Benoit Bailyu (24) liep de beruchte Marathon des Sables

Benoit Bailyu. (Foto MV)
Redactie KW

Benoit Bailyu (24) trok van 6 tot 16 april naar Noord-Afrika voor de vermaarde Marathon des Sables. Het was een harde ervaring, maar toch is hij blij dat hij ze heeft meegemaakt.

De Knokse student Innovation en Entrepreneurship aan de universiteit van Antwerpen gebruikt het langeafstandslopen al jaren als uitlaatklep. “Elk jaar probeerde ik wat nieuws. De afgelopen jaren nam ik deel aan verschillende disciplines zoals de halve en de hele marathon en ook de halve en de hele triatlon”, gaat Benoit van start. “In wat hopelijk mijn laatste studentenjaar zou moeten worden was ik aan het kijken wat ik kon doen om mezelf zowel mentaal als fysiek te challengen. Ik wou kijken waar mijn grenzen lagen en wat mijn lichaam eigenlijk aankon. Zo kwam ik op de Marathon des Sables waarvan de natuur waardoor je loopt en het weg zijn van alles en iedereen me ook zeer aantrok.”

De wedstrijd duurt zeven dagen over een afstand van 254 km in de woestijn van Zuid-Marokko. Ze wordt beschouwd als de zwaarste ultraloop ter wereld. “De beelden zoals we ze kennen van Tom Waes in zijn programma Tomtesteron zijn voor geen millimeter overdreven, het is precies zo”, vertelt Benoit Bailyu. “Al na twee dagen lagen mijn beide voeten open en moest ik s’ avonds minstens een uur aanschuiven aan het veldhospitaal voor verzorging. Vanaf dan herhaalde dat ritueel zich dagelijks en sneden ze de wonden open en goten er eosine in. Dat doet écht geen deugd en velen liggen dan ook te krijsen. ‘s Anderendaags is het geen pretje om opnieuw dat hete, mulle zand in te trekken op een erg heuvelachtig parcours waar lopen bijna onmogelijk is.”

Ter plaatse is het logement erg primitief. “Ze zorgen voor een doek boven je hoofd en een tapijt om op te liggen en dat is het. Behalve tanden poetsen is de hygiëne beperkt tot het absolute minimum, wassen gebeurt sporadisch met een heel klein beetje water. De rest van de organisatie is echt wel top: het medisch team is van een zeer hoge kwaliteit en ze voorzien iedereen van voldoende drinken. Dat water krijg je ‘s morgens in één keer mee en samen met het eten dat je zelf dient mee te brengen, zijn dat toch een pak kilo’s die je zo moet meesleuren’, zucht Benoit nog na. “Wel prettig is dat ze de nationaliteiten samenleggen om te slapen. De sociale contacten die je daar legt maken het de moeite waard om later zeker nog eens terug te keren.” (MVP)