“Het is gezond om jezelf af en toe in vraag te stellen”

qsdf
Bert Vanden Berghe

Ze staat een pak verder dan de kandidaten die ze als jurylid in het Vier-programma ‘De Leeuwenkuil’ voor zich krijgt, maar onderneemster Conny Vandendriessche is nog niet vergeten waar ze vandaan komt. De medeoprichtster van uitzendkantoorketen Accent heeft er op vandaag haar missie van gemaakt om meer vrouwen in kaderfuncties te krijgen: “Vrouwen zijn simpelweg vaak beter voorbereid.”

Haar weekends zijn nochtans heilig, glimlacht ze breed, maar een strandwandeling slaat ze zelden af. Zelfs sollicitatiegesprekken durft ze al eens al wandelend te doen. Conny is een vrouw die weet van aanpakken, zelden rond de pot draait en je vanaf de eerste minuut inpakt met haar ontwapenende charme.

Ze komt wel vaker op het strand van Nieuwpoort, op een boogscheut van de plek die ze sinds een paar jaar haar thuis noemt. Soms is de lokroep te groot en trekt ze voor dag en dauw haar jas boven haar pyjama aan om het zand onder haar voeten te voelen, met romantische muziek die weerklinkt vanuit haar oortjes. Klassiekers als Barry White en Sade passeren de revue, maar evengoed Blanche en Dua Lipa, om er af en toe een kleffe Mariah Carey tussen te gooien, zo blijkt uit haar playlist. Als de rust in haar hoofd is teruggekeerd, kruipt ze weer haar bed in, om op de tablet nog wat te lezen. Zalig vindt ze dat. Maar romantisch zou ze zichzelf niet noemen. “Mijn man zegt altijd dat hij op de zesde plek komt. Eerst Accent, dan mijn zoon, mijn medewerkers en nog een paar projecten.”

Vrouwen investeren in vrouwen

Terwijl Conny verder timmert aan de weg met House of HR en Stella P. heeft ze sinds kort – samen met twee collega’s – nog een nieuw ambitieus project op stapel staan: We Are Jane, een Europees fonds waarbij vrouwen investeren in bedrijven waar vrouwen de plak zwaaien.

Ze zijn niet dik gezaaid, denk ik.

“Nee. Ze zijn met 2,7 procent om precies te zijn. Dat is heel weinig. Maar we denken dat wij ze veel beter begrijpen. Ik denk ook dat we een stuk markt kunnen creëren. We mikken vooral op kmo’s die nog sterk kunnen groeien.”

Vanwaar komt de financiële input?

“Van vrouwelijke investeerders. We gaan vijftig miljoen euro ophalen, maar het is ook de bedoeling dat die investeerders als rolmodel gaan fungeren. En als vrouwen samenwerken, kan dat vlug gaan, hoor. De naam van het fonds is overigens een knipoog naar Jeanne d’Arc, maar straalt ook kracht en vrouwelijkheid uit.”

Waarom ben je er zo op gebrand om meer vrouwen in de hoogste echelons te krijgen?

“Omdat ze een zekere schwung geven. Ze kijken ook heel anders naar de zaken. Om maar een voorbeeld te geven… Als ik vraag aan een man om een pint te gaan drinken, dan pakt hij zijn boeltje, gaat hij mee en bestelt hij aan de bar een pint. Als ik dat vraag aan een vrouw, dan gaat ze eerst nadenken of ze de juiste schoenen en kleren aan heeft en aan de bar gaat ze zich afvragen wat ze gaat drinken. Het lijkt alsof vrouwen twijfelen, maar in werkelijkheid bekijken ze het veel breder. In zaken is dat ook zo. Als ik tegenover een vrouw zit, dan gaat die veel meer vragen stellen, terwijl een man veel zelfzekerder is. Als je niet weet dat vrouwen veel beter voorbereid zijn en veel meer op de cijfers letten, dan krijg je dat misverstand. Ik kijk daar door.”

Nu de mannen nog.

“Precies. Want je mag niet vergeten dat een vrouw nog een tweede bedrijf heeft als ze thuiskomt. Terwijl een man vaak alleen maar moet vragen aan zijn secretaresse of hij ergens tijd voor heeft. Hij stelt zich niet de vraag of hij het wel zal kunnen. Ik geloof echt dat vrouwen een verrijking zijn. Mochten er meer vrouwelijke presidenten zijn, er zou geen oorlog zijn. Ze zouden dat de kinderen niet aandoen. Let op, ik ben geen feministe of zo, hé. Ik vind het gewoon niet kunnen dat er zoveel vrouwen op de werkvloer staan en dat ze niet vertegenwoordigd worden op het hoogste niveau. Hetzelfde geldt voor multiculturele mensen, al weet ik niet of de bedrijven daar al klaar voor zijn. Met Accent Jobs hebben we eind 2016 een project opgestart, waarbij we in West-Vlaanderen 140 vluchtelingen werk hebben gegeven. Vijf procent zelfs in de witte sector. Het sloeg zo aan dat we binnenkort dat project doortrekken naar Gent en Antwerpen.”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 23 maart. Verder in het magazine o.a. ‘t Hof van Commerce is terug, het geheim van de mooie roos, tripjes vol groene inspiratie, het leven van Matthias Nuytten, Liesbet Lemahieu maakt varkenshaasje met hopscheuten, de favoriete restaurants van Kurt Van Eeghem, het nieuwe album van Axelle Red, Marie Verhulst over ‘Boxing Stars’, Niels Destadsbader in ‘Liefde voor Muziek’ en Gilles Collier over ‘De Dag’.

“Passie vind ik heel belangrijk”

“Toen ze mij vroegen voor De Leeuwenkuil op Vier, wilde ik eerst weten wie mijn collega’s werden. Over de jonge ondernemers die hun producten of diensten kwamen voorstellen, was ik positief verrast. Ik had respect voor iedereen die daar stond, want je moet het maar doen. Hoe zou ik daar gestaan hebben als 22-jarige, vraag ik me dan af. Passie is een belangrijk punt bij mij. Het product uiteraard ook. Het moet haalbaar zijn en er moet een zekere nood aan zijn.”

Op vandaag ligt je focus vooral daarop.

“Bij House of HR (de overkoepelende groep van Accent, red.) maken we heel hard werk van die ondernemingsgezindheid. Met Stella P., gestart in 2014, gaan we op zoek naar externe bestuurders. In ons bedrijf hebben we zelf ondervonden dat die een echte meerwaarde voor het bedrijf vormen. Op vandaag hebben we vijf werknemers en kijken we richting Nederland.”

“Veel Nederlanders krijgen een plek in Belgische besturen. Een Belg vermijdt snel conflicten, terwijl een Nederlander alles veel sneller op tafel legt. Maar ik vond ook dat die te mannelijk was, zo’n raad van bestuur. Ik wilde meer diversiteit, meer vrouwen ook. In ons vierde jaar hebben we nu 202 mensen ‘geplaatst’ in de boards, en zo’n 35 procent van hen zijn vrouwen. Daar ben ik heel trots op. Er is een quotum, ja. Maar alleen voor beursgenoteerde bedrijven en in België zijn dat er slechts 133. Ik richt mij vooral op kmo’s. Zij zijn niet gebonden aan dergelijke quota, maar toch kiezen ze bewust voor meer diversiteit.”

qsdf
qsdf

Conny spreekt, predikt haast, met passie en zin voor ondernemen. En ironisch genoeg met veel bescheidenheid en tegelijkertijd ook een stevige dosis zelfvertrouwen. Ze moet lachen. “Weet je dat ik als 18-jarige bang was om alleen een café binnen te stappen? Echt waar. Ik ben veranderd, je kan dat niet geloven. Ik ben altijd maar stappen blijven zetten. Door te kijken, te kopiëren en te leren. Ik geloof echt dat een mens continu zichzelf moet bijscholen. Daarom trainen wij ook onze eigen mensen. Om ze sterker, zelfzekerder en weerbaarder te maken.”

Zit er een wereldverbeteraar in je?

“De reden dat ik meedoe aan De Leeuwenkuil is omdat er in het begin ook iemand in mij heeft geloofd, dat alles zo begonnen is. Ik wilde na Accent iets terugdoen voor de maatschappij. En nu klink ik wat spiritueel: maar we komen op deze wereld om iets te realiseren. En ik zoek nog altijd naar het antwoord op die vraag: waarom ben ik hier op deze wereld? Wat moet ik nog doen voor het grotere geheel?”

Vind je niet meer rust met ouder worden?

(lacht) “Nee. En ik heb ook geen probleem met ouder worden. Het ergste is dat ik merk dat ik vroeger drie keer zoveel energie had als nu. Ik moet er bewuster mee omgaan. En dan hebben ze nog zoiets uitgevonden als de menopauze. Of je nu dertig, veertig of vijftig jaar bent geworden, er is altijd wel een periode waarin je alles in vraag stelt. Ik vind dat ook gezond. Ik ben mij ook altijd blijven bijscholen. En je plaats kennen, dat vind ik ook heel belangrijk. Dat heb ik ook altijd goed gekund. Ik moest niet altijd op de voorgrond staan.”

qsdf
qsdf

Ben je gelukkig met waar je op vandaag staat?

(beslist) “Ja. Ik sta in mijn kracht. Er zijn momenten geweest dat ik daar niet stond omdat ik weer in een andere rol in het bedrijf zat, maar de combinatie op vandaag zit goed.”

En hoe doe je dat?

“Dat is de slechtste vraag die je aan mij kan stellen. Ik ben er heel dikwijls in geslaagd om alles te combineren, maar gelukkig heb ik ook goede mensen rondom mij. Want de vraag is niet altijd of ik het kan loslaten, maar of ik het wel wíl loslaten, dat ondernemen.”

Vrouwen investeren in vrouwen

Terwijl Conny verder timmert aan de weg met House of HR en Stella P. heeft ze sinds kort – samen met twee collega’s – nog een nieuw ambitieus project op stapel staan: We Are Jane, een Europees fonds waarbij vrouwen investeren in bedrijven waar vrouwen de plak zwaaien.

Ze zijn niet dik gezaaid, denk ik.

“Nee. Ze zijn met 2,7 procent om precies te zijn. Dat is heel weinig. Maar we denken dat wij ze veel beter begrijpen. Ik denk ook dat we een stuk markt kunnen creëren. We mikken vooral op kmo’s die nog sterk kunnen groeien.”

Vanwaar komt de financiële input?

“Van vrouwelijke investeerders. We gaan vijftig miljoen euro ophalen, maar het is ook de bedoeling dat die investeerders als rolmodel gaan fungeren. En als vrouwen samenwerken, kan dat vlug gaan, hoor. De naam van het fonds is overigens een knipoog naar Jeanne d’Arc, maar straalt ook kracht en vrouwelijkheid uit.”

Waarom ben je er zo op gebrand om meer vrouwen in de hoogste echelons te krijgen?

