“Als er één ploeg in Brugge kan winnen, is het Charleroi”

"Na mijn prestaties in Luik had ik het gevoel dat ik met een ander statuut naar Brugge terug kon keren", aldus Karel Geeraerts. (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Sam Bracke
Sam Bracke Medewerker KW

Het is ondertussen anderhalf jaar geleden dat Karel Geraerts afscheid nam van het actieve voetbal. Twee periodes bij Club Brugge, tussenin drie succesvolle seizoenen bij Standard, 20 caps als Rode Duivel en in de herfst van zijn carrière nog onder Ivan Leko bij OH Leuven en Felice Mazzu bij Charleroi: de 36-jarige middenvelder heeft het allemaal gezien en meegemaakt. Nu is hij klaar om zijn expertise te delen in een omkaderende functie, al draaide een eerste ervaring als sportief coördinator bij KV Oostende op een sisser uit.

Hoewel het nog vroeg is op maandagochtend zien we Karel Geraerts stipt op het afgesproken uur de parking van hotel Van der Valk in Oostkamp oprijden. “Ik woon al een hele poos in Varsenare, dus lang was het niet rijden”, begroet de voormalig profvoetballer ons met de glimlach. “Toen ik in 1998 als 16-jarige de overstap van KRC Genk naar Club Brugge maakte, logeerde ik voor een jaartje bij Eric Gerets in Aalter. Zijn zoon Johan is trouwens nog steeds mijn beste vriend. Daarna ging ik bij een pleeggezin in Brugge wonen tot ik klaar was voor een eigen stekje. En het is hier blijkbaar goed, want zelfs na omzwervingen in Wallonië en het Brusselse ben ik telkens naar hier teruggekeerd. Ik heb me hier gesetteld.”

Maar je accent verraadt wel je Limburgse roots.

(lacht) “Klopt. Ik kan ondertussen wel al wat West-Vlaams, maar nog niet in die mate dat ik het frequent gebruik. Het heeft wat tijd gekost, maar begrijpen doe ik het ondertussen wel. Met drie zoontjes die hier naar school gaan, kan dat ook moeilijk anders.”

In je eerste Brugse periode maakte je het gouden Sollied-tijdperk mee.

“We hadden een bijzonder sterk team en van spelers als Gert Verheyen, Philippe Clement, Rune Lange, Timmy Simons en Gaëtan Englebert heb ik toen ontzettend veel geleerd. Als jonge gast speelde ik toen niet bijzonder veel, maar ik heb me er wel enorm geamuseerd. We mochten toen trouwens ook een titel vieren, mijn enige, dus dat zal me altijd bijblijven.”

Na drie seizoenen koos je voor een overstap naar Standard, waar je volledig ontbolsterde.

“Sceptici stelden zich vragen bij mijn keuze voor Standard. Als jonge gast en enige Vlaming kwam ik in een kleedkamer vol vedetten terecht, maar ik beleefde er uiteindelijk drie fantastische seizoenen. Op mijn allereerste training schoffelde ik Sergio Conceiçao onderuit. Ik vreesde het ergste, maar hij sprong recht, nam me vast en riep: ‘Dat willen we zien. Dit soort mannen hebben we nodig.’ Dat zorgde voor een klik waardoor Sergio zich vanaf dag één over mij ontfermd heeft. We gingen tweewekelijks met de ploeg eten en ik mocht bijvoorbeeld nooit naar huis vooraleer hij van tafel ging. (lacht) Ook sportief waren het mooie seizoenen met onder meer twee vierde plaatsen op het gala van de Gouden Schoen.”

“Ik heb blauw-zwart uiteindelijk altijd wel een beetje als ‘mijn’ club beschouwd”

Toch koos je voor een terugkeer naar Brugge. Een gewaagde, maar uiteindelijk ook geslaagde keuze.

“Op dat moment toonde Club dat ze me heel graag wilden en iedereen weet dat ik altijd heel graag bij blauw-zwart speelde. Na mijn prestaties in Luik had ik het gevoel dat ik met een ander statuut naar Brugge kon terugkeren. In die tweede Brugse periode genoot ik heel wat speelminuten en beleefde ik leuke momenten. Ook toen hadden we een sterke ploeg en toch werd ik een uitgesproken titularis. Ik heb blauw-zwart uiteindelijk altijd wel een beetje als ‘mijn’ club beschouwd.”

Hoewel je er goed en veel speelde, kreeg je in de zomer van 2011 geen contractverlenging. Steekt dat?

“Neen. Op dat moment is er veel veranderd in Brugge. Er waren gesprekken over een contractverlenging bezig, maar toen Luc Devroe in januari aan de deur werd gezet, kon ik een vernieuwde overeenkomst op mijn buik schrijven. Op dat moment was ik daar absoluut niet blij mee, maar nu kijk ik daar anders naar. In het leven moeten er immers keuzes worden gemaakt.”

Na een passage in Leuven sloot je uiteindelijk je carrière met twee seizoenen Sporting Charleroi af. Ook dat was als Vlaming niet de meest logische keuze.

“Mijn kennissen en vrienden stelden zich inderdaad vragen bij mijn keuze, maar vanaf de eerste seconde voelde ik me er thuis. Er was ook meteen een klik met algemeen directeur Mehdi Bayat en coach Felice Mazzu. Hoewel ik er pas eind augustus arriveerde, waren mijn fysieke testen uitstekend en op basis daarvan heb ik mijn kans meteen gekregen en ook gegrepen. Ook los van het voetbal was Charleroi een meevaller. De omkadering, medespelers, supporters… Het was een geweldige periode en ik heb me er echt geamuseerd. Ik bleef toen in Brugge wonen, maar twee keer per week bleef ik in Charleroi slapen om de verplaatsingen toch enigszins te beperken.”

Foto Davy Coghje
Foto Davy Coghje© Davy Coghe

Charleroi staat bekend als een grijze stad en bovendien spelen er hoofdzakelijk Franstaligen. Schrikt dat Vlaamse voetballers af?

“Charleroi is inderdaad een eerder grijze plaats, maar heeft ook zijn charmes. Het is natuurlijk niet te vergelijken met Brugge, maar ze doen er alles aan om de stad op te waarderen en de vele problemen op te lossen. Nederlandstaligen zijn bij de Carolo’s eerder uitzondering dan regel, maar hoewel ik er destijds de enige Vlaming was, werd ik vanaf dag één geaccepteerd. Ik speelde er met heel wat Afrikanen en Fransmannen samen en dat zorgde voor een aparte, maar heel leuke sfeer. De mentaliteit is er compleet anders dan bij de andere Belgische clubs. Het gaat er wat lakser aan toe, maar toch is er een zekere vorm van discipline. Het is een meer ‘zuiderse’ sfeer en je moet daarin meegaan. Als je je daarin opjaagt, ben je vanaf dag één verloren. De meeste Vlamingen hebben daar schrik van en durven de stap naar Charleroi niet te zetten, toch is het enorm goed voor je ontwikkeling. Je krijgt ook meer aandacht van de media en de supporters en dat kan je meenemen in je verdere carrière. Het is voor iedereen een aanrader. Laat je niet afschrikken door de horrorverhalen.”

En de supporters?

“Ook op de tribunes heerst er een zuiderse sfeer. Bovendien koestert de aanhang van de Carolo’s veel minder verwachtingen dan bij de topclubs. Ze zijn er bijgevolg ook minder snel kritisch. In Brugge kwam er na één of twee mindere matchen al kritiek, terwijl dat in Charleroi veel langer duurde. Liep het een periode wat minder, dan waren ze in Wallonië wel veel extremer met de negatieve commentaren.”

“In Charleroi geniet de beker altijd absolute prioriteit, ook nu ze tweede staan in de competitie”

Veel reden tot klagen hebben de fans van de Zebra’s dit seizoen niet.

“De stabiliteit binnen de club zorgt ervoor dat de prestaties jaar na jaar in stijgende lijn gaan. Ze hebben een heel goede en duidelijk structuur. Mehdi Bayat laat zich opvallend goed omringen, maar neemt alle belangrijke beslissingen. Als dat niet misbruikt wordt, is dat de eenvoudigste werkwijze. Het spelersverloop is er groot, maar dat is hun werkwijze. Bovendien is dat in het hedendaagse voetbal dé manier om als kleinere club toch de nodige progressie te blijven maken. Ook de verdienste van trainer Felice Mazzu is bijzonder groot. Ik zie ze die tweede plaats vasthouden, al zal het belangrijk zijn om na de winterstop goed te starten.”

En Club is dit seizoen niet te stoppen. Verbaast dat je?

