Justine Louchaert trad in de voetsporen van haar vader Olivier en grootvader Noël

Justine Louchaert met opa Noël (links) en vader Olivier (rechts): "(GF)
Redactie KW

Je hebt nog van die families waar de koerspassie gewoon van afdruipt. In Oostnieuwkerke vinden we er zo eentje, met maar liefst drie generaties vertegenwoordigd in het wielerpeloton. Noël Lampaert maakte als liefhebber furore in de jaren 60-70. Zijn dochter Bianca huwde met Olivier Louchaert, eveneens een West-Vlaamse kermiscoureur. En nu is het de beurt aan Justine Louchaert om een mooie carrière uit te bouwen. De 18-jarige Oostnieuwkerkse is bezig aan haar eerste seizoen bij de dames elite.

Justine Louchaert werd jarenlang bestempeld als een van de betere West-Vlaamse jeugdrensters. Zo’n tien jaar geleden maakte ze haar koersdebuut en sindsdien pikte ze jaarlijks haar prijsjes mee, zowel op de weg als op de piste. Staan onder meer op haar palmares: een Belgische wegtitel bij de aspiranten, een provinciale bij de junioren en het eindklassement van Westsprint in 2016. Dit jaar moet ze het opnemen tegen de grote kanonnen als eerstejaars elite.

Haar vader Olivier (41 jaar) begon als nieuweling met koersen en kon als junior enkele zeges boeken. Winnen zat er bij de beloften en elite zonder contract niet meer in, maar je kon hem wel nog regelmatig in de top 10 terugvinden. Zeker in eigen regio kon hij altijd een tikkeltje meer.

“Hopelijk volgt nog een goede nazomer, zodat ik jaar met een goed gevoel kan afsluiten”

Opa Noël is ondertussen 71 jaar en verkeert nog steeds in topconditie. De topjaren van de geboren Woestenaar liggen al een tijdje achter ons, maar hij haspelt nog steeds gretig zijn kilometers af. Als liefhebber slaagde hij erin om jaarlijks zijn koersen te winnen. Hij kreeg zelfs de kans om het als beroepsrenner te proberen, maar bedankte zelf voor die aanbiedingen. Het profbestaan was in die jaren niet te vergelijken met dat van nu en Noël voelde zich te veel familiemens voor een nomadenbestaan als wielrenner. De liefde voor de fiets is evenwel nooit verdwenen. Vol enthousiasme staat hij nu te supporteren voor zijn kleindochter.

Moeilijk jaar

En die steun kon Justine best goed gebruiken. Het 18-jarige jeugdtalent heeft het moeilijk om de stap van de juniores naar de elites te verteren en dat is ook haar familie niet ontgaan. “Het is sowieso niet gemakkelijk in dat eerste jaar”, verklaart haar grootvader. “De nieuwelingen en junioren koersen nog samen en wanneer ze 18 worden komen ze plots tussen het zware geschut terecht. Daar rijden profs tussen, dames die al jaren koersen, maar ook meisjes die nog jong zijn of die hun hobby met een voltijdse job moeten combineren.”

“De naam van eigen chocoladewinkel op een koerstruitje, dat is ook al goed”

“Het komt allemaal een beetje samen”, pikt Olivier in. “Het is bovendien een hele andere manier van koersen. Het verzet is groter, dat moet je kunnen rond krijgen, de koersen worden ineens bijna de helft langer, plots komen ze in waaierkoersen terecht… Zeker in de grote koersen is het niet evident om stand te houden. Het zat Justine ook nog niet echt mee de eerste maanden. Het slechte weer is niet echt haar ding en in mei kwam ze ook nog eens zwaar ten val.”

“In Wanzeel Koerse”, vervolgt Justine. “In de aanloop naar de sprint ben ik los over kop gegaan. Je zag eigenlijk niets. Mijn helm was niet beschadigd, ik had geen schaafwonden, maar ik had wel constant hoofdpijn. Ik ben nog een maand blijven koersen en trainen, maar op die manier had dat eigenlijk geen zin. In juni heb ik dan beslist om eerst volledig van de klap te herstellen. Een goede maand ben ik eruit geweest. Ondertussen is de pijn wel verdwenen. Net zoals mijn conditie”, kan de renster van WSC Hoop op Zegen-Beveren er nog een beetje mee lachen.

Kermiscoureur

Al bleek dat laatste nog goed mee te vallen. Met een achtste plaats in het criterium van Boezinge, gewonnen door wereldkampioene Chantal Blaak, heeft ze haar comeback alvast goed ingezet. En twee dagen later vertrok ze alweer met het gezin op vakantie naar Spanje, waar er ook deftig getraind zal worden.

“Daar ben ik vooral samen met mijn vriend Laurens Use, ook een wielrenner, op pad getrokken”, vertelt Justine. “Hopelijk kan ik er nog een mooie nazomer van maken en mijn jaar met een positief gevoel afsluiten. Of ik er van droom om prof te worden? Niet echt. Vanaf september zal mijn leven er een tikkeltje anders gaan uitzien. Dan ga ik parttime aan de slag als chocolatier. Iets waar ik wel naar uitkijk. In de voormiddag zal ik moeten werken, maar in de namiddag zal ik kunnen trainen.”

“Het is ook heel moeilijk geworden om vandaag nog prof te worden”, mijmert Noël. “Het wielrennen is enorm geëvolueerd. Het materiaal, de voeding, de trainingen… vermogensmeters, dat hadden ze in mijn tijd nog niet. Er wordt steeds sneller gereden. Ik heb nog kermiskoersen gewonnen met een gemiddelde van 39 km/uur. Daarmee word je nu los uit de wielen gereden.”

“Ik denk ook niet dat het erin zit. Arne Wallays is nu al vier jaar haar trainer. Een krak in zijn vak, echt waar. Hij kan Justine perfect inschatten en hij vreest dat haar motor wat te klein is. Haar lichaam kan die zware trainingsarbeid niet aan, maar dat is ook geen schande, hé. We zullen haar sowieso altijd blijven steunen”, beseft een realistische papa. “Een steengoede kermiscoureur worden, daar is ook niets mis mee. Bovendien is er meer in het leven dan koersen alleen. Ik zou het fantastisch vinden om later de naam van mijn eigen chocoladewinkel op een koerstruitje te zien prijken. Hoe mooi zou dat niet zijn?”, droomt de talentvolle dame al even weg. (Beau Vandevyvere)