Nog vijf matchen en plots staat Oostende alleen op kop! Neen, dit is geen droom van de nieuwe voorzitter. Terwijl het bij KVO de jongste maanden sportief minder loopt, blinkt de kustploeg wel uit op andere vlakken. Sinds dit seizoen geven trainers, aanvoerders en officials punten op de grasmat en wat blijkt? KVO prijkt aan kop van dat klassement. Genoeg reden om de Oostendse greenkeepers een bezoekje te brengen.
“20 euro boete als jullie ook maar één voet op mijn terrein zetten”, grapt Robert ‘Chaf’ Chaffart, kantine-uitbater en greenkeeper, als we op zoek gaan naar de beste plekjes voor de fotosessie voor deze reportage over de Oostendse greenkeepers.
“Kijk, dit oneffenheidje komt er door vogels die hun voedsel hier onder de grasmat bewaren. En zie je die laser daar? Dat is om de duiven van ons terrein weg te houden”, legt Dieter Lannoo van de firma Krinkels uit.
Even later vervoegt ook stadiondirecteur Joost Depreux het gezelschap. “Die kleine kale plekjes komen door een teveel aan regenwormen.”
Het is meteen duidelijk dat het onderhoud van een topveld veel meer vraagt dan enkel het tijdig maaien van het gras. Bij deze gepassioneerde toppers in hun vakgebied zijn we alvast aan het goede adres om onze groene kennis bij te spijkeren.
Het is voor jullie wellicht een mooie vorm van erkenning om aan de kop van het klassement te staan.
Robert Chaffart: “Absoluut. En we vinden dat alle drie ook belangrijk. De reacties van fans, spelers en technische staf zijn heel positief. We durven nu ook veel meer eisen te stellen bij het bestuur.”
Joost Depreux: “Het is leuk dat het ook een erkenning binnen de club wordt. Naar het bestuur toe wordt het ook makkelijker om bepaalde beslissingen betreffende onze grasmat te verantwoorden. Ze zien immers dat het loont. Die nieuwe actie van de Pro League helpt daar wel bij.”
“Door het open stadion kan de zeewind aan het gras, dat daardoor sneller droogt”
Dieter Lannoo: “Een greenkeeper treedt zelden op de voorgrond, tenzij het fout loopt. Enkel bij negatieve gevolgen, bij blessures of een hobbelige grasmat, worden we erover aangesproken. Dat is nu eindelijk deels aan het veranderen en dat is uiteraard leuk.”
Wat voor budget trekken jullie voor het onderhoud van de grasmat uit?
Depreux: “Aan het hoofdterrein zullen we dit seizoen rond de 120.000 euro gespendeerd hebben. Dat is zonder de werkuren van Chaf en zijn mensen gerekend. Met het onderhoud van de negen oefenvelden op De Schorre erbij, zullen we op zo’n 200.000 euro uitkomen. Op het oefencomplex kunnen we op de medewerking van stad Oostende rekenen. Die samenwerking loopt bijzonder vlot.”
Lannoo: “Met dat budget zitten we in de middenmoot in vergelijking met de andere eersteklassers. Bij Standard zitten ze met andere klimatologische omstandigheden en trekken ze een half miljoen euro per jaar uit. In Charleroi is het onderhoud dan weer in handen van de stadsdiensten. In Ajax moeten ze omwille van de hoge tribunes kunstlicht gebruiken en daar hoorde ik dat de elektriciteitsfactuur alleen al tot 240.000 euro oploopt.”
“Die laser gebruiken we om duiven van het veld te houden”
Depreux: “Clubs die een volledig nieuwe grasmat leggen, souperen meteen een groot deel van hun budget op. Wij investeren meer in onderhoud en op jaarbasis is dat een stuk goedkoper.”
Zorgt dat ervoor dat jullie met een eerder beperkt budget toch aan kop van dat klassement prijken?
Depreux: “Er zijn verschillende factoren die een rol spelen. Ten eerste heeft een goede grasmat te maken met de structuur en de opbouw van de ondergrond. Hier zitten we in een zandgrond en dat is bijzonder voordelig naar drainage toe. Daarnaast profiteren we van het gunstige zeeklimaat. Met slechts een tiental grondvorstdagen per jaar hebben we een groot voordeel ten opzichte van de ploegen uit het binnenland.”
“Thuis heb ik geen gras staan, er is hier al genoeg werk”
Chaffart: “Ook de zeebries is een heel belangrijke factor in dit succesverhaal. We hebben hier sowieso veel wind en door de open structuur van de tribunes kan ze ook makkelijk over ons speelveld waaien, wat heel voordelig is omdat het gras op die manier makkelijk droogt.”
Lannoo: “Greenkeeping is geen exacte wetenschap en in dat opzicht is het belangrijk om verschillende visies bij elkaar te gooien. Iedereen heeft zijn eigen belangen. Terwijl Joost graag wil dat de mat er goed uitziet, denken wij meer aan de technische kant van de zaak. Hoe kunnen we in de huidige omstandigheden de levende plant het best versterken?”
Depreux: “Tot slot is ook de factor geluk niet te onderschatten bij greenkeeping. Als er twee uur voor de wedstrijd sneeuw valt of je mat op twee dagen tijd liters water moet slikken, dan is het om zeep.”
KVO is de voorbije jaren op alle vlakken sterk geëvolueerd en geprofessionaliseerd. Ook op vlak van greenkeeping?
Chaffart: “Tot een viertal jaar geleden stond ik samen met wijlen Louis Dedrie voor het onderhoud van de volledige grasmat in. We reden het gras toen nog met twee stokoude grasmachines af. We deden dat met veel liefde, maar met te weinig rendement. Nu zijn er ook veel meer middelen op financieel vlak.”
Depreux: “Ik ben hier ondertussen vier jaar en we zijn sterk geëvolueerd. Sinds 2015 zijn we volledig zelf verantwoordelijk voor het hoofdterrein (voorheen was dat in samenspraak met stad Oostende, red.) en vanaf toen zijn we nog een stuk verder kunnen gaan. Ook het Europese verhaal van afgelopen zomer was een positieve ervaring. UEFA legt veel meer richtlijnen op dan de Pro League en zo leggen we de lat steeds wat hoger.”
“De medewerkers worden op tijd en stond met een druppeltje of pintje beloond”
Chaffart: “Weet je dat ons veld beter lag dan in Marseille? (lacht) Een paar dagen voor de wedstrijd was de Tour de France immers nog in het Stade Vélodrome gearriveerd. Hier is zoiets ondenkbaar, we zouden dat niet toestaan. Voor de terugmatch tegen Marseille zijn we hier, samen met enkele medewerkers, blijven slapen. Om 10 uur was er de UEFA-meeting, dus moesten we om 3 uur ‘s nachts aan de veldwerken beginnen. Mijn medewerkers staan altijd paraat, dus is het ook belangrijk om hen goed te soigneren. Het harde werk wordt op tijd en stond beloond met een druppeltje of een pintje.”
Hoe staan jullie tegenover kunstgras?
Lannoo: “Het zegt genoeg dat Sint-Truiden (de enige eersteklasser die op kunstgras speelt, red.) niet bovenaan de ‘grasmatklassering’ staat. Kunstgras is naar mijn mening enkel interessant als alternatief om op te trainen en zo de belasting van de gewone oefenvelden te beperken.”
Hoe is het met jullie eigen gazon gesteld?
Depreux: “Ik heb geen gras thuis, er is hier al werk genoeg.”
Lannoo: “Bij mij ligt het voorlopig brak. Met Krinkels doen we zo’n 250 terreinen en dat is momenteel meer dan genoeg.” (lacht)
Chaffart: “Ik heb bloempotten gezet in plaats van gras.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier