“Het leven is geen toeval, het valt je toe”

Nancy Boerjan

Zondag 13 mei vieren we Moederdag en dat geeft bij Claudia Allemeersch, auteur van intussen acht succesvolle kookboeken en mama van twee, steevast aanleiding tot een dagtrip met de hele familie. Maar daarnaast houdt Claudia vooral van de feesten die haar onverwacht komen aanwaaien. Want zo ziet ze het leven zelf ook: “Ik grijp alle kansen die me te beurt vallen.”

Moederdag met de hele familie en picon vin blanc

Dagen als Valentijn en verjaardagen viert Claudia niet, maar voor Moederdag maakt de familie een uitzondering: “Dan trekken we er met de kinderen en onze ouders steevast opuit. We huren dan een busje zodat er een picon vin blanc gedronken kan worden, want we trekken nogal dikwijls naar de Westhoek of de Franse grens over. Een sneukeltoer in Brussel deden we ook al, Gent met een gids… Want onze ouders houden wel van een goeie planning. (lacht) Geen probleem voor mij, je steekt er altijd iets van op. Doordat mijn beide ouders even out waren, stellen we Moederdag dit jaar uit tot ze helemaal hersteld zijn. Niemand die het wil missen.”

“Maar ik volgde ook cursussen bloemschikken, decoreren, koken… Ik ben eigenlijk regent huishoudkunde en heb ook jarenlang lesgegeven in Brugge. Maar het waren destijds moeilijke tijden in het onderwijs. Ik kreeg er genoeg van en besloot te doen waar mijn hart lag: ik opende een bloemenwinkel. Tot onze zoon geboren werd en ik meer tijd wilde maken voor de kinderen.”

Waren kinderen een must voor jou?

“Ik wilde wel graag een kind ja, Sophie-Anne kwam er vrij snel. Maar onze tweede was eerlijk gezegd niet gepland. (lacht) En met twee kinderen vond ik het te zwaar worden om nog langer de bloemenwinkel uit te baten. Het leven van twee zelfstandigen is moeilijk te combineren met een gezinsleven, ondervonden we. Kurt en ik zagen elkaar nog amper. Maar het moest zo lopen, denk ik. Toeval bestaat niet in het leven, integendeel, het leven valt je toe. Het is me al dikwijls overkomen. Als Kurt tien jaar geleden niet in slaap was gevallen in de zetel terwijl hij naar de koers op televisie keek, en ik een beetje nijdig omdat het zo’n druilerige zondag was waarop we zaten te niksen een andere zender opzette en plots een oproep van Peter Goossens voor een nieuw programma zag passeren, was ik een paar maanden later nooit Hobbykok van het Jaar geworden. En had mijn leven er heel anders uit gezien. Ik geloof niet dat zoiets me toevallig overkomt.”

Welke herinneringen heb je aan je bruiloft?

“We vierden het feest in de Marquette in Marke, een prachtige zaak destijds, en het miezerde die dag…”

Was je man je eerste liefde?

“Bijna! Ik had voordien een relatie van enkele jaren, tot Kurt me vertelde dat hij eigenlijk al een hele tijd verliefd op me was. In 1992 zijn we getrouwd en dat heb ik me nooit beklaagd. Hij is een enorm lieve man, heel sociaal en heel oprecht ook. Hij heeft een hekel aan roddelen, gelooft ook altijd in de goedheid van anderen. Zelfs als iemand bot is tegen hem, meent hij dat die daar wel een goeie reden voor zal hebben.” (lacht)

Facebook, Instagram… Ik weet dat ik méé moet, maar ik vind het allemaal zo vermoeiend

En hij is een goeie ondernemer.

“Zeker. Want het is niet omdat hij rechtuit en eerlijk is, dat hij geen goeie zakenman is. Ik heb dat ondernemerstalent minder. Ik haal nooit meer kookboeken van mezelf in huis, want dan geef ik ze telkens toch maar mee met vrienden. En daar kan ik toch geen geld voor vragen? Kurt vindt dat ook vrienden dat boek maar in de winkel moeten halen. (lacht) In de bloemenwinkel deed ik het ook: als ik wist dat iemand het wat moeilijk had, dan stak ik algauw een paar bloemen extra in een boeketje. Ik ben een beetje te soft als ondernemer, vrees ik. Kurt heeft lef. Hij kon ooit een enorme partij rekken kopen van een autoproducent die de productie hier stopzette, maar die moesten meteen betaald worden en dat geld hadden we niet. Hij stuurde mij naar de bank, maar daar kreeg ik geen lening meer. We hadden al genoeg geleend, vonden ze daar. En daar stopt het verhaal dan voor mij. “Niet kopen!“, bezwoer ik hem. Maar hij kocht die rekken toch, zette meteen een advertentie in de krant en een dag later was de helft alweer verkocht.”

“We vullen elkaar aan, ja. En af en toe moeten we elk voor onszelf een punt kunnen maken. Dan wil hij iets wat ik niet zo zie zitten, en doet hij het toch. Zoals met die rekken. En omgekeerd. Toen hij die zondagnamiddag voor tv wakker werd en Goossens’ oproep zag passeren, begon hij meteen te protesteren. Hij zag aan mijn gezicht dat het me interesseerde om deel te nemen. Ik heb het tóch gedaan. (lacht) En we gunnen elkaar dat ook.”

Al een jubileum gevierd eigenlijk?

“Jubileum?! Neen! (lacht) We waren vorig jaar 25 jaar getrouwd maar daar is geen jubileum van gekomen. Op dat vlak hebben we een wat vreemde gewoonte misschien: data als Valentijn, verjaardagen, Nieuwjaar… vieren we niet. We houden van feesten die zomaar op ons afkomen. We weten wel wanneer we getrouwd zijn uiteraard, en wensen elkaar daar dan geluk mee die dag. Maar daar blijft het bij. Toen Kurt 50 werd is het niet bij ons opgekomen om dat te vieren. Toen ik 50 werd ook niet, maar daar zag ik dan ook enorm tegenop.”

Moeite met ouder worden?

“Ja! Hoewel ik besef dat dat relatief is.

Onlangs is mijn mama die 76 is, opgenomen in het ziekenhuis met hartproblemen. Het viel me op dat haar kamergenoten eind 80, 90 zelfs, er gewoon góéd uitzagen. Eentje had het over ‘de jeugd vandaag’ en daarmee bedoelde ze mij! Ik zei haar dat ik al 51 ben. Ze moest erom lachen. Zestig! Dát had zij haar mooiste leeftijd gevonden… Het deed me nadenken, want ik moet toegeven dat ik mezelf de voorbije tijd wat had laten ‘gaan’. Ik dacht over 50 worden alsof ik echt had afgedaan. Dat gesprek heeft me wakker geschud. Ik ben pas 60 over negen jaar, ik kon me maar beter herpakken. De kilo’s die ik erbij had laten komen, moesten er weer af. Kleren die ik beu was, gingen eruit. Koken, creatief zijn… Ik heb er weer zin in.”

“Bloemschikken, decoreren, koken… Ik kan de cursussen die ik volgde niet meer tellen.”

En dat lag allemaal aan die 50?

“Alles houdt verband met elkaar natuurlijk. Er was die leeftijd, ik zat niet goed in mijn vel, was niet bepaald het zonnetje in huis… Het bracht spanningen met zich mee waarvan ik me afvroeg waar die nu toch vandaan kwamen, terwijl het gewoon aan mezelf lag.”

“Ik ben toen met een therapeut gaan praten. Iets wat ik vroeger niet gedaan zou hebben, of als flauw afgedaan zou hebben. Maar ik ben toch op zoek gegaan en merkte dat het eigenlijk niet zo gek is om hulp te zoeken. Zelfs in het bedrijfsleven worden van langsom meer mensen met therapeutisch inzicht ingeschakeld. Ik moest wel een drempel over, de eerste keer dat ik ging praten klopte mijn hart in mijn keel. En het was soms confronterend, maar het deed zo’n deugd. Sindsdien doe ik dat regelmatig. In Amerika is het doodnormaal dat een gezin een therapeut heeft. Hier klinkt dat nog altijd raar, terwijl mensen ook hier onder grote druk staan. Praten helpt om de dingen ook eens vanuit een ander perspectief te zien, en reikt ook methodes aan, als je bijvoorbeeld eens niet kunt slapen. Praten kan ook met vriendinnen natuurlijk, maar het is toch nóg anders.”

“Zo heb ik ook ontdekt dat het me goed doet om op te ruimen, orde te scheppen. Het brengt me tot rust. Ik heb dozen foto’s die op zolder stonden gesorteerd. Die me ook weer confronteerden met onze jeugd, maar tegelijk ook toonden dat mijn gewicht altijd al op en neer ging. Op het ene feest was ik merkbaar magerder dan op het andere. (lacht) Dat gaf de doorslag: deze keer doe ik het goed en ben ik vast van plan op mijn streefgewicht te blijven. Gedaan met kniezen. Ik krijg trouwens weer complimentjes en dat was toch even geleden. Dat zegt wel iets, vind ik.”

Het volgende kookboek wordt een dieetboek?

“Dat raden mijn vriendinnen me ten stelligste af! (lacht) Omdat het niet strookt met wie ik ben, zeggen ze. Maar net dat speelde me de voorbije jaren parten. Claudia kijkt niet op een calorie meer of minder, Claudia is plezant en gezellig. Op demonstraties was ik ‘Claudia met haar schort aan’. Dat begon me op te breken, ik voelde me stilaan de sloof van dienst. Ik ben er dus even uit moeten stappen, het is niet dat ik het hoog in mijn bol kreeg of zo want dan begin ik dát weer te denken… Maar het is voorbij, ik sta er weer!”

Deze reportage is het hoofdartikel van KW Weekend van 11 mei 2018. In het magazine lees je onder andere ook nog de scampilariani van Jean-Pierre Vincke, de favoriete restaurants van Wim Vansevenant, de nieuwe boeken van Hilde Demurie en Peter Verhelst, het vijfde verslag van Peter Clicteur op weg met de fiets van Ettelgem naar Lissabon en het 2 Sterren Restaurant van Bieke Ilegems en Erik Goossens.

Wie is Claudia Allemeersch?

Claudia Allemeersch (51) groeide op in Roeselare. Ze studeerde regentaat huishoudkunde en gaf enkele jaren les aan het Technisch Instituut Heilige Familie en het Sint-Franciscus-Xaveriusinstituut in Brugge. Ze baatte nadien tien jaar bloemenzaak Fiorini in Roeselare uit, en verrichtte administratief werk bij Adirack, het bedrijf in tweedehandsrekken van haar man Kurt Deklerck.

Samen met Kurt heeft ze twee kinderen, Sophie-Anne (21) en Antoine (16).

In 2009 won ze de finale van het VTM-programma Beste Hobbykok van Vlaanderen. Sindsdien is ze een veelgevraagde gast voor workshops en demo’s en schreef ze al acht kookboeken bijeen.

Voor Claudia Allemeersch is het zonneklaar waar ze het liefst feest: in haar biljartgroene tuin werd een buitenkeuken opgetrokken om u tegen te zeggen. “Ik hoef zelfs niet naar binnen te lopen om glazen te halen, alles is hier voorzien. Glaasje rosé?” En als we besluiten dat nog niet te doen op dit uur van de dag: “Misschien maar beter ook, want ik probeer een alcoholvrije periode aan te houden. Dertig dagen zonder; het was even nodig.” Want er is altijd en overal wel een reden om een glas te vullen voor wie kookt voor haar gezin, kookt voor gasten, tijdens workshops én om kookboeken te vullen. Lekkers bereiden, tafels sfeervol aankleden en feesten: voor Claudia zijn er op dat vlak geen geheimen meer. “We hebben sowieso altijd de traditionele feesten als geboorten en communies gevierd”, begint ze. “Soms thuis, soms ergens anders. De plechtige communie van onze zoon Antoine vond plaats in de loods die we toen net gekocht hadden. Ik vond dat eerst geen goed idee, maar tenten huren om in de tuin op te zetten, bleek niet bepaald goedkoop. Uiteindelijk is dat een van de mooiste feesten geworden die we ooit organiseerden. We hadden doorheen de loods een karting aangelegd, zodat de jonge gasten er gewoon doorheen reden. Dat was fantastisch! En een bewijs dat een geslaagd feest niet afhangt van de juiste drapages en chique omgeving.”

Een aanleiding tot een feestje is gauw gevonden. “Onze dochter Sophie-Anne kreeg van haar vriendinnen voor haar 21ste verjaardag een poes, ze heeft hen nadien getrakteerd op een etentje hier in de tuin. De voorstelling van mijn jongste kookboek gebeurde hier. Dikwijls komen we hier ook samen met enkele bevriende koppels en hun kinderen. In november gaan we met die hele bende op vakantie in Spanje. De voorbereiding daarvan, het boeken van de tickets… deden we onlangs samen in de tuin, met een hapje en een drankje. Het was gewoon gezellig. No-nonsense, maar ik noem dat feest.”

Ik praat af en toe met een therapeut, en dat doet me echt deugd

“En onze kinderen zijn daar inderdaad graag bij. Door de week zijn ze hier niet Sophie-Anne zit op kot, Antoine op internaat maar tijdens de weekends proberen we hier zo veel mogelijk samen te zijn. En ik merk dat ook zij daarvan genieten. Ze vinden het gezellig als ik voor hen kook, ook al vind ik het zelf wel eens leuk om mijn voeten onder tafel te kunnen schuiven. Maar goed, het is fijn om hen nog zo dikwijls thuis te hebben.”

De band met je kinderen is hecht?

“Zeker. Ik denk dat ik voor Sophie-Anne eerder een vriendin dan een moeder ben. Ze is verre van een moederskindje, ze is integendeel altijd erg zelfstandig geweest, maar ze vraagt me dikwijls om raad. Ze is ook nog vaker thuis dan Antoine, ze is een echte huisduif. Ze studeert kmo-management, al had ik haar graag iets in de richting van internationaal ondernemen zien studeren, maar dat ziet zij niet zitten. De hele wereld zien, ik wilde als meisje niks liever, maar dat soort dromen werd destijds niet aangemoedigd, al zeker niet voor een meisje. Antoine gaat deze zomer een maand vrijwilligerswerk doen in Afrika, nu is hij drie dagen op trektocht in Kent. Hij heeft meer mijn karakter op dat vlak.”

Je man bouwt sinds 1991 jullie bedrijf Adirack in Roeselare uit. Zie je de kinderen later daarin terechtkomen?

“Liever niet. Of in elk geval nu nog niet. Ik wil dat ze hun weg zelf zoeken, ervaring opdoen in andere bedrijven, op de baan… Het zou toch jammer zijn als ze zich zo vroeg vastpinnen? Ze zijn jong, hebben nog zo veel keuzemogelijkheden.”

“Onze dochter Sophie-Ann is een huisduif, onze zoon Antoine trekt liever de wereld in. Op dat vlak heeft hij mijn karakter.”

Waar komt die drang om je vleugels uit te slaan bij jou vandaan?

“Ik ben vooral nieuwsgierig naar andere culturen. En dat gaat voor mijzelf natuurlijk altijd samen met koken en voeding. Ik grijp elke kans die ik op dat vlak krijg. Als er op hotel in Marrakech kooklessen worden georganiseerd, moet ik daarbij zijn.”

