Aaron Stockx heeft stap naar beloften prima verteerd

Aaron Stockx: "Ik ben toch wel wat geschrokken van het opvallend hogere niveau." (foto JS)
Johan Sabbe

Eerstejaarsbelofte Aaron Stockx (18) zegt te zijn geschrokken van het hogere niveau en het verschroeiende tempo, maar de waarheid is dat de Torhoutse renner van Team Baguet de overstap naar de beloften prima heeft verteerd.

Aaron is de zoon van Wim Stockx (49) en Saskia Denys (46) uit de Donaustraat in Torhout. Hij heeft een jongere zus, Rani (16), een van zijn grootste supporters. Wim koerste zelf tot en met de eerstejaarsbeloften en heeft dus heel wat wielerervaring, een troef voor Aaron. Al heeft laatstgenoemde sowieso een persoonlijke trainer.

“Dat is Chris Cornu”, zegt hij. “Die weet zowat alles van wielrennen en fysieke conditie.”

Eerst de polsstok

Het verhaal is bekend. Aaron had op zijn tiende al willen koersen, maar vader Wim stak daar een (pols)stokje voor. Hij vond het te jong. En dus ging Aaron eerst twee jaar skeeleren en schakelde daarna op atletiek over. Met talent en gedrevenheid, want bij de miniemen behaalde hij brons op het Belgisch kampioenschap polsstokspringen. Niettemin bleef de goesting om te koersen groot en in het voorjaar van 2015 werd hij eerstejaarsnieuweling. Sindsdien heeft hij gestaag progressie gemaakt. Zijn provinciale titel als tweedejaarsnieuweling in mei 2016 in Schuiferskapelle ligt nog vers in het geheugen, al is dat toch alweer drie jaar geleden. En zie: nu is de Torhoutenaar belofte.

Nog meer durf nodig

Aaron volgt het eerste jaar bachelor Business & IT aan Vives Kortrijk, maar daarmee wil het niet echt vlotten. “Ik vrees dat ik me te veel toeleg op het wielrennen en te weinig op het studeren”, geeft hij ruiterlijk toen. “Ik doe dat eerste nu eenmaal veel liever dan dat tweede. Ik zou een studierichting willen met veel theorie en weinig verplichte lessen, zodat ik studeren en koersen beter kan combineren. Want ik weet dat het verre van simpel is om later van het wielrennen je beroep te maken. Dus mag ik daar niet te veel op rekenen.”

Ik ben toch wel wat geschrokken van het opvallend hogere niveau. Gemiddeld wordt er tijdens wedstrijden zeker vijf km per uur harder gereden dan vorig seizoen bij de juniores

Aaron staat erg scherp momenteel: 68 kg voor 1,85 meter. “Ik let sinds mijn overstap naar de beloften veel beter op mijn voeding. Ik zou geleidelijk aan nog wat meer willen trainen ook. Nu train ik weliswaar al elke dag, maar dat is bij de beloften meer dan noodzakelijk. Ik ben toch wel wat geschrokken van het opvallend hogere niveau. Gemiddeld wordt er tijdens wedstrijden zeker vijf km per uur harder gereden dan vorig seizoen bij de juniores. Dat begrensd verzet is niet meer van tel, hé. Het is bovendien beter opletten om in peloton te rijden. Toegegeven, ik heb al geregeld afgeremd, omdat ik bang was om te vallen. Ik zal op dat vlak nog wat meer durf moeten krijgen. Niemand mag vergeten dat ik momenteel een van de jongsten bij de beloften ben. Daar rijden mannen tussen met pakken ervaring.”

Zelf koers maken

Al bij al heeft Aaron de overstap naar de beloften prima verteerd. “Ik mag dankzij mijn ploeg Baguet een mooi programma koersen”, vindt hij. “En het loopt lekker. Ik heb graag lastige koersen met veel wind en bergop. Bijgevolg rijd ik erg graag in de Ardennen. Vorige zondag mocht ik aan La Flèche Ardennaise deelnemen, maar net voordien ben ik ziek geworden. Dat was balen, want ik had mijn zinnen op die wedstrijd gezet. Ach, er komen dit seizoen nog nieuwe kansen.”

Of Aaron iets vervelend vindt, nu hij bij de beloften rijdt? “Dat ik als eerstejaars niet in staat ben om zelf de koers te maken. Ik moet nog extra ervaring en kracht opdoen. Ik word pas eind augustus 19, dus moet ik nog wat geduld oefenen. Maar dat botst met mijn temperament, hé. Ik beschouw dit jaar als een leerschool. In 2020 daarentegen wil ik er als tweedejaars helemaal staan.” (JS)