Quick-Step Floors mikt in ploegentijdrit op medaille

© BELGA
Redactie KW

Quick-Step Floors kroonde zich al drie keer tot wereldkampioen ploegentijdrit. Vorig jaar stond de Belgische formatie voor het eerst ooit niet op het podium en moest ze vrede nemen met een vierde plaats.

“De ambitie is toch om een medaille te halen”, blikt ploegleider Tom Steels vooruit naar zondag. “Mits een superdag mag je dromen van meer.”

Quick-Step Floors arriveerde woensdag in Oostenrijk en logeert in Imst, zo’n 30 km van de startplaats van de ploegentijdrit waar het team zich in alle rust kan voorbereiden. Donderdag werkte ze een eerste verkenning af van het parcours, waaronder wel twee keer de klim. Vrijdag doen ze opnieuw een verkenning, maar iets rustiger aan, en op zaterdag volgt dan de verkeersvrije verkenning.

“Het is een mooi parcours”, vindt Steels. “Echt iets voor een WK en het zal bikkelhard zijn. De afstand is lang, 62,8 km, maar dat geldt voor alle ploegen. Het is 20 kilometer meer dan vorig jaar en dat zal je zeker voelen op het eind. De eerste 40 km zijn vlak en daar spreek je toch al gauw van snelheden tot 60 kilometer per uur. Daarna wacht de klim en dan moet de ploeg in principe zeker nog voltallig zijn. Op die klim zelf hangt het een beetje af van de vorm van de dag van iedereen. Jungels en Schächmann zullen zich een beetje moeten inhouden, de anderen zullen op of over hun limiet moeten gaan. Die klim komt na 40 kilometer, dan zit iedereen ook al over zijn ‘kookpunt’, dus het is niet dat je die dan echt nog op kan stormen. Het wordt zaak om daar als team je verstand te gebruiken, want na die klim wacht nog een klein plateau en vervolgens een afdaling. Het is nog 17 km na die klim, dus dat is nog ver en je mag geen twee renners verliezen op die klim. Vooral de eerste anderhalve, tot 2 km is steil, zo’n 7,5 à 8 procent, daarna vlakt hij wat af en volgt dus nog een plateau dat je moet bedwingen vooraleer de afdaling volgt. Daar zal het supersnel gaan, reken maar op snelheden van 100 kilometer per uur of misschien nog meer en dan is het nog een deel vlak, met een paar rotondes en bochten richting de finish.”

Volgens Steels wordt het een snel parcours en moet zijn ploeg mikken op het podium. “Dat moet zeker en vast de ambitie zijn. Vorig jaar vielen we ernaast, maar nu hopen we toch opnieuw op een medaille. Iedereen is alleszins bijzonder gemotiveerd en het verschil dan tussen brons, zilver en goud ligt vaak aan de vorm van de dag. Als je twee renners hebt met echt een superdag die nog heel lange beurten kunnen maken op het eind, mag je dromen.”

We rijden nog altijd met zeer goed materiaal anders zouden we ook individueel niet zo’n sterke tijdritten neerzetten

Het team liet net zoals andere jaren niets aan het toeval over en bereidde zich ernstig voor op het WK. Niet op de vliegbaan van Ursel of in Fourmies zoals vorig jaar, maar wel in Terneuzen. “Daar konden we ons uitleven en vonden we een ideaal parcours om het WK te simuleren, in de polders, met lange rechte stukken waar je hoge snelheden kon halen. We verbleven daar drie dagen, eind augustus (in de week voor Parijs-Brussel op 1 september) met vier van de zes geselecteerden (Asgreen en De Plus waren dan in de Vuelta) en hebben er goed gewerkt. Zo werk je aan bepaalde finesses, zoals aflossingsbeurten afwerken aan 50, 60 km/uur. Dat is toch belangrijk.”

Vorig jaar viel Quick-Step Floors naast het podium. In zijn column voor Het Laatste Nieuws liet Tom Boonen toen vallen dat de ploeg niet op het beste en meeste moderne materiaal rondreed. Is er sindsdien iets veranderd aan de fiets? “Die fietsen gaan inderdaad al een tijdje mee”, aldus Steels, “maar ze zijn nog altijd heel snel. Kijk, in de beginjaren hadden we een technische voorsprong op andere fietsmerken met onze tijdritfiets, waren wij het neusje van de zalm. Sindsdien hebben andere merken ook hard gewerkt en hun materiaal verbeterd en zijn er amper verschillen tussen de topmerken. Het is nu wachten op een nieuwe revolutionair iets dat een tijdritfiets sterk zou veranderen. Dat is er nog niet. Maar die fietsen waar we nu mee rijden zijn ook niet meer dezelfde als de beginjaren, ook Specialized doet kleine aanpassingen, wijzigingen om die tijdritfietsen te verbeteren. Dus neen, ik maak me daar geen zorgen, we rijden nog altijd met zeer goed materiaal anders zouden we ook individueel niet zo’n sterke tijdritten neerzetten. Op een WK ben je met zes renners, er kan echt veel verschil zijn tussen een topresultaat en een goed resultaat door de supervorm van de ene of een slechte dag van de andere renner.”

En ja, ook Laurens De Plus is in orde. De jonge renner stapte vorige week vrijdag uit de Vuelta wegens koorts. “Hij is helemaal fit”, eindigt Steels, “daar hoeven we ons geen zorgen om te maken.”

(BELGA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier