Robbe Debuyck moet stoppen met koersen

Robbe Debuyck: "Stoppen met koersen is voor mij 'sterven zonder doodgaan'." (foto RN) © KRANT VAN WEST-VLAANDEREN
Redactie KW

Robbe Debuyck stopte veertien dagen na zijn 21ste verjaardag met koersen. Het was geen absolute donderslag bij heldere hemel. Ook opa André kreeg op zijn zestigste een eerste keer hartproblemen, wat zich daarna nog tweemaal herhaalde. Er kwam een defibrillator aan te pas, maar opa is inmiddels, met veel levenskwaliteit, 82 jaar.

Het was een teken aan de wand dat Robbe op zondag 10 maart in de overbewaaide regionale koers van Haringe de rol moest lossen en tot opgave werd gedwongen. Hij had een zware verkoudheid, dat wel, maar in de nadagen bleef hij zich ongekend moe voelen. In deze fase van het seizoen liet hij dat niet ten koste gaan van zijn trainingsarbeid, hij zou op zondag de Memorial Alfred Gadenne in Dottignies rijden.

Die niet te beschrijven pijn in combinatie met een panische angst wil ik nooit meer ondergaan

“Op donderdag trainde ik nog wat bij op de rollen”, vertelt Robbe. “Om half elf werd ik heel onwel: het werd mij helemaal zwart voor de ogen, ik draaide weg, mijn hart crispeerde. Mijn zus Fien zag dat het heel slecht met mij ging, mijn mama belde de hulpdiensten. Die niet te beschrijven pijn in combinatie met een panische angst wil ik nooit meer ondergaan. Er komt dus geen second opinion, toch niet voor de koers, wel voor mijn algemeen leven.”

Vastberaden

“Zelfs indien men mij 100 procent geruststelt en er 100.000 euro bijlegt, dan nog zal ik niet op mijn beslissing terugkomen. Ik hou te veel van het leven, al heb heb ik de knop vastberaden maar niet zonder hete tranen omgedraaid.”

“Ik kon in de eerste plaats op mijn ouders, mijn naaste familie en mijn vriendin terugvallen. Vervolgens zijn mijn maten op bezoek gekomen, we hebben een beschaafd stapje in de wereld gezet en ik heb zondag KV Kortrijk tegen Antwerp bijgewoond. Het deed deugd. Maandag is Jaak Gryspeert, mijn jarenlange mecanicien, op bezoek gekomen om mijn fietsen te demonteren. Ook dat was enorm confronterend en als het ware sterven zonder doodgaan. Eén fiets blijft alvast operationeel, want ik zal nog fietsen, zij het niet meer met een rotvaart maar om fit en gezond te blijven.”

“Mijn nieuwe leven zal rijk gevuld zijn en geschraagd worden door een intense professionele bezigheid”, vervolgt Robbe. “Ik was het liefst contractrenner geworden maar hield er van meet af aan rekening mee dat dit misschien niet zou lukken. Ik had een plan B: aan de slag gaan bij DDW Sanitair, het expansieve bedrijf van Dieter De Wulf in Spiere-Helkijn en er samen met mijn neef Gijs arbeidsvreugde aan rendement koppelen.”

Kevin Hulsmans, zijn ploegleider en toeverlaat, was de eerste die door Robbe opgebeld werd toen hij het ziekenhuis had verlaten.

Ik was het liefst contractrenner geworden maar hield er van meet af aan rekening mee dat dit misschien niet zou lukken

“Ik krijg er nog koude rillingen van hoe Robbe zijn afzien beschreef”, davert Kevin nog na. “Ik begreep meteen dat het definitief en onomkeerbaar over and out zou zijn, doodsbang als hij is _ denkend aan Michael Goolaerts _ dat het zich kon herhalen met fatale afloop. Ik respecteer zijn beslissing. Stel dat ik Robbe overhaal om het toch nog eens te proberen en het loopt slecht af, het zou mij een verpletterend schuldgevoel bezorgen. Het is jammer, want Robbe had het potentieel om een kans af te dwingen in de beroepscategorie.”

Nog ergere dingen

“En ja: er zijn nog ergere dingen: het smartelijk verongelukken van de nog twee jaar jongere Stef Loos, misschien dat dit voor Robbe wat troost brengt bij zijn eigen sterven zonder doodgaan.”

Philippe Soenens, Robbes dierbare sponsor bij Home Solution-Soenens, sluit zich daarbij aan. Robbe was daarenboven deeltijds tewerkgesteld in zijn bloeiend bedrijf van bakkerijgrondstoffen.

“Robbe kwam hier vanaf vijf uur ‘s morgens als magazijnier zijn uurtjes kloppen, zodat hij voldoende tijd zou hebben om te trainen en te koersen”, specificeert Philippe. “Ik ben behalve een beloftevolle coureur ook een uitstekende werkkracht kwijt, maar ik ben vooral blij dat Robbe nog leeft zodat we hem nog in ons midden kunnen verwelkomen zoveel hij maar wil. Als ploegspeler lag hij bijzonder goed in de groep.”