(Bijna) niemand is regelmatiger dan Sep Vanmarcke: overzicht van zijn 20 ereplaatsen

Sep Vanmarcke is aan zijn tiende seizoen als profrenner bezig. In de voorbije negen campagnes eindigde de Anzegemnaar maar liefst 20 keer (!) in de top vijf van een voorjaarsklassieker. Een terugblik.

GENT-WEVELGEM 2010

1. Eisel, 2. Vanmarcke, 3. Gilbert, 4. Hincapie, 5. Oss (0’02”). “Veel herinneringen. Een dag met veel wind en dus waaiers. De eerste keer was ik zelfs niet mee, maar daarna met wat geluk telkens wel. In de laatste twee kilometer viel ik aan en was ik weg, maar door krampen werd ik teruggepakt. Verrassend genoeg kon ik daarna nog een goeie sprint rijden. 200 kilometer voor iemand van 21 jaar, dat is niet evident. En bij de jeugd had ik al wel vaker krampen gehad. Ik denk nog altijd: die dag had ik kunnen winnen.”

E3 HARELBEKE 2011

1. Cancellara, 2. Roelandts (1’00”), 3. Gusev, 4. Vanmarcke, 5. Tankink. “Die dag had ik derde moeten zijn. Ik zag niemand, maar plots gooide Gusev nog zijn wiel voor dat van mij. Eigen schuld.”

OMLOOP HET NIEUWSBLAD 2012

1. Vanmarcke, 2. Boonen, 3. Flecha, 4. Haussler (0’25”), 5. Van Avermaet. “Die dag liep alles perfect. Op de Taaienberg koos ik het wiel van Boonen en in de finale kon ik zelfs vlot overnemen. Ik voelde me goed en wist dat ik in de spurt een kans had, maar het was natuurlijk nog altijd tegen Boonen en dus een verrassing dat ik won.”

E3 HARELBEKE 2012

1. Boonen, 2. Freire, 3. Eisel, 4. Duque, 5. Vanmarcke. “Een omvangrijke groep spurtte in Harelbeke voor de zege. Eén van de weinige edities daar met die afloop. Ik betwijfel of dat nu nog kan. Een sprint met 15 à 20 man, dat wel. Maar meer niet. Het parcours is nu te lastig.”

PARIS-ROUBAIX 2013

1. Cancellara, 2. Vanmarcke, 3. Terpstra (0’31”), 4. Van Avermaet, 5. Gaudin. “Door een val in de Tirreno draaide mijn hele voorjaar in de soep, maar die dag was ik weer in orde. Ik reed een heel verstandige koers en demarreerde telkens vooraleer de toppers konden terugkomen. Op Carrefour de l’Arbre kwamen Stybar en Vandenbergh ten val en bleven Cancellara en ik over. Op de piste drong hij me de kop op. Hij was sterker, maar als ik het heel tactisch had gespeeld, was er misschien iets mogelijk geweest. Het is het enige wat ik me die dag kan verwijten.”

Ik denk nog altijd: in 2010 had ik Gent-Wevelgem kunnen winnen als neoprof

OMLOOP HET NIEUWSBLAD 2014

1. Stannard, 2. Van Avermaet, 3. Boasson Hagen (0’24”), 4. Vanmarcke, 5. Terpstra. “Toen Stannard en Van Avermaet wegreden, gebeurde dat redelijk dicht achter de moto. Maar toen wij probeerden terug te komen, bleken ze ook sterker te zijn.”

KUURNE-BRUSSEL-KUURNE 2014

1. Boonen, 2. Hofland, 3. Vanmarcke, 4. Lampaert, 5. Vandenbergh. “In de heuvelzone reden we weg met een groep en draaiden we goed rond. Quick.Step was in overtal, dus werd het een sprint. Derde was het hoogst haalbare.”

E3 HARELBEKE 2014

1. Sagan, 2. Terpstra, 3. Thomas, 4. Vandenbergh, 5. Vanmarcke (1’16”). “Gallopin reed in de finale weg. In de laatste kilometer ging ik nog op en over hem.”

GENT-WEVELGEM 2014

1. Degenkolb, 2. Démare, 3. Sagan, 4. Vanmarcke, 5. Boonen. “Een halve massasprint. Ik had een iets te klein verzet om met de vele rugwind nog wat te proberen.”

RONDE VAN VLAANDEREN 2014

1. Cancellara, 2. Van Avermaet, 3. Vanmarcke, 4. Vandenbergh, 5. Kristoff (0’08”). “Eerst was ik tevreden. Ik zat met krampen in de finale en wilde absoluut het podium halen. Maar vijf minuten later overheerste de ontgoocheling. Het was de editie waarin ik op de Oude Kwaremont als enige Cancellara kon volgen en het was ook de editie waarin ik heel wat kritiek kreeg, omdat ik achter Van Avermaet was gesprongen.”

PARIS-ROUBAIX 2014

1. Terpstra, 2. Degenkolb (0’20”), 3. Cancellara, 4. Vanmarcke, 5. Stybar. “Ik voelde me de sterkste in koers. Zelfs Cancellara reed op mijn wiel. Op Carrefour de l’Arbre bleven we met vier of vijf over, maar daarna was de samenwerking door de tegenwind niet goed en kwamen Terpstra, Boonen, Thomas en Wiggins terug. Daarna reed Terpstra op het juiste moment zich weg. In de sprint had ik derde moeten zijn, maar Cancellara dreef me in de laatste bocht helemaal naar boven. Weer een slimme, tactische zet van hem, maar dat is nu eenmaal koers.”

OMLOOP HET NIEUWSBLAD 2015

1. Stannard, 2. Terpstra, 3. Boonen (0’08”), 4. Vandenbergh (0’15”), 5. Vanmarcke (1’24”). “Ik was heel sterk, maar reed twee keer lek. Toen ik terugkwam, waren de vogels gaan vliegen.”

STRADE BIANCHE 2015

De Strade Bianche? Geef mij maar een koers van hier. Dat is net iets specialer

1. Stybar, 2. Van Avermaet (0’02”), 3. Valverde (0’18”), 4. Vanmarcke (0’46”), 5. Rosa (0’56”).

“Tot mijn grote verbazing schoten we op 20 km van de meet met vijf man over. Toen Cancellara loste, besefte ik dat ik de finale kon rijden. Dat ik nog moest lossen, was geen schande. Of ik een zege in de Strade Bianche boven winst in een Vlaamse klassieker verkies? Neen, geef mij maar een koers van hier. Dat is net iets specialer.”

E3 HARELBEKE 2015

1. Thomas, 2. Stybar (0’25”), 3. Trentin (0’38”), 4. Kristoff, 5. Vanmarcke. “Op de Paterberg viel ik aan, maar schoof ik uit het gootje. Ik moest voet aan de grond zetten, brak mijn schoenplaatje af en moest daarna lang achtervolgen.”

GENT-WEVELGEM 2015

1. Paolini, 2. Terpstra (0’11”), 3. Thomas, 4. Vandenbergh (0’18”), 5. Debusschere (0’26”), 6. Vanmarcke (0’40”). “Dat er die dag veel wind stond, weten we al. De laatste 80 km ben ik om gevaar te mijden niet meer uit de eerste tien geweest. Daardoor zat ik in de finale helemaal kapot. Ik kon niets meer. Een ontgoocheling.”

GENT-WEVELGEM 2016

1. Sagan, 2. Vanmarcke, 3. Kuznetsov, 4. Cancellara, 5. Démare (0’11”). “Om één of andere reden ligt deze koers me. Er is nochtans niets spectaculairs aan. Alles draait rond de tweede beklimming van de Kemmelberg. Die dag reed ik een goeie koers, nadat ik door waaiervorming eerst 80 km had moeten achtervolgen. Maar in de sprint Sagan kloppen, is natuurlijk niet zo eenvoudig.”

RONDE VAN VLAANDEREN 2016

1. Sagan, 2. Cancellare (0’25”), 3. Vanmarcke (0’28”), 4. Kristoff (0’49”), 5. Rowe. “Toen Sagan en Kwiatkowski aanzetten, was ik de enige die nog kon aansluiten. Op de Paterberg reed Sagan een snel tempo, maar niet in die mate dat ik niet kon volgen. Ik kreeg echter krampen op het steilste stuk en moest hem laten rijden. Gelukkig kwam Cancellara nog terug en eindigde ik zo op het podium.”

PARIS-ROUBAIX 2016

1. Hayman, 2. Boonen, 3. Stannard, 4. Vanmarcke, 5. Boasson Hagen (0’03”). “Op Carrefour de l’Arbre bleven we met vijf man over en zette ik mijn aanval in. Ik reed weg, maar na die strook bracht Boonen het tempo weer in de groep en kon ik niet voorop blijven. In de sprint was ik al niet de meest frisse en koos ik de buitenkant van Boonen. Jammer dat Stannard mij nog passeerde.”

OMLOOP HET NIEUWSBLAD 2017

1. Van Avermaet, 2. Sagan, 3. Vanmarcke, 4. Felline (0’45”), 5. Gatto (0’52”). “Een verrassing, want ik voelde me niet super. Ik dacht in de sprint nog een kleine kans te maken, maar op het moment dat ik aanging, week Sagan net uit.”

OMLOOP HET NIEUWSBLAD 2018

1. Valgren Andersen, 2. Wisniowski (0’12”), 3. Vanmarcke, 4. Stuyven, 5. Gilbert. “Op de Muur was ik de sterkste, maar door de tegenwind had het geen zin. Daarna werd het een tactisch spelletje. Ik kon nog wegrijden, maar Wisniowski pakte me nog net terug.”

DWARS DOOR VLAANDEREN 2018

1. Lampaert, 2. Teunissen (0’02”), 3. Vanmarcke, 4. Boasson Hagen, 5. Pedersen. “Ik voelde me niet zo goed, maar kwam altijd in de juiste situatie terecht en maakte de goede keuzes. In de finale ging het er tactisch aan toe en moest je wat geluk hebben.”

VOORJAAR 2019

“Vanaf de E3 begint het echt voor mij. Ik bekijk het wedstrijd per wedstrijd. Alles wat nu komt, is belangrijk.”