Commissaris die ‘Duivelskoppel’ kliste, krijgt cruciale rol op assisen

Hilde Van Acker en Jean-Claude Lacote bij hun arrestatie. © (GF)
Laurens Kindt

Jean-Claude Lacote en Hilde Van Acker, het zogenaamde duivelskoppel dat na een vlucht van 23 jaar terug in een Belgische cel zit, hebben verzet aangetekend tegen hun veroordeling tot levenslang. Een nieuw assisenproces wenkt. “Het zal daar van mij afhangen want ik ben de enige die de zaak nog tot in de puntjes kent”, zegt gepensioneerd speurder Willy Devestel, die indertijd het onderzoek leidde.

Op woensdag 19 februari landde om 6.55 uur in Zaventem een toestel van Brussels Airlines. Aan boord zaten Jean-Claude Lacote en Hilde Van Acker. Nadat ze 23 jaar lang uit de handen van het Belgische gerecht wisten te blijven, zat het zogenaamde duivelskoppel terug in de cel. Ze werden eind vorig jaar gearresteerd in de Ivoriaanse hoofdstad Abidjan, waar ze – met tussenstops in Miami, Brazilië en Zuid-Afrika – al die jaren woonden en een dochter kregen. Hilde Van Acker lijdt ondertussen aan kanker, Jean-Claude Lacote zou psychiatrische problemen hebben.

Hun advocaten, Filip De Reuse en Kris Vincke, tekenden intussen verzet aan tegen de veroordeling tot levenslang wegens de moord op de Brit Marcus Mitchell in Wenduine in mei 1996.

Binnenkort wordt beslist of dat verzet ontvankelijk is en er effectief, bijna 24 jaar na de feiten, een nieuw proces zal komen. De kroongetuige op dat proces wordt ongetwijfeld de gepensioneerde Bruggeling Willy Devestel. Als eerstaanwezend commissaris eerste klas van de toenmalige gerechtelijke politie bij het parket, was hij het die het hele onderzoek in goede banen leidde. Het leverde hem en zijn gezin indertijd doodsbedreigingen op, maar Willy Devestel is ondertussen hard aan het studeren om het dossier terug tot in de puntjes te kennen. “Lacote en Van Acker zullen schrikken. Ze dachten waarschijnlijk dat ik niet meer zou leven, maar ik ben nog zeer gezond en ik heb een uitzonderlijk goed geheugen”, zegt hij.

Het jaar 1996 is voor velen het jaar van Dutroux, maar voor u is dat het jaar van Lacote en Van Acker.

“Moordzaken, dat was mijn boetiek. Ik herinner me nog dat we daar met een lijk zaten waarvan we geen idee hadden wie het was. Er lag alleen een papiertje van een hotel in Antwerpen als aanknopingspunt. Toen de vrouw van het slachtoffer in Engeland aangifte deed van zijn verdwijning, ben ik haar snel gaan verhoren. Zo is het onderzoek in een stroomversnelling beland en konden we het lichaam identificeren als dat van Marcus Mitchell. Hij bleek financiële problemen te hebben, maar had volgens zijn vrouw recent iemand ontmoet die hem uit die miserie zou helpen: een zekere John La Cote. Bingo.”

Oud-speurder Willy Devestel.
Oud-speurder Willy Devestel.© Davy Coghe

Vanuit Londen belde u met de luchthaven van Charleroi, waar Lacote een vliegtuig klaar had staan.

“In Charleroi geloofden ze mij niet. Ze kenden daar niemand met de naam Lacote. Toen ik het identificatienummer van zijn vliegtuig doorgaf, bleek het daar wel te staan. Volgetankt en vertrekkensklaar. Maar de piloot was volgens de luchthavencommandant een zekere Jean-Alain Aubray. Is het een bruine? (sic) vroeg ik hem. Ja was het antwoord. Hij is het die ik zoek. Jean-Alain Aubray was natuurlijk een valse naam, een van de vele die meester-oplichter Lacote gebruikte.”

Na de arrestatie kwam het onderzoek pas echt op gang. Voor de eerste keer in de Belgische geschiedenis speelde telefonie een cruciale rol.

