Dat wij de sterkste onder de Vlamingen zijn, daar twijfel ik geen seconde aan

© Foto Kurt
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Laatst las ik ergens dat West-Vlaanderen, van alle provincies in België, over het hoogste suïcidecijfer beschikt. Zo, dat is een vrolijke openingszin voor een column! Je denkt nu waarschijnlijk: ‘Ik wil dit niet weten, hier gaat alles goed. Ik wil lachen. Zeg nog eens iets over varkens.’ Maar wees even geduldig met mij, beste lezers. Ik wil namelijk een punt maken. Zie je, van Vlamingen is geweten dat ze niet kwistig in het rond sproeien met hun emoties. Van alle Vlamingen geldt dit voor de West-Vlaming waarschijnlijk nog het meest van al. Een voorbeeld ter illustratie.

Aan de unief deelde ik mijn kot met drie West-Vlamingen en een Brabants meisje. We konden bijzonder goed met elkaar opschieten en op een bepaalde dag kwam ik het Brabantse meisje in de trappenhal tegen en begroette haar automatisch met: “Hey, Nele, alles goed?” Waarop zij – tot mijn afgrijzen – antwoordde met: “Goh, nee, eigenlijk niet echt.” Ik was intussen natuurlijk al verder aan het lopen naar mijn kamer, hevig knikkend en roepend van: “Ja ja, met mij alles goed! Nog beter en ik zou ‘t niet kunnen verdragen. Haha.”

Wij West-Vlamingen vinden het heel belangrijk dat anderen aangeven dat alles goed met hen gaat

De laatste ‘ha’ stierf weg toen tot me doordrong dat het standaardprotocol door haar niet gevolgd werd. Ik had geen benul wat ze van mij verwachtte. Kon ik mijn kamer in vluchten en doen alsof ik haar niet gehoord had? Neen, dat zou ongepast zijn. Maar vragen wat er aan de hand was, zou leiden tot een gesprek over emoties. In de trappenhal. Uiteindelijk heb ik het elegant opgelost door wat onhandig op haar schouders te kloppen en het daarna gezamenlijk op een zuipen te zetten.

Mijn punt is: wij, West-Vlamingen, vinden het heel belangrijk dat anderen aangeven dat alles goed met hen gaat. Elk ander antwoord is ongewenst en zorgt voor hevige verwarring. Dit betekent niet dat wij niet geven om het welzijn van onze medemens. Onze weerzin ten aanzien van emoties komt eerder voort uit een diepe overtuiging dat we andere mensen niet moeten lastigvallen met persoonlijke zorgen. Of zoals mijn grootmoeder zou zeggen: “Elk z’n menage.” Wij lossen onze problemen het liefst zelf op. Dat getuigt namelijk van karakter.

En dat wij de sterkste onder de Vlamingen zijn, daar twijfel ik geen seconde aan. We zijn vermoedelijk ook de slimste, hardst werkende, meest getalenteerde (en de meest bescheidene) onder de Vlaamse soort. Maar we zijn nog altijd maar gewoon mensen. Met zorgen en problemen. Dus misschien kunnen we afspreken dat het ons niet minder sterk maakt als we af en toe onze zorgen delen met mensen die het goed met ons voorhebben? Enkel met onze beste vrienden dus. Nadat die al vijf keer gevraagd hebben of er iets scheelt.