Jorne Bluekens wordt achtste in French Divide: “Toegeslagen als een Flandrien”

Jorne Bluekens had voor aanvang van de wedstrijd geen ambities om een topuitslag neer te zetten. © GF
Redactie KW

Op elf dagen tijd legde Jorne Bluekens in de ultrarace French Divide 2.267 kilometer af langs grindwegen en bospaden. De 32-jarige Oudenburgenaar pakte een knappe achtste plaats en een koffer vol straffe verhalen en anekdotes mee naar huis.

Het avontuur van Jorne Bluekens begon eigenlijk al in 2015. Toen zette hij met een kameraad voor het goede doel een aparte fietstocht op. “Voor Kom op tegen Kanker reden we van Carcassonne naar Parijs, goed voor een afstand van 1.000 kilometer. We lieten ons inspireren door Tom Waes en Koen Wauters, die voor hun televisieprogramma Bordeaux-Parijs gereden hadden. Het leek zo irreëel van 250 kilometer per dag te rijden.” Toch kwamen Jorne en Toon na vier dagen door regen en wind heelhuids aan in Parijs. “Het was een heel positieve ervaring, met familie die ons aan de Eiffeltoren stond op te wachten. Het besef dat zoiets haalbaar was, zorgde voor een grote boost.”

“De start was in Bray-Dunes, maar we reden vrij snel België binnen”

Vooral Jorne Bluekens had de smaak nu goed te pakken. Hij overtuigde zijn makker om het volgende jaar deel te nemen aan de Transcontinental Race: 4.000 kilometer dwars door Europa. “In het bikepacking is de Transcontinental dé grote race. De klok stopt nooit. Je moet dus zelf beslissen wanneer je stopt om te eten en te rusten. Ons doel was om er na 14 dagen bij te zijn op de finishers party in Turkije. Dat lukte net.”

Kemmelberg

Op 4 augustus stond Jorne Bluekens aan de start van een nog grotere uitdaging. Het parcours van de French Divide, ruim 2.000 kilometer bikepacking over grotendeels onverharde wegen, had een klein West-Vlaams tintje. “De start was in Bray-Dunes, maar daarna reden we inderdaad vrij snel België binnen. Ook de Kemmelberg zat in het parcours. De organisatoren kicken echt wel op die passage in een wielerregio zoals Vlaanderen. Van la Flandre naar le Pays Basque, daar zijn ze fier op.”

Op weg naar de finish in Mendionde kreeg de Oudenburgenaar allerhande obstakels voor de wielen geschoven. “Het parcours liep grotendeels over bospaden. Daar zaten MTB-trails tussen, maar bijvoorbeeld ook stukken die helemaal dichtgegroeid waren. Bij de verkenning in de winter kon de organisatie daar natuurlijk wel nog door. Zeker de eerste zal tijdens die passages last gehad hebben van netels. (lacht) Door de rotsen heb ik in de buurt van Rocamadour veel moeten wandelen.”

Kinderpedaal

Elk jaar krijgen we tijdens de Ronde van Frankrijk het heroïsche verhaal van Eugène Christophe voorgeschoteld. De Fransman moest in de Tour van 1913 zelf zijn fiets herstellen bij een smid in Sainte-Marie-de-Campan. Ook voor deelnemers aan de French Divide is materiaalpech part of the game. “De snelste renners zijn vaak ook de handigste”, bevestigt Jorne. “Ik had niet voor elk probleem een oplossing mee, maar voor de meest voorkomende wel. Zo heb ik mijn ketting een keer moeten inkorten.” Een afgebroken pedaal zorgde voor heel wat meer hinder. “Dat gebeurde in de buurt van Cahors, waarna ik noodgedwongen op de staaf heb voortgereden. Als ik in een dorp kwam, bleek de fietswinkel gesloten of werden er enkel fietsen verhuurd. Twee dagen later heb ik pas een boer gevonden die me kon helpen. Hij heeft een pedaal van een kinderfietsje gehaald, waardoor ik toch weer beter kon trappen. Even later heb ik dan toch een klikpedaal gevonden om de laatste drie dagen mee af te werken.”

“Ook toen het eens 40 graden was, ben ik rustig blijven rijden”

Uiteraard lagen er ook enkele stevige beklimmingen op het parcours. “De cols waren niet superbekend, maar zeker offroad wel lastig natuurlijk. Vorig jaar moesten de deelnemers over de Tourmalet, maar die lag er deze keer niet in. Naar aanleiding van de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog was er in het begin immers een ommetje langs Verdun gemaakt. Het Centraal Massief was niet alleen door het klimwerk, maar ook door de koude belangrijk. Ik koos ervoor om voor de berg te slapen, terwijl anderen ‘s nachts serieus last hadden van de koude boven.”

Tactiek

Voor aanvang had Jorne Bluekens geen ambities om een topuitslag neer te zetten. Toch finishte hij knap als achtste op ongeveer 150 deelnemers. “Mijn tactiek was simpel: niet alle kruit verschieten in het begin. Sommigen begonnen direct ‘s nachts door te rijden, terwijl ik altijd maar beter ben geworden. Ik heb elf dagen lang mijn gemiddelde van 200 kilometer per dag volgehouden.”

De Oudenburgenaar probeerde ook te profiteren van de weersomstandigheden. “In extreme condities heb ik toegeslagen als een Flandrien. Tijdens een dag vol regen ben ik zo goed als niet gestopt, om zeker niet af te koelen. Ook toen het eens een namiddag 40 graden was, ben ik rustig blijven rijden. Ik heb natuurlijk wel veel gedronken en stak mijn hoofd in elke fontein die ik tegenkwam. (lacht) Tijdens de race ben ik ook van 5 à 6 uur slaap naar 3 à 4 uur slaap per nacht geëvolueerd. Je lichaam kan ‘s nachts nooit volledig herstellen, daarom is het belangrijk om door traag te rijden ook te recupereren op de fiets. Ik kreeg trouwens ook heel wat tips van Ben Steurbaut uit Bredene, de winnaar van de eerste editie.”

Toekomst

Ondanks de knappe prestatie zal Bluekens volgend jaar niet meer aan de start komen. “Ik ben voorzichtig met het maken van nieuwe plannen, mijn vrouwtje en mijn dochtertje (1,5 jaar) verdienen ook mijn aandacht. Sowieso wil ik niet twee keer hetzelfde doen.” Is de Amerikaanse grote broer van de French Divide in de toekomst wel een optie? “Ik weet welke slijtageslag dit al was, maar de Tour Divide is nog twee keer zo lang én door de Rocky Mountains. Zeg nooit nooit, maar voorlopig heb ik geen plannen in die richting”, besluit Jorne.

(ACL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier