Nieuwkomer Stef Peeters past zich razendsnel aan Zulte Waregem aan

Wintertransfer Stef Peeters heeft zich in geen tijd aangepast bij Zulte Waregem. (foto HDV)
Redactie KW

Toen bekend raakte dat Zulte Waregem tot eind juni dit jaar de Limburgse middenvelder huurt van het Franse Caen, moesten nogal wat supporters even in het geheugen graven. Want: Stef Peeters, wie was dat nu weer? Amper twee matchen had de op 9 februari 27 jaar wordende speler nodig om de fans te overtuigen dat hij een aanwinst kan zijn. De sympathieke ‘8’ van 1m88 voelt zich vanaf dag één in zijn nopjes aan de Gaverbeek.

Een heerlijke pass op Bongonda in de met 1-2 verloren match tegen Antwerp, Francky Dury die na die wedstrijd onderstreepte dat de aansluitingstreffer er mede dankzij hem kwam, de knappe actie die het openingsdoelpunt van Essevee vorige week in Lokeren inluidde… Het zijn maar enkele van de signalen die bewijzen hoe snel Stef Peeters zich integreert bij Zulte Waregem. Na anderhalf jaar bij Caen, waar hij terecht kwam na een voortreffelijke passage bij Sint-Truiden, is de Limburger helemaal ‘back in business’ op de Belgische voetbalvelden.

“Als ik mij goed voel naast het veld, merk je dat op het veld”, lacht de Vlaming. “Bij Essevee zat het vanaf de eerste minuten snor, ik voelde me hier meteen thuis. Bij Caen had ik dat gevoel totaal niet, wat onder meer ook door het Frans kwam. Qua mentaliteit is Zulte Waregem ook helemaal mijn ding: voetjes op de grond, alles in een gemoedelijke sfeer. In zo’n klimaat kom ik beter tot mijn recht.”

Winnen we zaterdag van Cercle, dan mag de degradatiestress helemaal wegvallen

Stef Peeters heeft op z’n 27ste toch al wat voetbalwatertjes doorzwommen. Zijn jeugdjaren volmaakte hij bij Racing Genk, waar hij nog vijf matchen in het A-elftal speelde. Daarna trok hij naar Sparta Rotterdam, waar hij in 62 matchen 9 goals meepikte. “Toch had ik het daar aanvankelijk moeilijk. Het was de eerste keer dat ik op eigen benen stond, ik moest ook wennen aan de heel directe manier van communiceren daar… Evident was het niet, maar ik ben er zeker wel harder geworden. Eigenlijk was het mijn eerste echte ervaring met ‘mannenvoetbal’.”

Bij MVV Maastricht, in de Nederlandse tweede klasse, onderstreepte je voor het eerst écht je waarde, met 17 goals in 68 matchen. Wordt die competitie onderschat?

“Eigenlijk is dat een zalige competitie voor jonge spelers die wedstrijdervaring willen opdoen. Er is geen druk, omdat er niemand uit die reeks degradeert. Daardoor wordt er veel offensiever gedacht. Ik zie dat nogal wat spelers van AA Gent en RC Genk daar nu spelen. Het verbaast me dat er weinig transfers in de omgekeerde richting gebeuren. Ik ben één van de uitzonderingen die de regel bevestigen (Peeters verhuisde in 2016 van MVV naar Sint-Truiden, red.), maar het is een ideale omgeving om talenten te laten rijpen. Het lijkt me alleszins plezanter dan in onze 1B, een competitie met amper acht ploegen en daardoor zo goed als altijd titel- of degradatiestress.”

Je moest niet lang nadenken om vorige maand naar Zulte Waregem te komen. Wat deed jou die knoop zo snel doorhakken?

“Een jaar geleden was er al eens contact geweest met Francky Dury. Toen hij circa anderhalve maand geleden tijdens een lange babbel opnieuw zijn interesse liet blijken, heb ik inderdaad niet lang geaarzeld. Deze club past bij mij, om verschillende redenen.

Zulte Waregem past bij mij, om verschillende redenen

Ten eerste is er de vastberaden keuze voor offensief voetbal, met veel combinaties over de grond en doorgaans in een herkenbare 4-3-3. Secundo schaart het management zich hier sinds jaar en dag achter de trainer. Dat getuigt van visie en is vrij uitzonderlijk. Belgische ploegen wisselen doorgaans gewoon te snel van trainer, al maakte ik tijdens achttien maanden Sparta Rotterdam ook vijf coaches mee. Dat maakt het voor een groep een stuk moeilijker. Bovendien heeft dit team ook de kwaliteiten om een stuk hoger in het klassement te staan. De degradatiestrijd schrok me niet af, neen, het was me vooral om de speelminuten te doen. Bij Caen heb ik minder gespeeld dan ik gehoopt had, dan zou het niet realistisch zijn te wachten tot een Belgisch team uit play-off 1 je komt halen.”

Hoe kwam het dat je bij Caen minder goed uit de verf kwam?

“Ik had de pech dat Fayçal Fajr me uit de ploeg speelde. Dat is geen oneer: hij komt van het Spaanse Getafe en is Marokkaans international. Zijn naam was steevast de eerste die op het wedstrijdblad werd ingevuld. Ik heb bij Caen ook wel mijn matchen gespeeld hoor, maar moest er ook wennen aan de hoge fysieke intensiteit: op training gaat het er even hard aan toe als in de wedstrijd, de tackles vliegen er in het rond. Iedereen speelt er voor zich, er is minder een groepsgevoel. Dat vond ik hier wel terug. In principe moet ik eind dit seizoen terug naar Caen, al betwijfel ik sterk of dat zal gebeuren. Mijn ouders hebben er onlangs mijn appartement leeggehaald én Zulte Waregem heeft een aankoopoptie bedongen. Ik zou er geen probleem mee hebben om hier volgend seizoen opnieuw aan de slag te zijn. Het zou ook nogal vreemd zijn mocht ik dit als een ‘opstapje’ voor mijn carrière beschouwen. Laat me eerst mijn positie als basisspeler maar eens bevestigen.”

Kunnen jullie, na de zege op Lokeren, volledig bevrijd de laatste zeven matchen van de competitie aanvatten?

“Daarvoor is het nog wat vroeg, denk ik. We mogen ons niet te vroeg veilig wanen. Winnen we zaterdag van Cercle, dan mag de degradatiestress wel helemaal wegvallen. Eigenlijk had dit team nooit in de problemen mogen komen, want op papier oogt de kern minstens even sterk als die van Sint-Truiden, bijvoorbeeld. Toen ik nog op Stayen speelde, gingen we trouwens drie keer onderuit tegen Essevee. Het illustreert dat Zulte Waregem in principe altijd een taaie tegenstander is.”