“Te klein om een echte topkeeper te worden? Dat zijn vooroordelen”

Dany werkt bij Stoke City FC en zag Justin onlangs nog maar voor het eerst bij Knokke aan het werk. © Davy Coghe
Redactie KW

Vijf titels en evenveel bekers in 16 seizoenen bij Club Brugge. Het palmares van Clubicoon Dany Verlinden (54) oogt indrukwekkend. Van een titel bij de grote jongens kon zoon Justin nog niet proeven, maar daar kan zondag – mits een thuiszege tegen Dessel – verandering in komen. De 21-jarige ex-jeugddoelman van Club Brugge, Standard en KV Oostende ontpopt zich in de play-offs tot de onbetwiste nummer één van Royal Knokke FC en hoopt zondag de kers op de taart te zetten met het kampioenschap in eerste amateurklasse.

Dany Verlinden woont en werkt in het Engelse Stoke, waar hij de keepers een paar dagen per week onder handen neemt. Hij woonde er samen met zoon Thibaud (18), die er vorig seizoen een profcontract tekende. Maar sinds de jonge flankspeler afgelopen winter uitgeleend werd aan het Duitse FC St. Pauli, verblijft Dany al enkele maanden alleen aan de overkant van het Kanaal. “Ik kom niet zo vaak meer naar België. Tegen Deinze (Knokke won die partij vorige week donderdag met 4-1, red.) zag ik Justin nog maar voor het eerst dit seizoen aan het werk. Als ik in België ben, verblijf ik in Sint-Idesbald. Een wandeling aan het strand mag dan nooit ontbreken. Het doet goed om weer aan de Belgische kust te zijn. In het binnenland zou ik niet meer willen wonen“, vertrouwt Dany Verlinden ons toe wanneer we op de Zeedijk van De Panne wandelen.

Je bent nochtans geboren in het Vlaams-Brabantse Aarschot.

Dany Verlinden: “Klopt, maar toen ik in ’88 voor Club Brugge koos, zijn we richting West-Vlaanderen verhuisd.”

Justin Verlinden: “Ik groeide op in Oostduinkerke. Mijn oma is bovendien van De Panne, dus mijn ouders hebben altijd wel een band met de kust gehad. We voelen ons hier thuis. Mijn voetbalcarrière begon ik bij Club Brugge, om op 13-jarige leeftijd voor Standard te kiezen.”

Dany: “Dominique D’onofrio was toen hoofd van de Luikse jeugdopleiding en hij heeft ons overtuigd. Een jaartje later is op aandringen van Jean-François De Sart ook Thibaud gevolgd. Alles was er perfect geregeld. De accommodatie, het internaat… Het was top.”

“Justin is explosief en heeft technische kwaliteiten waar ik in mijn tijd alleen maar kon van dromen” – Dany Verlinden

Justin: “Ik beleefde er de tijd van mijn leven. Het was ook goed voor mijn Frans, want ik ben nu nagenoeg perfect tweetalig. Een groot voordeel.”

Dany: “Standard was destijds een heel warme en familiale club, wat de jongste jaren toch aan het veranderen is. Ze willen een beetje naar de Engelse stijl, waar er geen kantines bestaan. In Stoke wachten de ouders tot vijf minuten voor de wedstrijd in een apart zaaltje, om daarna met stewards tot aan het veld te worden begeleid. Ik vind dat veel beter. Er wordt bovendien niet geroepen op de spelers en de scheidsrechter. Als dat toch wordt gedaan, grijpen de stewards meteen in.”

Na Standard koos je voor KV Oostende, maar daar kon je nooit echt doorbreken. Bij de beloften speelde je er zelfs even als veldspeler.

Justin: “Ik had het toen eventjes volledig gehad en was het zelfs beu om onder de lat te staan. Als rechtsachter kon ik ook behoorlijk mijn plan trekken. Voetballend althans, op conditioneel vlak was het wat moeilijker.” (lacht)

Dany: “Hij heeft zeer goede voeten en dat is zijn grote troef. Justin heeft technische kwaliteiten waar ik in mijn tijd alleen maar kon van dromen. Bovendien is hij heel explosief op zijn lijn.”

Justin, opent je achternaam nieuwe deuren of zie je het veeleer als een belemmering?

Justin: “Wat papa heeft gepresteerd is ongelofelijk. Iedereen ziet de positieve kanten aan het feit dat ik ‘de zoon van’ ben, maar er zijn ook veel negatieve gevolgen. Iedereen bekijkt je anders en dat brengt een zekere druk met zich mee. Als er bijvoorbeeld iets wordt uitgehaald op training is het altijd ‘de zoon van’. Vooral bij Club Brugge was die achternaam vooral een belemmering, want ik werd steeds vergeleken met mijn vader. Bij Standard was dat veel minder het geval.”

Na KVO koos je vorig seizoen voor Knokke, maar daar liep het aanvankelijk ook wat stroef.

