Siel Beghin op dreef in strandraces: “Ben beter dan verwacht”

Siel Beghin. (foto Gino Coghe) © Foto Coghe
Redactie KW

Bij zijn debuut in de strandraces staat Siel Beghin deze winter onmiddellijk zijn mannetje. De 26-jarige Oostduinkerkenaar voelt zich als ex-motorcrosser vooral in het mulle zand in zijn sas. “Het is een enorm mooie, maar ook harde discipline. In een strandrace kan je je niet verstoppen.”

Tijdens zijn carrière als motorcrosser kreeg Siel Beghin drie keer af te rekenen met gescheurde kruisbanden in zijn rechterknie. Bij een skiongeval was het ook met zijn linkerknie prijs. “Ik heb daarna een tweetal jaar aan fitness gedaan, maar altijd maar binnen zitten gaat toch ook maar vervelen.” Aan het fitnessen hield hij een behoorlijk ontwikkeld bovenlichaam over. “Maar om te koersen is dat uiteraard niet handig. En nu lukt het maar niet om van dat bovenlichaam af te geraken.” (lacht)

Maarten Himpens

Een tweetal jaar geleden besloot de Oostduinkerkenaar om zich op de fiets te richten. Maarten Himpens – beachracer van het eerste uur – zag potentieel en wist hem te overtuigen om de sprong te wagen. “Ik begon gerichter te trainen en heb deze zomer op de weg gereden. Bij de liefhebbers kon ik toch redelijk goed mijn plan trekken.”

Zijn strandracedebuut maakte de renner van het Moeder Lambik Beachraceteam op 18 november in het Noord-Franse Berck-sur-Mer. “Ik hoopte op de top 30, maar eindigde direct als 15de. Dat was natuurlijk goed voor de moral. Mijn beste uitslag was de twaalfde plaats in de Bredene Classic. Eigenlijk had ik in Oostduinkerke het beste gevoel in de benen. Toen kon ik na een vroege platte band toch nog als 22ste finishen.” Voor de Kerstrace in Bredene paste Beghin. “De opeenvolging van wedstrijden begon toch wat zwaar te worden. Ik voelde dat ik een beetje ziek begon te worden.”

Ik heb gelukkig wel een goeie start in de benen, wat in een strandrace heel belangrijk is. Daarom kijk ik ook uit naar de wedstrijd in Middelkerke, waar we kort na de start al single tracks voorgeschoteld krijgen

Op 12 januari hervat Siel Beghin de competitie met de klassieker Egmond-Pier-Egmond. “Ik kijk ernaar uit. Ik heb nog nooit in Holland gereden, maar ik heb horen zeggen dat er daar enorm rap gereden wordt. Op een deelnemersaantal van 4.000 man moet ik realistisch blijven. Laat ons hopen op een plaats bij de eerste 40 of 50.” Door zijn late roeping kan de Oostduinkerkenaar onder andere op tactisch vlak nog groeien. “Ik heb gelukkig wel een goeie start in de benen, wat in een strandrace heel belangrijk is. Daarom kijk ik ook uit naar de wedstrijd in Middelkerke, waar we kort na de start al single tracks voorgeschoteld krijgen. Dat moet me liggen. Mijn motor is wel nog niet groot genoeg, waardoor ik bij rugwind last heb met de hoge snelheden. Ik zal tijdens de komende zomermaanden wat meer op de weg rijden om daaraan te werken.”

Kustcriterium

Het gebrek aan een overkoepelende organisatie is al langer een doorn in het oog van de strandracers. Zo werd dit jaar op de dag van de Bredene Classic ook het EK in het Nederlandse Scheveningen gereden. Samen met zijn ploegmakker Maarten Himpens zette Siel Beghin alvast het Ednine Beach Kustcriterium op poten. “Het is de bedoeling om de discipline meer te doen leven. Er hangt geen grote prijs aan vast, maar het motiveert toch iedereen om aan de start te komen. De dag na Egmond zal ik daarom bijvoorbeeld toch starten in Zeebrugge. In het verwerken van de uitslagen kruipt behoorlijk veel tijd trouwens.” (lacht) De Fransman Samuel Leroux staat na vier van de zeven manches aan de leiding in het Kustcriterium. De laatste wedstrijd vindt op 24 februari plaats in Middelkerke.

(Adriaan Clynckemaillie)