KVC Noordzeemeeuw blikt terug met gemengde gevoelens

Nieuweling Jarne Claeys haalde dit jaar de eerste zege uit zijn wielerloopbaan binnen. (Foto Gino Coghe) © Foto Coghe
Redactie KW

Met het wegseizoen en de eerste veldritten achter de rug is dit het ideale moment om al eens een balans van 2018 op te maken. Filip Deschuytter blikte voor ons terug op het afgelopen wielerjaar van KVC Noordzeemeeuw en deed dat met ietwat gemengde gevoelens.

De truitjes van KVC Noordzeemeeuw zijn al jaren een gevestigde waarde in het West-Vlaamse peloton en dat was ook in 2018 opnieuw het geval. Van de miniemen tot de elite zonder contract, van de weg en het veld tot de BMX… de renners van de Koninklijke Velo Club zijn alomtegenwoordig en dat zorgt voor een positief gevoel bij Filip Deschuytter.

“Qua resultaten zul je mij zeker niet horen klagen over het afgelopen seizoen”, knikt de penningmeester. “Grote uitschieters waren er niet, maar onze renners hebben het over alle categorieën heen goed gedaan. Afgelopen weekend hadden we bijvoorbeeld de zeges van Phebe Blieck en Juul Desreumaux in de miniemencrossen van Beernem. Junior Alessio De Maere won deze zomer een kermiskoers en behaalde al vier podiumplaatsen in het veld. Bij de nieuwelingen haalde Jarne Claeys dan weer zijn eerste zege uit zijn wielerloopbaan binnen en ook ons ouderdomsdeken Frederik Toortelboom toonde dat hij nog niet versleten is met weer een aantal toptienplaatsen.”

In alle disciplines

Het toont aan dat er door de West-Vlaamse wielerclub uitstekend werk wordt geleverd. Het hele jaar door worden er trainingen georganiseerd en er wordt daarbij aandacht geschonken aan alle disciplines van de wielersport: de weg, het veld, de piste… “En sinds twee jaar nemen we er ook het BMX’en bij”, pikt Filip in. “We hebben ondertussen zo’n 27 BMX’ers in onze rangen en trainen drie à vier keer per week op het BMX-parcours van De Schorre in Oostende. Daar zitten renners tussen van alle leeftijden. Het is een mooie bende en ik denk dat we daar best trots op mogen zijn.”

“Al twee jaar nemen we er ook BMX’ers bij, 27 man intussen. Daar mogen we best wel trots op zijn”

“Zulke grote aantallen vergen natuurlijk ook grote inspanningen van onze ploeg uit”, vervolgt Deschuytter. “We hechten veel belang aan een degelijke opleiding van jongs af aan en bijna al onze trainers beschikken dan ook over een diploma of gaan er binnenkort één behalen. Eigenlijk zitten die jonge gastjes bij ons ideaal, hé. Er is plaats voor iedereen: jongens, meisjes, miniemen, aspiranten, nieuwelingen, juniores, beloften en elite zonder contract. Er is geen druk, het plezier staat altijd voorop en we kunnen hen de nodige omkadering bieden. Extra vrijwilligers zijn natuurlijk altijd welkom om bijvoorbeeld ons interclubprogramma uit te breiden.”

Vertrekkende renners

En daar wringt nu net het schoentje. Ondanks de investeringen zijn er veel renners die na hun aspirantenperiode naar een andere ploeg vertrekken en dat is toch iets dat steekt bij de bestuursleden. “Wij zetten ontzettend hard in op onze jeugdwerking. Dan is het heel jammer dat we elke winter weer enkele van onze renners zien vertrekken. Vooral bij de nieuwelingen en junioren is dat een probleem. Ze worden een beetje gek gemaakt met allerlei beloftes: deelname aan interclubs, het betwisten van (buitenlandse) rittenkoersen…. Als een renner wat uitslagen behaalt, wordt hem al snel een gouden toekomst voorspeld, terwijl dat maar voor een hele kleine minderheid is weggelegd. Dat zijn zaken waar wij niet aan willen meedoen. Wij kiezen ervoor om op de ingeslagen weg verder te gaan. Al is het maar de vraag hoelang dat nog houdbaar blijft. Als het zo doorgaat, zullen de ploegen die zich voor jeugdopleiding inzetten geleidelijk aan verdwijnen en dat zou voor de jeugd en de wielersport een enorm spijtige zaak zijn. Hopelijk zullen de mensen dat snel gaan beseffen”, ziet de Deschuytter het ietwat somber in. (BVS)