“Omdat ze een zekere schwung geven. Ze kijken ook heel anders naar de zaken. Om maar een voorbeeld te geven… Als ik vraag aan een man om een pint te gaan drinken, dan pakt hij zijn boeltje, gaat hij mee en bestelt hij aan de bar een pint. Als ik dat vraag aan een vrouw, dan gaat ze eerst nadenken of ze de juiste schoenen en kleren aan heeft en aan de bar gaat ze zich afvragen wat ze gaat drinken. Het lijkt alsof vrouwen twijfelen, maar in werkelijkheid bekijken ze het veel breder. In zaken is dat ook zo. Als ik tegenover een vrouw zit, dan gaat die veel meer vragen stellen, terwijl een man veel zelfzekerder is. Als je niet weet dat vrouwen veel beter voorbereid zijn en veel meer op de cijfers letten, dan krijg je dat misverstand. Ik kijk daar door.”

Nu de mannen nog.

“Precies. Want je mag niet vergeten dat een vrouw nog een tweede bedrijf heeft als ze thuiskomt. Terwijl een man vaak alleen maar moet vragen aan zijn secretaresse of hij ergens tijd voor heeft. Hij stelt zich niet de vraag of hij het wel zal kunnen. Ik geloof echt dat vrouwen een verrijking zijn. Mochten er meer vrouwelijke presidenten zijn, er zou geen oorlog zijn. Ze zouden dat de kinderen niet aandoen. Let op, ik ben geen feministe of zo, hé. Ik vind het gewoon niet kunnen dat er zoveel vrouwen op de werkvloer staan en dat ze niet vertegenwoordigd worden op het hoogste niveau. Hetzelfde geldt voor multiculturele mensen, al weet ik niet of de bedrijven daar al klaar voor zijn. Met Accent Jobs hebben we eind 2016 een project opgestart, waarbij we in West-Vlaanderen 140 vluchtelingen werk hebben gegeven. Vijf procent zelfs in de witte sector. Het sloeg zo aan dat we binnenkort dat project doortrekken naar Gent en Antwerpen.”

“Passie vind ik heel belangrijk”

“Toen ze mij vroegen voor De Leeuwenkuil op Vier, wilde ik eerst weten wie mijn collega’s werden. Over de jonge ondernemers die hun producten of diensten kwamen voorstellen, was ik positief verrast. Ik had respect voor iedereen die daar stond, want je moet het maar doen. Hoe zou ik daar gestaan hebben als 22-jarige, vraag ik me dan af. Passie is een belangrijk punt bij mij. Het product uiteraard ook. Het moet haalbaar zijn en er moet een zekere nood aan zijn.”

“Geld als drijfveer? Begin er niet aan”

Wie haar naam googelt, komt al snel uit op een website met rijkste Belgen. “Tja, dat… Er staat daar ook een cijfer bij, maar de bank is eigenaar van mijn bedrijf. Of geld gelukkig maakt? Het is aangenaam om te hebben, laat dat duidelijk zijn. Maar als dat je drijfveer is om te ondernemen: begin er niet aan. Dat en vrije tijd. Want je vrije tijd wordt bepaald door je medewerkers en je organisatie. Zeker in het begin. En geld… Wat ben je met zeven tv’s en vijf huizen? Het is wel leuk als je bedrijf het goed doet, ja. Voor mij is ondernemen ook mijn hobby. Erg, hé. (lacht) Ik luister heel graag naar verhalen van andere ondernemers. Hoe hebben zij het aangepakt? Anders? Beter? De eerste vrouw die ik als een rolmodel beschouwde, was de oprichtster van Mylène. Een boerin die veearts werd en het cosmeticamerk uitbouwde. Ik heb haar ooit eens aan het werk gezien. “In weelde word je geen ondernemer”, poneerde ze. Héérlijke vrouw.”

Hoe ben je in die sector gerold?

“Ik solliciteerde voor uitzendketen Adia in Gent, omdat het me leuk leek om mensen in het werk te steken. De dame die me toen interviewde, is nog altijd een van mijn beste collega’s. Ik mocht starten in een kantoor in Roeselare, maar met de man die er al werkte, klikte het niet. Ik ben niet iemand die hele lijstjes maakt van wat er allemaal misloopt, dus heb ik de directeur opgebeld en gezegd: ofwel hem, ofwel ik. Ik voelde de bui al hangen, maar het werd het omgekeerde. Ze hebben een advertentie geplaatst en toen mijn man mij op een avond kwam halen, zag hij aan de overkant van de straat Philip Cracco, die samen met hem een managementopleiding volgde. Hij riep hem, en het klikte. Niet veel later werkten we samen.”

qsdf
qsdf

Iets zegt mij dat het eerder Philip was die de eerste viool speelde.

“Ik hield me inderdaad wat meer op de achtergrond. Ik was nederigheid met de paplepel ingegeven. Als ik vond dat ik een grote auto had, dan ging ik die verderop parkeren om dan te voet naar het bedrijf te gaan, terwijl Philip met zijn Porsche naar de klanten ging.”

Had je het moeilijker als vrouw?

“Ik heb nooit last gehad van het glazen plafond. Bij Adia waren bijna 95 procent van de collega’s dames. Op vandaag geven we met de groep dagelijks zo’n 40.000 mensen een job, een kans op een toekomst. Een heerlijke gevoel is dat. Maar ik stelde me toen de vraag: wat als ik oud ben, of niet meer nodig ben in het bedrijf, wat ga ik dan doen? Want ik doe dit zo graag. Zo is het idee gegroeid om zelfstandig te worden. In 1994 moesten Philip en ik een functioneringsgesprek houden en ik stelde toen voor om zelf iets op te starten. Zo is Accent begonnen. Maar wat doe je als vrouw? Je zet een soort masker op, eentje dat je succes brengt. Ik wilde geen manwijf worden, maar iemand die zichzelf kon zijn en er goed uitzag. Mijn kleding verzorgen, mijn haar ook, zodat ze niets konden aanmerken. Ik stelde ook geen domme vragen, ik ging meer luisteren. Ik moest het meer hebben van charme en subtiliteit dan van arrogantie.”

Veel zelfvertrouwen? Als 18-jarige durfde ik niet eens alleen een café binnen te gaan

Ben je vaak met je hoofd tegen de muur gebotst?

“Ik heb vaak wakker gelegen, ja. Ik ging naar mijn vader om te zeggen dat ik een nv zou beginnen, terwijl hij een eenmanszaak had. En dat ik iets begon met een vreemde partner én vreemd kapitaal in mijn structuur had. Ik had zo’n 20.000 euro nodig, maar mijn vader wilde die niet geven. Hij dacht dat ik in mijn ongeluk zou lopen. Ik ben toen naar de bank getrokken voor een lening.”

qsdf
qsdf

Heb je je vader dat kwalijk genomen?

“In het begin wel, maar je geeft dat een plaats. Ik ben niet rancuneus op dat vlak.”

Hoelang heeft het geduurd vooraleer hij zijn ongelijk toegaf?

“Ik denk dat hij het nog altijd moet doen. (lacht) Hij geeft dat toe aan iedereen, maar niet aan mij. Maar alweer, dat is die tijdsgeest, denk ik. Die beginperiode was eigenlijk één grote rollercoaster.”

Wat altijd weer een tikkeltje romantisch klinkt, maar dat was het vast niet.

“Ja, man. We moesten alles doen met twee. Met een tweedehandsprintertje printten we elk loonbriefje af. Omdat we geen geld hadden, hebben we er vele jaren mee gedaan. Over alles hebben we onderhandeld. Toen we een cursus wilden volgen, vroegen we of we niet met twee voor de prijs van een mochten gaan. Ze hadden die vraag nog nooit gekregen. Maar eigenlijk waren die pioniersjaren fantastisch. Om de zes maanden hadden we een andere rol in het bedrijf. Je opent vijf kantoren, tien, honderd. (denkt na) Het fantastische aan ondernemen is dat ik het eigenlijk vooral deed voor mijn zelfontplooiing. Om dingen te leren die je in geen enkel boek vindt. En al die vakken waar ik wakker van lag, dat financiële, dat juridische… dat bleek uiteindelijk nog het makkelijkste. Het moeilijkste was mensen coachen en hen in dezelfde richting meekrijgen.”

“Passie vind ik heel belangrijk”

“Toen ze mij vroegen voor De Leeuwenkuil op Vier, wilde ik eerst weten wie mijn collega’s werden. Over de jonge ondernemers die hun producten of diensten kwamen voorstellen, was ik positief verrast. Ik had respect voor iedereen die daar stond, want je moet het maar doen. Hoe zou ik daar gestaan hebben als 22-jarige, vraag ik me dan af. Passie is een belangrijk punt bij mij. Het product uiteraard ook. Het moet haalbaar zijn en er moet een zekere nood aan zijn.”

Op vandaag ligt je focus vooral daarop.

“Bij House of HR (de overkoepelende groep van Accent, red.) maken we heel hard werk van die ondernemingsgezindheid. Met Stella P., gestart in 2014, gaan we op zoek naar externe bestuurders. In ons bedrijf hebben we zelf ondervonden dat die een echte meerwaarde voor het bedrijf vormen. Op vandaag hebben we vijf werknemers en kijken we richting Nederland.”

“Veel Nederlanders krijgen een plek in Belgische besturen. Een Belg vermijdt snel conflicten, terwijl een Nederlander alles veel sneller op tafel legt. Maar ik vond ook dat die te mannelijk was, zo’n raad van bestuur. Ik wilde meer diversiteit, meer vrouwen ook. In ons vierde jaar hebben we nu 202 mensen ‘geplaatst’ in de boards, en zo’n 35 procent van hen zijn vrouwen. Daar ben ik heel trots op. Er is een quotum, ja. Maar alleen voor beursgenoteerde bedrijven en in België zijn dat er slechts 133. Ik richt mij vooral op kmo’s. Zij zijn niet gebonden aan dergelijke quota, maar toch kiezen ze bewust voor meer diversiteit.”

qsdf
qsdf

Conny spreekt, predikt haast, met passie en zin voor ondernemen. En ironisch genoeg met veel bescheidenheid en tegelijkertijd ook een stevige dosis zelfvertrouwen. Ze moet lachen. “Weet je dat ik als 18-jarige bang was om alleen een café binnen te stappen? Echt waar. Ik ben veranderd, je kan dat niet geloven. Ik ben altijd maar stappen blijven zetten. Door te kijken, te kopiëren en te leren. Ik geloof echt dat een mens continu zichzelf moet bijscholen. Daarom trainen wij ook onze eigen mensen. Om ze sterker, zelfzekerder en weerbaarder te maken.”

Zit er een wereldverbeteraar in je?

“De reden dat ik meedoe aan De Leeuwenkuil is omdat er in het begin ook iemand in mij heeft geloofd, dat alles zo begonnen is. Ik wilde na Accent iets terugdoen voor de maatschappij. En nu klink ik wat spiritueel: maar we komen op deze wereld om iets te realiseren. En ik zoek nog altijd naar het antwoord op die vraag: waarom ben ik hier op deze wereld? Wat moet ik nog doen voor het grotere geheel?”

Vind je niet meer rust met ouder worden?

(lacht) “Nee. En ik heb ook geen probleem met ouder worden. Het ergste is dat ik merk dat ik vroeger drie keer zoveel energie had als nu. Ik moet er bewuster mee omgaan. En dan hebben ze nog zoiets uitgevonden als de menopauze. Of je nu dertig, veertig of vijftig jaar bent geworden, er is altijd wel een periode waarin je alles in vraag stelt. Ik vind dat ook gezond. Ik ben mij ook altijd blijven bijscholen. En je plaats kennen, dat vind ik ook heel belangrijk. Dat heb ik ook altijd goed gekund. Ik moest niet altijd op de voorgrond staan.”

qsdf
qsdf

Ben je gelukkig met waar je op vandaag staat?

(beslist) “Ja. Ik sta in mijn kracht. Er zijn momenten geweest dat ik daar niet stond omdat ik weer in een andere rol in het bedrijf zat, maar de combinatie op vandaag zit goed.”

En hoe doe je dat?

“Dat is de slechtste vraag die je aan mij kan stellen. Ik ben er heel dikwijls in geslaagd om alles te combineren, maar gelukkig heb ik ook goede mensen rondom mij. Want de vraag is niet altijd of ik het kan loslaten, maar of ik het wel wíl loslaten, dat ondernemen.”

Vrouwen investeren in vrouwen

Terwijl Conny verder timmert aan de weg met House of HR en Stella P. heeft ze sinds kort – samen met twee collega’s – nog een nieuw ambitieus project op stapel staan: We Are Jane, een Europees fonds waarbij vrouwen investeren in bedrijven waar vrouwen de plak zwaaien.

Ze zijn niet dik gezaaid, denk ik.

“Nee. Ze zijn met 2,7 procent om precies te zijn. Dat is heel weinig. Maar we denken dat wij ze veel beter begrijpen. Ik denk ook dat we een stuk markt kunnen creëren. We mikken vooral op kmo’s die nog sterk kunnen groeien.”

Vanwaar komt de financiële input?

“Van vrouwelijke investeerders. We gaan vijftig miljoen euro ophalen, maar het is ook de bedoeling dat die investeerders als rolmodel gaan fungeren. En als vrouwen samenwerken, kan dat vlug gaan, hoor. De naam van het fonds is overigens een knipoog naar Jeanne d’Arc, maar straalt ook kracht en vrouwelijkheid uit.”

Waarom ben je er zo op gebrand om meer vrouwen in de hoogste echelons te krijgen?

“Omdat ze een zekere schwung geven. Ze kijken ook heel anders naar de zaken. Om maar een voorbeeld te geven… Als ik vraag aan een man om een pint te gaan drinken, dan pakt hij zijn boeltje, gaat hij mee en bestelt hij aan de bar een pint. Als ik dat vraag aan een vrouw, dan gaat ze eerst nadenken of ze de juiste schoenen en kleren aan heeft en aan de bar gaat ze zich afvragen wat ze gaat drinken. Het lijkt alsof vrouwen twijfelen, maar in werkelijkheid bekijken ze het veel breder. In zaken is dat ook zo. Als ik tegenover een vrouw zit, dan gaat die veel meer vragen stellen, terwijl een man veel zelfzekerder is. Als je niet weet dat vrouwen veel beter voorbereid zijn en veel meer op de cijfers letten, dan krijg je dat misverstand. Ik kijk daar door.”

Nu de mannen nog.

“Precies. Want je mag niet vergeten dat een vrouw nog een tweede bedrijf heeft als ze thuiskomt. Terwijl een man vaak alleen maar moet vragen aan zijn secretaresse of hij ergens tijd voor heeft. Hij stelt zich niet de vraag of hij het wel zal kunnen. Ik geloof echt dat vrouwen een verrijking zijn. Mochten er meer vrouwelijke presidenten zijn, er zou geen oorlog zijn. Ze zouden dat de kinderen niet aandoen. Let op, ik ben geen feministe of zo, hé. Ik vind het gewoon niet kunnen dat er zoveel vrouwen op de werkvloer staan en dat ze niet vertegenwoordigd worden op het hoogste niveau. Hetzelfde geldt voor multiculturele mensen, al weet ik niet of de bedrijven daar al klaar voor zijn. Met Accent Jobs hebben we eind 2016 een project opgestart, waarbij we in West-Vlaanderen 140 vluchtelingen werk hebben gegeven. Vijf procent zelfs in de witte sector. Het sloeg zo aan dat we binnenkort dat project doortrekken naar Gent en Antwerpen.”

“Geld als drijfveer? Begin er niet aan”

Wie haar naam googelt, komt al snel uit op een website met rijkste Belgen. “Tja, dat… Er staat daar ook een cijfer bij, maar de bank is eigenaar van mijn bedrijf. Of geld gelukkig maakt? Het is aangenaam om te hebben, laat dat duidelijk zijn. Maar als dat je drijfveer is om te ondernemen: begin er niet aan. Dat en vrije tijd. Want je vrije tijd wordt bepaald door je medewerkers en je organisatie. Zeker in het begin. En geld… Wat ben je met zeven tv’s en vijf huizen? Het is wel leuk als je bedrijf het goed doet, ja. Voor mij is ondernemen ook mijn hobby. Erg, hé. (lacht) Ik luister heel graag naar verhalen van andere ondernemers. Hoe hebben zij het aangepakt? Anders? Beter? De eerste vrouw die ik als een rolmodel beschouwde, was de oprichtster van Mylène. Een boerin die veearts werd en het cosmeticamerk uitbouwde. Ik heb haar ooit eens aan het werk gezien. “In weelde word je geen ondernemer”, poneerde ze. Héérlijke vrouw.”

Wie is Conny Vandendriessche?

Conny Vandendriessche is van Lichtervelde afkomstig, maar woont op vandaag in Oostduinkerke. Ze is al 28 jaar getrouwd met Wim Vanhaelemeesch, die actief is in de IT-wereld. Hun zoon Matthijs is piloot.

