Willy Wolfcarius was 22 jaar lang trouwe voetverzorger van de Hallebedevaarders

Willy Wolfcarius verzorgde 22 jaar lang de voeten van de Hallebedevaarders. © Foto CLY
Redactie KW

Op vrijdagavond 4 mei vertrekt vanuit Oostrozebeke de jaarlijkse Hallebedevaart. Een lange traditie die dateert van in de jaren 1890 toen een zekere Deleersnijder, in de volksmond ‘Leerke’ genaamd, op vraag van oudere mensen regelmatig op bedevaart trok naar Halle. Al die tijd is de jaarlijkse bedevaart blijven bestaan en vindt die telkens in het eerste weekend van mei plaats.

Ieder jaar zijn er nog een dikke 100 pelgrims die de uitdaging aangaan en liefst 80 km stappen uit geloofsovertuiging of uit dank voor het bekomen van een gunst van hierboven. Tientallen vrijwilligers zetten zich jaarlijks in om het comfort van de pelgrims te verbeteren. De organisatie zelf gaat nog steeds uit van het plaatselijk broederschap van Halle. De intussen 74-jarige Rode Kruismedewerker Willy Wolfcarius is een van die vrijwilligers die liefst 22 jaar klaar stond om gestrande bedevaarders te verzorgen. Hij mag terecht de barmhartige samaritaan van de Hallebedevaart genoemd worden.

Kwarteeuw Rode Kruis

Willy was voor zijn op pensioenstelling werknemer bij het metaalverwerkend bedrijf Alva in Oostrozebeke, gespecialiseerd in de productie van potten en pannen. Daarnaast was hij een waardevol medewerker van het plaatselijke Rode Kruis, een soort roeping die hij al een kwarteeuw met heel veel overgave volbrengt.

“Aanvankelijk was ik de econoom van de afdeling, maar door de leeftijdsgrens ben ik nu een soort logistieke medewerker geworden”, vertelt Willy. “Mijn beste herinneringen bewaar ik aan de jaarlijkse Hallebedevaart. Vanaf Brakel, wanneer de pelgrims er al wat kilometers hadden opzitten, stond ik paraat voor voetverzorging en het masseren van de benen van door krampen geteisterde pelgrims. Dat was iets dat ik heel graag deed, want mijn werk werd naar waarde geschat door de bedevaarders. Ik was zo bekend dat ze kwamen aankloppen om zich door mij te laten verzorgen. Er waren zelfs pelgrims die vroegen of ik misschien kinesist was.”

“Nu ik de leeftijdsgrens heb bereikt, moet ik met pijn in het hart afhaken”

Na Brakel trok hij mee naar de volgende stopplaats. “Op vier plaatsen stond ik in voor voetverzorging en massages, maar mijn werk bleef niet beperkt tot het verzorgen van wonden en voetverzorging. Meer dan een week op voorhand was ik al de koffers aan het klaarmaken met alle materiaal voor de verzorging onderweg. Daarnaast zorgde ik ook voor de bevoorrading van de ambulance die meereed en voor de volgwagens.”

Onwel in de kerk

“Het was vaak heel vroeg opstaan om overal medewerkers op te halen die mee instonden voor de verzorging. Om drie uur in de morgen trokken we al de bedevaarders achterna. Ik hielp niet alleen onderweg, maar bleef ook ter plaatse wanneer de pelgrims hun tocht hadden beëindigd en verzamelden in de kerk voor de slotdienst. Vaak waren er die in de kerk onwel werden na die helse inspanning en dan waren wij stand-by om hulp te bieden. Na de dienst kwamen de mensen die ik onderweg geholpen had nog eens extra voorbij om me te bedanken.”

Leeftijdsgrens bereikt

En waar haalde Willy de motivatie om elk jaar opnieuw helemaal belangeloos ter beschikking te staan van de Hallebedevaarders? “Eigenlijk weet ik het ook niet”, zegt Willy. “Het is heel veel werk, maar je krijgt er zoveel dankbaarheid voor terug. Nu ik de leeftijdsgrens heb bereikt, moet ik voor dit soort werk afhaken, maar het is met pijn in het hart. Nu moet ik me beperken tot het klaarzetten van het materiaal. Maar terwijl ik die klus klaar, ben ik met mijn gedachten bij de pelgrims. Ik leef nog steeds met hen mee”, besluit de barmhartige samaritaan. (CLY)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier