Twintig jaar geleden gingen E403 naar Doornik én ‘Pecq-Armentières’ eindelijk open

Oud-burgemeester wijlen Rosa Martens van Wervik was heel fel tegen, maar heeft naderhand ook haar bijdrage geleverd tot het bereiken van het compromis. © Foto JRE
Jos Remaut

Op vrijdag 12 juni 1998 knipten toenmalig verkeersminister Eddy Baldewijns en zijn Waalse collega Lebrun tegelijk de N58 in Wervik en het ontbrekende stuk van de A17 (E403) in Dottenijs in. Waarmee er eindelijk een einde kwam aan een communautaire patstelling die bijna twintig jaar had geduurd.

Het hele verhaal begint eigenlijk bij de overheveling in vijf gemeenten in de regio Komen van West-Vlaanderen naar Henegouwen, wanneer in 1963 de taalgrens wordt vastgelegd. Deze gemeenten vormden echter een enclave die zowel aardrijkskundig als qua mentaliteit niet bij de rest van Wallonië aansloot. Daarom werd in de jaren 1970 door het toen nog nationale ministerie van Openbare Werken het plan opgevat voor de bouw van een snelweg tussen de A17 in Pecq en de Franse grensstad Armentières. Met de duidelijke bedoeling de enclave Komen een snelle verbinding te geven met de regio Moeskroen en de rest van Wallonië. Een communautaire zet, waar ze in Menen en Wervik en alvast niet gelukkig mee waren, want de snelweg, die onderdeel moest worden van een grote ring rond Rijsel, zou een lelijke streep trekken door het grondgebied en werd daar als compleet overbodig beschouwd. Zo was er in de eerste plannen op het hele grondgebied Wervik bijvoorbeeld geen enkele afrit voorzien, terwijl de gemeente wel volledig in tweeën zou worden gesneden!

Aan Vlaamse zijde werd veelvuldig betoogd en ook wel gelobbyd om de snelweg er niét te laten komen op Vlaams grondgebied. Ondertussen werd ook het departement Openbare werken geregionaliseerd en werd het dossier aan Vlaamse zijde on hold gezet. Aan Waalse kant begonnen ze echter hun geduld te verliezen. In die mate zelfs dat de Walen weigerden om op hun beurt enkele kilometers verbinding van de A17 naar Doornik af te werken ter hoogte van de taalgrens, waardoor een heel stuk van die snelweg ten zuiden van Kortrijk er járen ongebruikt is blijven liggen.

Na meer dan tien jaar werd, na veel geduldige diplomatie, dan toch een compromis bereikt : vanaf de A19 in Geluwe zou een nieuwe verbindingsweg worden aangelegd om de verbinding te maken naar de al bestaande snelweg in Komen. Maar slechts op twee vakken (al was er al onteigend voor vier vakken), en met rotondes op de belangrijke kruispunten. Waardoor de weg wél nuttig werd : ter ontsluiting van de industriezone Menen West en ter ontlasting van de dorpskernen van Geluwe en Wervik.

Als snelweg is ‘Pecq-Armentières’ er dus nooit gekomen, wel als expressweg N58, met een totaal verschillend profiel aan beide zijden van de taalgrens. En het blijft een weg in twee stukken, want tussen Rekkem en Geluwe kwam hij er nooit : het is even omrijden langs de E403 en de A19.

Aan Vlaamse zijde kreeg de N58 al snel een reputatie als dodenweg, want er gebeurden in de eerste jaren vrij veel zware ongevallen, meestal van bestuurders die vanuit een landelijke weg de expresweg probeerden over te steken. Eveneens werd vrij snel duidelijk dat twee vakken te weinig is op het eerste deel van de weg, met spitsfiles tot gevolg. Er bestaan ondertussen plannen om de weg op vier vakken te brengen van de A19 tot de industriezone Menen West, en de rotonde op het kruispunt met de N8 in Geluwe weer weg te werken.

Aan Waalse zijde werd de expresweg vorige zomer gedegradeerd tot gewone weg : ook landbouwverkeer is er nu toegelaten, om de vele zware konvooien met aardappelen voor de firma Clarebout in Waasten uit de dorpskommen te houden, en er kwam een snelheidsbeperking tot 90 per uur.

Al spreekt men in de volksmond nog altijd over ‘Pecq-Armentières’, van een snelweg is al lang geen sprake meer !

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier