De Zwitserse Alpen, waar zelfs killers kunnen ontdooien

Tom Vandenbussche

Een job als wielerredacteur bij Krant van West-Vlaanderen heeft zo zijn voordelen. Je krijgt immers jaren de tijd om in het spoor van de West-Vlaamse toppers van morgen te kruipen en hen beter te leren doorgronden. Zo gebeurde het met Yves Lampaert. Zo gebeurde het met Jens Debusschere. Zo gebeurde het met Timothy Dupont. Zo gebeurde het met nog een pak anderen. En zo gebeurde het ook met Nicky Degrendele.

“Deelnemen aan de Spelen is een doel, winnen een droom.” (Nicky Degrendele, 31 oktober 2014)

***

Ondergetekende herinnert zich nog goed zijn eerste interview ooit met Nicky Degrendele, in november 2012. Ze was net 16 geworden en toen al was duidelijk dat de spring-in’t-veld aan de andere kant van de lijn geen mediatraining nodig had.

We herinneren ons ook nog goed een interview in fietsenwinkel Shifting Gears, waarbij Nicky en vader Jochen lustig met elkaar aan het kibbelen sloegen. U begrijpt wel: de 21-jarige dochter met drang naar zelfstandigheid versus de bekommerde vader met zijn goedbedoelde maar overbezorgde raadgevingen.

We herinneren ons ook nog goed een feestje in de Overpoort in Gent. ‘t Is te zeggen: het was zo’n vrijdagavond waarop de dames van Topsport Vlaanderen op indrukwekkende wijze met het ploegklassement aan de haal gingen. Nicky beleefde er een avond die – zo gaf ze tijdens onze gesprekken in Aigle toe – nog lang in haar geheugen gegrift zal staan. Die vrijdagavond was ook de avond waarop één van West-Vlaanderens grootste wielertalenten tien euro bij ondergetekende kwam schooien, omdat hij zich in de gunst van een aardig meisje wilde manoeuvreren. Maar daarover misschien beter een andere keer meer.”

***

Nicky Degrendele is een intrigerende persoonlijkheid. “Laat haar eerst even ontdooien en dan komt ze wel los”, was de raad die we recent een collega-journalist meegaven toen die ons vroeg hoe hij een interview met haar het best kon aanpakken.

Nog 527 dagen. Zou het kunnen, olympisch goud? Natuurlijk. Nicky heeft the guts en Nicky heeft the balls. Pas daarna mag de riem eraf. En zakken we met plezier nog eens naar Aigle af

Nicky doet niet zo, omdat haar karakter zo is. Het is zo gegroeid. Nicky heeft in haar weg naar de top niet de makkelijkste route kunnen bewandelen. Nog altijd niet. Van overal komt er veel tegenkanting. Te veel. Omdat er in België (nog) geen sprintcultuur heerst. Omdat velen niet begrijpen dat in haar sport kwalitatieve trainingen van tel zijn en kwantiteit vooral haar explosiviteit aantast. Omdat mentale sterkte en individualisme in haar discipline de basis vormen. En omdat ze niet over de lichaamsbouw van de doorsnee wielrenster beschikt. Dat kan ook niet anders. Zeker niet als je in de gym halters van 170 kilo de hoogte in moet tillen en op de fiets vermogenswaarden moet halen waar André Greipel zijn petje spontaan voor afdoet. We hebben van Kim Gevaert vroeger toch ook nooit verwacht dat ze een snelle 10.000 meter zou lopen?

***

Ook tijdens ons bezoek aan haar trainingsbasis in de Zwitserse Alpen had Nicky ruim een dag nodig om te ontdooien. Daar, in de ultra-afgeschermde topsportomgeving van het Centre Mondial du Cyclisme in Aigle, bleek de focus op het nakende WK al erg aanwezig. Maar eenmaal losgekomen praatte Nicky honderduit. Over koetjes en kalfjes. Over hoe adembenemend mooi de Rhône-vallei, met de imposante drieduizenders van de Dents du Midi als achtergronddecor, op een heldere februaridag wel kan zijn. En over haar onvoorwaardelijke liefde voor Gstaad, een mondain skioord waar filmsterren en miljardairs tot 10.000 euro voor één nacht in een suite betalen.

***

Frederik Broché, technisch directeur van de wielerbond, noemt Nicky Degrendele een killer. Dat is ze ook en dat weet ze. Als haar rivales een gebedje prevelen, kijkt zij hen recht in de ogen, zingt ze een liedje en maakt ze het ook af.Ze doet het in een olympische sport die – keirin is dan wel niet de meest bekende discipline in ons wielergekke land – de sterkste sprintsters van over de hele wereld samenbrengt. Om daarin stand te houden én te schitteren, sta je maar beter stevig in je schoenen. Dat heeft zij, op amper 22-jarige leeftijd, al in de vingers. Straf!

***

Nicky Degrendele kan onze provincie volgend jaar het tweede olympische pistegoud ooit bezorgen. Patrick Sercu ging haar 55 jaar geleden als enige vooraf. Ook hij beleefde zijn moment de gloire in Tokio. Symbolischer kan haast niet. 1964 versus 2020, ‘t zijn uiteindelijk slechts vier cijfers verschil.

***

Nog 527 dagen. Nog anderhalf jaar niet ontdooien. Olympisch goud, zou het kunnen? Natuurlijk. Nicky heeft the guts en Nicky heeft the balls. Pas daarna mag de riem eraf. En zakken we met plezier nog eens naar Aigle af. Dan rijden we naar Gstaad, nestelen we ons voor het interview op een poepchic terras naast Madonna en Bernie Ecclestone, bestellen we een thee van tien euro – hopelijk is het chocolaatje erbij ditmaal niet gesmolten – en nemen we foto’s met als achtergronddecor de wereldberoemde gletsjer van Glacier 3000.

De Zwitserse Alpen, waar zelfs killers kunnen ontdooien.

***

Dromen mag, Nicky.