Weduwe getuigt voor het eerst 35 jaar na de dood van Kurt Axelsson, eerste voetbalprof ooit bij Club

Nicole De Grande denkt nog vaak aan haar overleden man. © Fernand Proot
Sam Bracke
Sam Bracke Medewerker KW

Dit jaar is het 35 jaar geleden dat Kurt Axelsson het leven liet, maar Brugge is zijn eerste profspeler nog lang niet vergeten. Van 1967 tot 1973 maakte de ranke Zweed furore bij blauw-zwart, om later nog bij KV Oostende en KV Kortrijk aan de slag te gaan. De sierlijke centrale verdediger overleed in 1984 na een auto-ongeval, maar leeft verder in de harten van zijn fans en zijn familie. Ook weduwe Nicole De Grande (68) denkt nog dagelijks aan hem. Ze doet exclusief en voor het eerst haar verhaal.

Nicole ontvangt ons in haar woning langs de Brugse Vesten. Op tafel liggen haar trouwboekje en een hoop krantenartikelen uit de jaren 70. “Ik heb mijn huiswerk gemaakt”, knipoogt Nicole. Maar tijdens het interview zou blijken dat ze de schrijfsels amper nodig heeft. Zelfs 35 jaar na zijn dood komen de herinneringen levendig boven, met een lach en een traan. “Kurt liet met zijn innemende persoonlijkheid een blijvende indruk na. Overal waar hij kwam. Op iedereen.”

Hoe graag hij hier ook was, Kurt is toch altijd ook voor een stukje Zweed gebleven

Het is voor die sterke persoonlijkheid dat de toen 20-jarige Nicole in 1971 als een blok viel. “Kurt was hier al ruim drie jaar. Ondertussen was hij al heel goed gekend in Brugge. Toen ik hem in het Brugse uitgaansleven ontmoette, wist ik echter niet dat hij een profvoetballer was. De spelers gingen na elke match op stap en ik zag Kurt in een hoekje zitten. Zoals steeds zei hij weinig, maar door zijn enorme persoonlijkheid werd ik automatisch tot hem aangetrokken. Hij was een echte gentleman.”

Kurt Axelsson in het Club-shirt.
Kurt Axelsson in het Club-shirt.© Fernand Proot

Mijn vader, nochtans een grote Clubfan, was daar aanvankelijk niet content mee en waarschuwde me: ‘Meisje pas op, want hij heeft al veel vrouwenhartjes gebroken in Brugge

Ze raakten aan de praat – Axelsson zijn Vlaams was na ruim drie jaar in Brugge al meer dan behoorlijk – en er volgde een eerste afspraakje. “Kurt kwam me thuis oppikken, dus wisten mijn ouders al snel hoe laat het was. Mijn vader, nochtans een grote Clubfan, was daar aanvankelijk niet content mee en waarschuwde me: ‘Meisje pas op, want hij heeft al veel vrouwenhartjes gebroken in Brugge.’ (lacht) Op die eerste date gingen we naar de cinema, naar de bekende western Once Upon a Time in the West. Tijdens de aftiteling vertelde Kurt me dat hij die film al vier keer had gezien. (lacht) Typisch Kurt, zo gesloten dat hij zoiets pas nadien zegt. Hij moet het blijkbaar een fantastische film gevonden hebben.”

Kurt Axelsson bij de de viering van de tweede landstitel voor Club ooit in 1973 tussen Johan Devriendt en Georges Leekens.
Kurt Axelsson bij de de viering van de tweede landstitel voor Club ooit in 1973 tussen Johan Devriendt en Georges Leekens.© Fernand Proot

Dat eerste afspraakje was de start van een mooie relatie en in 1974 stapten ze in het huwelijksbootje. “Mijn vader was ondertussen al lang bijgedraaid”, lacht Nicole. “Op Kurt kon je immers niet kwaad zijn. Met zijn innemende persoonlijkheid had hij ook al snel mijn ouders voor zich gewonnen.”

Nog steeds Clubfan

Wanneer we het over Axelsson als voetballer hebben, beginnen Nicole haar ogen te fonkelen. “Ik was aanvankelijk geen voetballiefhebster, maar door Kurt ben ik automatisch in het voetbalwereldje gerold. Ik was – en ben zelfs nog altijd – hevig supporter van Club Brugge. Kurt was heel secuur en gedisciplineerd. Ik herinner me nog de anekdote dat hij na één van zijn eerste oefenmatchen voor Club Brugge, op Blankenberge, zijn voetbalschoenen schoonmaakte. Zijn Belgische ploeggenoten wisten niet wat ze zagen, want zij waren het gewoon om met vuile schoenen naar huis te gaan. Maar Kurt poetste zijn sloffen, borstelde ze en blonk ze op tot ze zo goed als nieuw waren. De volgende match deden zijn teamgenoten hetzelfde. Het zegt veel over welke indruk Kurt naliet.”

Axelsson was de eerste prof in Brugge en bij uitbreiding in West-Vlaanderen, maar velen omschrijven hem nog steeds als een échte modelprof avant la lettre. “Zo kan je hem gerust noemen. Hij leefde voor zijn sport. Ik stond op de tweede plaats, hoor. Helpen in het huishouden heeft Kurt nooit gedaan. Alles op zijn profbestaan, hé. Trainen en rusten.”

Het is een droom om kleinzoon Diaz te zien voetballen. Hij heeft enorm veel mee van Kurt

Ook bij de Zweedse nationale ploeg gooide Axelsson hoge ogen. Zo was hij op het WK van 1970 in Mexico actief. “Maar Kurt was zo gesloten dat hij daar eigenlijk bijna niets over verteld heeft. Ik ben er wel zeker van dat hij dat heel intens beleefd zal hebben, maar hij bleef altijd met zijn voetjes op de grond. Dat is ook een van de redenen waarom Kurt zo geliefd was in Brugge. Hij ging dagelijks wandelen en zijn koffietje drinken op de markt. Ja, hij was veel onder de mensen. Iedereen zag hem graag. Hij was galant naast, maar ook op het veld. Zo herinner ik me een krantenkop: ‘De Zwevende Zwaan van de Klokke.’ Ook ‘de balletdanser’ werd hij vanwege zijn voorzichtige manier van lopen genoemd. Ja, dat was Kurt hé…” (in gedachten verzonken)

Tweede titel ooit

In 1973 had Axelsson een groot aandeel in de tweede Brugse titel uit het clubbestaan. “Ik heb nog vage herinneringen aan de titelviering. Kurt was uiteraard een vedette in Brugge en de titel versterkte die rol nog. Hij werd herkend en aangeklampt op straat. Veel last had ik daar echter niet van. Ik was er ook niet veel bij, want ik was bijna altijd aan het werk in onze winkel (gespecialiseerd in huishoudlinnen, red.) in de Steenstraat. Recht tegenover ons pand baatte Norberto Höfling, toenmalig trainer en Kurts ontdekker, zijn winkel uit.”

Club Brugge won in het seizoen '67-'68 op de Heizel de Beker van België, de eerste bekerwinst in de Club-geschiedenis. We herkennen boven v.l.n.r. beheerder Pierre Vermeulen, Fernand Boone, Gilbert Marmenout, Fons Bastijns, Johan Moelaert, Pierre Carteus, Kurt Axelsson en secretaris-generaal Willy Lagasse. Onder v.l.n.r. Johny Thio, Raoul Lambert, Erwin Vandendaele, Walter Loske en Gilbert Bailliu.
Club Brugge won in het seizoen ’67-’68 op de Heizel de Beker van België, de eerste bekerwinst in de Club-geschiedenis. We herkennen boven v.l.n.r. beheerder Pierre Vermeulen, Fernand Boone, Gilbert Marmenout, Fons Bastijns, Johan Moelaert, Pierre Carteus, Kurt Axelsson en secretaris-generaal Willy Lagasse. Onder v.l.n.r. Johny Thio, Raoul Lambert, Erwin Vandendaele, Walter Loske en Gilbert Bailliu.© Fernand Proot

Na dat kampioenschap in ’73 genoot Axelsson van de interesse van verschillende clubs. “Hij zou voor Rijsel gaan voetballen. De contracten lagen klaar, maar door een kleine onenigheid over de wisselkoers tussen de Belgische en de Franse frank werd de transfer voor een paar dagen uitgesteld. ‘s Anderendaags op training brak Kurt zijn been en is de transfer definitief afgesprongen. Een zware klap.”

Na een lange revalidatieperiode werd Axelsson aan AS Oostende verkocht. “Daar werd hij herenigd met Höfling en beleefde hij nog mooie jaren, maar Kurt haalde nooit écht meer het niveau van voor zijn blessure. Bovendien werden er hartritmestoornissen vastgesteld. Ik zat zwanger in de tribune van het Albertpark (de vroegere naam van de Versluys Arena, red.) toen Kurt op het veld in elkaar zakte en hij weggevoerd moest worden met de ambulance. In het ziekenhuis kreeg hij te horen dat hij nooit meer zou mogen voetballen. Zijn wereld stortte in. Voetbal was zijn houvast. Ook het feit dat hij niet meer voor de Zweedse nationale ploeg kon spelen, deed hem veel pijn. Hij heeft uiteindelijk 30 caps voor zijn land gespeeld, telkens met hart en ziel.”

Kurt Axelsson en zijn echtgenote Nicole De Grande klinken bij het doopsel van hun enige dochter Britt.
Kurt Axelsson en zijn echtgenote Nicole De Grande klinken bij het doopsel van hun enige dochter Britt.© Fernand Proot

“Kurt was hier enorm graag, maar toch denk ik dat hij af en toe wat heimwee had naar Zweden. Hij belde regelmatig naar het thuisfront en in de zomer ging hij voor langere periodes naar Zweden op reis. Hoe graag hij hier ook was, Kurt is toch altijd ook voor een stukje Zweed gebleven. Vanwege de taalbarrière hebben we nooit een terugkeer naar Zweden overwogen. We zijn wel op bezoek geweest bij zijn ouders, die daar in een typisch Zweeds houten huisje woonden. Maar geen enkel familielid – op één broer na – sprak Engels. Dat maakte het moeilijk om te communiceren.”