“In het begin was er veel kritiek. Enerzijds was ik verbaasd dat Club voor Ivan Leko koos, anderzijds vond ik het een goede keuze. Tijdens mijn periode in Brugge speelde ik met hem samen en ik had Ivan nog als coach bij OH Leuven. Ik was er dan ook van overtuigd dat hij zou slagen. Al had hij eerst wat tijd nodig, ik weet hoe de Kroaat in elkaar steekt en hoe gedreven hij is. Hij wil gepassioneerde voetballers rond zich. Enthousiasme is het sleutelwoord in het Brugse succesverhaal van Ivan. Hij bracht er een bepaalde schwung in. Ivan beschikt natuurlijk ook over een sterke bank en de transfers vielen bijzonder goed mee, toch is het vooral zijn verdienste.”

Zou een Karel Geraerts in zijn beste dagen bij dit Club Brugge in de basis staan?

“Ja absoluut, daar ben ik zeker van. Dit is het sterkste Brugse middenveld in jaren en er is veel concurrentie. Marvelous Nakamba speelt de pannen van het dak, maar in mijn beste dagen stond ik zeker in de ploeg.”

Wordt de kwartfinale van dinsdag een steekspel tussen twee meester-tactici?

“Brugge zal de bal krijgen en Charleroi zal een goed blok neerpoten. Mazzu krijgt regelmatig het etiket opgekleefd een verdedigende coach te zijn, maar ik herinner me dat hij alleen maar wilde aanvallen. Daarvoor moet je echter eerst een goede organisatie neerzetten. Mazzu is heel los in de omgang met zijn spelers, maar eens op het trainingsveld kan hij ook heel kritisch zijn. Ook hij brengt – net als Leko – die grinta op zijn spelers over en kijk hoe ver je daarmee kunt komen. Club is – zeker gezien de thuisreputatie – de grote favoriet, maar let op voor de Zebra’s. (bedachtzaam) Ze zijn fysiek heel sterk en als er een ploeg in Brugge kan winnen, dan is het wel Charleroi.” (gedecideerd)

Een halve finale betekent wel twee extra matchen. Is dat voor ploegen die bovenin de competitie meedraaien een opportuniteit of eerder een vergiftigd geschenk?

“In Charleroi geniet de beker altijd absolute prioriteit. Dat is al jaren hét belangrijkste, ook nu ze tweede staan in de competitie. De kans is groot dat ze play-off 1 zullen halen, dus kunnen ze ook vol gaan in de beker. Ook bij Club zullen ze alles er alles aan doen om door te stoten.”

Denk je dat de dubbel mogelijk is?

“Ze willen het zelf misschien niet uitspreken, maar dit is hét moment om de dubbel te pakken. Club wordt kampioen en het zou mooi zijn mochten ze ook de beker winnen, al gun ik ook Charleroi een duel tegen Standard in de halve finale. Dat zou mooi zijn voor het Waalse voetbal. Ik zie Genk trouwens zeker in de finale. Zij hebben de beker echt nodig.”

De stunt van Marc Coucke

“Ook voor mij was dat een grote verrassing. Ik ben vooral benieuwd hoe het nu verder moet met KV Oostende. Marc heeft er heel wat verwezenlijkt, zowel sportief als extrasportief. Onder Coucke groeide de kustploeg tot een echte businessmachine uit. Ik vrees echter dat die machine nu zal stokken, want de ‘lokfactor’ Coucke valt niet te onderschatten. Ik hoop voor Oostende dat dat rustig zal gebeuren, maar ik kan me niet inbeelden dat Marc ‘zíjn’ KVO zal laten stikken.”

De bekerformule

“Ik kon in mijn carrière twee keer de beker winnen met Club en dat waren heel speciale momenten. Het is echter niet te vergelijken met een titel. Het Belgische publiek zal altijd een haat-liefdeverhouding met de beker blijven hebben. Het voetbalaanbod is heel ruim en de mensen lopen er niet warm voor om op een dinsdagavond ook nog eens naar het stadion te trekken. Het is pas vanaf de halve finale dat er echt grote belangstelling is en daar moet er wel eens verandering in komen. Een nieuw concept is misschien wel aan de orde.”

De Rode Duivels

“Deze gouden generatie is op zijn top, dus is het is nu of nooit. Eden Hazard en Kevin De Bruyne zijn essentieel, maar ook het belang van steunpilaren achterin als Jan Vertonghen en Toby Alderweireld mag niet onderschat worden. Ik zie het wel zitten voor deze zomer in Rusland en ik vermoed dat de ‘duivelgekte’ binnenkort weer volop zal losbreken. Bij Standard speelde ik overigens nog samen met enkele spelers van deze gouden generatie. Jongens als Marouane Fellaini, Axel Witsel en Steven Defour hoor ik zelfs nog regelmatig en via Thibaut Courtois ging ik afgelopen weekend nog naar Chelsea kijken. Of ik ook in Rusland aanwezig zal zijn? Dat weet ik nog niet.” (lacht)

Zijn toekomst

“Ook in de toekomst zie ik een rol in een dergelijke functie wel zitten. Vooral het contact met de spelers en in het bijzonder omtrent hun sportieve bekommeringen spreekt mij aan. Ik laat nu alles op me afkomen en wacht het juiste moment af. Samen met mijn makelaar Evert Maeschalck (die ook spelers als Brandon Mechele en Michiel Jonckheere onder zijn hoede heeft, red.) bekijk ik alle mogelijke opties. Een trainersfunctie? Zeg nooit nooit, maar ik denk niet dat ik daar ten volle voor in de wieg ben gelegd. Een functie bij Club Brugge? Dat zou ik zeker zien zitten, want dat zou heel speciaal zijn.”

De stunt van Marc Coucke

“Ook voor mij was dat een grote verrassing. Ik ben vooral benieuwd hoe het nu verder moet met KV Oostende. Marc heeft er heel wat verwezenlijkt, zowel sportief als extrasportief. Onder Coucke groeide de kustploeg tot een echte businessmachine uit. Ik vrees echter dat die machine nu zal stokken, want de ‘lokfactor’ Coucke valt niet te onderschatten. Ik hoop voor Oostende dat dat rustig zal gebeuren, maar ik kan me niet inbeelden dat Marc ‘zíjn’ KVO zal laten stikken.”

De bekerformule

“Ik kon in mijn carrière twee keer de beker winnen met Club en dat waren heel speciale momenten. Het is echter niet te vergelijken met een titel. Het Belgische publiek zal altijd een haat-liefdeverhouding met de beker blijven hebben. Het voetbalaanbod is heel ruim en de mensen lopen er niet warm voor om op een dinsdagavond ook nog eens naar het stadion te trekken. Het is pas vanaf de halve finale dat er echt grote belangstelling is en daar moet er wel eens verandering in komen. Een nieuw concept is misschien wel aan de orde.”

De Rode Duivels

“Deze gouden generatie is op zijn top, dus is het is nu of nooit. Eden Hazard en Kevin De Bruyne zijn essentieel, maar ook het belang van steunpilaren achterin als Jan Vertonghen en Toby Alderweireld mag niet onderschat worden. Ik zie het wel zitten voor deze zomer in Rusland en ik vermoed dat de ‘duivelgekte’ binnenkort weer volop zal losbreken. Bij Standard speelde ik overigens nog samen met enkele spelers van deze gouden generatie. Jongens als Marouane Fellaini, Axel Witsel en Steven Defour hoor ik zelfs nog regelmatig en via Thibaut Courtois ging ik afgelopen weekend nog naar Chelsea kijken. Of ik ook in Rusland aanwezig zal zijn? Dat weet ik nog niet.” (lacht)

De maanden bij KVO

“Via Luc Devroe, die ik nog kende van in mijn periode bij Club, kwam ik bij de kustploeg terecht. Als sportief coördinator was ik de schakel tussen de spelers en het bestuur. Het werd een korte, maar leuke ervaring. De resultaten zaten echter tegen en bepaalde spelers aasden nog op een transfer, waardoor het moeilijk werken was. Ik werd wel betrokken, maar als nieuwkomer heb je tijd nodig om je stempel te kunnen drukken. Met het ontslag van Yves Vanderhaeghe besliste Marc Coucke om ook mij aan de deur te zetten. Tot op heden heb ik daar weinig uitleg over gekregen, maar daardoor heb ik het ook behoorlijk snel van me af kunnen zetten. Ik kan mezelf niets verwijten.”

Zijn toekomst

“Ook in de toekomst zie ik een rol in een dergelijke functie wel zitten. Vooral het contact met de spelers en in het bijzonder omtrent hun sportieve bekommeringen spreekt mij aan. Ik laat nu alles op me afkomen en wacht het juiste moment af. Samen met mijn makelaar Evert Maeschalck (die ook spelers als Brandon Mechele en Michiel Jonckheere onder zijn hoede heeft, red.) bekijk ik alle mogelijke opties. Een trainersfunctie? Zeg nooit nooit, maar ik denk niet dat ik daar ten volle voor in de wieg ben gelegd. Een functie bij Club Brugge? Dat zou ik zeker zien zitten, want dat zou heel speciaal zijn.”

De stunt van Marc Coucke

“Ook voor mij was dat een grote verrassing. Ik ben vooral benieuwd hoe het nu verder moet met KV Oostende. Marc heeft er heel wat verwezenlijkt, zowel sportief als extrasportief. Onder Coucke groeide de kustploeg tot een echte businessmachine uit. Ik vrees echter dat die machine nu zal stokken, want de ‘lokfactor’ Coucke valt niet te onderschatten. Ik hoop voor Oostende dat dat rustig zal gebeuren, maar ik kan me niet inbeelden dat Marc ‘zíjn’ KVO zal laten stikken.”

De bekerformule

“Ik kon in mijn carrière twee keer de beker winnen met Club en dat waren heel speciale momenten. Het is echter niet te vergelijken met een titel. Het Belgische publiek zal altijd een haat-liefdeverhouding met de beker blijven hebben. Het voetbalaanbod is heel ruim en de mensen lopen er niet warm voor om op een dinsdagavond ook nog eens naar het stadion te trekken. Het is pas vanaf de halve finale dat er echt grote belangstelling is en daar moet er wel eens verandering in komen. Een nieuw concept is misschien wel aan de orde.”

De Rode Duivels

“Deze gouden generatie is op zijn top, dus is het is nu of nooit. Eden Hazard en Kevin De Bruyne zijn essentieel, maar ook het belang van steunpilaren achterin als Jan Vertonghen en Toby Alderweireld mag niet onderschat worden. Ik zie het wel zitten voor deze zomer in Rusland en ik vermoed dat de ‘duivelgekte’ binnenkort weer volop zal losbreken. Bij Standard speelde ik overigens nog samen met enkele spelers van deze gouden generatie. Jongens als Marouane Fellaini, Axel Witsel en Steven Defour hoor ik zelfs nog regelmatig en via Thibaut Courtois ging ik afgelopen weekend nog naar Chelsea kijken. Of ik ook in Rusland aanwezig zal zijn? Dat weet ik nog niet.” (lacht)

Zijn carrière

“Ik heb er het maximum uitgehaald. Op momenten waar ik belangrijke keuzes moest maken, heb ik steeds mijn gevoel gevolgd en dat is telkens goed uitgedraaid. Het was geen bewuste keuze om nooit naar het buitenland te trekken. Dat zou natuurlijk een geweldige ervaring geweest zijn, maar spijt? Dat niet. Ik word overigens bij al mijn clubs nog steeds met open armen ontvangen en dat is ook belangrijk.”

De maanden bij KVO

“Via Luc Devroe, die ik nog kende van in mijn periode bij Club, kwam ik bij de kustploeg terecht. Als sportief coördinator was ik de schakel tussen de spelers en het bestuur. Het werd een korte, maar leuke ervaring. De resultaten zaten echter tegen en bepaalde spelers aasden nog op een transfer, waardoor het moeilijk werken was. Ik werd wel betrokken, maar als nieuwkomer heb je tijd nodig om je stempel te kunnen drukken. Met het ontslag van Yves Vanderhaeghe besliste Marc Coucke om ook mij aan de deur te zetten. Tot op heden heb ik daar weinig uitleg over gekregen, maar daardoor heb ik het ook behoorlijk snel van me af kunnen zetten. Ik kan mezelf niets verwijten.”

Zijn toekomst

“Ook in de toekomst zie ik een rol in een dergelijke functie wel zitten. Vooral het contact met de spelers en in het bijzonder omtrent hun sportieve bekommeringen spreekt mij aan. Ik laat nu alles op me afkomen en wacht het juiste moment af. Samen met mijn makelaar Evert Maeschalck (die ook spelers als Brandon Mechele en Michiel Jonckheere onder zijn hoede heeft, red.) bekijk ik alle mogelijke opties. Een trainersfunctie? Zeg nooit nooit, maar ik denk niet dat ik daar ten volle voor in de wieg ben gelegd. Een functie bij Club Brugge? Dat zou ik zeker zien zitten, want dat zou heel speciaal zijn.”

De stunt van Marc Coucke

“Ook voor mij was dat een grote verrassing. Ik ben vooral benieuwd hoe het nu verder moet met KV Oostende. Marc heeft er heel wat verwezenlijkt, zowel sportief als extrasportief. Onder Coucke groeide de kustploeg tot een echte businessmachine uit. Ik vrees echter dat die machine nu zal stokken, want de ‘lokfactor’ Coucke valt niet te onderschatten. Ik hoop voor Oostende dat dat rustig zal gebeuren, maar ik kan me niet inbeelden dat Marc ‘zíjn’ KVO zal laten stikken.”

De bekerformule

“Ik kon in mijn carrière twee keer de beker winnen met Club en dat waren heel speciale momenten. Het is echter niet te vergelijken met een titel. Het Belgische publiek zal altijd een haat-liefdeverhouding met de beker blijven hebben. Het voetbalaanbod is heel ruim en de mensen lopen er niet warm voor om op een dinsdagavond ook nog eens naar het stadion te trekken. Het is pas vanaf de halve finale dat er echt grote belangstelling is en daar moet er wel eens verandering in komen. Een nieuw concept is misschien wel aan de orde.”

De Rode Duivels

“Deze gouden generatie is op zijn top, dus is het is nu of nooit. Eden Hazard en Kevin De Bruyne zijn essentieel, maar ook het belang van steunpilaren achterin als Jan Vertonghen en Toby Alderweireld mag niet onderschat worden. Ik zie het wel zitten voor deze zomer in Rusland en ik vermoed dat de ‘duivelgekte’ binnenkort weer volop zal losbreken. Bij Standard speelde ik overigens nog samen met enkele spelers van deze gouden generatie. Jongens als Marouane Fellaini, Axel Witsel en Steven Defour hoor ik zelfs nog regelmatig en via Thibaut Courtois ging ik afgelopen weekend nog naar Chelsea kijken. Of ik ook in Rusland aanwezig zal zijn? Dat weet ik nog niet.” (lacht)

Karel Geraerts over…

Zijn carrière

“Ik heb er het maximum uitgehaald. Op momenten waar ik belangrijke keuzes moest maken, heb ik steeds mijn gevoel gevolgd en dat is telkens goed uitgedraaid. Het was geen bewuste keuze om nooit naar het buitenland te trekken. Dat zou natuurlijk een geweldige ervaring geweest zijn, maar spijt? Dat niet. Ik word overigens bij al mijn clubs nog steeds met open armen ontvangen en dat is ook belangrijk.”

De maanden bij KVO

“Via Luc Devroe, die ik nog kende van in mijn periode bij Club, kwam ik bij de kustploeg terecht. Als sportief coördinator was ik de schakel tussen de spelers en het bestuur. Het werd een korte, maar leuke ervaring. De resultaten zaten echter tegen en bepaalde spelers aasden nog op een transfer, waardoor het moeilijk werken was. Ik werd wel betrokken, maar als nieuwkomer heb je tijd nodig om je stempel te kunnen drukken. Met het ontslag van Yves Vanderhaeghe besliste Marc Coucke om ook mij aan de deur te zetten. Tot op heden heb ik daar weinig uitleg over gekregen, maar daardoor heb ik het ook behoorlijk snel van me af kunnen zetten. Ik kan mezelf niets verwijten.”

Zijn toekomst

“Ook in de toekomst zie ik een rol in een dergelijke functie wel zitten. Vooral het contact met de spelers en in het bijzonder omtrent hun sportieve bekommeringen spreekt mij aan. Ik laat nu alles op me afkomen en wacht het juiste moment af. Samen met mijn makelaar Evert Maeschalck (die ook spelers als Brandon Mechele en Michiel Jonckheere onder zijn hoede heeft, red.) bekijk ik alle mogelijke opties. Een trainersfunctie? Zeg nooit nooit, maar ik denk niet dat ik daar ten volle voor in de wieg ben gelegd. Een functie bij Club Brugge? Dat zou ik zeker zien zitten, want dat zou heel speciaal zijn.”

De stunt van Marc Coucke

“Ook voor mij was dat een grote verrassing. Ik ben vooral benieuwd hoe het nu verder moet met KV Oostende. Marc heeft er heel wat verwezenlijkt, zowel sportief als extrasportief. Onder Coucke groeide de kustploeg tot een echte businessmachine uit. Ik vrees echter dat die machine nu zal stokken, want de ‘lokfactor’ Coucke valt niet te onderschatten. Ik hoop voor Oostende dat dat rustig zal gebeuren, maar ik kan me niet inbeelden dat Marc ‘zíjn’ KVO zal laten stikken.”

De bekerformule

“Ik kon in mijn carrière twee keer de beker winnen met Club en dat waren heel speciale momenten. Het is echter niet te vergelijken met een titel. Het Belgische publiek zal altijd een haat-liefdeverhouding met de beker blijven hebben. Het voetbalaanbod is heel ruim en de mensen lopen er niet warm voor om op een dinsdagavond ook nog eens naar het stadion te trekken. Het is pas vanaf de halve finale dat er echt grote belangstelling is en daar moet er wel eens verandering in komen. Een nieuw concept is misschien wel aan de orde.”

De Rode Duivels

“Deze gouden generatie is op zijn top, dus is het is nu of nooit. Eden Hazard en Kevin De Bruyne zijn essentieel, maar ook het belang van steunpilaren achterin als Jan Vertonghen en Toby Alderweireld mag niet onderschat worden. Ik zie het wel zitten voor deze zomer in Rusland en ik vermoed dat de ‘duivelgekte’ binnenkort weer volop zal losbreken. Bij Standard speelde ik overigens nog samen met enkele spelers van deze gouden generatie. Jongens als Marouane Fellaini, Axel Witsel en Steven Defour hoor ik zelfs nog regelmatig en via Thibaut Courtois ging ik afgelopen weekend nog naar Chelsea kijken. Of ik ook in Rusland aanwezig zal zijn? Dat weet ik nog niet.” (lacht)

Karel Geraerts over…

Zijn carrière

“Ik heb er het maximum uitgehaald. Op momenten waar ik belangrijke keuzes moest maken, heb ik steeds mijn gevoel gevolgd en dat is telkens goed uitgedraaid. Het was geen bewuste keuze om nooit naar het buitenland te trekken. Dat zou natuurlijk een geweldige ervaring geweest zijn, maar spijt? Dat niet. Ik word overigens bij al mijn clubs nog steeds met open armen ontvangen en dat is ook belangrijk.”

De maanden bij KVO

“Via Luc Devroe, die ik nog kende van in mijn periode bij Club, kwam ik bij de kustploeg terecht. Als sportief coördinator was ik de schakel tussen de spelers en het bestuur. Het werd een korte, maar leuke ervaring. De resultaten zaten echter tegen en bepaalde spelers aasden nog op een transfer, waardoor het moeilijk werken was. Ik werd wel betrokken, maar als nieuwkomer heb je tijd nodig om je stempel te kunnen drukken. Met het ontslag van Yves Vanderhaeghe besliste Marc Coucke om ook mij aan de deur te zetten. Tot op heden heb ik daar weinig uitleg over gekregen, maar daardoor heb ik het ook behoorlijk snel van me af kunnen zetten. Ik kan mezelf niets verwijten.”

Zijn toekomst

“Ook in de toekomst zie ik een rol in een dergelijke functie wel zitten. Vooral het contact met de spelers en in het bijzonder omtrent hun sportieve bekommeringen spreekt mij aan. Ik laat nu alles op me afkomen en wacht het juiste moment af. Samen met mijn makelaar Evert Maeschalck (die ook spelers als Brandon Mechele en Michiel Jonckheere onder zijn hoede heeft, red.) bekijk ik alle mogelijke opties. Een trainersfunctie? Zeg nooit nooit, maar ik denk niet dat ik daar ten volle voor in de wieg ben gelegd. Een functie bij Club Brugge? Dat zou ik zeker zien zitten, want dat zou heel speciaal zijn.”

De stunt van Marc Coucke

“Ook voor mij was dat een grote verrassing. Ik ben vooral benieuwd hoe het nu verder moet met KV Oostende. Marc heeft er heel wat verwezenlijkt, zowel sportief als extrasportief. Onder Coucke groeide de kustploeg tot een echte businessmachine uit. Ik vrees echter dat die machine nu zal stokken, want de ‘lokfactor’ Coucke valt niet te onderschatten. Ik hoop voor Oostende dat dat rustig zal gebeuren, maar ik kan me niet inbeelden dat Marc ‘zíjn’ KVO zal laten stikken.”

De bekerformule

“Ik kon in mijn carrière twee keer de beker winnen met Club en dat waren heel speciale momenten. Het is echter niet te vergelijken met een titel. Het Belgische publiek zal altijd een haat-liefdeverhouding met de beker blijven hebben. Het voetbalaanbod is heel ruim en de mensen lopen er niet warm voor om op een dinsdagavond ook nog eens naar het stadion te trekken. Het is pas vanaf de halve finale dat er echt grote belangstelling is en daar moet er wel eens verandering in komen. Een nieuw concept is misschien wel aan de orde.”

De Rode Duivels

“Deze gouden generatie is op zijn top, dus is het is nu of nooit. Eden Hazard en Kevin De Bruyne zijn essentieel, maar ook het belang van steunpilaren achterin als Jan Vertonghen en Toby Alderweireld mag niet onderschat worden. Ik zie het wel zitten voor deze zomer in Rusland en ik vermoed dat de ‘duivelgekte’ binnenkort weer volop zal losbreken. Bij Standard speelde ik overigens nog samen met enkele spelers van deze gouden generatie. Jongens als Marouane Fellaini, Axel Witsel en Steven Defour hoor ik zelfs nog regelmatig en via Thibaut Courtois ging ik afgelopen weekend nog naar Chelsea kijken. Of ik ook in Rusland aanwezig zal zijn? Dat weet ik nog niet.” (lacht)

Karel Geraerts over…

Zijn carrière

“Ik heb er het maximum uitgehaald. Op momenten waar ik belangrijke keuzes moest maken, heb ik steeds mijn gevoel gevolgd en dat is telkens goed uitgedraaid. Het was geen bewuste keuze om nooit naar het buitenland te trekken. Dat zou natuurlijk een geweldige ervaring geweest zijn, maar spijt? Dat niet. Ik word overigens bij al mijn clubs nog steeds met open armen ontvangen en dat is ook belangrijk.”

De maanden bij KVO

“Via Luc Devroe, die ik nog kende van in mijn periode bij Club, kwam ik bij de kustploeg terecht. Als sportief coördinator was ik de schakel tussen de spelers en het bestuur. Het werd een korte, maar leuke ervaring. De resultaten zaten echter tegen en bepaalde spelers aasden nog op een transfer, waardoor het moeilijk werken was. Ik werd wel betrokken, maar als nieuwkomer heb je tijd nodig om je stempel te kunnen drukken. Met het ontslag van Yves Vanderhaeghe besliste Marc Coucke om ook mij aan de deur te zetten. Tot op heden heb ik daar weinig uitleg over gekregen, maar daardoor heb ik het ook behoorlijk snel van me af kunnen zetten. Ik kan mezelf niets verwijten.”

Zijn toekomst

“Ook in de toekomst zie ik een rol in een dergelijke functie wel zitten. Vooral het contact met de spelers en in het bijzonder omtrent hun sportieve bekommeringen spreekt mij aan. Ik laat nu alles op me afkomen en wacht het juiste moment af. Samen met mijn makelaar Evert Maeschalck (die ook spelers als Brandon Mechele en Michiel Jonckheere onder zijn hoede heeft, red.) bekijk ik alle mogelijke opties. Een trainersfunctie? Zeg nooit nooit, maar ik denk niet dat ik daar ten volle voor in de wieg ben gelegd. Een functie bij Club Brugge? Dat zou ik zeker zien zitten, want dat zou heel speciaal zijn.”

De stunt van Marc Coucke

“Ook voor mij was dat een grote verrassing. Ik ben vooral benieuwd hoe het nu verder moet met KV Oostende. Marc heeft er heel wat verwezenlijkt, zowel sportief als extrasportief. Onder Coucke groeide de kustploeg tot een echte businessmachine uit. Ik vrees echter dat die machine nu zal stokken, want de ‘lokfactor’ Coucke valt niet te onderschatten. Ik hoop voor Oostende dat dat rustig zal gebeuren, maar ik kan me niet inbeelden dat Marc ‘zíjn’ KVO zal laten stikken.”

De bekerformule

“Ik kon in mijn carrière twee keer de beker winnen met Club en dat waren heel speciale momenten. Het is echter niet te vergelijken met een titel. Het Belgische publiek zal altijd een haat-liefdeverhouding met de beker blijven hebben. Het voetbalaanbod is heel ruim en de mensen lopen er niet warm voor om op een dinsdagavond ook nog eens naar het stadion te trekken. Het is pas vanaf de halve finale dat er echt grote belangstelling is en daar moet er wel eens verandering in komen. Een nieuw concept is misschien wel aan de orde.”

De Rode Duivels

“Deze gouden generatie is op zijn top, dus is het is nu of nooit. Eden Hazard en Kevin De Bruyne zijn essentieel, maar ook het belang van steunpilaren achterin als Jan Vertonghen en Toby Alderweireld mag niet onderschat worden. Ik zie het wel zitten voor deze zomer in Rusland en ik vermoed dat de ‘duivelgekte’ binnenkort weer volop zal losbreken. Bij Standard speelde ik overigens nog samen met enkele spelers van deze gouden generatie. Jongens als Marouane Fellaini, Axel Witsel en Steven Defour hoor ik zelfs nog regelmatig en via Thibaut Courtois ging ik afgelopen weekend nog naar Chelsea kijken. Of ik ook in Rusland aanwezig zal zijn? Dat weet ik nog niet.” (lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier