Bernard De Ville won in 1965 de Kustpijl in Knokke-Heist

Bernard De Ville (Foto's Davy Coghe) © Davy Coghe
Redactie KW

Bernard De Ville viert op 23 oktober zijn 76ste verjaardag. “Ik ben blij dat ik er nog ben”, voegt de winnaar van de Kustpijl in 1965 daaraan toe. De Bruggeling was in de vroege jaren 60 een meer dan behoorlijke liefhebber die als neoprof in 1965 ploegmaat van ene Charly Gaul werd.

“De jongste jaren kende ik nogal wat problemen met de gezondheid”, legt De Ville uit. “Na een hartinfarct in 2016 kreeg ik ook te maken met prostaatkanker, maar mijn dokters hebben mij helemaal genezen verklaard. Ik mag hier nog een tijdje blijven.”

Dolle elfdaagse

Bernard De Ville was in de vroege jaren 60 een meer dan behoorlijke coureur. Met tien overwinningen als nieuweling in 1960 leek hij een geboren winnaar maar daarna stokte de zegeteller. Als liefhebber behaalde hij geen enkele overwinning en toch werd hij (nog voor zijn militaire dienstplicht) door Briek Schotte meteen opgevorderd om bij Flandria-Romeo aan te treden als onafhankelijke.

“Gaul en co waren ronkende namen met wie ik amper contact had en die niets meer presteerden”

Bernard deed het bijzonder goed met vooral een dolle elfdaagse in september: derde (na Bernard Van de Kerckhove en Arthur Decabooter) in Wingene, tweede (na Julien Gekière) in Desselgem en winnaar (voor Julien Gekière en Norbert Kerkhove) in Dudzele. Dat volstond om in 1965 als beroepsrenner te debuteren bij Lamot-Libertas, een team waarvan nogal wat has beens deel uitmaakten: Charly Gaul (winnaar van de Giro in 1956 en 1959 en van de Tour in 1958), Marcel Janssens (tweede in de Tour van 1957), Jos Schils (kampioen van België in 1952), Jos Wouters (de piepjonge winnaar van Parijs-Tours 1960 en van Parijs-Brussel 1961)…

Marathonontsnapping

“Ronkende namen met wie ik amper in contact kwam en die ook niets meer presteerden”, herinnert Bernard zich. “Ikzelf viel helemaal niet uit de toon en kon mij vooral in de binnenlandse koersen opwerken. In de Kustpijl van en naar Heist-aan-Zee beleefde ik op 22 mei mon jour de gloire. Het mooie weer inspireerde mij om al in mijn thuishaven Brugge na amper 20 kilometer met de Nederlander Wim de Jager van de anderen weg te rijden en dat tot aan de finish vol te houden. In die dagen reed ik zo vlug als ik het wilde. Wij hielden er de vaart in en haalden een uurgemiddelde van bijna 40 kilometer.”

Bernard De Ville won de Kustpijl na een marathonontsnapping. (Foto's DC)
Bernard De Ville won de Kustpijl na een marathonontsnapping. (Foto’s DC)© Davy Coghe

“Tijdens de lokale ronden wilde mijn compagnon de route het sluw spelen”, vervolgt De Ville. “Hij nam amper nog op over, zei dat hij helemaal kapot zat maar ik had hem door. Het kwam bijna tot een handgemeen tijdens de drie lokale ronden, tot hij liet weten tevreden te zijn met de tweede plaats. Toen puntje echter bij paaltje kwam, bleek hij herboren en spurtte hij toch voor de overwinning. Mij niet gezien, puur op colère en adrenaline kreeg ik hem klein. Het was een overwinning met meerwaarde, want in de top tien stonden ook ex-wereldkampioen Benoni Beheyt (vijfde), Guido Reybrouck (negende) en gewezen Olympisch kampioen André Noyelle (tiende). Misschien hadden de inrichters liever één van hen zien winnen.”

Faliekante Vuelta

“In 1966 was ik, nog altijd maar 23 jaar, klaar voor een volgende stap: de Vuelta a Espana”, vervolgt Bernard. “Ik was gevleid met de selectie en zou mij meer dan ooit coureur voelen. Het viel averechts uit. Het was slechts schone schijn, want wij werden door ploegleider Willy Riem helemaal aan ons lot overgelaten en onze inspanningen leverden geen peseta op. Dat haalde er de fut uit en van dan af liep voor geen meter meer. Ik zocht mijn toevlucht in het veldrijden en haalde daar veel genoegdoening uit. In Vladslo behaalde ik in 1970 mijn mooiste uitslag: vijfde. Al die tijd bleef ik het koersen combineren met mijn eigenlijk beroep van bouwvakker. Vanop mijn torenkraan kon ik alles vanuit de hoogte gadeslaan en dat gaf nogal wat te zien.”

Bernard De Ville, hier aan het feest in Sint-Eloois-Winkel in 1961.
Bernard De Ville, hier aan het feest in Sint-Eloois-Winkel in 1961.© Davy Coghe

“Het hedendaagse wielrennen volg ik nog wel, maar vanop een afstand. Ik zal er in geen geval voor thuisblijven. Nogal wat mensen zijn het eentonig verloop kotsbeu. Het veldrijden is helemaal een circus, waarin ik mij niet kan vinden.”