“Al interesseert het mij dan nog veel meer om buiten de bekende paden op zoek te gaan. En zo ben ik dan de enige hotelgast die een busje neemt tot bij een lokale landbouwer, weliswaar samen met een tolk, om te zien hoe die man zijn gewassen van zijn veld haalt en klaarmaakt in een gedeukte couscouspot… Een mooiere kookles kan ik me niet voorstellen. Dáár leer ik iets over hoe Marokkanen koken, en krijg ik er de gastvrijheid van die mensen bovenop. Het is het authentieke leven in andere landen dat me interesseert, niet zozeer wat in de hotels gepresenteerd wordt. Zo heb ik ook in Thailand bijgeleerd, en aten we in China bij mensen thuis. Japan doen we binnenkort ook…”

“Onze dochter Sophie-Ann is een huisduif, zoon Antoine trekt liever de wereld in. Op dat vlak heeft hij mijn karakter.”

Was je altijd al zo leergierig?

“Altijd geweest. Ik kan de cursussen die ik volgde niet meer tellen! En het is opnieuw zover: ik voel dat ik niet goed mee ben op het vlak van media. Daar moet ik misschien eens een cursus over volgen. Mijn kinderen pushen me: dat ik op Instagram moet, en dat ik moet posten om zes uur ‘s avonds omdat dat meest oplevert enzovoort. En dat zal wel allemaal waar zijn maar ik vind het vooral… vermoeiend. Ik moet mezelf dwingen om iets te posten, of om iets van anderen te bekijken. Ik weet dat ik achterop geraak als ik het níét doe, maar ik blijf het als een last zien.”

Moederdag met de hele familie en picon vin blanc

Dagen als Valentijn en verjaardagen viert Claudia niet, maar voor Moederdag maakt de familie een uitzondering: “Dan trekken we er met de kinderen en onze ouders steevast opuit. We huren dan een busje zodat er een picon vin blanc gedronken kan worden, want we trekken nogal dikwijls naar de Westhoek of de Franse grens over. Een sneukeltoer in Brussel deden we ook al, Gent met een gids… Want onze ouders houden wel van een goeie planning. (lacht) Geen probleem voor mij, je steekt er altijd iets van op. Doordat mijn beide ouders even out waren, stellen we Moederdag dit jaar uit tot ze helemaal hersteld zijn. Niemand die het wil missen.”

“Maar ik volgde ook cursussen bloemschikken, decoreren, koken… Ik ben eigenlijk regent huishoudkunde en heb ook jarenlang lesgegeven in Brugge. Maar het waren destijds moeilijke tijden in het onderwijs. Ik kreeg er genoeg van en besloot te doen waar mijn hart lag: ik opende een bloemenwinkel. Tot onze zoon geboren werd en ik meer tijd wilde maken voor de kinderen.”

Waren kinderen een must voor jou?

“Ik wilde wel graag een kind ja, Sophie-Anne kwam er vrij snel. Maar onze tweede was eerlijk gezegd niet gepland. (lacht) En met twee kinderen vond ik het te zwaar worden om nog langer de bloemenwinkel uit te baten. Het leven van twee zelfstandigen is moeilijk te combineren met een gezinsleven, ondervonden we. Kurt en ik zagen elkaar nog amper. Maar het moest zo lopen, denk ik. Toeval bestaat niet in het leven, integendeel, het leven valt je toe. Het is me al dikwijls overkomen. Als Kurt tien jaar geleden niet in slaap was gevallen in de zetel terwijl hij naar de koers op televisie keek, en ik een beetje nijdig omdat het zo’n druilerige zondag was waarop we zaten te niksen een andere zender opzette en plots een oproep van Peter Goossens voor een nieuw programma zag passeren, was ik een paar maanden later nooit Hobbykok van het Jaar geworden. En had mijn leven er heel anders uit gezien. Ik geloof niet dat zoiets me toevallig overkomt.”

Welke herinneringen heb je aan je bruiloft?

“We vierden het feest in de Marquette in Marke, een prachtige zaak destijds, en het miezerde die dag…”

Was je man je eerste liefde?

“Bijna! Ik had voordien een relatie van enkele jaren, tot Kurt me vertelde dat hij eigenlijk al een hele tijd verliefd op me was. In 1992 zijn we getrouwd en dat heb ik me nooit beklaagd. Hij is een enorm lieve man, heel sociaal en heel oprecht ook. Hij heeft een hekel aan roddelen, gelooft ook altijd in de goedheid van anderen. Zelfs als iemand bot is tegen hem, meent hij dat die daar wel een goeie reden voor zal hebben.” (lacht)

Facebook, Instagram… Ik weet dat ik méé moet, maar ik vind het allemaal zo vermoeiend

En hij is een goeie ondernemer.

“Zeker. Want het is niet omdat hij rechtuit en eerlijk is, dat hij geen goeie zakenman is. Ik heb dat ondernemerstalent minder. Ik haal nooit meer kookboeken van mezelf in huis, want dan geef ik ze telkens toch maar mee met vrienden. En daar kan ik toch geen geld voor vragen? Kurt vindt dat ook vrienden dat boek maar in de winkel moeten halen. (lacht) In de bloemenwinkel deed ik het ook: als ik wist dat iemand het wat moeilijk had, dan stak ik algauw een paar bloemen extra in een boeketje. Ik ben een beetje te soft als ondernemer, vrees ik. Kurt heeft lef. Hij kon ooit een enorme partij rekken kopen van een autoproducent die de productie hier stopzette, maar die moesten meteen betaald worden en dat geld hadden we niet. Hij stuurde mij naar de bank, maar daar kreeg ik geen lening meer. We hadden al genoeg geleend, vonden ze daar. En daar stopt het verhaal dan voor mij. “Niet kopen!“, bezwoer ik hem. Maar hij kocht die rekken toch, zette meteen een advertentie in de krant en een dag later was de helft alweer verkocht.”

“We vullen elkaar aan, ja. En af en toe moeten we elk voor onszelf een punt kunnen maken. Dan wil hij iets wat ik niet zo zie zitten, en doet hij het toch. Zoals met die rekken. En omgekeerd. Toen hij die zondagnamiddag voor tv wakker werd en Goossens’ oproep zag passeren, begon hij meteen te protesteren. Hij zag aan mijn gezicht dat het me interesseerde om deel te nemen. Ik heb het tóch gedaan. (lacht) En we gunnen elkaar dat ook.”

Al een jubileum gevierd eigenlijk?

“Jubileum?! Neen! (lacht) We waren vorig jaar 25 jaar getrouwd maar daar is geen jubileum van gekomen. Op dat vlak hebben we een wat vreemde gewoonte misschien: data als Valentijn, verjaardagen, Nieuwjaar… vieren we niet. We houden van feesten die zomaar op ons afkomen. We weten wel wanneer we getrouwd zijn uiteraard, en wensen elkaar daar dan geluk mee die dag. Maar daar blijft het bij. Toen Kurt 50 werd is het niet bij ons opgekomen om dat te vieren. Toen ik 50 werd ook niet, maar daar zag ik dan ook enorm tegenop.”

Moeite met ouder worden?

“Ja! Hoewel ik besef dat dat relatief is.

Onlangs is mijn mama die 76 is, opgenomen in het ziekenhuis met hartproblemen. Het viel me op dat haar kamergenoten eind 80, 90 zelfs, er gewoon góéd uitzagen. Eentje had het over ‘de jeugd vandaag’ en daarmee bedoelde ze mij! Ik zei haar dat ik al 51 ben. Ze moest erom lachen. Zestig! Dát had zij haar mooiste leeftijd gevonden… Het deed me nadenken, want ik moet toegeven dat ik mezelf de voorbije tijd wat had laten ‘gaan’. Ik dacht over 50 worden alsof ik echt had afgedaan. Dat gesprek heeft me wakker geschud. Ik ben pas 60 over negen jaar, ik kon me maar beter herpakken. De kilo’s die ik erbij had laten komen, moesten er weer af. Kleren die ik beu was, gingen eruit. Koken, creatief zijn… Ik heb er weer zin in.”

“Bloemschikken, decoreren, koken… Ik kan de cursussen die ik volgde niet meer tellen.”

En dat lag allemaal aan die 50?

“Alles houdt verband met elkaar natuurlijk. Er was die leeftijd, ik zat niet goed in mijn vel, was niet bepaald het zonnetje in huis… Het bracht spanningen met zich mee waarvan ik me afvroeg waar die nu toch vandaan kwamen, terwijl het gewoon aan mezelf lag.”

“Ik ben toen met een therapeut gaan praten. Iets wat ik vroeger niet gedaan zou hebben, of als flauw afgedaan zou hebben. Maar ik ben toch op zoek gegaan en merkte dat het eigenlijk niet zo gek is om hulp te zoeken. Zelfs in het bedrijfsleven worden van langsom meer mensen met therapeutisch inzicht ingeschakeld. Ik moest wel een drempel over, de eerste keer dat ik ging praten klopte mijn hart in mijn keel. En het was soms confronterend, maar het deed zo’n deugd. Sindsdien doe ik dat regelmatig. In Amerika is het doodnormaal dat een gezin een therapeut heeft. Hier klinkt dat nog altijd raar, terwijl mensen ook hier onder grote druk staan. Praten helpt om de dingen ook eens vanuit een ander perspectief te zien, en reikt ook methodes aan, als je bijvoorbeeld eens niet kunt slapen. Praten kan ook met vriendinnen natuurlijk, maar het is toch nóg anders.”

“Zo heb ik ook ontdekt dat het me goed doet om op te ruimen, orde te scheppen. Het brengt me tot rust. Ik heb dozen foto’s die op zolder stonden gesorteerd. Die me ook weer confronteerden met onze jeugd, maar tegelijk ook toonden dat mijn gewicht altijd al op en neer ging. Op het ene feest was ik merkbaar magerder dan op het andere. (lacht) Dat gaf de doorslag: deze keer doe ik het goed en ben ik vast van plan op mijn streefgewicht te blijven. Gedaan met kniezen. Ik krijg trouwens weer complimentjes en dat was toch even geleden. Dat zegt wel iets, vind ik.”

Het volgende kookboek wordt een dieetboek?

“Dat raden mijn vriendinnen me ten stelligste af! (lacht) Omdat het niet strookt met wie ik ben, zeggen ze. Maar net dat speelde me de voorbije jaren parten. Claudia kijkt niet op een calorie meer of minder, Claudia is plezant en gezellig. Op demonstraties was ik ‘Claudia met haar schort aan’. Dat begon me op te breken, ik voelde me stilaan de sloof van dienst. Ik ben er dus even uit moeten stappen, het is niet dat ik het hoog in mijn bol kreeg of zo want dan begin ik dát weer te denken… Maar het is voorbij, ik sta er weer!”

Wie is Claudia Allemeersch?

Claudia Allemeersch (51) groeide op in Roeselare. Ze studeerde regentaat huishoudkunde en gaf enkele jaren les aan het Technisch Instituut Heilige Familie en het Sint-Franciscus-Xaveriusinstituut in Brugge. Ze baatte nadien tien jaar bloemenzaak Fiorini in Roeselare uit, en verrichtte administratief werk bij Adirack, het bedrijf in tweedehandsrekken van haar man Kurt Deklerck.

Samen met Kurt heeft ze twee kinderen, Sophie-Anne (21) en Antoine (16).

In 2009 won ze de finale van het VTM-programma Beste Hobbykok van Vlaanderen. Sindsdien is ze een veelgevraagde gast voor workshops en demo’s en schreef ze al acht kookboeken bijeen.