Daniël Vanryckeghem verdiende méér duurzaamheid

In 1970 won Vanryckeghem de Elfstedenronde. © BELGAIMAGE
Redactie KW

“Daniël was een aimabele, ingetogen maar bovenal lieve man, die wel eens in zichzelf gekeerd kon zijn, wat niet altijd strookte met mijn open en communicatieve persoonlijkheid. Maar we konden het meestal heel goed vinden met elkaar, laat daar geen twijfel over bestaan!# &” Aan het woord is Nicole Claeys, de weduwe van Daniël Vanryckegem, die in de tweede helft der jaren 60 en de eerste jaren 70 een Vlaamse wielercoryfee was. De tranen schieten Nicole in de ogen wanneer zij over Daniël vertelt.

Daniël was geen dijenkletser. Schaars zijn diegenen die hem ooit een brede glimlach zagen ontvouwen. Door de natuur was hij nochtans bedeeld met een atletisch lichaam, dat hem toeliet om tot één van dé coureurs van de Mandelstreek uit te groeien. Zijn incasseringsvermogen was zijn zwak punt. Liep het eens wat minder, dan was het alsof de wereld definitief onder zijn voeten wegzonk. Vooral het vroege verlies van zijn vader tekende hem. Hij kreeg verlof als milicien om een job te zoeken als kostwinnende zoon. Hij werd wever, maar bofte met een baas die hem met faciliteiten aanmaande om de koersdraad herop te pikken.

Zijn incasseringsvermogen was zijn zwak punt. Liep het eens wat minder, dan was het alsof de wereld definitief onder zijn voeten wegzonk

Daniël sloeg als jonge beroepsrenner meteen gensters nadat zijn streekgenoot Jef Braeckevelt hem in het najaar van 1966 introduceerde bij Leroux-Terrot. Daniël bedankte met een dagzege in de Ronde van het Noorden. Twee dagen later won hij ook in Desselgem. Hij begon met een euforisch gevoel aan het winterreces, opgelijst met een sterk verbeterd contract bij Mann-Grundig.

Frankfurt über alles

In 1967 stootte Daniël meteen door naar de subtop. Maart was nog niet voorbij of hij had al twee voltreffers op zijn scalp: Kuurne-Brussel-Kuurne en drie weken later Dwars door België. Weer drie weken later ging hij nog meer de internationale toer op met een heel knappe winst in de Rund um den Henninger Turm Frankfurt, waar hij won voor Willy Planckaert, Georges Van Coningsloo, Dino Zandegu, Ward Sels, Eddy Merckx, Herman Vanspringel, Georges Vandenberghe

Nog was zijn zegehonger niet gestild. Vier dagen voor zijn afreis naar de Ronde van Zwitserland won hij Brussel-Ingooigem. Ook in het land van Willem Tell schitterde hij als winnaar van de openingsrit en de puntenstand. Vreemd dat dit, zelfs in België B, géén selectie opleverde voor de Tour. Een vijfde plaats op het BK in Mettet maakte hem incontournable voor het WK in Heerlen, waar hij zevende en tweede Belg werd na Merckx. Let wel: we hebben het hier over een neoprof, die aansluitend ook nog vier (!) dagzeges behaalde in Catalonië.

Daarna volgde het moeilijke jaar van de bevestiging. Tijdens de lente focuste Daniël zich op de grote klassiekers en dat ging hem vooral goed af in de Ronde van Vlaanderen. Zijn vijfde plaats was in dat domein het hoogst haalbare, want qua afstanden was 200 kilometer zijn limiet. In de kortere Amstel Gold Race haalde hij wel het podium. Op zijn eerste zege was het wachten tot de Vierdaagse van Duinkerken. Twee dagzeges annex een nieuwe puntentrui in de Ronde van Zwitserland volstonden voor zijn debuut in de Tour met Royan en Pau als triomfantelijke locaties. “Zijn thuiskomst in Café Den Hert deed Marialoopplaats vollopen”, herinnert Nicole zich. “Daniël genoot liever ingetogen in de luwte. Zonder mij, want we waren nog niet getrouwd en zondig samenhokken was 50 jaar geleden taboe.”

Tekenen van verval

1969 bracht de eerste tekenen van verval met vijf kleine(re) zeges en geen Tour. 1970 bracht een kortstondige revival met vooral een dolle tweede helft van maart: een week na de Elfstedenronde versierde Daniël de dubbelslag Waregem-Harelbeke. Dat kon hij niet doortrekken in de grote klassiekers die voor hem té lang bleven en waardoor hij rond plaats tien bleef steken. Hij werd wel verrassend vijfde in de Waalse Pijl. Winst in de openingsrit van de Dauphiné leverde een selectie op voor een tweede Tour, waarin de scherpte ontbrak, behalve in Rouen: tweede na Walter Godefroot.

Daniel Vanryckeghem in 2005. (Foto Kurt)
Daniel Vanryckeghem in 2005. (Foto Kurt)© Kurt Desplenter

Vanaf 1971 sloot Sonolor-Lejeune Daniël graag in de armen, maar hij had op zijn 26ste het beste al gehad. Isbergues was de kroonzege van slechts drie overwinningen. In zijn koersen moest hij een respectabel aantal banken achteruit. Eén en ander volstond niet voor een derde deelname aan de Tour. Dat was wel het geval in 1972, maar Daniël was nog slechts een schim van de voorgaande jaren en na een week was hij weer thuis.

“Zijn laatste contractje was de anticlimax van een korte, maar heftige carrière”

Een afscheid in mineur waarna het helemaal bergaf rolde. Hij viel op 2 november zwaar op training, werd met een open schedelbreuk opgeraapt en verkeerde enkele dagen in levensgevaar. Hij kreeg op de valreep nog een pseudo-contractje bij het onooglijke Novy-Romy Pils-Total-Dubble Bubble. “Het was de anticlimax van een korte, maar heftige carrière”, zucht Nicole. “Het luttele maandgeld kreeg hij niet eens uitbetaald. De afgevaardigde beheerder dacht het te kunnen goedmaken met een rondje champagne in ons toenmalig café, maar ik wimpelde dat af met de melding dat we er geen in huis hadden. Hij droop af.”

Baancafé

Daniël en Nicole baatten vanaf 4 november 1973 (autoloze zondag) het baancafé Munckhove in Ruddervoorde uit. Wilfried David nam het in 1981 over. In de loop der tijden stapten haar twee belangrijkste mannen uit het leven. Haar 34-jarige zoon Danny deed het op 26 april 2006 nadat hij door de ondraaglijke ziekte van Buerger (een chronische ontsteking der bloedvaten, die leidt tot vaatschade en trombose uitlokt) getroffen werd en een been moest laten amputeren. Voor Daniël was dat de coup fatal. Hij volgde zijn zoon op 26 mei 2008, drie dagen voor zijn 63ste verjaardag…

“Men durft mij wel eens nastaren als een lustige weduwe, oimdat ik mij goed houd met optimistisme en socializen. Ik heb het evenwel emotioneel heel zwaar gehad”

“Ik stond helemaal geïsoleerd, maar bleef pal overeind en men durft mij wel eens nastaren als een lustige weduwe”, beseft Nicole. “Omdat ik mij goed houd met optimistisme en socializen. Ik heb het evenwel emotioneel heel zwaar gehad. En dat is nog altijd zo! Het wordt gecompenseerd door de opvang van mijn twee prachtige kleinkinderen Lucas – 19 jaar en schilder-decorateur – en Amber – 17, studente verpleegkunde. Dat voelt heel goed aan, want het zijn mijn nazaten én die van mijn diep betreurde mannen. Ik ben eerder een sterke vrouw met een groot moederhart. Men mag mij zien als een lustige, maar niet als een zwarte weduwe.” (BCA)