Wim Feys hielp Andrei Tchmil in 1999 de 90ste Milaan-Sanremo winnen

Wim Feys was zeven jaar prof, maar moest door hartproblemen stoppen. In die periode won hij zeven kermiskoersen. Zijn beste resultaat in een klassieker was een 24ste plaats in Paris-Roubaix 1999. (foto a-RN) © KRANT VAN WEST-VLAANDEREN
Redactie KW

Op 20 maart was het al twintig jaar geleden dat Andrei Tchmil, de tot Belg genaturaliseerde Rus, Moldaviër en Oekraïner, de 90ste Milaan-Sanremo won. Ardooienaar Wim Feys was een bevoorrechte getuige, want hij deelde in het succes van zijn Lotto-Mobistar-kopman.

“Mij was door ploegleider Jean-Luc Vandenbroucke opgedragen om mee te schuiven in de ontsnapping van de dag”, herinnert Wim zich haarfijn. “Maar die traditionele vroege uitval kwam dat jaar maar niet van de grond. Het amper uitdunnende peloton (169 van de 198 reden uit, red.) spoedde zich in een rotvaart naar de zone van de capi, waar ik – net zoals nogal wat anderen – de rol moest lossen na urenlange concentratie en rijvaardigheid om Andrei uit de wind te zetten en intact voorin te houden. Dat mat je zowel fysiek als psychisch af. Maar als je kopman het ten slotte haalt, valt alle last zo van je af. Dat viel mij die dag te beurt toen ik in een omvangrijke groep gelosten bijna zeven minuten na Andrei de Via Roma opreed en via de geluidsversterking mocht vernemen dat hij gewonnen had. De herinnering daaraan bezorgt mij telkens opnieuw kippenvel.”

Tweede koersleven

“Mijn Italiaans bevond zich op dat moment nog in een embryonaal stadium, maar dat verstond ik toch al”, lacht Wim. “Ik had mij een snelcursus Italiaans aangeschaft, want ik zou vanaf 2001 uitkomen voor Mapei-Quick.Step. Dat mocht helaas niet zijn, want mijn tussenstap bij Palmans-Ideal verliep faliekant.” Op 11 augustus 2000 kreeg Wim tijdens de kermiskoers in Buggenhout-Opstal een zware hartaanval en werd hij aangemaand te stoppen met koersen, wat hij meteen ook deed.

Zeven minuten na de zege van Andrei kreeg ik op de Via Roma te horen dat hij gewonnen had

Wim Feys was verloren voor het actieve wielrennen, maar niet voor het omkaderende gedeelte waarin hem een andere begeleidende functie was weggelegd. Twee jaar eerder was Beveren 2000 door Willy Van Keirsbulck als het ware uitgevonden om Wim een tweede koersleven te bezorgen. Hij werd de ideale ploegleider en bleef dat tot en met 2010, toen Wim het tijd vond voor iets anders. Beveren 2000 gooide meteen ook de handdoek. De meeste renners konden terecht bij de Lombarden van Michel Pollentier, die Wim overhaalde om ploegleider te blijven, zo ook bij het huidige EFC-L&R-Vulsteke.

Aanstormend talent

De rank gebleven en inmiddels 47-jarige Ardooienaar is dit jaar begonnen aan zijn negentiende campagne als ploegleider van twee duurzame Vlaamse opleidingsteams. Hij zag nogal wat talent de revue passeren en die stroming zet zich door. “Ook in mijn huidig effectief zie ik veel potentieel”, vergenoegt Wim zich. “Vito Braet is in dat verband the newest kid in town, hij werd (na David – zoon van Erik – Dekker, red.) tweede in Brussel-Opwijk, de openingsmanche van de U23 Road Series, een nieuwe Belgisch-Nederlands regelmatigheidsklassement. Vito rijdt trouwens het hele seizoen als 18-jarige, wat het nog straffer maakt.”

Ik ben gedurende acht seizoenen contractrenner en dus al te vaak uithuizig geweest, tot 150 keer per seizoen

“Nogal wat insiders hebben mij al herhaaldelijk op het hart gedrukt dat ik de vaardigheden had en nog heb om van het ploegleiderschap een voltijds beroep te maken”, bevestigt Wim. “Ik denk ook wel dat ik dat in de vingers heb, maar helemaal in die nog hardere wereld verzeilen… neen, toch liever niet. Ik ben gedurende acht seizoenen contractrenner en dus al te vaak uithuizig geweest, tot 150 keer per seizoen. Nu is dat teruggelopen naar 40 nachten, nog meer dan genoeg. Ik hou van mijn dagdagelijks beroep in De Zande in Ruiselede, waar 12- tot 18-jarige probleemjongeren door de overheid tijdelijk geplaatst worden. Drie jaar geleden kwam er een campus bij in Wingene, waarvan ik, na vijftien jaar praktijkleerkracht in het polyvalent atelier, de teamverantwoordelijke ben. Ik kan mij helemaal vinden in deze nochtans slopende opvoedkundige job. De combinatie met het wielrennen is ideaal. In mijn huidige actieradius kan het één moeilijk zonder het ander en zo wil ik het nog een hele tijd houden.”