De wondere wereld van Luc: Chicongs in hespe

© PC
Luc Dufourmont

Echt rustig is het nooit in het hoofd van Luc Dufourmont. Sommigen noemen het een afwijking, anderen een gave. In deze column neemt hij ons elke week even mee in zijn denkwereld. Soms grappig en dan weer intriest, maar altijd recht uit het hart en met een flinke dosis buikgevoel.

Die ochtend in de Lidl. Ik had niet veel nodig: witloof, een grote zak gemalen kaas, zilveruitjes en augurken. De twaalf plakken beenhesp zou ik later kopen bij een echte slager, want voor chicongs in hespe is de dikte van de schellen belangrijk natuurlijk.

Niettegenstaande het vroege uur stond al een lange rij aan te schuiven aan de kassa. En plots was ze daar, die misselijk makende geur van oude urine… verschrikkelijk. Een regelrechte aanslag op mijn sterk ontwikkelde reukorgaan. Mijn ogen keken alle kanten op, zoekend naar de afkomst van die zeer irritante geur. Even flitste een beeld van Guust, mijn zwaarlijvige besneden kater, door mijn hoofd. Guust die dagelijks zijn territorium afbakent met zijn eigen sproeisel om ongewenste gasten op afstand te houden. Ik stond midden een afgebakende zone met voor en achter mij mensen die, aan de grimassen op hun gezichten te zien, duidelijk ook over enige geurzin beschikten.

Ik voelde me zeer ongemakkelijk worden, de geur werd zo intens en zat zo diep in mijn neus dat ik even dacht dat ze van mij kwam

Voor mij stond een bejaard koppel, op de ‘band’ lagen drie pakken ongepelde garnalen. Die konden toch niet zo stinken dwars door de verpakking heen… Nee, de garnalen waren het niet. De blonde caissière keek me nu recht in de ogen en haar zwarte wenkbrauwen bewogen even de hoogte in…

Ik voelde me zeer ongemakkelijk worden, de geur werd zo intens en zat zo diep in mijn neus dat ik even dacht dat ze van mij kwam. Ik keek of er niets aan mijn schoenen hing en rook aan mijn herbruikbare boodschappentas…niets.

“Ik betaal met de kaart”, zei de zeer zwaarlijvige dame voor me, ze was moeilijk ter been en leunde met één arm op de band terwijl ze haar code intoetste. Haar uiterst magere levensgezel was ondertussen bezig met het zeer accuraat schikken van de aangekochte voorraad in de meegebrachte Curverbox. Waarschijnlijk was hij chef-magazijnier geweest in zijn actieve leven.

Ondertussen stelde ik het ademen en ruiken zo lang mogelijk uit. Ik dacht even terug aan mijn eerste bezoek aan Rock Torhout in 1978, het regende en er was veel volk, maar er waren zeer weinig deftige toiletten. De combinatie hoge temperatuur, hoge luchtvochtigheid en een duizendtal mensen die een dag lang tegen de afspanning plassen… inderdaad, die geur dus.

Een sterke geur van azijn nam de overhand en toverde zowel bij mij als bij de kassierster een brede glimlach

“Goeiemorgen”, mijn beurt om af te rekenen… De vrouw achter mij keek me lachend aan en sprak: “Vreselijk, hé, mijnheer, alzo stinken…” Het bejaarde koppel stond ondertussen al op de parking, de koffer van de groene Berlingo ging open. De kassierster nam over: “Zwijg me ervan, twee keer per week kom ik alverre slecht van de stank, pure pissegeure. We rieken hier van alles op één dag maar dat is wel ‘t ergste, nog liever zuur zweet, hé Linda?” Linda van kassa 3 bevestigde knikkend en breed lachend, er zat een restje voedsel tussen haar te grote voortanden.

Terwijl het gesprek uitbreiding nam naar alle andere kassa’s merkte ik niet op hoe mijn potje augurken aan het rollen ging om met een doffe klap open te spatten op de Lidl-vloer. Een sterke geur van azijn nam de overhand en toverde zowel bij mij als bij de kassierster een brede glimlach. “Laat maar liggen, hoor en neem gerust een ander potje in de rayon…”

Eenmaal buiten kwam ik voorbij het bejaarde koppel. Ze knikten allebei zeer vriendelijk. Ik knikte terug en genoot met volle teugen van de benzinegeur van hun startende wagen.

With love.