Sven Vermant: “De matchen tegen Anderlecht deden me boven mezelf uitstijgen”

© Davy Coghe
Sam Bracke
Sam Bracke Medewerker KW

Elf seizoenen als speler, zeven als jeugd- en beloftentrainer. Wie Sven Vermant zegt, denkt meteen aan zijn vele jaren bij Club Brugge. Na zijn avontuur als hoofdcoach van Waasland-Beveren bleef het een poos windstil rond de 45-jarige ex-prof. Nu is hij echter klaar voor een nieuwe uitdaging.

Bijna de helft van zijn leven bracht hij in West-Vlaanderen door, dus kunnen we Sven Vermant gerust als een (halve) West-Vlaming beschouwen. Het is ondertussen al 25 jaar geleden dat hij voor het eerst door de straten van Brugge wandelde en – op vier jaar in Duitsland na – is hij altijd in West-Vlaanderen blijven hangen. Vermant woont momenteel met zijn vrouw – Stefanie Van Vyve, Miss Belgian Beauty 1995 – en zijn kinderen Elena (18) en Romeo (14) in Knokke, de stad waar hij ook zijn spelerscarrière afsloot.

De voormalige Rode Duivel is het toonbeeld van iemand die in het heden leeft. Hij koestert geen wrok of spijt omtrent het verleden en kijkt niet al te ver vooruit. “De zomerperiode was ideaal om eens wat anders te doen. Na jaren zonder echte vakantie ben ik er nog eens met mijn familie op uit getrokken. Ik had eindelijk ook eens wat meer tijd voor mezelf en heb dan ook alle wedstrijden van het WK kunnen volgen en wat literatuur verslonden. Ook kon ik de voorbereiding van mijn zoon – momenteel bij de U15 van Club Brugge aan de slag – van dichtbij meemaken.”

Is dat ook de reden waarom we de laatste tijd niets over je lazen in de pers?

“Dat was een bewuste keuze. Na Waasland-Beveren heb ik de tijd genomen voor analyse en zelfreflectie. Ik neem daar de zaken uit mee die belangrijk zijn voor de toekomst. Of ik genoeg tijd heb gehad bij Waasland-Beveren, laat ik in het midden. Ik zie het nut er niet van in om het daar nog over te hebben.”

Wat heb je eruit geleerd?

“Het was een goede eerste ervaring en ik ben op zich heel blij met wat ik er verwezenlijkt heb. Het was een eerste stap in de goeie richting. Verder is het belangrijk te beseffen dat een coach vaak afhankelijk is van de omstandigheden: de spelers, de manier van werken binnen een club… Neem nu bijvoorbeeld Jupp Heynckes, die ik als coach had bij Schalke. Hij kende er geen succes en werd ontslagen, maar pakte later (in 2013, red.) wel de treble met Bayern München.”

Je steekt niet onder stoelen of banken dat je op zoek bent naar een nieuwe uitdaging.

“Maar zonder tijdsdruk. Ik ben op zoek naar een uitdaging die binnen mijn manier van coachen past. Ik ben iemand die de lat zo hoog mogelijk legt, onafhankelijk van waar ik werk. Het is belangrijk dat de opportuniteit nauw aansluit bij mijn manier van

coachen. Er zijn al concrete aanbiedingen geweest, maar daar ben ik niet op ingegaan.”

Moet het op het hoogste niveau zijn?

“Ik heb drie jaar de beloften van Club Brugge onder mijn hoede gehad. Ik heb me daar in heel goede omstandigheden kunnen verder ontwikkelen en tegelijkertijd mooie resultaten neergezet. Cultuur en visie van een club zijn heel belangrijk. Een gemotiveerde spelersgroep, die dag na dag alles wil geven om vooruitgang te boeken, is essentieel. Dat alles graag binnen een omkadering die zo professioneel mogelijk is, met mensen die niet op een uurtje meer of minder kijken. Als ik dat heb, maakt het op zich niet zoveel uit op welk niveau ik werk.”

Stel, na een jaar zit je nog steeds zonder club. Overweeg je dan een carrièreswitch?