Ze haalde haar diploma toerisme en begon vervolgens te werken als receptioniste op een camping. Na een tussenstop bij Adia richtte ze halfweg de jaren 90 uitzendbedrijf Accent Jobs op. Een paar jaar geleden zette ze een stap terug, maar ze heeft nog altijd zo’n 35 procent aandelen in handen.

De focus van Conny ligt op vandaag op House of HR en Stella P., dat ze in 2014 oprichtte.

Het is geen toeval dat je je gesetteld hebt in Oostduinkerke?

“Als kind hadden mijn ouders mij dikwijls eens ‘over’. (lacht) Ze hadden een plantenkwekerij en als ze te veel werk hadden, dan ging ik al eens naar mijn tante die hier in Nieuwpoort woonde. Haar man was directeur van de vismijn, dus aten we bijna zeven dagen op zeven vis. Geweldig.”

Stond je niet liever in de zaak dan?

“Mijn tweelingbroer en broer werden ingeschakeld. Mijn vader vond dat vrouwen niet konden ondernemen. Niet uit kwade wil, dat was gewoon die tijdsgeest. Uiteindelijk heeft mijn tweelingbroer de zaak overgenomen.”

Ondernemen doe ik vooral als een vorm van zelfontplooiing

Ben je daarom begonnen met ondernemen, uit frustratie?

“Goh. Dat is misschien onbewust wel wat blijven hangen, maar we zijn uiteindelijk alle drie zelfstandig geworden. Mijn oudste broer spoort als privé-detective fake materiaal op. Vroeger waren dat videocassetten, op vandaag zijn dat producten als geneesmiddelen en luxeartikelen. Hij werkt zelfstandig in opdracht van farmabedrijven of kledingmerken bijvoorbeeld.”

Wat wilde jij worden?

“Ik heb initieel verpleegkunde gestudeerd. Dat sociale en dat zorgende zaten altijd wat in mij. Maar na een jaar had ik het gezien en belde ik naar mijn vader: ‘kom mij maar halen’. Ik heb dan in Brugge de richting toerisme gevolgd.”

Ik heb me laten wijsmaken dat je begonnen bent als receptioniste op een camping…

“In Nieuwpoort, ja. Ik ben er na mijn studentenjob blijven hangen. Dat was superleerrijk. We zaten daar met zes bedienden in een camping met 1.000 plaatsen. In de zomer verbleven daar 4.000 mensen. Als die allemaal op hetzelfde moment toekwamen… Bovendien was mijn directeur fantastisch in administratie, maar enigszins mensenschuw. Dus kwamen wij al snel op de voorgrond als er discussies waren omdat iemand een ander zijn zeep had gepakt. Tjonge, daar leer je echt veel over de mens. (lacht) En als het slecht weer was, dan kwamen de klachten binnen, over pietluttigheden. Maar in de winter was het kalm en kon ik nieuwe opleidingen volgen.”

“Ik ben zelf heel leergierig en alles was beter dan tussen de planten te staan. Ik heb nog een paar keer geholpen met mijn broer en dat maakte me weer nederig. Uiteindelijk heb ik hem uitzendarbeid verkocht.”

“Geld als drijfveer? Begin er niet aan”

Wie haar naam googelt, komt al snel uit op een website met rijkste Belgen. “Tja, dat… Er staat daar ook een cijfer bij, maar de bank is eigenaar van mijn bedrijf. Of geld gelukkig maakt? Het is aangenaam om te hebben, laat dat duidelijk zijn. Maar als dat je drijfveer is om te ondernemen: begin er niet aan. Dat en vrije tijd. Want je vrije tijd wordt bepaald door je medewerkers en je organisatie. Zeker in het begin. En geld… Wat ben je met zeven tv’s en vijf huizen? Het is wel leuk als je bedrijf het goed doet, ja. Voor mij is ondernemen ook mijn hobby. Erg, hé. (lacht) Ik luister heel graag naar verhalen van andere ondernemers. Hoe hebben zij het aangepakt? Anders? Beter? De eerste vrouw die ik als een rolmodel beschouwde, was de oprichtster van Mylène. Een boerin die veearts werd en het cosmeticamerk uitbouwde. Ik heb haar ooit eens aan het werk gezien. “In weelde word je geen ondernemer”, poneerde ze. Héérlijke vrouw.”

Hoe ben je in die sector gerold?

“Ik solliciteerde voor uitzendketen Adia in Gent, omdat het me leuk leek om mensen in het werk te steken. De dame die me toen interviewde, is nog altijd een van mijn beste collega’s. Ik mocht starten in een kantoor in Roeselare, maar met de man die er al werkte, klikte het niet. Ik ben niet iemand die hele lijstjes maakt van wat er allemaal misloopt, dus heb ik de directeur opgebeld en gezegd: ofwel hem, ofwel ik. Ik voelde de bui al hangen, maar het werd het omgekeerde. Ze hebben een advertentie geplaatst en toen mijn man mij op een avond kwam halen, zag hij aan de overkant van de straat Philip Cracco, die samen met hem een managementopleiding volgde. Hij riep hem, en het klikte. Niet veel later werkten we samen.”

qsdf
qsdf

Iets zegt mij dat het eerder Philip was die de eerste viool speelde.

“Ik hield me inderdaad wat meer op de achtergrond. Ik was nederigheid met de paplepel ingegeven. Als ik vond dat ik een grote auto had, dan ging ik die verderop parkeren om dan te voet naar het bedrijf te gaan, terwijl Philip met zijn Porsche naar de klanten ging.”

Had je het moeilijker als vrouw?