“Het was het eerste dossier waarin dat echt toegepast werd. Lacote en Van Acker hadden elk een gsm met een Duits nummer en belden heel vaak naar elkaar. Dat heeft hen, zeker in die tijd, enorm veel geld gekost, maar voor ons was het alvast een pluspunt. Gsm-masten liegen niet. Lacote zei dat hij op de dag van de moord in Antwerpen zat, maar de telefoniegegevens bewezen dat hij die dag twee keer in Knokke was geweest, waar Marcus Mitchell verbleef. Tussendoor zat hij in Charleroi en we weten dat hij toen het moordwapen, dat nooit teruggevonden is, heeft gekocht van een politie-informant.”

Lacote heeft altijd ontkend en klaagde erover dat u zijn woorden verdraaide.

“Tijdens het onderzoek ging het de persoonlijke toer op tussen Lacote, zijn toenmalige advocaat Pierre Chevalier en mij. Er werden zelfs belastende brieven gestuurd naar het parket, maar het parket kende mijn reputatie en trapte daar niet in. Nadat hij in 1999 tegen de zin van de speurders vrijgelaten werd, kreeg ik geregeld ‘s nachts thuis telefoon. Er werd niets gezegd, ik hoorde alleen muziek. Mijn vrouw was het zo beu dat ze ‘s nachts, zonder dat ik het wist, de telefoon uit de stekker trok. Lacote moet dat vervelend gevonden hebben want op een dag belde hij naar mijn bureau. Hij zei dat hij voor mijn huis stond, hij beschreef mijn twee kinderen en zei dat ik me moest voorbereiden op iets ernstigs.”

“Ik heb meteen mijn medewerker naar mijn huis gestuurd en klacht ingediend. Wekenlang hebben we politiebewaking gekregen. Achteraf bleek dat hij belde vanuit Miami. Ik heb me altijd afgevraagd hoe Lacote aan mijn adres kwam. Maar hij had een nauwe relatie met meneer Chevalier, die in mijn buurt woont. Ook later, nadat hij ontsnapt was uit een gevangenis in Zuid-Afrika, is er een document teruggevonden in zijn huis met daarop de namen van mensen die moesten geliquideerd worden. Ik was zo begaan met dat onderzoek dat ik die dreiging niet voelde. Mijn gezin wel. Ik heb tot na mijn pensioen de toestemming gehad om mijn wapen te blijven dragen, ook buitenshuis.”

Voormalig politicus en advocaat Pierre Chevalier.
Voormalig politicus en advocaat Pierre Chevalier.© archief BP

Ondanks die dreigementen zal u straks opnieuw getuigen in de assisenzaal.

“Ik kan niet anders. De advocaat van Lacote (Filip De Reuse, red.) zegt nu blijkbaar dat hij de onschuld van Lacote zal bewijzen. Hij zal sterke argumenten moeten hebben. Hij zat nog op de schoolbanken 24 jaar geleden. Gelukkig ben ik er nog. Mocht ik er niet meer zijn, wie schiet er dan nog over die het hele onderzoek kent? Ik ben de rode draad in dat onderzoek. Alle rogatoire commissies naar het buitenland, alle processen-verbaal, ik heb ze allemaal zelf gedaan. Het zal van mij afhangen en van de onderzoeksrechter, die nog altijd actief is en ondertussen al honderden andere zaken heeft gedaan, hoe het proces zal verlopen. Ik heb nog alles in mijn hoofd zitten: namen, data, locaties. Ik ga me potverdikke niet laten doen door die advocaten. Niet op mijn leeftijd. Ik ben alle processen-verbaal terug aan het doornemen zodat alles weer haarscherp in mijn geheugen zit.”

Wat deed het met u toen het ‘duivelskoppel’ landde op Zaventem?

“Toen ze gearresteerd werden, was dat voor mij een opluchting. Kijk, als politieman ben je repressief ingesteld. Als je overtuigd bent van de rol die een verdachte heeft gespeeld en die verdachte wordt ook veroordeeld, dan geeft dat een zekere genoegdoening. Dat ze gevlucht waren, zorgde voor een wrang gevoel. Toen ze landden op Zaventem, zei ik tegen mijn vrouw: we hebben ze eindelijk. Een fles champagne was wel op zijn plaats. Angst heb ik niet meer. Wat voor mij een goeie uitslag zou zijn? Een verantwoorde straf. Voor allebei, ja, want Hilde Van Acker is minstens even schuldig als Lacote. Ik ben ervan overtuigd dat zij Marcus Mitchell heeft meegelokt naar de plaats waar hij vermoord zou worden.”