Wim Desmet van ‘t Bergske, melkboer uit Aalbeke: “Eigenlijk zouden we liefst in de bergen gaan wonen.”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Maak kennis met Wim, bekend in Groot Kortrijk omdat hij over de hele stad zijn zuivelwaren levert.

In Bellegem kwam ik een merkwaardige melkboer tegen. Gegarandeerd zit er geen haar in de boter die hij hier en daar levert, want zijn lange baard laat hij niet slepen waar die geen zaken heeft. Wim Desmet moet bij veel mensen in Groot Kortrijk bekend zijn, want hij blijkt over de hele stad zijn zuivelwaren te verspreiden. En niet alleen dat, hij heeft ook nog een Panini Foodtrailer die hij samen met zijn vrouw Vanessa overal naartoe sleept. Vanessa moet op haar beurt een bekend figuur zijn in Aalbeke, want daar baat ze voedingszaak ‘t Bergske uit.

Als je Wim zijn verhaal wil horen moet je vooral stevig meestappen, want veel tijd heeft hij niet. Hij heeft elke dag een grote ronde af te werken. Geen tijd om te ademen. Vandaar misschien dat hij zou willen verhuizen naar hogere bergen dan ‘t Bergske. Hij droomt van een leven in Oostenrijk. Niet om te gaan jodelen. Hij wil in de bergen wonen. En er een bed&breakfast uitbaten. Maar dat blijkt niet simpel wegens “onbetaalbaar in de toeristische gebieden en de kinderen zijn nog te jong. 14 en 15 en ze zitten hier in de chiro en de rugby, plus ze hebben hun vrienden op school en het onderwijs in Oostenrijk staat op een lager niveau.”

Redenen in overvloed om in ‘t Bergske te blijven en niet naar de bergen te trekken. En wellicht groeit zijn lange baard het best in Aalbeke. Het haar op zijn kin en zijn wangen is intussen lang genoeg om als lid van de Taliban aanzien te worden. “Dat hoor ik hele dagen. En ook vergelijkingen met Sinterklaas en de Kerstman zijn niet van de lucht.”