“Nu spreken jullie over de toekomst, terwijl ik in het heden leef. (lacht) Zoals ik al zei, er is geen tijdsdruk. Ik zit er trouwens niet op te wachten dat een collega-trainer ontslagen wordt. Wij als jonge Belgische coaches moeten elkaar steunen en promoten. We moeten onszelf ook beter leren verkopen, iets wat bijvoorbeeld Nederlanders over het algemeen beter kunnen.”

Sven Vermant:
© Davy Coghe

Je hamert erop dat je in het heden leeft, maar is het ook niet belangrijk om doelen te stellen?

“Mijn doel is om morgen beter te doen en dan zal ik automatisch wel de dingen bereiken die ik wil. Dromen zijn mooi, maar vaak onbereikbaar. Als kind moest ik ooit een opstel maken over mijn dromen. Toen schreef ik dat ik voor FC Barcelona wou spelen. Dat is me nooit gelukt, maar ik heb er wel tégen gespeeld. (lacht) Ik ben eerder een voorstander van constante progressie.”

Kan je de professionele omkadering bij Club Brugge vergelijken met die bij Waasland-Beveren?

“Het verschil was behoorlijk groot. Toch heb ik er geen spijt van gehad dat ik Club Brugge verlaten heb, want in het leven moet je keuzes maken en stappen durven zetten.”

Na mijn periode bij Waasland-Beveren heb ik de tijd genomen voor analyse en zelfreflectie

Heb je altijd al geweten dat je na je actieve carrière coach zou worden?

“Neen, want ik ben enkel met het heden bezig. Ik begon mijn trainerscarrière bij Club Brugge, maar Bart Verhaeghe vroeg me destijds om manager te worden. Eerste weigerde ik dat, maar de voorzitter trok me toch over de streep. In anderhalf jaar leerde ik enorm veel bij. In de periode die daarop volgde nam ik ook deel aan een cursus sportmanagement aan de VUB. Datzelfde jaar startte ik ook met de cursus voor het behalen van mijn Pro License-diploma. Na dat jaar ben ik eerder toevallig – mijn zoon speelde bij de U10 van Club Brugge en de toenmalige coach was weggevallen – weer in het trainerschap gerold. Ik groeide door tot bij de U17 en het jaar daarna maakte ik de overstap naar de beloften. Zo kreeg ik een brede vorming.”

Veel ex-spelers van Club Brugge blijven een speciale band met de club hebben. Is dat ook bij jou het geval?

“Het lijkt me logisch dat er – na elf jaar er te hebben gespeeld een vorm van verbondenheid met Club Brugge blijft. Ik ben er als trainer aan de slag geweest, mijn zoon speelt er… Dat draagt er ook allemaal toe bij. Als ik Schalke en Club Brugge vergelijk, vind ik dat ze qua stijl, cultuur en werkattitude heel dicht bij elkaar liggen. Ook bij Schalke ervaar ik een enorme dankbaarheid, ook al speelde ik er, in vergelijking met Club, maar vier seizoenen. De mensen kennen me er nog steeds en ik probeer er nog af en toe eens terug te keren. Hun deur staat nog altijd voor me open en dat doet me wel iets.”

Zijn drie meest memorabele zeges tegen Anderlecht

1. Februari 1996: 2-1

Gilles De Bilde had de bezoekers op 0-1 gebracht, maar met een assist op Lorenzo Staelens en een doelpunt in de volley deed Vermant de partij kantelen. “Ik heb veel toppers tegen Anderlecht gespeeld, maar dat is er toch een die me meteen te binnen schiet. Door die overwinning telden we dat jaar Anderlecht, onze laatste concurrent voor de titel, zo goed als uit.”

2. Augustus 1994: 1-3

In 1994 zette blauw-zwart Anderlecht, dat enkele weken eerder de dubbel pakte, een hak door ze met 1-3-cijfers in eigen huis te kloppen en de Supercup te winnen. Club presenteerde zich onder Hugo Broos bijzonder sterk en Vermant opende na amper 7 minuten de score. Via René Eijkelkamp en een owngoal van Olivier Doll liep blauw-zwart tot 0-3 uit. In de slotfase kon Yaw Preko nog milderen, maar de Supercup was voor Club.

3. April 1998: 0-1

Het is van september 1998 geleden dat Club Brugge in Anderlecht kon winnen, maar ook in april van dat jaar graaide Club de volle buit in het Constant Vanden Stockstadion mee. Toen zorgde Vermant in de 69ste minuut voor het enige doelpunt. “Scoren op Anderlecht, dat kan je met niets vergelijken. Matchen tegen paars-wit deden me boven mezelf uitstijgen. Van extra druk had ik geen last. Ik vond het zelfs heel plezant.”

De boeken van Sven

Sven Vermant nam deze zomer de tijd om veel te lezen. “En dan kies ik meestal voor voetbalboeken”, aldus Vermant. “Ik las de biografie van succescoach Pep Guardiola, maar koos ook voor twee boeken over tactische periodisering. Verder verslond ik ook een boek over mindset. Alles wat met voetbal te maken heeft, zowel fysiek, mentaal als over de aanpak van andere coaches, boeit me enorm. Soms kan het echter ook heel verrijkend zijn om eens iets uit een compleet ander vakgebied te lezen. Er staan dus nog wel wat boeken op de planning.” (lacht)

Je groeide op in Lier, maar ondertussen woon je hier al 25 jaar. Zoals wel meer mensen uit het binnenland ben je hier uiteindelijk blijven hangen.

“Ik ben op 18-jarige leeftijd naar hier gekomen. Toen ik bij Mechelen zat, had ik de keuze: mijn contract verlengen, naar Standard of naar Club Brugge. Ik koos voor dat laatste en mijn leven zag er meteen compleet anders uit. Van iemand die gewoon was om thuis te wonen, naar helemaal alleen in het ‘verre’ Brugge. Een gigantische stap, waar ik heel veel uit geleerd heb. Als kind woonde ik op het platteland en mijn grootvader was duivenmelker. Op reis gaan zat er dus nooit in. In het begin waren de mensen hier eerder gesloten, maar ik kan niet zeggen dat ik slecht ontvangen ben geweest. Een West-Vlaming staat bekend als een bescheiden werker en dat zijn ook dingen die wel bij mij passen. Het zijn kwaliteiten die je heel ver kunnen brengen.”

Waarin zit de aantrekkingskracht van West-Vlaanderen?

“Voor mij in de eerste plaats mijn vrouw en mijn job. (lacht) Stefanie komt uit Oudenburg maar we leerden elkaar via Club Brugge kennen. Haar grootvader, Marcel Van Vyve, was jaren de vaste materiaalman van blauw-zwart op de De Klokke. Op Olympia hielden de ouders van mijn vrouw er op wedstrijddagen gedurende 26 jaar de kantine open. De connectie met blauw-zwart was dus al heel groot, en dan deed ik er als aangetrouwde nog eens elf jaar als speler van Club bovenop.”

Sven Vermant:
© Davy Coghe

Hoe zit het met je West-Vlaams?

“Dat is er ondertussen ook al op vooruit gegaan. De eerste keer dat ik hier de weg moest vragen zeiden ze me ‘je moet over de rampe’. Als je dan niet weet dat ze ‘over de brug’ bedoelen, kan je lang zoeken. (lacht) Gelukkig ben ik redelijk goed met talen, want ook in de Duitsland was ik de taal behoorlijk snel machtig.”

Denk je dat het toeval is dat onze provincie vijf eersteklassers telt?

“Ik geloof niet in toeval. De West-Vlaamse eersteklassers hebben elk hun eigen troeven. De een doet het goed op vlak van management, de ander koopt en verkoopt goed… Dat is goed voor de provincie, al is het voor de clubs niet altijd makkelijk om met nabij gelegen ploegen te concurreren. Vooral op vlak van supportersschare dan.”

Een West-Vlaming staat bekend als een bescheiden werker en dat zijn ook dingen die wel bij mij passen

Heb je de competitiestart wat kunnen volgen?

“Er zullen weinig matchen zijn die ik niet gezien heb. (lacht) Als ik naar een wedstrijd kijk, is dat om te analyseren. Normaal naar een match kijken? Dat heb ik nog nooit gedaan, ook als voetballer was ik al met analyseren bezig.”

De topclubs hebben hun start niet gemist.

“De grotere clubs waren goed voorbereid en dat weerspiegelt zich ook meteen in de klassering. Het valt op dat we al vrij vroeg een rangschikking krijgen die de meeste mensen grotendeels zouden verwachten, maar dat biedt nog geen garanties. Ik verwacht immers nog het een en ander op vlak van transfers. Ik ben trouwens geen voorstander van het laat sluiten van de transfermarkt. Het maakt het voor een coach alleen maar ingewikkelder en is eigenlijk een vorm van competitievervalsing. Het voordeel voor ploegen die nog maar weinig punten sprokkelden, is misschien dat het clubbestuur nog wat bij gaat halen. Al zorgt dat soms ook wel voor paniekaankopen en zeker niet altijd voor het gewenste resultaat.”

Wat verwacht je van Club in Europa?

“Ze zullen er op gebrand zijn om die nul weg te vegen. Als speler en als club zijn dat geen leuke dingen. Dan heb je er heel veel voor over om te zorgen dat dat geen tweede keer zal gebeuren.”

Zondag staat de topper op het programma. Club zal op revanche belust zijn.

“Ik heb altijd extra graag tegen Anderlecht gespeeld. Als coach is het vooral de moeilijkheid om ook in alle andere wedstrijden de zelfde motivatie te behouden. De partij tegen Anderlecht komt nu heel vroeg en het is uiteindelijk ‘maar’ reguliere competitie, maar het is een match die je gewoon wil winnen. De motivatie bij de coach zal enorm zijn, maar ook bij de spelers en de supporters zal dat niet anders zijn.”

Hoe vind je dat Club het op de transfermarkt heeft gedaan?

“Ik verwacht wel nog wat verschuivingen voor het einde van de transferperiode, maar Arnaut Danjuma heeft alvast getoond dat hij een versterking is. Hopelijk kunnen enkele jongeren ook wat stappen zetten. Loïs Openda heb ik bijvoorbeeld zelf een hele tijd begeleid en het geeft me dan ook voldoening om te zien dat hij nu zijn kans krijgt. Ook Brandon Baiye had ik een tijdje onder mijn hoede. Bij ons kregen die jongens het regelmatig hard te verduren. We legden de lat immers bijzonder hoog, maar dat is een deel van het leerproces. Om de stap naar het volwassen voetbal te zetten, moet je dat meegemaakt hebben. Want bij een eerste ploeg moet je met ontgoochelingen kunnen omgaan.”

Ga je zondag kijken?

“Ja, net als de vorige thuismatch ga ik ook tegen Anderlecht live kijken. Dat zijn de matchen die je niet wilt missen.”

Zijn drie meest memorabele zeges tegen Anderlecht

1. Februari 1996: 2-1

Gilles De Bilde had de bezoekers op 0-1 gebracht, maar met een assist op Lorenzo Staelens en een doelpunt in de volley deed Vermant de partij kantelen. “Ik heb veel toppers tegen Anderlecht gespeeld, maar dat is er toch een die me meteen te binnen schiet. Door die overwinning telden we dat jaar Anderlecht, onze laatste concurrent voor de titel, zo goed als uit.”

2. Augustus 1994: 1-3

In 1994 zette blauw-zwart Anderlecht, dat enkele weken eerder de dubbel pakte, een hak door ze met 1-3-cijfers in eigen huis te kloppen en de Supercup te winnen. Club presenteerde zich onder Hugo Broos bijzonder sterk en Vermant opende na amper 7 minuten de score. Via René Eijkelkamp en een owngoal van Olivier Doll liep blauw-zwart tot 0-3 uit. In de slotfase kon Yaw Preko nog milderen, maar de Supercup was voor Club.

3. April 1998: 0-1

Het is van september 1998 geleden dat Club Brugge in Anderlecht kon winnen, maar ook in april van dat jaar graaide Club de volle buit in het Constant Vanden Stockstadion mee. Toen zorgde Vermant in de 69ste minuut voor het enige doelpunt. “Scoren op Anderlecht, dat kan je met niets vergelijken. Matchen tegen paars-wit deden me boven mezelf uitstijgen. Van extra druk had ik geen last. Ik vond het zelfs heel plezant.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier