Ik ga ook elk jaar op fanreis, en graag. Ik vind het leuk om naar mijn fans te luisteren. Wat ze me vertellen? Alles! Hun hele leven, maar ook wat ze van mij en mijn muziek vinden. Recht uit hun hart…”

Fandag op zondag 19 november vanaf 15.30 uur in Kusttheater ‘t Colisée in Blankenberge

Dromen van Céline

Met wie deelt een Vlaamse zanger het podium in zijn diepste dromen? Als het van David afhangt: “Laat Céline Dion maar komen dan! (lacht) En dichter bij huis: Trijntje Oosterhuis, Simone Kleinsma of Marco Borsato. Dana Winner ook: een klassedame gewoon, die gedurfde keuzes heeft gemaakt doorheen haar carrière. Dat bewonder ik enorm. Tja, en Will Tura natuurlijk. Of wat dacht je?”

Wiens muziek apprecieer je op vandaag?

“Ik ben een Radio 2-luisteraar, ik ga echt heel breed. (lacht) Maar de concerten die ik meepik, zijn er van Bruno Mars, Roch Voisine, Michael Bublé… Ik hou van toegankelijke muziek waarbij niettemin iets verteld wordt. Ik hou van verhalen, en word er graag emotioneel door geraakt. Een Tura-nummer als Linda of Het kan niet zijn, als je daarnaar luistert, zie je de film zo voor je ogen passeren. Daar ben ik naar op zoek.”

Je hebt je sinds kort zelf aan het schrijven van teksten gezet. Waarover gaat het dan?

“Over mijn eigen leven, ouder worden, afscheid nemen, de liefde… Ik word volgend jaar 40, het mag allemaal wel wat volwassener beginnen te klinken.”

Zelfs je look werd in die zin aangepast.

“Ja, ik wil de lijn op alle vlakken doortrekken. Ik ben geen jongen meer. Ik zorg goed voor mezelf: gezond eten, niet te veel alcohol, sporten… Ik vind ook dat ik dat aan mijn publiek verschuldigd ben. Het plaatje moet kloppen, op muzikaal én visueel vlak.”

En dat heeft niks te maken met ijdelheid?

“Toch wel, absoluut. Ik heb er altijd zo goed mogelijk uit willen zien. Als ik geen zanger was geworden, zou ik er net zo verzorgd bij lopen. Zo bén ik gewoon.”

Je was directeur van een interimkantoor toen je in 2006 besloot om het als zanger te wagen. Wat als die zangcarrière op niks was uitgedraaid?

“Dat vraag ik me ook af. In de bedrijfswereld zou ik erg ongelukkig geworden zijn, vrees ik. Ik was toen al zijdelings met muziek bezig, maar durfde de stap niet te zetten. Mijn vrouw Isabelle heeft me op het goeie moment een zet gegeven. Ze kon het niet meer aanzien om me ongelukkig te zien in mijn job. ‘Ik weet dat het een enorm risico is, maar laat er ons toch maar voor gaan’, zei ze. Daar ben ik haar enorm dankbaar voor.”

“Mijn moeder stierf op 7 december, maar de Sint bracht de dag voordien nog cadeautjes”

Op vandaag heet je dé populairste Vlaamse zanger te zijn. Eens de sprong gewaagd, ben je daar nooit meer op teruggekomen?

“De eerste jaren is het spannend geweest. Ik ben onderaan de ladder begonnen, heb in uithoeken opgetreden… Je kan het je niet voorstellen. Het heeft me bloed, zweet en vooral veel tranen gekost om te komen waar ik sta. Er waren zeker momenten waarop ik wilde stoppen, zelfs Isabelle verloor wel eens haar geloof. Maar toen dook er toch altijd weer iets op waardoor ik toch doorging. Ik had het geluk om telkens weer opportuniteiten te vinden die me verder deden groeien, en zeker even belangrijk: mensen die me professioneel wilden begeleiden. Dat én hard werken hebben me uiteindelijk gebracht waar ik wilde.”

Recht uit het hart

Vlaamse zangers hebben doorgaans een trouwe maar ook veeleisende schare fans. Daar ontsnapt ook David Vandyck niet aan. “Ik maak altijd tijd na een optreden, daar heb ik niet de minste moeite mee. Nee, dat maakt van mij helemaal geen maatschappelijk werker. Voor mijn fans is een optreden een uitlaatklep. Ze zouden ook op restaurant kunnen gaan, of naar theater, maar ze kiezen voor mij, en ik beschouw dat niet als een evidentie. Dát zou pas pretentieus zijn. Dus daar mag ik wel iets tegenover zetten, vind ik. Ik ga ook elk jaar op fanreis, en graag. Ik vind het leuk om naar mijn fans te luisteren. Wat ze me vertellen? Alles! Hun hele leven, maar ook wat ze van mij en mijn muziek vinden. Recht uit hun hart…”

Fandag op zondag 19 november vanaf 15.30 uur in Kusttheater ‘t Colisée in Blankenberge

Waar vindt je gezin een plaats in dat alles?

“Isabelle en Niels zijn heel belangrijk voor me. Als ik thuis ben, gaan al mijn aandacht en tijd naar hen. Niels is nu twaalf, een boeiende leeftijd vind ik.”

“Op sommige vlakken is hij nog een kind, op andere reageert hij dan weer erg volwassen. Als enig kind in huis neemt hij al eens graag deel aan onze gesprekken, maar hij kruipt nog net zo graag eventjes dicht tegen me aan in bed als ik ‘s morgens uitslaap na een optreden. Een heel lieve jongen, met soms een beetje een grote mond.” (lacht)

Hoe kijkt hij naar wat jij doet?

“Als de normaalste zaak van de wereld. Zijn vader is zanger zoals die van een ander bakker is. Niet dat hij van mijn muziek houdt, dát niet. (lacht) Hij was goed een jaar toen Isabelle en ik gingen samenwonen; de band tussen ons voelt heel vanzelfsprekend aan.”

“Of we nog een kind samen moesten krijgen, daar hebben we heel bewust en lang over nagedacht. Maar uiteindelijk hebben we besloten om dat niet te doen. Het voelde gewoon niet correct aan naar Niels toe.”

Je had zelf een heel nauwe band met je ouders, maar je moeder overleed toen je pas 25 was.

“Longkanker op haar 47ste, hoewel ze niet eens rookte, en enkele weken later was ze weg. Het was een enorme klap. Ik was een moederskindje, dat mag gezegd worden. Ze stopte met werken om mij op te voeden, ik was enig kind en werd overstelpt met liefde. Ze stierf op 7 december, maar de Sint heeft de dag voordien nog mijn cadeautjes gebracht…”

“Na haar dood heb ik jaren geleefd als een zombie. Ik herinner me zelfs niet veel meer uit die periode. Ik kon het gewoon niet plaatsen. Isabelle leren kennen heeft me ook op dat vlak overeind geholpen. Zij heeft de vechter die toch ook in mij zit, weer wakker gemaakt. Maar er gaat nog altijd geen dag voorbij zonder dat ik aan mijn moeder denk. Bij elk optreden denk ik nog: ‘zat ze maar op de eerste rij’.”

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje, gewoon omdat het voor mij bij de zee hoort. En dan probeer ik graag allerlei smaken uit. In Italië at ik ooit basilicumijs. Echt lekker!”

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

Dromen van Céline

Met wie deelt een Vlaamse zanger het podium in zijn diepste dromen? Als het van David afhangt: “Laat Céline Dion maar komen dan! (lacht) En dichter bij huis: Trijntje Oosterhuis, Simone Kleinsma of Marco Borsato. Dana Winner ook: een klassedame gewoon, die gedurfde keuzes heeft gemaakt doorheen haar carrière. Dat bewonder ik enorm. Tja, en Will Tura natuurlijk. Of wat dacht je?”

Wie is David Vandyck?

David werd geboren op 12 september 1978 in Waregem. Hij leert al vroeg zingen en piano spelen; Will Tura wordt zijn idool.

Hij studeert af als master in de handelswetenschappen in Brussel en werkt een zestal jaar in het bedrijfsleven, o.m. als directeur van een interimkantoor in Nieuwpoort.

In het najaar van 2006 zet hij de stap naar een zangcarrière. Tien jaar later is hij een van Vlaanderens populairste zangers; de concerttournee David Vandyck zingt Will Tura in 2016 is de voorlopige kroon op zijn carrière.

In 2018 verschijnt een nieuw album waarop hij nieuwe muzikale wegen bewandelt.

David is getrouwd met Isabelle Vanpamel. Samen met zoontje Niels wonen ze in Zedelgem.

Begrijp ik het goed dat je de Vlaamse artiestenscene na tien jaar een beetje voor bekeken houdt?

“Nee, het ligt anders. Ik ben heel tevreden met waar ik na tien jaar sta. Maar ik heb tegelijk nieuwe mensen leren kennen, die met andere muziek bezig zijn. Dat opende nieuwe perspectieven. Bovendien is tien jaar als zanger, met alle media-aandacht die daarbij kwam kijken, ook wel zo’n getal waarbij ik me afvroeg waar ik dan wel in de toekomst naartoe wil. Daarom hielden we het dit jaar – los van de vele optredens die ik deed – relatief rustig. Een beetje een sabbatjaar waarin ik besloten heb om nieuwe horizonten te verkennen. Het was tijd om muzikaal te herbronnen, om over het muurtje van het populaire lied te kijken. Ik wil me verrijken.”

Wie zijn de nieuwe mensen met wie je samenwerkt?

“Onder meer Jo Lemaire heeft een tekst geschreven, maar ook anderen uit het zogenaamde alternatievere genre. Ik blijf commerciële muziek maken, laat dat duidelijk zijn, en ik ga heus niet voor een radicale stijlbreuk. Maar ik zoek naar kruisbestuivingen die me de kans geven om te groeien, op muzikaal én persoonlijk vlak.”

Een Vlaamse artiest die uit zijn hok breekt, dat zag ik twintig jaar geleden niet zo gauw gebeuren.

“Allicht niet. Aan de ene kant had je het circuit van Tien om te Zien, aan de andere kant groepen als The Scabs, De Mens, Soulsister… En je kwam gewoon niet uit het vakje waarin je geduwd werd. Die tijd hebben we gelukkig wel gehad. Bart Peeters in duet met Tourist LeMC, dat kan nu perfect. En dat vind ik leuk, het maakt muziek maken zo veel interessanter.”

Jij luisterde als jongen naar de muziek van Will Tura…

“Mijn ouders hielden van Tura, en ik was er al net zo gek op. Dat krijg je er niet meer uit. Ik ken heel zijn repertoire uit het hoofd, alle 800 songs. (lacht) Maar ik had nooit oogkleppen op. Door mijn vader ontdekte ik het Franse chanson, van Aznavour en Brel tot Claude François, maar ik luisterde gaandeweg naar alles wat ik te pakken kreeg.”

“Ik werd gepest, welke jonge gast luistert er nu naar Will Tura?”

Luisteren de meeste jongeren niet naar alles behalve de muziek van hun ouders?

“Ik weet het! En ik heb er ook geen verklaring voor. Veel jonge gasten rebelleren in hun jeugd, ik was heel braaf. Misschien te braaf. Daar heb ik geen spijt van, neen. Maar het zou allicht geen kwaad gekund hebben als ik als jongen wat sterker in mijn schoenen had gestaan. Ik bén de dupe geweest op school, ik werd gepest, want welke jonge gast is er nu fan van Will Tura? Ik was ook een open boek, zag niet in waarom ik mijn passie voor die muziek moest verstoppen. Ik leefde thuis in een warm nest, en dacht dat iedereen het goed met me voorhad. Een ideale schietschijf dus.”

“Mijn gezin is erg belangrijk voor mij. Als ik thuis ben, gaat al mijn aandacht naar Isabelle en Niels.”

Daar heb je je intussen tegen gewapend?

“Ik blijf altijd bovenal het goeie in de mens zien. Ik vind dat een mooi uitgangspunt, en daar stap ik niet vanaf. Maar ik ben gereserveerder geworden. Ik wacht nu wel wat langer om te zeggen wat ik denk en voel, tot ik weet met wie ik écht te maken heb.”

Dromen van Céline

Met wie deelt een Vlaamse zanger het podium in zijn diepste dromen? Als het van David afhangt: “Laat Céline Dion maar komen dan! (lacht) En dichter bij huis: Trijntje Oosterhuis, Simone Kleinsma of Marco Borsato. Dana Winner ook: een klassedame gewoon, die gedurfde keuzes heeft gemaakt doorheen haar carrière. Dat bewonder ik enorm. Tja, en Will Tura natuurlijk. Of wat dacht je?”

Wiens muziek apprecieer je op vandaag?

“Ik ben een Radio 2-luisteraar, ik ga echt heel breed. (lacht) Maar de concerten die ik meepik, zijn er van Bruno Mars, Roch Voisine, Michael Bublé… Ik hou van toegankelijke muziek waarbij niettemin iets verteld wordt. Ik hou van verhalen, en word er graag emotioneel door geraakt. Een Tura-nummer als Linda of Het kan niet zijn, als je daarnaar luistert, zie je de film zo voor je ogen passeren. Daar ben ik naar op zoek.”

Je hebt je sinds kort zelf aan het schrijven van teksten gezet. Waarover gaat het dan?

“Over mijn eigen leven, ouder worden, afscheid nemen, de liefde… Ik word volgend jaar 40, het mag allemaal wel wat volwassener beginnen te klinken.”

Zelfs je look werd in die zin aangepast.

“Ja, ik wil de lijn op alle vlakken doortrekken. Ik ben geen jongen meer. Ik zorg goed voor mezelf: gezond eten, niet te veel alcohol, sporten… Ik vind ook dat ik dat aan mijn publiek verschuldigd ben. Het plaatje moet kloppen, op muzikaal én visueel vlak.”

En dat heeft niks te maken met ijdelheid?

“Toch wel, absoluut. Ik heb er altijd zo goed mogelijk uit willen zien. Als ik geen zanger was geworden, zou ik er net zo verzorgd bij lopen. Zo bén ik gewoon.”

Je was directeur van een interimkantoor toen je in 2006 besloot om het als zanger te wagen. Wat als die zangcarrière op niks was uitgedraaid?

“Dat vraag ik me ook af. In de bedrijfswereld zou ik erg ongelukkig geworden zijn, vrees ik. Ik was toen al zijdelings met muziek bezig, maar durfde de stap niet te zetten. Mijn vrouw Isabelle heeft me op het goeie moment een zet gegeven. Ze kon het niet meer aanzien om me ongelukkig te zien in mijn job. ‘Ik weet dat het een enorm risico is, maar laat er ons toch maar voor gaan’, zei ze. Daar ben ik haar enorm dankbaar voor.”

“Mijn moeder stierf op 7 december, maar de Sint bracht de dag voordien nog cadeautjes”

Op vandaag heet je dé populairste Vlaamse zanger te zijn. Eens de sprong gewaagd, ben je daar nooit meer op teruggekomen?

“De eerste jaren is het spannend geweest. Ik ben onderaan de ladder begonnen, heb in uithoeken opgetreden… Je kan het je niet voorstellen. Het heeft me bloed, zweet en vooral veel tranen gekost om te komen waar ik sta. Er waren zeker momenten waarop ik wilde stoppen, zelfs Isabelle verloor wel eens haar geloof. Maar toen dook er toch altijd weer iets op waardoor ik toch doorging. Ik had het geluk om telkens weer opportuniteiten te vinden die me verder deden groeien, en zeker even belangrijk: mensen die me professioneel wilden begeleiden. Dat én hard werken hebben me uiteindelijk gebracht waar ik wilde.”

Recht uit het hart

Vlaamse zangers hebben doorgaans een trouwe maar ook veeleisende schare fans. Daar ontsnapt ook David Vandyck niet aan. “Ik maak altijd tijd na een optreden, daar heb ik niet de minste moeite mee. Nee, dat maakt van mij helemaal geen maatschappelijk werker. Voor mijn fans is een optreden een uitlaatklep. Ze zouden ook op restaurant kunnen gaan, of naar theater, maar ze kiezen voor mij, en ik beschouw dat niet als een evidentie. Dát zou pas pretentieus zijn. Dus daar mag ik wel iets tegenover zetten, vind ik. Ik ga ook elk jaar op fanreis, en graag. Ik vind het leuk om naar mijn fans te luisteren. Wat ze me vertellen? Alles! Hun hele leven, maar ook wat ze van mij en mijn muziek vinden. Recht uit hun hart…”

Fandag op zondag 19 november vanaf 15.30 uur in Kusttheater ‘t Colisée in Blankenberge

Waar vindt je gezin een plaats in dat alles?

“Isabelle en Niels zijn heel belangrijk voor me. Als ik thuis ben, gaan al mijn aandacht en tijd naar hen. Niels is nu twaalf, een boeiende leeftijd vind ik.”

“Op sommige vlakken is hij nog een kind, op andere reageert hij dan weer erg volwassen. Als enig kind in huis neemt hij al eens graag deel aan onze gesprekken, maar hij kruipt nog net zo graag eventjes dicht tegen me aan in bed als ik ‘s morgens uitslaap na een optreden. Een heel lieve jongen, met soms een beetje een grote mond.” (lacht)

Hoe kijkt hij naar wat jij doet?

“Als de normaalste zaak van de wereld. Zijn vader is zanger zoals die van een ander bakker is. Niet dat hij van mijn muziek houdt, dát niet. (lacht) Hij was goed een jaar toen Isabelle en ik gingen samenwonen; de band tussen ons voelt heel vanzelfsprekend aan.”

“Of we nog een kind samen moesten krijgen, daar hebben we heel bewust en lang over nagedacht. Maar uiteindelijk hebben we besloten om dat niet te doen. Het voelde gewoon niet correct aan naar Niels toe.”

Je had zelf een heel nauwe band met je ouders, maar je moeder overleed toen je pas 25 was.

“Longkanker op haar 47ste, hoewel ze niet eens rookte, en enkele weken later was ze weg. Het was een enorme klap. Ik was een moederskindje, dat mag gezegd worden. Ze stopte met werken om mij op te voeden, ik was enig kind en werd overstelpt met liefde. Ze stierf op 7 december, maar de Sint heeft de dag voordien nog mijn cadeautjes gebracht…”

“Na haar dood heb ik jaren geleefd als een zombie. Ik herinner me zelfs niet veel meer uit die periode. Ik kon het gewoon niet plaatsen. Isabelle leren kennen heeft me ook op dat vlak overeind geholpen. Zij heeft de vechter die toch ook in mij zit, weer wakker gemaakt. Maar er gaat nog altijd geen dag voorbij zonder dat ik aan mijn moeder denk. Bij elk optreden denk ik nog: ‘zat ze maar op de eerste rij’.”

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje, gewoon omdat het voor mij bij de zee hoort. En dan probeer ik graag allerlei smaken uit. In Italië at ik ooit basilicumijs. Echt lekker!”

Zomer of winter aan zee?

“Zomer! Voor mij mag het alle dagen dertig graden warm zijn. Maar een zonneklopper ben ik dan weer niet. Op vakantie een boek lezen aan het zwembad vind ik nog wel plezant. Maar me op tijd draaien opdat mijn voorkant even bruin zou zijn als mijn achterkant, daar ga ik me toch echt niet mee bezighouden.” (lacht)

Zwembroek of naaktstrand?

“Ik ben zelf nog nooit op een naaktstrand geweest, maar ik heb er sowieso geen probleem mee. Ik ga wel eens naar de sauna, daar kijkt ook niemand op van naakt. Ik doe dat dan ook niet omwille van het naakt zijn, maar omdat ik geniet van de warmte op mijn huid. Al zou ik het als zanger nu niet meteen in Vlaanderen doen…”

Frigobox of restaurant?

“Dan ga ik zeker voor culinaire verwennerij. Ik ga bijvoorbeeld graag naar Aux Armes de Bruxelles in Brussel: een oerklassieke maar correcte keuken in een prachtig art-decodecor. De tijd is er blijven stilstaan.”

Wie is David Vandyck?

David werd geboren op 12 september 1978 in Waregem. Hij leert al vroeg zingen en piano spelen; Will Tura wordt zijn idool.

Hij studeert af als master in de handelswetenschappen in Brussel en werkt een zestal jaar in het bedrijfsleven, o.m. als directeur van een interimkantoor in Nieuwpoort.

In het najaar van 2006 zet hij de stap naar een zangcarrière. Tien jaar later is hij een van Vlaanderens populairste zangers; de concerttournee David Vandyck zingt Will Tura in 2016 is de voorlopige kroon op zijn carrière.

In 2018 verschijnt een nieuw album waarop hij nieuwe muzikale wegen bewandelt.

David is getrouwd met Isabelle Vanpamel. Samen met zoontje Niels wonen ze in Zedelgem.