Matti en Maya Louagie in de voetsporen van papa Lorenzo

D
Redactie KW

Amper 14 was Lorenzo Louagie toen hij als aspirant zijn eerste wedstrijdjes afwerkte. Ondertussen zijn we 28 jaar verder, heeft hij 25 wegseizoenen achter de rug, geeft hij opleidingen aan de Vlaamse Wielerschool, heeft hij twee kinderen – Matti (11) en Maya (8) – die aan hun eigen wielercarrière begonnen zijn en ook zelf kruipt hij nog bijna dagelijks op de fiets. Waarom doet de 42-jarige Westrozebekenaar dit nog allemaal? Het antwoord is eigenlijk vrij simpel: uit liefde voor de koers!

Lorenzo, je hebt er net een vakantie met het gezin naar Noorwegen opzitten. Heb je de fiets ook meegenomen?

Lorenzo: “Jazeker! Matti en Maya zijn al even gek van de koers als ik. Een vakantie zonder fiets zou op niet veel enthousiasme kunnen rekenen. Ik denk dat ze dan nog liever thuisblijven. (lacht) Maar ook voor mij is dat ideaal. ‘s Ochtends vroeg trek ik er zelf op uit voor een trainingstochtje en in de namiddag is er nog voldoende tijd om iets leuks met de kinderen te doen. Naar een pretpark gaan ofzo… Of een fietstochtje met zijn allen. Want ook mijn vrouw, Christel, gaat dan met ons mee. Op die manier is het voor iedereen een toffe periode!”

Twee jaar geleden reed je je laatste wegkoersen, maar het fietsen heb je dus niet kunnen laten?

Lorenzo: “Dat klopt. Ik had het eerlijk gezegd zo’n beetje gezien met die wegkoersen, maar heb nu een nieuwe passie gevonden in het mountainbiken. Vooral marathonwedstrijden. Vorig jaar heb ik er een stuk of 30 afgewerkt en ook dit seizoen kom ik terug aan een mooi aantal. Op die manier kom je een beetje overal. Ik trok al naar Apeldoorn, naar Zeddam, naar La Roche voor de Belgian Mountainbike Challenge, ik werkte wedstrijden af in Spanje, in Duitsland,…. En voor volgend jaar heb ik me al ingeschreven voor een duorace in Kroatië.”

Dat klinkt behoorlijk serieus.

Lorenzo: “Dat is het ook wel. Maar het is vooral ontzettend leuk om te doen. De parcours die je onder de wielen geschoven krijgt, de plaatsen waar je komt…. Ook de sfeer die er rond de wedstrijd hangt is niet te vergelijken met die van de wegkoersen. Profs en amateurs rijden samen en het gaat er gemoedelijker aan toe, vind ik. In een marathon val je eerder op je eigen tempo terug.”

“Ik geef ook nog les wiskunde aan het VMS in Roeselare. Het is druk en soms wat plannen, maar zo heb ik het graag”

“Op de weg is het soms strijden voor elke centimeter. En bovendien beleef ik alles samen met mijn vrouw en kinderen. Christel en ik werken beiden in het onderwijs, dus onze vakanties vallen samen. Die MTB-wedstrijden zijn een vorm van gezinsuitstapjes geworden en voordien zijn er vaak initiatiekoersen voor jeugdrennertjes waar Maya en Matti aan kunnen meedoen. Echt plezant!”

Is het vooral ook niet hard werken?

Lorenzo: “Die marathons zijn zeker niet te onderschatten. En die meerdaagses al helemaal niet. Je zit toch gemakkelijk vijf uur op je mountainbike. En soms nog een pak langer! Daar moet je goed voor getraind zijn, maar na 28 jaar koersen ben ik behoorlijk taai geworden. Vroeger trainde ik dagelijks, nu durf ik al eens een rustdag in te lassen. Ééntje om de 14 dagen. (grijnst) Het blijft een passie hé.”

Zeg dat wel. Want je bent ook nog eens actief bij de Vlaamse Wielerschool.

Lorenzo: “Ik geef daar opleidingen aan jonge wielrennertjes. Gastjes die hun eerste stappen zetten in het wielrennen of die eens van de verschillende disciplines willen proeven, kunnen altijd bij ons terecht. Rijden op de piste, op de weg, veldrijden, BMX’en, mountainbiken…”

Is er nog wel tijd voor andere zaken naast het wielrennen?

Lorenzo: “Ik geef wiskunde aan het VMS in Roeselare en dat moet het zo wat zijn qua verstrooiing. (lacht) Het is druk en soms wat plannen, maar zo heb ik het graag.”

Je koerst nu al 28 jaar, hoe kijk je terug op je wielercarrière?

Lorenzo: “Met enorm veel voldoening. Ik heb veel grote koersen mogen betwisten: interclubs bij de elite zonder contract, rittenkoersen, kermiskoersen tussen de profs…. Ik streed daarbij telkens voor wat ik waard was. Ik behaalde dan ook veel mooie resultaten, maar geen echte uitschieters.”

Zat het er nooit in om prof te worden?

Lorenzo: “Hmmm… Bij de jeugd heb ik nog samen gekoerst met Frank Vandenbroucke (die één jaar ouder was, red.). Alle renners die na hem kwamen, heb ik wel ergens zien passeren. Ik herinner me nog een editie van Hasselt-Spa-Hasselt. In het begin van de koers voelde ik me niet super en ik zat in een zevende groepje. Maar na een tijdje kwam ik erdoor en samen met Gert Steegmans en een derde renner ben ik van groepje naar groepje gereden. Steegmans had zelfs moeite om over te nemen.”

“Matti en Maya zijn even gek van de koers. Een vakantie zonder fiets zou niet kunnen rekenen op veel enthousiasme”

“Ook tegen Frederik Willems, Leif Hoste, Tom Boonen en Wilfried Cretskens koerste ik nog, om er maar enkele te noemen. En Bjorn Leukemans was nog mijn ploegmaat. Het kon dus misschien wel, maar ik ben blij met hoe het gelopen is en heb nergens spijt van. Ik kan nu doen wat ik graag doe!”

Ondertussen is de opvolging ook al verzekerd.

Lorenzo: “Matti en Maya zijn nog heel jong, maar ze zijn nu al zot van de fiets. BMX’en, veldrijden, mountainbiken, rijden op de weg en op de piste. Ze doen het allemaal een beetje en ik zie wel dat er iets inzit. Ze zijn beiden enorm stuurvaardig. Maar wat het wordt, kun je maar moeilijk voorspellen. Ze hoeven van mij dan ook niet te koersen, maar ze amuseren zich en dat is het belangrijkste. De rest zien we dan wel.”

En morgen weer de fiets op?

Lorenzo: (lacht) “Tenzij het heel de dag regent wel ja.”