Justin: “Met Bram Paepe en Stijn Ampe heb ik twee stevige concurrenten. Ik ben echter steeds geduldig gebleven. Paepe bleef 25 matchen titularis, tot hij twee maanden geleden tegen Châtelet rood pakte in ik zonder opwarming moest invallen. De twee daaropvolgende matchen slaagde ik erin de nul te houden en we verloren in de reguliere competitie geen punt meer. Ik heb nooit echt aan mezelf getwijfeld, maar je ziet je ploeg elke week winnen en het doet pijn om daar geen aandeel in te hebben. Nu kan ik er wel volop van genieten.”

Knokke vroeg geen licentie voor 1B aan. Vindt de spelersgroep het jammer dat jullie wel voor die titel spelen, maar dat er geen promotie aan vast hangt?

Justin: “Deels wel, want het zou toch nog een extra element aan de eindronde hebben toegevoegd. Het was even een domper toen we hoorden dat de licentie niet werd aangevraagd, maar uiteindelijk is dat de verstandigste beslissing. Nu doen we het enkel voor de eer, met succes.”

Dany: “Voor een licentie moet je enorm investeren in je accommodatie en voor een club die maar een paar honderd toeschouwers trekt, is dat niet haalbaar. Kijk naar Coxyde, daar zijn ze te ver gesprongen en kijk hoe het afgelopen is… Ik zie ons evolueren naar een systeem zoals in Nederland, met een duidelijke afbakening tussen het prof- en amateurvoetbal. Er moet wel een opening blijven om traditieclubs weer naar het profvoetbal te kunnen laten doorstromen. Luik, RWDM… Dat zijn ploegen met een rijke traditie die weer een opmars aan het maken zijn.”

Justin: “Ik heb het gevoel dat de voetbalbond de grotere clubs wat wil beschermen omdat het niet wil dat kleinere ploegen als Knokke zouden promoveren. Het is jammer dat er aan zoveel voorwaarden voldaan moet worden, want sportief gezien was het wel het moment om naar 1B te gaan. Misschien dat het met de nieuwe accommodatie wel kan (Knokke start binnen enkele maanden met de bouw van een nieuw complex. Daardoor wordt er volgend seizoen in Heist gespeeld, red.).

In het moderne voetbal krijgen kleine keepers veel minder hun kans. Ondanks die 1m75 bouwde jij een indrukwekkende carrière uit, Dany. Zou dat vandaag nog kunnen met die lengte?

Dany: “30 jaar geleden lag de gemiddelde lengte van spelers ook nog een stuk lager. Dat was toen nooit een item, terwijl dat nu wel het geval is. Bij de jeugd worden er botscans van de pols genomen (om de groei te voorspellen, red.), scouts gaan niet meer kijken naar doelmannen onder 1,85 meter… In Engeland spreken ze momenteel van 6,3 feet. Dat is boven 1,90 meter (1,92 meter om precies te zijn, red.), maar als je dan ziet dat Brighton FC Mathew Ryan (1,84 meter, red.) haalde en hij een heel goed seizoen speelde, dan wordt die Engelse visie ontkracht. Als je die lengte niet hebt, moet je wel andere kwaliteiten hebben.”

Justin: “Je ziet dat andere ploegen daarop inspelen door bijvoorbeeld op hoekschop een grote speler voor je te zetten. Er wordt daar zoveel op gehamerd en commentaar op gegeven. Als er een bal onder de lat vliegt, zeggen ze altijd ‘hij is te klein’, terwijl die bal er bij een grote doelman ook gewoon zou ingegaan zijn. Het zijn vooral vooroordelen, maar ondertussen ben ik dat al gewoon.”

Thibaud werd in de winter uitgeleend aan FC St. Pauli, dat in de tweede Bundesliga speelt.

Dany: “Dat is minder goed meegevallen dan aanvankelijk verwacht. Begin januari viel hij geblesseerd uit en wegens degradatieproblemen en een trainersontslag kreeg hij nooit echt zijn kans. Die tweede Bundesliga is wel een heel sterke competitie en in die optiek was het een leerrijke ervaring. St. Pauli speelt elke thuiswedstrijd voor 30.000 man. Hij is er zes maanden alleen geweest en leerde er veel verschillende nationaliteiten kennen, dus het is een belangrijke levensles geweest. Eind juni keert hij terug naar Stoke, waar hij een vierjarig contract ondertekende. Ik sta nog altijd 200 procent achter zijn keuze om naar Engeland te vertrekken. De trein om naar het buitenland te vertrekken passeert maar één keer en ofwel spring je erop, ofwel blijf je staan. Er zijn weinig jongens die op hun 18 naar Engeland gaan.”

“Ik heb het gevoel dat de voetbalbond niet wil dat kleinere clubs als R. Knokke FC naar 1B promoveren” – Justin Verlinden

Justin: “Bij Standard heeft hij ook nooit deftig zijn kans gekregen. De lichting van het jaar 1999 bulkte van het talent, maar er speelt niemand in de eerste ploeg. Veel talentvolle spelers – zoals Adrien Bongiovanni, nu bij Monaco – zochten andere oorden op. Daar hadden ze in Luik spijt van en dan hebben ze de volgende richting willen pushen door enorme bedragen te betalen. Daar was echter veel minder talent aanwezig.”

Dany: “Geld is op zo’n moment ook niet belangrijk, want daarvoor is Thibaud niet naar Stoke getrokken. Hij kon evengoed bij Standard gebleven zijn, maar we kozen voor het sportieve en het avontuur. Standard was de voorbije jaren ook niet meteen de meest stabiele club. We misten er wat toekomstvisie.”

Wat zijn jullie toekomstplannen?

Dany: “Ik wil graag naar België terugkeren. Thibaud wordt er 19 en ik kan zijn hand niet blijven vasthouden. Hoofdtrainer zie ik me niet meer worden, maar als keepertrainer kan ik zeker nog een meerwaarde betekenen. Bij Club Brugge zie ik dat niet meer gebeuren, want ik heb er nog weinig contacten. Mijn ontslag in Brugge is destijds hard aangekomen, maar dat is verleden tijd en ik koester vooral ook de mooie momenten.”

Justin: “Ook volgend seizoen voetbal ik voor Knokke. Ik hoop er mijn plaats opnieuw af te dwingen en daarna zien we wel. Daarnaast wil ik me op mijn studies (eerste jaar bachelor vastgoed aan Vives, red.) focussen. Dat komt zeker in orde.” (kijkt naar zijn vader)

Dany: (kijkt met een vragende blik terug) “Als je ‘s avond moet trainen, kan je toch overdag even in die studieboeken duiken? (richt zijn vraag aan ons) Die gasten hebben daar dus moeite mee, terwijl ik niet genoeg kan benadrukken hoe belangrijk het is om iets achter de hand te hebben. Toen ik prof was bij Lierse behaalde ik via avondschool mijn diploma als boekhouder. Na de degradatie naar tweede klasse moest ik op zoek naar een job en dankzij dat diploma kon ik aan de slag bij een sponsor van Lierse. ‘s Morgens vroeg naar het werk vertrekken om dan ‘s avond na je werk nog vlug naar de training te rijden, dat was een hele aanpassing. Maar het hielp me later wel om te beseffen wat een luxebestaan het profleven is.”

(SB/JPV)

Dany Verlinden over…

De teloorgang van ‘Lierke Plezierke’

“Toen ik 12 jaar was, kon ik kiezen tussen Anderlecht en Lierse. Ik heb voor die laatste club gekozen omdat het dichtbij was en Lierse een enorme uitstraling had. Ik verliet de club in ’88 en de jaren daarvoor was er al een zekere instabiliteit. De lonen werden wel eens te laat betaald. Volgens mij zijn de problemen toen gestart en is dat altijd maar blijven aanmodderen. Ze hadden het geluk dat Wadi Degla in de club wou investeren. Ook zij maakten echter weer de fout om het te groot te zien. Dan gebeurt uiteindelijk toch het onvermijdelijke. Lierse was vroeger dé opleidingsploeg. Jan Ceulemans, Erwin Vandenbergh, Gert Verheyen… Allen braken ze er definitief door. Het is jammer dat zo’n brok voetbalgeschiedenis verloren gaat.”

De titel van Club Brugge

“Ik heb genoeg tijd om de wedstrijden van Club Brugge te volgen. Over heel het seizoen bekeken is Club de terechte kampioen, maar tijdens de play-offs heb ik toch ook even getwijfeld. Toen Ruud Vormer uit vorm was, werd meteen duidelijk dat dit Club Brugge nog iets te afhankelijk is van een aantal pionnen. Naar volgend seizoen toe moeten ze dat probleem met enkele gerichte versterkingen zien op te lossen.”

De Brugse keeperskwestie

“Het probleem is dat ze met jonge doelmannen zitten. Onervaren keepers maken fouten en dat moet je incalculeren. Door te snel te wisselen creëer je een situatie waarbij de doelmannen zonder vertrouwen zitten. Vladimir Gabulov wisselde goede momenten met heel zwakke dingen af en bracht niet wat er van hem verwacht werd. Ook de komst van de blessuregevoelige en waarschijnlijk dure Kenneth Vermeer was geen oplossing, waardoor ze nu nog steeds in hetzelfde schuitje zitten. Nu moet Club duidelijkheid scheppen en een duidelijke kaart trekken: ofwel die van de jonge doelmannen, ofwel die van een nieuwe ervaren keeper die er meteen moet staan. Er moet voor continuïteit in doel gezorgd worden. Iemand halen in het buitenland? Dan moet je volgens mij al eerder naar de Scandinavische landen kijken. Die mannen zijn haalbaar, spreken meestal de taal en hebben de juiste mentaliteit.”

Het leven in Stoke-on-Trent

“Ik ben nu drie jaar in Engeland en het was een grote aanpassing. De mentaliteit viel wel nog mee, maar de grootste aanpassing was verrassend genoeg de taal. Het dialect is er vrij plat en als ze drie woorden zeggen, zit er minstens één scheldwoord tussen. Het is er schering en inslag. Ze zijn er bovendien heel direct en spreken er alle coaches met de voornaam aan, iets wat me choqueerde en in België absoluut ondenkbaar is. Alleen de hoofdcoach van de eerste ploeg wordt in Stoke met ‘coach’ aangesproken.”