Zesde generatie vissersfamilie Desaever: “Aan de lokroep van de zee kan ik niet weerstaan”

Robbe Desaever. © IV
Redactie KW

Achttien jaar is Robbe Desaever, en al een hele poos verknocht aan de zee. Dat hoeft niet te verwonderen: hij groeide op in een familie van vissers, die minstens zes generaties teruggaat. “Aan de lokroep van de zee kan ik echt niet weerstaan”, bekent hij, met een glinstering in zijn oog.

Als twaalfjarige volgde Robbe twee jaar de afdeling houtbewerking aan een technische school, maar dat beviel hem niet. “Tijdens schoolvrije dagen ging ik met mijn vader mee op zee. En van mijn opa leerde ik als jonge knaap netten breien. Zo kreeg ik de smaak van de visserij te pakken”, zegt hij.

Robbe hakte na die twee jaar de knoop door, stopte met houtbewerking en schreef zich vier jaar geleden in het Maritiem Instituut in Oostende in. Hij is nog altijd blij met zijn keuze. “Geleidelijk aan word je er tot volwaardig visser opgeleid. Het begint als matroos met het herkennen van de navigatielichten, de betekenis van de boeien,… en het eindigt met het diploma van schipper na voldoende jaren praktijkervaring”, legt Robbe uit. Momenteel telt hij 380 zeedagen.

Vrijheid

Robbe, die aan de wal alle zenuwachtige drukte vermijdt als de pest, koos voor het avontuurlijke bestaan van visser, omdat hij zich op zee volledig vrij voelt. “Overal waar je om je heen kijkt, zie je de weidse zee en de ruime lucht. Je hoort het ritme van de klotsende golven. En soms zwemt er een zeehondje langs het schip mee. Dat zijn prachtige ervaringen. Je leert ook het weer begrijpen. E zunne op stelten voorspelt wind voor de volgende dagen en mist wordt bewaaid of bepist’. Elke dag op zee is anders. En de kleur van het zeewater verandert van klaar bij rustig weer naar dik als het flink heeft gewaaid.”

Met het zware ritme aan boord heeft hij geen probleem. Werken, eten, slapen, het schip schoonmaken, netten ophalen,… Hij doet het met plezier. En zijn handen zijn gewoon geraakt aan het gutten van de vis, ook al gaan de handschoenen niet langer dan twee dagen mee. Robbes voorkeur gaat uit naar nachtwerk. Dat de afvaart soms midden in de nacht plaatsvindt en het uur van aanmeren volgens de vangst van dag tot dag kan verschillen, stoort hem niet. Als vijftienjarige jobstudent was hij ooit drie weken weg van huis. “Het moet wel klikken tussen de bemanning, want je zit in hetzelfde schuitje voor vele uren op een kleine oppervlakte.”

Meer afval in netten

“Elke ophaling van de netten is boeiend en steeds opnieuw verrassend. Wat zal er nu weer in de netten zitten?”, zegt hij. “Ooit werden na een sleep van acht uur slechts 1 tong, 1 steenbolk en 2 haaien bovengehaald. Dat is vloeken.” Volgens Robbe zijn in vergelijking met enkele jaren geleden de vangsten van tong en kalbeljauw fel verminderd. Het opvissen van afval daarentegen stijgt van jaar tot jaar. Vooral plastieken verpakkingen en drankblikjes vormen de hoofdmoot. Al het afval verzamelen de vissers in zakken die ze deponeren in vuilniscontainers op de kaai. Als Nieuwpoortse vissersfamilie verkoopt de N.93 Aalscholver al zijn vangsten in de plaatselijke vismijn.

In de visserijsector heeft de Vlaamse politiek weinig inbreng

Ondanks alle problemen in de visserij – steeds meer administratie, dure brandstofprijzen, de onzekerheid door de Brexit, de jaarlijkse visquota – kijkt Robbe uit naar het behalen van zijn diploma als schipper. Hij droomt er nu al van het schip van zijn vader te kopen. “En ik hoop uit de grond van mijn hart ooit een zoon te hebben die ook visser wordt”, zegt hij vol overtuiging.

Nooit zeeziek

Zelf treedt hij in de voetsporen van zijn vader Jan Desaever die op 10-jarige leeftijd al met zijn vader mee op zee wou. Zijn broer Dirk maakte elke vorm van visserij – van plankenvisserij over bordenvisserij tot bokkenvisserij – mee, maar zei de sector uiteindelijk vaarwel. Jan niet. Hij volgde de visserijschool in Nieuwpoort en Oostende en legde op zijn 21ste zijn examen van schipper af. Hij voerde het bevel over de N.590 Horizon en sinds 1998 over de N.93 Aalscholver, een stalen bokkenvissersboot met een motor van 300 pk. Die keuze heeft hij zich nog geen moment beklaagd. Geen dag was hij zeeziek. Hij heeft het wel moeilijk met de volgens hem overdreven wetten en reglementen.

Netten breien

Opa Gilbert Desaever stopte met varen in 1989 om zoon Jan op eigen benen te laten staan. “Op de kaai kom ik nog wel, maar meevaren aan boord doe ik niet meer”, zegt hij. Het ritme van korte tukjes van 2 uur is hij kwijt en dromen over de visserij doet hij ‘s nachts niet meer. In zijn vrije tijd breit Gilbert nu netten als hobby. Of je vis of graat aan nieuwe bemanningsleden had, wist Gilbert algauw. Wie om 10.30 uur aan boord werd verwacht en er om 10 uur al stond, was een goeie. Minder gemotiveerde matrozen kwamen vijf minuten te laat en haalden hun neus op als ze ook op zondag moesten varen. Maar dat probleem hebben ze niet in de familie Desaever.

De visserijproblematiek volgt Gilbert nog op de voet. “In de visserijsector heeft de Vlaamse politiek weinig inbreng. Alles wat de visserij betreft, wordt door Europa beslist. Zoals de vangstquota. Grotere schepen moeten door die quota soms gevangen vis over boord gooien en dat stoot Gilbert tegen de borst. Dat de zee ooit leeggevist zal raken, gelooft hij niet.

Maar groeien zal de Vlaamse vloot niet meer, betreurt Gilbert. “Enkel bestaande schepen kunnen nog vervangen worden. Maar de prijs ligt hoog voor een gloednieuw schip. Dat kost al snel 60 tot 70 miljoen. En wie kan dat betalen.”

(DCR)

Jan Desaever (1968 – )

Jan Desaever.
Jan Desaever.© IV

Jan Desaever trok voor het eerst naar zee met de N.590 van zijn vader in 1984. Eerst als scheepsjongen, later als matroos en motorist om in 1989 het schippersdiploma te behalen. Vijf jaar voer hij op meerdere Nieuwpoortse schepen. In 1998 kocht Jan, samen met een vennoot, de N.93 Aalscholver, een stalen bokkenvisser. Dit schip is voor zowel de bordenvisserij als voor de bokkenvisserij uitgerust. Ook Jan maakte de voortschrijdende modernisatie in de visserij mee. Scholen vis worden met de sonar opgezocht, de dieptebepaling leest de schipper van een gekleurd beeldscherm af ,… Televisie, telefoon, computer, … het zijn alledaagse toestellen aan boord.

Gilbert Desaever (1943 – )

Daniel Desaever.
Daniel Desaever.© IV

Hoewel hij als jonge knaap voorbestemd leek om in de Opelgarage van Robert Vandewaeter in de Kokstraat te werken, ging Gilbert in 1961 toch op de N.740 van zijn vader varen. Hij maakte kennis met een aantal nieuwe technieken en toepassingen in zijn loopbaan. Netten van pietermangaren werden door sterkere nylonnetten vervangen en nog later door netten van polyetyleen. In 1972 kocht Gilbert, samen met zijn vader, de N.590 Horizon met een motor van 150 pk. Met dit schip kon zowel met de borden als met de bokken gevist worden. Bij bokkenvisserij wordt een net langs elke zijde van het vaartuig gesleept. Zeeziek is Gilbert in zijn leven nooit geweest.

Jan Desaever (1968 – )

Jan Desaever.
Jan Desaever.© IV

Jan Desaever trok voor het eerst naar zee met de N.590 van zijn vader in 1984. Eerst als scheepsjongen, later als matroos en motorist om in 1989 het schippersdiploma te behalen. Vijf jaar voer hij op meerdere Nieuwpoortse schepen. In 1998 kocht Jan, samen met een vennoot, de N.93 Aalscholver, een stalen bokkenvisser. Dit schip is voor zowel de bordenvisserij als voor de bokkenvisserij uitgerust. Ook Jan maakte de voortschrijdende modernisatie in de visserij mee. Scholen vis worden met de sonar opgezocht, de dieptebepaling leest de schipper van een gekleurd beeldscherm af ,… Televisie, telefoon, computer, … het zijn alledaagse toestellen aan boord.

Jean Desaever (1917-1998)

Jean Desaever.
Jean Desaever.© IV

Op vijftienjarige leeftijd voer Jean Desaever (1917-1998), zoon van August, als scheepsjongen bij Nieuwpoortenaar Raphaël Vercoutter. Ze visten met twee borden, de plankenvisserij, De borden sleepten door de kracht van de motor over de zeebodem. De bordenvisserij duurde van de lente tot de herfst. In de winter schakelden ze over op spanvisserij. Hierbij werd een groot net door twee schepen over de zeebodem gesleept waarbij ze vooral op kabeljauw, wijting, sprot en haring visten. Als schipper voer Jean op de N.744 van zijn broer. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte hij met dit schip naar Frankrijk. Na twee jaar keerde hij naar Nieuwpoort terug en maakte hij er de ‘wonderbare haringvangsten’ mee die heel wat mensen van de honger vrijwaarde. In 1950 kocht hij zijn eerste schip, de N.740, met een motor van 100 pk.

Gilbert Desaever (1943 – )

Daniel Desaever.
Daniel Desaever.© IV

Hoewel hij als jonge knaap voorbestemd leek om in de Opelgarage van Robert Vandewaeter in de Kokstraat te werken, ging Gilbert in 1961 toch op de N.740 van zijn vader varen. Hij maakte kennis met een aantal nieuwe technieken en toepassingen in zijn loopbaan. Netten van pietermangaren werden door sterkere nylonnetten vervangen en nog later door netten van polyetyleen. In 1972 kocht Gilbert, samen met zijn vader, de N.590 Horizon met een motor van 150 pk. Met dit schip kon zowel met de borden als met de bokken gevist worden. Bij bokkenvisserij wordt een net langs elke zijde van het vaartuig gesleept. Zeeziek is Gilbert in zijn leven nooit geweest.

Jan Desaever (1968 – )

Jan Desaever.
Jan Desaever.© IV

Jan Desaever trok voor het eerst naar zee met de N.590 van zijn vader in 1984. Eerst als scheepsjongen, later als matroos en motorist om in 1989 het schippersdiploma te behalen. Vijf jaar voer hij op meerdere Nieuwpoortse schepen. In 1998 kocht Jan, samen met een vennoot, de N.93 Aalscholver, een stalen bokkenvisser. Dit schip is voor zowel de bordenvisserij als voor de bokkenvisserij uitgerust. Ook Jan maakte de voortschrijdende modernisatie in de visserij mee. Scholen vis worden met de sonar opgezocht, de dieptebepaling leest de schipper van een gekleurd beeldscherm af ,… Televisie, telefoon, computer, … het zijn alledaagse toestellen aan boord.

August Desaever (1883-1965)

August Desaever.
August Desaever.© IV

August Desaever (1883-1965), een van de zonen van Louis, woonde ook in de duinen van Koksijde en was eveneens IJslandvaarder. Hij voer op een galette zeven reizen mee. Rond eind februari vond de afvaart plaats. Afhankelijk van de wind en de zeestromingen duurde de zeereis toen 15 à 25 dagen. Aan boord waren 25 mannen die met een kollijn in de hand visten. Door loting werd je plaats op het schip bepaald. De kollijn was 72 meter lang. Onderaan hing lood van 3,5 kg. Als eerste aas namen ze varkensvlees, maar na de eerste vangsten werd dat zeewolf. IJsland werd opnieuw verlaten eind augustus om in de tweede helft van september thuis te komen. Na zijn IJslandse periode voer August Desaever nog lange tijd op pannepotten, houten platbodems die vanaf het strand van De Panne in zee werden geduwd.

Jean Desaever (1917-1998)

Jean Desaever.
Jean Desaever.© IV

Op vijftienjarige leeftijd voer Jean Desaever (1917-1998), zoon van August, als scheepsjongen bij Nieuwpoortenaar Raphaël Vercoutter. Ze visten met twee borden, de plankenvisserij, De borden sleepten door de kracht van de motor over de zeebodem. De bordenvisserij duurde van de lente tot de herfst. In de winter schakelden ze over op spanvisserij. Hierbij werd een groot net door twee schepen over de zeebodem gesleept waarbij ze vooral op kabeljauw, wijting, sprot en haring visten. Als schipper voer Jean op de N.744 van zijn broer. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte hij met dit schip naar Frankrijk. Na twee jaar keerde hij naar Nieuwpoort terug en maakte hij er de ‘wonderbare haringvangsten’ mee die heel wat mensen van de honger vrijwaarde. In 1950 kocht hij zijn eerste schip, de N.740, met een motor van 100 pk.

Gilbert Desaever (1943 – )

Daniel Desaever.
Daniel Desaever.© IV

Hoewel hij als jonge knaap voorbestemd leek om in de Opelgarage van Robert Vandewaeter in de Kokstraat te werken, ging Gilbert in 1961 toch op de N.740 van zijn vader varen. Hij maakte kennis met een aantal nieuwe technieken en toepassingen in zijn loopbaan. Netten van pietermangaren werden door sterkere nylonnetten vervangen en nog later door netten van polyetyleen. In 1972 kocht Gilbert, samen met zijn vader, de N.590 Horizon met een motor van 150 pk. Met dit schip kon zowel met de borden als met de bokken gevist worden. Bij bokkenvisserij wordt een net langs elke zijde van het vaartuig gesleept. Zeeziek is Gilbert in zijn leven nooit geweest.

Jan Desaever (1968 – )

Jan Desaever.
Jan Desaever.© IV

Jan Desaever trok voor het eerst naar zee met de N.590 van zijn vader in 1984. Eerst als scheepsjongen, later als matroos en motorist om in 1989 het schippersdiploma te behalen. Vijf jaar voer hij op meerdere Nieuwpoortse schepen. In 1998 kocht Jan, samen met een vennoot, de N.93 Aalscholver, een stalen bokkenvisser. Dit schip is voor zowel de bordenvisserij als voor de bokkenvisserij uitgerust. Ook Jan maakte de voortschrijdende modernisatie in de visserij mee. Scholen vis worden met de sonar opgezocht, de dieptebepaling leest de schipper van een gekleurd beeldscherm af ,… Televisie, telefoon, computer, … het zijn alledaagse toestellen aan boord.

Louis Desaever (1854-1937)

Louis Desaever.
Louis Desaever.© IV

Uit nieuwsgierigheid ploos Gilbert Desaever zijn familiegeschiedenis uit en hij strandde bij zijn overgrootvader Louis Desaever (1854-1937). “Vanuit de havenstad Duinkerke maakte mijn overgrootvader met zeilschepen of galetten 27 reizen van ongeveer 6 maanden naar het verre en koude IJsland”, zegt Gilbert. “Bij geen enkele geboorte van zijn vijf kinderen was hij aanwezig. Overgrootvader woonde in een typisch vissershuisje in de duinen van Koksijde. Het staat er nog altijd. Als er in de winter niet naar IJsland werd gevaren was hij, zoals vele andere IJslandvaarders, duinenboer. Tijdens zijn afwezigheid stond zijn vrouw naast de opvoeding van de kinderen ook in voor het poten en rooien van de aardappelen, het oogsten van het fruit en de groenten, het voeren en vetmesten van het (klein)vee…”

August Desaever (1883-1965)

August Desaever.
August Desaever.© IV

August Desaever (1883-1965), een van de zonen van Louis, woonde ook in de duinen van Koksijde en was eveneens IJslandvaarder. Hij voer op een galette zeven reizen mee. Rond eind februari vond de afvaart plaats. Afhankelijk van de wind en de zeestromingen duurde de zeereis toen 15 à 25 dagen. Aan boord waren 25 mannen die met een kollijn in de hand visten. Door loting werd je plaats op het schip bepaald. De kollijn was 72 meter lang. Onderaan hing lood van 3,5 kg. Als eerste aas namen ze varkensvlees, maar na de eerste vangsten werd dat zeewolf. IJsland werd opnieuw verlaten eind augustus om in de tweede helft van september thuis te komen. Na zijn IJslandse periode voer August Desaever nog lange tijd op pannepotten, houten platbodems die vanaf het strand van De Panne in zee werden geduwd.

Jean Desaever (1917-1998)

Jean Desaever.
Jean Desaever.© IV

Op vijftienjarige leeftijd voer Jean Desaever (1917-1998), zoon van August, als scheepsjongen bij Nieuwpoortenaar Raphaël Vercoutter. Ze visten met twee borden, de plankenvisserij, De borden sleepten door de kracht van de motor over de zeebodem. De bordenvisserij duurde van de lente tot de herfst. In de winter schakelden ze over op spanvisserij. Hierbij werd een groot net door twee schepen over de zeebodem gesleept waarbij ze vooral op kabeljauw, wijting, sprot en haring visten. Als schipper voer Jean op de N.744 van zijn broer. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte hij met dit schip naar Frankrijk. Na twee jaar keerde hij naar Nieuwpoort terug en maakte hij er de ‘wonderbare haringvangsten’ mee die heel wat mensen van de honger vrijwaarde. In 1950 kocht hij zijn eerste schip, de N.740, met een motor van 100 pk.

Gilbert Desaever (1943 – )

Daniel Desaever.
Daniel Desaever.© IV

Hoewel hij als jonge knaap voorbestemd leek om in de Opelgarage van Robert Vandewaeter in de Kokstraat te werken, ging Gilbert in 1961 toch op de N.740 van zijn vader varen. Hij maakte kennis met een aantal nieuwe technieken en toepassingen in zijn loopbaan. Netten van pietermangaren werden door sterkere nylonnetten vervangen en nog later door netten van polyetyleen. In 1972 kocht Gilbert, samen met zijn vader, de N.590 Horizon met een motor van 150 pk. Met dit schip kon zowel met de borden als met de bokken gevist worden. Bij bokkenvisserij wordt een net langs elke zijde van het vaartuig gesleept. Zeeziek is Gilbert in zijn leven nooit geweest.

Jan Desaever (1968 – )

Jan Desaever.
Jan Desaever.© IV

Jan Desaever trok voor het eerst naar zee met de N.590 van zijn vader in 1984. Eerst als scheepsjongen, later als matroos en motorist om in 1989 het schippersdiploma te behalen. Vijf jaar voer hij op meerdere Nieuwpoortse schepen. In 1998 kocht Jan, samen met een vennoot, de N.93 Aalscholver, een stalen bokkenvisser. Dit schip is voor zowel de bordenvisserij als voor de bokkenvisserij uitgerust. Ook Jan maakte de voortschrijdende modernisatie in de visserij mee. Scholen vis worden met de sonar opgezocht, de dieptebepaling leest de schipper van een gekleurd beeldscherm af ,… Televisie, telefoon, computer, … het zijn alledaagse toestellen aan boord.