“Ik heb nooit last gehad van het glazen plafond. Bij Adia waren bijna 95 procent van de collega’s dames. Op vandaag geven we met de groep dagelijks zo’n 40.000 mensen een job, een kans op een toekomst. Een heerlijke gevoel is dat. Maar ik stelde me toen de vraag: wat als ik oud ben, of niet meer nodig ben in het bedrijf, wat ga ik dan doen? Want ik doe dit zo graag. Zo is het idee gegroeid om zelfstandig te worden. In 1994 moesten Philip en ik een functioneringsgesprek houden en ik stelde toen voor om zelf iets op te starten. Zo is Accent begonnen. Maar wat doe je als vrouw? Je zet een soort masker op, eentje dat je succes brengt. Ik wilde geen manwijf worden, maar iemand die zichzelf kon zijn en er goed uitzag. Mijn kleding verzorgen, mijn haar ook, zodat ze niets konden aanmerken. Ik stelde ook geen domme vragen, ik ging meer luisteren. Ik moest het meer hebben van charme en subtiliteit dan van arrogantie.”

Veel zelfvertrouwen? Als 18-jarige durfde ik niet eens alleen een café binnen te gaan

Ben je vaak met je hoofd tegen de muur gebotst?

“Ik heb vaak wakker gelegen, ja. Ik ging naar mijn vader om te zeggen dat ik een nv zou beginnen, terwijl hij een eenmanszaak had. En dat ik iets begon met een vreemde partner én vreemd kapitaal in mijn structuur had. Ik had zo’n 20.000 euro nodig, maar mijn vader wilde die niet geven. Hij dacht dat ik in mijn ongeluk zou lopen. Ik ben toen naar de bank getrokken voor een lening.”

qsdf
qsdf

Heb je je vader dat kwalijk genomen?

“In het begin wel, maar je geeft dat een plaats. Ik ben niet rancuneus op dat vlak.”

Hoelang heeft het geduurd vooraleer hij zijn ongelijk toegaf?

“Ik denk dat hij het nog altijd moet doen. (lacht) Hij geeft dat toe aan iedereen, maar niet aan mij. Maar alweer, dat is die tijdsgeest, denk ik. Die beginperiode was eigenlijk één grote rollercoaster.”

Wat altijd weer een tikkeltje romantisch klinkt, maar dat was het vast niet.

“Ja, man. We moesten alles doen met twee. Met een tweedehandsprintertje printten we elk loonbriefje af. Omdat we geen geld hadden, hebben we er vele jaren mee gedaan. Over alles hebben we onderhandeld. Toen we een cursus wilden volgen, vroegen we of we niet met twee voor de prijs van een mochten gaan. Ze hadden die vraag nog nooit gekregen. Maar eigenlijk waren die pioniersjaren fantastisch. Om de zes maanden hadden we een andere rol in het bedrijf. Je opent vijf kantoren, tien, honderd. (denkt na) Het fantastische aan ondernemen is dat ik het eigenlijk vooral deed voor mijn zelfontplooiing. Om dingen te leren die je in geen enkel boek vindt. En al die vakken waar ik wakker van lag, dat financiële, dat juridische… dat bleek uiteindelijk nog het makkelijkste. Het moeilijkste was mensen coachen en hen in dezelfde richting meekrijgen.”

“Passie vind ik heel belangrijk”

“Toen ze mij vroegen voor De Leeuwenkuil op Vier, wilde ik eerst weten wie mijn collega’s werden. Over de jonge ondernemers die hun producten of diensten kwamen voorstellen, was ik positief verrast. Ik had respect voor iedereen die daar stond, want je moet het maar doen. Hoe zou ik daar gestaan hebben als 22-jarige, vraag ik me dan af. Passie is een belangrijk punt bij mij. Het product uiteraard ook. Het moet haalbaar zijn en er moet een zekere nood aan zijn.”

Op vandaag ligt je focus vooral daarop.

“Bij House of HR (de overkoepelende groep van Accent, red.) maken we heel hard werk van die ondernemingsgezindheid. Met Stella P., gestart in 2014, gaan we op zoek naar externe bestuurders. In ons bedrijf hebben we zelf ondervonden dat die een echte meerwaarde voor het bedrijf vormen. Op vandaag hebben we vijf werknemers en kijken we richting Nederland.”

“Veel Nederlanders krijgen een plek in Belgische besturen. Een Belg vermijdt snel conflicten, terwijl een Nederlander alles veel sneller op tafel legt. Maar ik vond ook dat die te mannelijk was, zo’n raad van bestuur. Ik wilde meer diversiteit, meer vrouwen ook. In ons vierde jaar hebben we nu 202 mensen ‘geplaatst’ in de boards, en zo’n 35 procent van hen zijn vrouwen. Daar ben ik heel trots op. Er is een quotum, ja. Maar alleen voor beursgenoteerde bedrijven en in België zijn dat er slechts 133. Ik richt mij vooral op kmo’s. Zij zijn niet gebonden aan dergelijke quota, maar toch kiezen ze bewust voor meer diversiteit.”

qsdf
qsdf

Conny spreekt, predikt haast, met passie en zin voor ondernemen. En ironisch genoeg met veel bescheidenheid en tegelijkertijd ook een stevige dosis zelfvertrouwen. Ze moet lachen. “Weet je dat ik als 18-jarige bang was om alleen een café binnen te stappen? Echt waar. Ik ben veranderd, je kan dat niet geloven. Ik ben altijd maar stappen blijven zetten. Door te kijken, te kopiëren en te leren. Ik geloof echt dat een mens continu zichzelf moet bijscholen. Daarom trainen wij ook onze eigen mensen. Om ze sterker, zelfzekerder en weerbaarder te maken.”

Zit er een wereldverbeteraar in je?

“De reden dat ik meedoe aan De Leeuwenkuil is omdat er in het begin ook iemand in mij heeft geloofd, dat alles zo begonnen is. Ik wilde na Accent iets terugdoen voor de maatschappij. En nu klink ik wat spiritueel: maar we komen op deze wereld om iets te realiseren. En ik zoek nog altijd naar het antwoord op die vraag: waarom ben ik hier op deze wereld? Wat moet ik nog doen voor het grotere geheel?”

Vind je niet meer rust met ouder worden?

(lacht) “Nee. En ik heb ook geen probleem met ouder worden. Het ergste is dat ik merk dat ik vroeger drie keer zoveel energie had als nu. Ik moet er bewuster mee omgaan. En dan hebben ze nog zoiets uitgevonden als de menopauze. Of je nu dertig, veertig of vijftig jaar bent geworden, er is altijd wel een periode waarin je alles in vraag stelt. Ik vind dat ook gezond. Ik ben mij ook altijd blijven bijscholen. En je plaats kennen, dat vind ik ook heel belangrijk. Dat heb ik ook altijd goed gekund. Ik moest niet altijd op de voorgrond staan.”

qsdf
qsdf

Ben je gelukkig met waar je op vandaag staat?

(beslist) “Ja. Ik sta in mijn kracht. Er zijn momenten geweest dat ik daar niet stond omdat ik weer in een andere rol in het bedrijf zat, maar de combinatie op vandaag zit goed.”

En hoe doe je dat?

“Dat is de slechtste vraag die je aan mij kan stellen. Ik ben er heel dikwijls in geslaagd om alles te combineren, maar gelukkig heb ik ook goede mensen rondom mij. Want de vraag is niet altijd of ik het kan loslaten, maar of ik het wel wíl loslaten, dat ondernemen.”

Vrouwen investeren in vrouwen

Terwijl Conny verder timmert aan de weg met House of HR en Stella P. heeft ze sinds kort – samen met twee collega’s – nog een nieuw ambitieus project op stapel staan: We Are Jane, een Europees fonds waarbij vrouwen investeren in bedrijven waar vrouwen de plak zwaaien.

Ze zijn niet dik gezaaid, denk ik.

“Nee. Ze zijn met 2,7 procent om precies te zijn. Dat is heel weinig. Maar we denken dat wij ze veel beter begrijpen. Ik denk ook dat we een stuk markt kunnen creëren. We mikken vooral op kmo’s die nog sterk kunnen groeien.”

Vanwaar komt de financiële input?

“Van vrouwelijke investeerders. We gaan vijftig miljoen euro ophalen, maar het is ook de bedoeling dat die investeerders als rolmodel gaan fungeren. En als vrouwen samenwerken, kan dat vlug gaan, hoor. De naam van het fonds is overigens een knipoog naar Jeanne d’Arc, maar straalt ook kracht en vrouwelijkheid uit.”

Waarom ben je er zo op gebrand om meer vrouwen in de hoogste echelons te krijgen?

“Omdat ze een zekere schwung geven. Ze kijken ook heel anders naar de zaken. Om maar een voorbeeld te geven… Als ik vraag aan een man om een pint te gaan drinken, dan pakt hij zijn boeltje, gaat hij mee en bestelt hij aan de bar een pint. Als ik dat vraag aan een vrouw, dan gaat ze eerst nadenken of ze de juiste schoenen en kleren aan heeft en aan de bar gaat ze zich afvragen wat ze gaat drinken. Het lijkt alsof vrouwen twijfelen, maar in werkelijkheid bekijken ze het veel breder. In zaken is dat ook zo. Als ik tegenover een vrouw zit, dan gaat die veel meer vragen stellen, terwijl een man veel zelfzekerder is. Als je niet weet dat vrouwen veel beter voorbereid zijn en veel meer op de cijfers letten, dan krijg je dat misverstand. Ik kijk daar door.”

Nu de mannen nog.

“Precies. Want je mag niet vergeten dat een vrouw nog een tweede bedrijf heeft als ze thuiskomt. Terwijl een man vaak alleen maar moet vragen aan zijn secretaresse of hij ergens tijd voor heeft. Hij stelt zich niet de vraag of hij het wel zal kunnen. Ik geloof echt dat vrouwen een verrijking zijn. Mochten er meer vrouwelijke presidenten zijn, er zou geen oorlog zijn. Ze zouden dat de kinderen niet aandoen. Let op, ik ben geen feministe of zo, hé. Ik vind het gewoon niet kunnen dat er zoveel vrouwen op de werkvloer staan en dat ze niet vertegenwoordigd worden op het hoogste niveau. Hetzelfde geldt voor multiculturele mensen, al weet ik niet of de bedrijven daar al klaar voor zijn. Met Accent Jobs hebben we eind 2016 een project opgestart, waarbij we in West-Vlaanderen 140 vluchtelingen werk hebben gegeven. Vijf procent zelfs in de witte sector. Het sloeg zo aan dat we binnenkort dat project doortrekken naar Gent en Antwerpen.”

Wie is Conny Vandendriessche?

Conny Vandendriessche is van Lichtervelde afkomstig, maar woont op vandaag in Oostduinkerke. Ze is al 28 jaar getrouwd met Wim Vanhaelemeesch, die actief is in de IT-wereld. Hun zoon Matthijs is piloot.

Ze haalde haar diploma toerisme en begon vervolgens te werken als receptioniste op een camping. Na een tussenstop bij Adia richtte ze halfweg de jaren 90 uitzendbedrijf Accent Jobs op. Een paar jaar geleden zette ze een stap terug, maar ze heeft nog altijd zo’n 35 procent aandelen in handen.

De focus van Conny ligt op vandaag op House of HR en Stella P., dat ze in 2014 oprichtte.