In 1976 ging Axelsson nog als hulptrainer van Henk Houwaart bij KV Kortrijk aan de slag. “Maar ook daarmee moest hij door de hartproblemen stoppen. Geen voetbal meer dus en daar had Kurt het bijzonder lastig mee. Gelukkig kon hij toen aan de slag bij mijn broer Paul (de antiquair bekend van in Stukken van Mensen op Vier, red.). Hij was zijn rechterhand en iedereen kende hem. Dat vond Kurt best fijn. Het sleurde hem door de lastige periode.”

Onwel geworden?

Tot op die noodlottige dag in 1984. Axelsson slipt met zijn wagen en belandt tegen een oplegger. Hij is op slag dood, op amper 43-jarige leeftijd. De vele herinneringen die Nicole ophaalt, maken plots plaats voor lange stiltes. Nu en dan horen we een trilling in haar stem. Zelfs na 35 jaar doet het haar nog veel. “Het ongeval is aan de brug aan het station gebeurd. Kurt kwam van bij mijn broer. Mogelijk is hij onwel geworden achter het stuur, maar dat zullen we nooit met zekerheid weten. Toen mijn telefoon rinkelde en ik het nieuws vernam, stond mijn wereld stil.”

Nicole bleef achter met een dochter van ruim acht jaar. “Een heel lastige periode, maar je moet verder. (lange stilte) Gelukkig ben ik altijd heel zelfstandig geweest, ook toen Kurt nog leefde. Met de jaren slijt het verlies, maar weggaan doet het uiteraard niet. En gelukkig heb ik onze dochter Britt, het mooiste cadeau dat ik van Kurt kon krijgen. Dat is een stukje van hem dat verder leeft. In 1999, 15 jaar na het ongeval, ben ik hertrouwd.”

Foto’s van Axelsson zien we in de woonkamer op het eerste zicht niet hangen. “Maar als dat hier zit (drukt met de hand op het hart), hoeft dat ook niet. Mijn mooiste herinneringen aan Kurt leven verder in onze prachtige dochter en onze kleinzoon Diaz, die voetbal ademt. Het zit duidelijk in de genen. Het is precies alsof hij met een bal geboren is. Diaz is er 12 en speelt bij Knokke, waar mijn dochter woont. Diaz heeft de dubbele achternaam Axelsson-De Baets mee gekregen. Ja, hij wordt daar regelmatig over aangesproken. Logisch ook, want veel mensen uit de voetbalwereld kennen de naam Axelsson nog steeds.”

“Het is een droom om Diaz nu te zien voetballen. Hij heeft enorm veel mee van Kurt. In de familie zijn we allen donkerharig, terwijl Diaz blond is. (toont ons foto’s van Diaz en we beamen dat de gelijkenis treffend is) Iedereen die Kurt gekend heeft, schrikt bij het zien van Diaz.”

Graf aan Jan Breydel

Ook Nicole wordt nog regelmatig over haar overleden echtgenoot aangesproken. “Ik heb daar geen enkel probleem mee. Het is juist mooi dat ze na al die jaren nog aan hem denken. Op zijn graf (vlakbij het Jan Breydelstadion, red.) ligt er nog heel regelmatig een blauw-zwarte sjaal of een bloempje. Het is prachtig dat er daar nog mensen aan denken. Ook in onze familie komt Kurt nog geregeld ter sprake. Hij zou er nu 78 geworden zijn, maar ook in het hedendaagse voetbal zou hij thuis gehoord hebben. Als het over voetbal ging, kon Kurt zich altijd aanpassen. Een op en top prof.”

Nog met het Braziliaanse CR Flamengo tegen Pelé

Kurt Axelsson startte zijn carrière bij een plaatselijk ploegje in het Zweedse Rännberg, waar hij geboren werd en zijn ouders een houthakkersbedrijf hadden. Alvorens hij naar België kwam spelen, voetbalde Axelsson nog drie seizoenen bij het grotere GAIS Göteborg. “Maar slechts weinigen weten dat Kurt in 1967 op proef speelde bij het Braziliaanse CR Flamengo, waar hij onder meer tegen het Santos van Pelé speelde. Het was de bedoeling dat Kurt van GAIS naar Brazilië getransfereerd zou worden. De contracten lagen zelfs al klaar, maar Kurt wilde niet tekenen omdat hij niet goed tegen het vochtige klimaat kon. Hij keerde terug naar Göteborg, tot Norberto Höfling hem scoutte. Hij had hem zien spelen bij de Zweedse nationale ploeg en wilde hem absoluut naar Brugge halen.” Uiteindelijk speelde Axelsson in zes seizoenen 153 matchen in de blauw-zwarte kleuren. Onder meer met zijn positieve coaching liet hij een blijvende indruk na. Bovendien was hij de eerste speler van Club die voor een wedstrijd intensief opwarmde en stretchte. “Alleen de echte toppers houden tijdens de match hun hoofd rechtop. Dat is het eerste wat me bij Axelsson opviel”, liet Höfling, die de Zweed naar België haalde, destijds optekenen.