Emma Meesseman: “Alle remmen los? Dat ligt gewoon niet in mijn aard”

© Phile Deprez
Nancy Boerjan

Een explosie van supporterskreten en de overwinningsroes na een gewonnen basketbalwedstrijd: wat dat bij haar losmaakt, komt nog het dichtst bij wat Emma Meesseman als ‘feestgevoel’ ervaart. Wat anderen als feest beschouwen, bekijkt ze met een milde geamuseerdheid, of het nu de babyborrels van vrienden zijn of de beruchte banketten die haar Russische bazen aanrichten.

Toen de Rode Duivels vorige maand uit het WK voetbal geknikkerd werden, had Emma Meesseman daar niet veel hartzeer van. Ze noemt zichzelf ‘een trotse Belg’ en had onze nationale voetbalploeg zeker graag zien winnen. Maar ze heeft niet net als broer Thijs luidkeels staan supporteren op de Grote Markt van Ieper, waar de basketfamilie vlakbij woont. “Thijs is dan ook veruit het grootste fuifnummer van ons twee”, waarschuwt ze me. “Als er iemand graag een feestje bouwt, is hij het wel. Ik heb weinig met feesten en fuiven. Ik ga liever rustig iets eten of drinken met vrienden, beetje bijpraten en zo. Meer moet dat voor mij niet zijn.”

“Mijn kleren zitten in grote dozen, warme kleren voor Rusland, lichte voor Amerika…”

Ze is net terug van een weekje vakantie op de Azoren waar ze haar familie even voor zich alleen had, en dat heeft zichtbaar en hoorbaar deugd gedaan. Want de tijd die Emma voor haar geliefde thuisfront kon uittrekken sinds ze in geen tijd bij de wereldtop van het vrouwenbasketbal werd ingelijfd, is beperkt. Ze pendelt quasi non-stop tussen de trainingen en wedstrijden van het Belgische nationale basketbalteam, het Russische UMMC Jekaterinenburg en de Washington Mystics. “Het was zo lang geleden dat we nog eens zo’n reisje konden maken, ik heb ervan genoten. Gelukkig zijn er op vandaag sociale media om contact te houden met mijn familie en vrienden, anders zou ik het zo ver van huis moeilijk volhouden, maar er gaat toch niks boven echt bij elkaar zijn.” Het zegt iets over hoe Emma in elkaar zit, op maar ook naast het basketveld: weinig blabla, veel boemboem. Emma houdt van echt, veel opsmuk heeft ze niet nodig.

En toch Emma, zelfs geen kléín beetje feestgevoel?

“Wat ik daaronder versta, voel ik alleen bij een overwinning op een basketveld, vrees ik. En dan heb ik het voorbije jaar inderdaad nogal wat reden gehad om te feesten: met de Belgian Cats behaalden we brons op het EK, in Rusland speelden we kampioen. Maar zelfs op die momenten zitten er onder mijn teamgenoten veel grotere fuifnummers dan ik. (lacht) Ik hou enorm van plezier maken, liefst altijd en overal, maar feesten in de zin van ‘alle remmen los’ is iets wat gewoon niet in mijn aard ligt.”

“Gelukkig zijn er vandaag sociale media om contact te houden met mijn familie en vrienden, maar er gaat toch niks boven écht bij elkaar zijn.”© Phile Deprez

“Overdreven uitbundig doen, zou vreemd aanvoelen. Ik ben kalm van natuur, introvert ook wel. Al kom ik op dat vlak van ver. Ik heb bijvoorbeeld geen moeite meer met interviews geven, omdat ik dat nu zie als een manier om het vrouwenbasketbal meer in de kijker te werken. Onze sport verdient dat. En ik merk ook dat jonge meisjes naar ons opkijken, die voorbeeldrol vervul ik dan graag. Maar toen ik pas begon, dacht ik louter aan basketbal spelen. Van wat er naast het veld allemaal bij kwam kijken, schrok ik wel.”

Hoop je in het kielzog van de Rode Duivels op evenveel enthousiasme voor de Belgian Cats straks op het WK basketbal?

“Het leeft wel, denk ik. De reacties op onze deelname aan het Europees kampioenschap waren al hartverwarmend. Zelfs veel mensen uit andere landen supporterden blijkbaar voor ons. We komen over als een hechte ploeg, wat we ook zijn. Mensen zien dat we graag spelen, niet arrogant zijn… We stralen dat uit en het publiek houdt daarvan. En ik hoop dat dat effect inderdaad nog versterkt wordt in de aanloop naar het wereldkampioenschap. Maar goed, we weten ook allemaal dat er vooral bij winst veel gesupporterd wordt. Aan ons om te bewijzen dat we het kunnen.”

Familiefeesten moet je door je carrière de jongste jaren veelal missen, maar je herinnert je er vast nog van vroeger?

“Ik hield wel van het feest dat we steevast op nieuwjaarsdag vierden bij mijn grootouders langs vaders kant. Dat was het enige in het jaar waarop iedereen aanwezig was, al was het eerder een bijeenkomst dan een feest. Maar alles wat een beetje uitbundiger is, heeft met basket te maken. Ik zal in elk geval nooit vergeten hoe we onze bronzen medaille in Praag gevierd hebben. Daar doken plots zo veel mensen op die we daar helemaal niet verwacht hadden. Bovendien ken ik intussen ook al heel wat speelsters van andere landen, die ook mee kwamen feesten. Want zo gaat het in de basketsport wel: op het veld zijn we tegenstanders, maar ernaast vieren we samen.”

Emma Meesseman:
© Phile Deprez

“Van andere feesten die ik als kind beleefde, herinner ik me weinig. Communiefeestjes waren nogal deftig. Ik moest een wit jurkje aan terwijl ik anders nooit jurkjes droeg. Maar de jamboree die ik op mijn vijftiende met de scouts beleefde, heb ik dan wél weer ervaren als een feest. Drie weken lang samen met scoutsleden van over de hele wereld: fantastisch! Plezier maken en me verbonden voelen met mensen die ik voordien niet kende: dat is top voor mij.”

Er zit een waar gezelschapsdier voor me?

“Toch wel, zo ben ik altijd al geweest. En dat is nog versterkt door zo veel van huis te zijn. Als ik dan eens terug in Ieper ben, is dat hooguit voor een week. Naar die momenten kijk ik uit en koester ik.”

Valt de eenzaamheid in het buitenland je dan zwaar?

“Ik maak deel uit van een leuke ploeg, dat valt dus best mee. Mijn collega’s nemen me overal mee naartoe. Ik ontmoet veel nieuwe mensen en doe ook van alles. Veel escape rooms bijvoorbeeld! Er zijn er heel veel, alleen al in Jekaterinenburg. We doen doorgaans de horrorversies, met acteurs. De eerste keer dat ik daaraan deelnam, heb ik niet geslapen nadien! Maar we gaan ook met husky’s rijden… of gewoon op café natuurlijk.”

“De Russen die ons team leiden, zijn de grootste feestbeesten die ik al meemaakte. Het maakt niet uit hoe oud ze zijn, of welk figuur ze hebben: ze gaan totaal los na een overwinning.”© Phile Deprez

“Ik geniet nu echt wel van het leven dat ik leid. Basket is mijn job, ik doe het heel graag. En ik krijg de kans om een flink deel van de wereld te zien. De rest neem ik erbij. Maar ook daarin ben ik gegroeid. De eerste keer dat ik me in mijn eentje moest redden, heb ik me heel ongelukkig gevoeld. Allesbehalve een feest! (lacht) Ik had zo veel heimwee… terwijl ik toen slechts in Rijsel zat, op 30 kilometer van huis. Maar het went dus. Al zal het, nu ik sinds het eerst in jaren langer thuis ben geweest en iedereen terug heb gezien, straks wel weer wat pijnlijker zijn om naar Rusland te vertrekken. Dat thuisgevoel moeten missen, niet kunnen afspreken wanneer en met wie je wil: dat is inderdaad de grootste opoffering die ik voor mijn sport moet doen.”

Hoe ervaar je het leven in Rusland?

“Het cliché van de norse Russen klopt wel. Maar het klopt ook dat dat de eerste indruk is. Een keer je er aanvaard wordt, zijn Russen enorm aardig en doen ze alles voor je.”

Volgens Ann Wauters die je voorging in de Russische competitie, kennen ze daar wat van feesten.

“De mensen die ons team leiden zijn rijk, en dat laten ze graag zien. Dat zijn inderdaad de grootste feestbeesten die ik al meemaakte. Het maakt niet uit hoe oud ze zijn, of welk figuur ze hebben: ze gaan totaal los na een overwinning. Ze huren dan een zaal af, nodigen zangers uit, er komt enorm veel eten en drank bij te pas… en er moeten ook altijd travestieten zijn. (lacht) In België zou zoiets algauw scheef bekeken worden, maar daar is het euh normaal. Die bazen willen dan ook altijd dansen met ons, en ze tateren aan een stuk door in het Russisch, ook als we daar niks van begrijpen. Ik vind dat niet vervelend, neen, eerder grappig.”

Emma Meesseman:
© Phile Deprez

“Wie jarig is tijdens het seizoen krijgt van onze Russische bazen ook een duur horloge cadeau. Helaas zit ik op mijn verjaardag altijd net in Amerika. Daar krijg ik cupcakes. Die ik eigenlijk niet lust.” (lacht)

Een mens zou inderdaad vergeten dat je óók nog meespeelt in de Amerikaanse competitie! Valt daar veel te fuiven?

“Daar ben ik de enige buitenlandse speelster in het team, de rest zijn Amerikanen. Dus als we daar uitgaan, wat veel minder gebeurt omdat de wedstrijdagenda er veel drukker is, is het doorgaans naar rapclubs. En dat is minder mijn ding. Bovendien ben ik met de Amerikanen voortdurend samen onderweg. Als we dan ergens halt houden, neem ik ook graag wat tijd voor mezelf.”

Trek je voor een feestje iets leuks aan?

“Met jurken heb ik in elk geval niks. Zelfs voor een galavoorstelling trek ik iets aan waar ik me in de eerste plaats goed in voel, anders wordt het geen leuke avond. Je hoeft ook geen jurkje aan om er vrouwelijk uit te zien, vind ik. Shoppen? Doe ik wel eens graag, maar niet te dikwijls. Het heeft ook weinig zin momenteel. Mijn kleren zitten in grote dozen. Ik vul telkens mijn koffers met kleren uit die dozen: warme kleren voor Rusland, lichte voor Amerika… Soms zit een kledingstuk een jaar in zo’n doos vooraleer ik het aantrek. Ik vind dat niet chaotisch neen, ik ben dat gewend.”

Een vleugje make-up?

“Hoogstens wat mascara. Ik heb wel collega’s die zich zelfs voor een match volledig opmaken, zeker onder de Russen. Maar ook de Amerikanen doen het graag, met poeders en al… Ze willen er goed uitzien voor het geval ze in het blikveld van een camera lopen.”

“Gelukkig zijn er vandaag sociale media om contact te houden met mijn familie en vrienden, maar er gaat toch niks boven écht bij elkaar zijn.”© Phile Deprez

“Vooral de Amerikanen zijn ook gek op tatoeages. Nee, ik heb er geen! Hoewel, als ik ooit de Olympische Spelen haal, laat ik misschien wel de olympische ringen op mezelf tatoeëren. Maar dan ook weer op een plekje waar de tattoo niet opvalt. (lacht) En hij moet een betekenis hebben.”

Ben je een ‘denker’?

“Toch wel, in die zin dat ik veel twijfel. Niet als het iets met basket te maken heeft, dan weet ik altijd meteen wat ik wil. Maar over alles wat daarbuiten valt, loop ik me af te vragen of ik het al of niet moet doen. Daarom ook zet ik graag stap voor stap, dan komt alles in orde…”

Op jouw leeftijd trouwen veel mensen, of krijgen ze kinderen. Ben jij daarmee bezig?

“Ik ben pas 25! Ik heb wel collega’s die al kinderen hebben, maar mijn hoofd staat naar basket en het leven dat ik nu leid. Ik schuif dat niet opzij, maar ik ben er nu gewoon niet mee bezig. Ik speel trouwens best graag met kindjes, zolang het die van een ander zijn.” (lacht)

“Ooit wil ik wel een gezin, maar dan hier, en liefst nog in Ieper”

En een vriend heb ik ook niet, een relatie valt niet te combineren met hoe ik nu leef. Maar ooit wil ik wel een gezin, denk ik. Maar dat wil ik dan hier, en liefst nog in Ieper.”

Heb je je schaapjes op het droge als je stopt met basketten?

“Neen, zeker niet als je als vrouw basket speelt. Ik hou van zekerheid, maar luxe interesseert me totaal niet. En op mijn luie kont zitten al helemaal niet, ik wil sowieso altijd wel bezig blijven.”

Zou je veel geld aan een groots feest kunnen spenderen?

“Het zou ervan afhangen wat de reden voor dat feest is… En dan liever voor een ander dan voor mezelf. Een verjaardagsfeest voor mijn ouders organiseren bijvoorbeeld, daar zou ik wel wat voor over hebben. Voor mezelf hou ik het liever klein, en onder vrienden.”

“Basketbalspeelster worden leek meest geloofwaardig”

Emma is geen dromer. “Ik wist niet wat ik als kind wilde worden. Als ik die vraag kreeg, maakte ik mij ervan af door te zeggen dat ik een goeie basketbalspeelster wilde worden. Dat leek me het meest geloofwaardig. Maar zelf lag ik daar niet van wakker. Dat het ook echt basket geworden is, is als vanzelf gegaan.”

“Later? Ik wil zo lang mogelijk blijven basketten. Wie weet ook nog in de Chinese competitie? Die trekt me wel aan, zowel wat het spelniveau als de cultuur betreft. En de Olympische Spelen halen zou de ultieme droom zijn. Maar als basket fysiek niet meer lukt, of ik doe het niet meer graag, dan ga ik alsnog voor een diploma kinesitherapie en hoop ik daarmee een job te vinden in de basketwereld. Want anderen coachen of trainen is niks voor mij. Ik kan gewoon niet op anderen staan roepen.”

Naast haar schoenen?

Wereldtop of niet, de kans dat Emma Meesseman naast haar schoenen gaat lopen acht ze zelf klein. “En mocht het al gebeuren, dan zal ik het gauw te horen krijgen van mijn eigen familie. Er lopen inderdaad figuren rond in de basketwereld die zichzelf heel bijzonder vinden. Maar dat is niet het soort dat ik graag opzoek.”

Goed in vel én hoofd

Mentale begeleiding is er ook voor basketbalspeelsters van langsom meer, “maar dan niet in die zin dat we een voor een bij een psycholoog op de bank moeten gaan liggen om ons te laten analyseren”, vertelt Emma. “Bij de Belgian Cats doet Ellen (Schouppe, red.) op dat vlak heel goed werk. Ze verzamelde filmpjes met aanmoedigingen van familie maar ook van bekende Vlamingen, waarvan we er tijdens het EK telkens eentje te zien kregen voor een match. Dat werkte enorm motiverend voor ons.”

“Basketbalspeelster worden leek meest geloofwaardig”

Emma is geen dromer. “Ik wist niet wat ik als kind wilde worden. Als ik die vraag kreeg, maakte ik mij ervan af door te zeggen dat ik een goeie basketbalspeelster wilde worden. Dat leek me het meest geloofwaardig. Maar zelf lag ik daar niet van wakker. Dat het ook echt basket geworden is, is als vanzelf gegaan.”

“Later? Ik wil zo lang mogelijk blijven basketten. Wie weet ook nog in de Chinese competitie? Die trekt me wel aan, zowel wat het spelniveau als de cultuur betreft. En de Olympische Spelen halen zou de ultieme droom zijn. Maar als basket fysiek niet meer lukt, of ik doe het niet meer graag, dan ga ik alsnog voor een diploma kinesitherapie en hoop ik daarmee een job te vinden in de basketwereld. Want anderen coachen of trainen is niks voor mij. Ik kan gewoon niet op anderen staan roepen.”