Volleybalfamilie Vercruysse: “We zijn niet jaloers op elkaars prestaties”

Jan Vercruysse en zijn volleyballende kinderen met van links naar rechts Sien, Wiebe en Jop
Redactie KW

We hadden een deurbel in de vorm van een volleybal verwacht in de Moezelstraat in Torhout, maar het bleek toch een doodgewoon duwertje te zijn. Vader Jan Vercruysse, zijn zoon Jop en zijn twee dochters Sien en Wiebe mogen dan allemaal volleybal spelen, ze laten het uiterlijk vertoon aan zich voorbijgaan. Komende zondag hadden Wiebe en Sien in eerste divisie B elkaar partij kunnen geven in de match van Bevo Roeselare op bezoek bij Avanti Aalter, maar beiden zijn geblesseerd.

Sien (27) speelt bij Aalter en Wiebe (20) bij Bevo Roeselare, de leider in de genoemde eerste divisie dames B. “Aalter staat zesde op 19 punten, dus moeten we in principe vlot winnen”, probeert Wiebe haar oudere zus een beetje te jennen. “Jammer dat ik de wedstrijd vanop de bank zal moeten volgen. Ik sukkel met een scheenbeenvliesontsteking aan mijn beide benen. Dat heb ik al eens gehad en het maakt me eerlijk gezegd wat moedeloos. Je brengt al die energie op om te trainen en dan kom je niet aan spelen toe.”

voetbreuk

Sien zal de wedstrijd van haar Aalter, waar ze ook jeugdcoördinator en trainster van de U11 A is, zelfs vanuit de tribune moeten volgen. “Al voor de tweede keer in een jaar tijd heb ik een breuk aan de voet opgelopen“, sakkert ze. “Dit keer moest mijn enkel eraan geloven nadat ik bij een sprong aan het net terechtgekomen ben op de voet van een tegenstreefster die te ver naar voor opgesteld stond.”

“Ik hoop dat Jop almaar meer naar waarde geschat wordt”

Vader Jan (52), die lesgeeft aan het Torhoutse VTI, heeft een paar jaar bij de enige herenploeg van VKt Torhout gespeeld, maar is momenteel in die club enkel nog recreatief bezig: wekelijks twee uur op woensdag. Zijn vrouw Helga Phlypo is een kleine twee jaar geleden gestorven en het gemis is uiteraard heel groot.

Zoon Jop (28) speelt op het hoogste niveau: sinds juli vorig jaar heeft hij een profcontract bij Par-ky Menen. Hij is er de tweede opposite of hoofdaanvaller, na de Fransman Julien Winkelmuller, de eerste opposite van de ploeg.

“Jop is sterk bezig bij Menen, een ploeg waarvan de thuiswedstrijden een plezier zijn om bij te wonen”, zegt Jan. “Echt de hel van Menen (lacht). Ik hoop dat Jop almaar meer naar waarde geschat wordt, want hij verdient speelkansen. En dat zeg ik zeker niet alleen omdat ik zijn vader ben. Als hij mag spelen, laat hij zich op weinig fouten betrappen.”

proefaanbod of job?

Jop is bio-ingenieur chemie en heeft zes jaar als assistent aan de Gentse universiteit gewerkt. “Dat contract liep vorige zomer ten einde en ik had de keuze”, zegt hij. “Ofwel op het profaanbod van Menen ingaan, ofwel een job als bio-ingenieur aanvatten. Ik heb voor de topsport gekozen. Of ik dat blijf doen, zal uiteraard afhangen van wat Menen me op het einde van het seizoen aanbiedt. Ik voel me bij die club alvast goed in mijn vel en zou er graag blijven. Ik ben ook aan het doctoreren in de bio-ingenieurswetenschappen, maar dat doctoraat is nog niet af.”

Sien, die aan de Gentse universiteit master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen geworden is, is sinds eind 2016 wél al doctor: in de gezondheidswetenschappen. Ze is momenteel lector lichamelijke opvoeding aan de Hogeschool Gent. Wiebe studeert pedagogische wetenschappen aan de KU Leuven.

“We zijn als zussen en broer absoluut niet jaloers op elkaars volleybalprestaties”, zegt Sien. “Integendeel, we supporteren voor elkaar. En als ik tegen Wiebe speel, doet het raar om een lastige bal in haar richting te sturen. Als ik kan kiezen, dan vloer ik liever een van haar ploeggenoten. Het is bijvoorbeeld vreemd om elkaar te moeten afblokken in een match.”

“Het is vreemd om elkaar te moeten afblokken in een match”

Sien en Wiebe weten nog niet wat het volgende volleybalseizoen zal brengen. “Die blessures doen ons twijfelen om door te gaan”, bekent Wiebe. “Maar we zien nog wel. Niets is beslist. Bij Bevo is het alvast top om te spelen.”

Stel dat Jop naar de match Aalter-Bevo zou gaan kijken en zijn zussen wél meespelen, voor wie zou hij dan supporteren? “Ik zou juichen telkens als een van mijn zussen een punt maakt“, klinkt het diplomatisch. “Ik zie hen beiden even graag. Maar ik focus vooral op mijn eigen ploeg Menen.” (JS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier