Knack-libero Stijn Dejonckheere begint aan laatste matchen als prof

Stijn Dejonckheere: "Ik ben heel tevreden over alle keuzes die ik heb gemaakt." © Bart
Lode Blomme

Stijn Dejonckheere is bezig aan zijn laatste dagen als prof. Nog minimum drie en maximum vijf matchen scheiden de 31-jarige speler van Knack Volley Roeselare van zijn volleybalpensioen. Aan de vooravond van de best-off-five tegen eeuwige rivaal Maaseik stelden we de Roeselaarse libero 20 vragen.

1. Welke poster sierde vroeger de muren van je kamer?

“Naast posters van auto’s herinner ik me nog een grote poster van het toenmalig populaire volleybalmerk Kaepa. Je zag een stoere volleybalploeg aan de andere kant van het net, armen gekuist. Op de voorgrond zag je volleyballen half in de parket steken. Door forse kracht in de grond geslagen. Als ik kind vond ik dat stoer en motiverend.”

2. Welke sport zou je beoefend hebben mocht je geen profvolleyballer zijn geworden?

“Voetbal. Maar dan een slechte voetballer. Toen ik zes was, mocht ik van mijn ouders kiezen tussen voetbal of volleybal. Ik wilde sjotten, maar dat was buiten Marc Vlaeminck gerekend, bestuurslid van Rembert Torhout en vaste kinesist van mijn ouders. Hij schreef me in en betaalde zelfs mijn lidgeld. Weinig keuze dus. Ik ben er hem nog altijd dankbaar voor.”

3. Wat heb je het meest gemist tijdens je profbestaan?

“Ik ben heel tevreden over alle keuzes die ik heb gemaakt, maar kiezen voor een leven als topsporter is ook kiezen om geen normaal studentenleven met de bijbehorende vrijheid en avonturen te hebben. Ook je sociaal leven ziet er helemaal anders uit, maar door de voordelen van een topsporter is het dat allemaal waard.”

4. Heb je er spijt van dat je ondanks interesse nooit naar het buitenland bent getrokken?

“Ja en neen. Voor de levenservaring en het avontuur was het een droom om enkele jaren in het buitenland te spelen en wonen. Maar ik denk op lange termijn. Naar het buitenland trekken limiteert de uitbouw van een professioneel en sociaal leven hier in België. Als daar genoeg middelen tegenover staan, is dat zeker een goeie keuze, maar met mijn positie als libero was dat niet mogelijk.”

De combinatie van zes specifieke Belgische spelers was het beste wat ik ooit mocht ervaren

5. Wat was de grootste ontgoocheling in je carrière?

“Elke verloren wedstrijd is een ontgoocheling. Spelen bij Knack Volley was mijn doel, mijn droom. In mijn naïeve ambitie heb ik me verschillende keren zelf aangeboden bij Roeselare, met een ontgoochelend antwoord als resultaat. Die verschillende ontgoochelingen zijn uiteindelijk omgezet naar een bloeiende carrière. Een andere ontgoocheling is dat ik nooit een WK heb gespeeld, omdat ik op een slecht moment met een knieblessure uitviel.”

Stijn Dejonckheere tussen zijn ploegmaats Matthijs Verhanneman en Sam Holt.
Stijn Dejonckheere tussen zijn ploegmaats Matthijs Verhanneman en Sam Holt.© Bart

6. Wie is de beste speler met wie je ooit samenspeelde?

“De individuele prestatie van een volleyballer hangt altijd af van zijn medespelers. In het kader daarvan kan ik zeggen dat de combinatie van zes specifieke Belgische spelers het beste was wat ik ooit mocht ervaren. De cohesie, automatismen, het respect en de motivatie tussen Hendrik Tuerlinckx, Matthijs Verhanneman, Pieter Coolman, Ruben Van Hirtum, Stijn D’Hulst en ikzelf – ook wel bekend als The Golden Boys – was uniek.”

7. Van welke tegenstander waren de opslagen het moeilijkst te stoppen?

“Alle opslagen zijn moeilijk. Elke bal vergt honderd procent concentratie. Een volleybal weegt weinig en kan in een zaal onverwachte bewegingen maken. Als we spreken over pure poweropslagen, moeten we naar de Champions League kijken, zoals Kazan met spelers als Matt Anderson.”

8. Tegen wie speelde je je beste match in je carrière?

“Die match moet nog komen. Dat zal tegen Maaseik zijn…”

Er zijn supporters van Knack die heel dicht bij de spelersgroep staan en die ik als vrienden beschouw

9. De rivaliteit tussen Roeselare en Maaseik kun je het best vergelijken met…

“Anderlecht tegen Club Brugge natuurlijk! Twee prachtige clubs met een rijke geschiedenis, consistente historische prestaties, een goeie organisatie en een sterk imago.”

10. Hoe uniek zijn de supporters van Knack Volley?

“Heel uniek! Je kan ze niet vergelijken met de supporters van Menen. Ze zijn soms verwend door de aanhoudende goeie prestaties waardoor ze kritisch en hard kunnen zijn voor de spelers, maar dat is hun recht. En je krijgt op een seizoen veel respect en kracht terug. Er zijn verschillende kippenvelmomenten in mijn geheugen gegrift. Er zijn zelfs supporters die heel dicht bij de spelersgroep staan en die ik beschouw als vrienden.”

Stijn Dejonckheere:
Stijn Dejonckheere: “Wij hebben de klik, de vrienden, de magie. Voor ons mag het seizoen nog twee maanden duren.© Bart

11. Roeselare wint de play-off-finale tegen Maaseik, omdat …

“… wij die passie en honger hebben. Wij hebben de klik, de vrienden, de magie. Voor ons mag het seizoen nog twee maanden duren. Wij willen niet naar huis. De trainingen, de wedstrijden, het ritme…: het zit in ons DNA.”

12. Hoe erg zou het zijn om niet in schoonheid afscheid te kunnen nemen, dus zonder titel?

“Zes is al mijn hele leven mijn favoriete nummer en ik verzamelde al vijf landstitels. Je voelt me al komen: voor de zesde keer landskampioen worden is mijn ultieme doel. Ernaast grijpen zou op korte termijn pijnlijk zijn, maar als ik het vanop afstand bekijk, zal ik nog altijd heel trots zijn op mijn carrière, ook al pakken we straks de titel niet.”

Ik neem me voor om een jaar lang geen competitie te spelen, ook niet in de lagere reeksen

13. Wat ga je doen met al je energie als je geen volleyballer meer bent?

“In eerste instantie stop ik al mijn energie in mijn videoproductiebedrijf Clementine. Daarnaast zal ik nog actief blijven achter de scherm van Knack Volley. En er zijn nog veel uitdagingen in het leven die ik door het volleybal opzij heb gezet.”

14. Hoe groot is de kans dat je ooit een comeback maakt, desnoods op lager niveau?

“Heel klein. Ik neem me voor om een jaar lang geen competitie te spelen, ook niet in de lagere reeksen. Even geen commitment, op gelijk welk niveau. Nadien is het eventueel mogelijk dat ik ergens ga meetrainen, maar de kans is groot dat ik me mateloos erger aan mijn mindere niveau en dan speel ik beter niet meer.”

15. Je verlaat Knack Volley niet helemaal. Welke rol speel je straks nog op Schiervelde?

“Ik versterk de ploeg naast het veld, in het management team waar ik me verschillende taken toe-eigen. Meer kan ik daar voorlopig niet over zeggen.”

Stijn Dejonckheere verzamelde bij Knack Roeselare al vijf landstitel. Zijn favoriete nummer is zes...
Stijn Dejonckheere verzamelde bij Knack Roeselare al vijf landstitel. Zijn favoriete nummer is zes…© Bart

16. Hoe zwaar is de erfenis voor Dennis Deroey, je opvolger straks bij Roeselare?

“Sport is vluchtig. Vandaag ben je de held, morgen ben je geschiedenis. Manu Callebert en Julien Lemay waren voor mij voorbeelden, maar weinig mensen kennen nog de vroegere libero’s van Knack Volley en dat zal bij mij ook zo zijn. Ik ken Dennis zijn niveau: een waardige vervanger. Op de liberopositie zullen we ons niet verzwakken, ook al is hij iets ouder.”

“Een paar spelers kregen na het winnen van de beker een bericht van Emile Rousseaux”

17. Heb je Emile Rousseaux dit seizoen nog gehoord?

“Weinig. We hebben met een aantal spelers wel een bericht met gelukwensen gekregen na het winnen van de bekerfinale.”

18. Welke sporter verdient meer respect dan hij/zij nu krijgt.

“Iedereen die besmet is met de blinde passie voor zijn sport. Koen Naert is daar een mooi voorbeeld van. Een hardwerkende atleet die alles aan de kant heeft gezet om te doen wat hij graag doet: lopen. Hij combineerde zijn job met zijn trainingen, wat absurd is voor een marathonloper. En uiteindelijk doet hij het en wordt hij Europees kampioen, omdat hij erin geloofde en er alles voor heeft gegeven.”

Een libero is als een soldaat aan het front die als eerste op de vijand afstevent

19. Moet een libero een beetje gek zijn?

“Je mag, op enkele uitzonderingen na, geen punten scoren. Kort door de bocht gezien kan je alleen maar missen. Om het hele seizoen gefocust te zijn, moet je je motivatie en voldoening uit andere zaken halen. Dat zijn mentale kronkels die je moet aanleren. Ik vergelijk het soms met de naïeve, strijdlustige soldaat die als eerste in de frontlinie op de vijand afstevent, zonder na te denken over de gevolgen. Een beetje gek zijn helpt dan wel.”

20. Met wie zou je graag eens uit eten gaan?

“Met Vincent Kompany. Een topsporter en ondernemer die ik enorm waardeer en waar ik naar opkijk. Ik zou graag eens wat dingen met hem bespreken.”

Zaterdag 27 april om 20.30 uur: Knack Roeselare – Greenyard Maaseik.

Woensdag 1 mei om 20.30 uur: Greenyard Maaseik – Knack Roeselare.

Zondag 4 mei om 20.30 uur: Knack Roeselare – Greenyard Maaseik.