Ines Malfait (18) is wat op de sukkel

Ines Malfait, vorig jaar als juniore aan de slag op het PK in Ruddervoorde. "Het is de bedoeling om zoveel mogelijk koersen uit te rijden." (foto GC) © Foto Coghe
Redactie KW

Tijdens haar eerste maanden bij de elite heeft Ines Malfait voorlopig een hobbelig parcours afgelegd. Door fysieke problemen kon de 18-jarige Geluveldse haar stempel nog niet drukken. “Dat is frustrerend, want vorig jaar kon ik als junior wel goed meekoersen bij de elite.”

Ik doe mijn hobby heel graag en wil er later graag mijn job van maken

Eigenlijk heeft Ines Malfait wel een goede winter achter de rug. Op stage in het Spaanse Calpe kon ze bijvoorbeeld goed haar plan trekken bergop. “Mijn conditie is ook niet slecht, vind ik. Na een val in de Volta Limburg Classic ben ik wel wat op de sukkel met mijn rug. Ik kwam met mijn rug op een borduur terecht en heb daarbij waarschijnlijk mijn ribben gekneusd.” De eerstejaarselite van Equano Cycling Team kampt ook met een fysiek probleem van een heel andere orde. “Ik heb een bijnier die niet werkt door de stress, waardoor bepaalde hormonen niet aangemaakt worden. Zo maak ik bijvoorbeeld minder adrenaline aan.” Tijdens stevige inspanningen heeft de renster zo sneller last van pijn. “Soms voel ik me goed, maar er zijn ook soms momenten dat ik niet helemaal tot het uiterste kan gaan. Ik voel dat verschil heel goed. Ik neem nu sinds een tweetal weken pillen voor dat probleem. Het zal nu toch twee maanden duren om te zien of die pillen werken. Hopelijk verbetert het snel.”

Multiculturele ploeg

In de eerste wedstrijden van het seizoen kon Malfait zich nog niet doorzetten. Zo kon ze in Outrijve geen kracht zetten en viel ook de vijfdaagse Healthy Ageing Tour in Nederland in het water. “Ik heb maar één dag gereden, het ging totaal met mijn rug. (zucht) Ik was toen ook nog niet naar de kinesist geweest, omdat ik eigenlijk niet voorzien was om die koers te rijden. Maar de ploeg had plots nog iemand nodig, dus ging ik toch van start.” Bij Equano maakt de Geluveldse deel uit van een internationaal gezelschap. “Mijn ploegmates waren afkomstig uit Nieuw-Zeeland, Italië, Polen en Duitsland. Als enige Belgische heb ik dus wel wat Engels bijgeleerd. Mijn Engels is niet zo goed, maar ze verstonden me toch.” (lacht) De meer ervaren ploeggenotes proberen Malfait ook de kneepjes van het vak te leren. “Ze hebben vooral gezegd dat ik voldoende en welke dingen ik moest eten. Er werd ook op gehamerd dat we moesten proberen gegroepeerd te koersen.”

Prof worden

Het eerste seizoen tussen de grote vrouwen moet voor Ines Malfait in de eerste plaats een leerschool worden. “Ik wil dit jaar veel ervaring opdoen en ervan genieten. Ik kan niet verwachten dat ik direct overal meedoe voor de prijzen. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk koersen uit te rijden. Dan zie ik wel waar ik strand.” Eigenlijk boezemde de grote stap van de juniores naar het echte werk haar weinig angst in. “Vorig jaar als junior kon ik wel goed meekoersen bij de elites. Het is dus frustrerend dat dat nu nog niet gaat.”

Ines ontkent niet dat ze op termijn nog een stapje hoger wil zetten. “Ik zou inderdaad heel graag prof worden, dat geef ik toe. Ik doe mijn hobby heel graag en wil er graag mijn job van maken.” De groeiende aandacht voor het vrouwenwielrennen doet dus zeker plezier, al plaatst de ambitieuze renster wel een kanttekening. “Het is inderdaad al veel verbeterd, maar het mag toch nog ietske meer zijn. Bij de jeugd zijn er toch niet veel meisjes die willen of durven te koersen. Er moet dus meer reclame gemaakt worden. Zonder tegenstand word je als jonge renster ook niet beter. In Nederland doet de bond volgens mij meer inspanningen voor de meisjes.” (ACL)