Van hengelaars tot kruiers: dé hobbyvisser op zee is West-Vlaming, mannelijk en 56 jaar

De kruiers, die met een sleepnet vissen op garnaal in het ondiepe zeewater, zijn met 400. © JRO
Redactie KW

De gemiddelde hobbyvisser is mannelijk, West-Vlaming en gemiddeld 56 jaar. Dat blijkt uit een uitvoerige studie van het VLIZ en het ILVO in samenwerking met zo’n 300 hobbyvissers.

In totaal zijn ze met 2.900, de recreatieve zeevissers die vissen vanop de oever of aan boord van scheepjes. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek waren benieuwd wie die hobbyvissers precies zijn en zochten het uit.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende tactieken om te vissen. De hengelvissers vertegenwoordigen het grootse aantal hobbyvissers. Met 1.650 zijn ze. De kruiers, die met een sleepnet vissen op garnaal in het ondiepe zeewater, zijn met 400. De rest van de hobbyvissers gebruikt andere technieken om vis of garnaal te verschalken voor eigen consumptie.

Twee op de drie hobbyvissers komen uit de kustregio. Daarna volgen Oost-Vlaanderen met zo’n 11 procent, Antwerpen met 8 procent en Vlaams-Brabant met 7 procent. Het blijft grotendeels een mannelijke hobby (98 procent) en ze hebben een gemiddelde leeftijd van 56 jaar.

100 ton garnaal

De recreatieve zeevissers zijn goed voor een aanvoer van anderhalf miljoen vissen en ongeveer 100 ton garnaal per jaar. Van de gevangen vis wordt 52 procent terug in zee gegooid, de andere 48 procent dient voor eigen consumptie. De hengelaars zijn vooral actief op pieren, strandhoofden, staketsels en havendammen. De kruiers zijn dan weer actief op het strand. Maar het overgrote deel wordt uit zee gevist met kleine scheepjes met een sleepnet.

(JRO)

Marc Vandenbroele (58): “Er komen hier altijd maar regeltjes bij”

De 58-jarige Marc Vandenbroele begon met hengelen, toen hij amper zes jaar was. “Mijn vader was een fervent hobbyvisser”, getuigt Marc.

Van hengelaars tot kruiers: dé hobbyvisser op zee is West-Vlaming, mannelijk en 56 jaar

“Hij nam me op zesjarige leeftijd mee en ik kreeg al snel de microbe te pakken. Als kind was ik astmapatiënt en de gezonde zeelucht deed me goed. Ik ben zo in de voetsporen van mijn vader getreden. Eens je die microbe te pakken hebt, geraak je er nooit meer van af. Ik was amper elf jaar toen ik voor het eerst alleen ging vissen aan de Spuikom en in het Maria Hendrikapark.”

Om te vissen, moet je heel veel geduld hebben. “Dat is inderdaad zo, maar aan de andere kant kan het ook zeer lonend zijn. Lukraak ergens gaan vissen, is uit den boze. Je moet weten waarmee je bezig bent. De Spuikom is daarvoor ideaal. Vroeger werd hier met kruisnetten gevist, maar dat is nu niet meer toegelaten. Er werd daardoor veel gestroopt. Maar sinds dat gestopt is, herstelt de paling zich stilaan.”

Heropening staketsel

Marc kijkt uit naar de heropening van het staketsel. “Vroeger ging ik heel veel vissen op het staketsel, maar door de werkzaamheden is het nu al even dicht. Eind juni zou het terug open moeten gaan. Veel hobbyvissers kijken er naar uit. Er is ook de strekdam, maar ik ben daar geen voorstander van. Het is er veel moeilijker vissen. Vooral mijn rug heeft er zwaar onder te lijden. Die dam is niet aangelegd om er op te vissen. Ik ben vooral te vinden in de vismijn, de Spuikom en op het staketsel uiteraard. Vroeger trokken we al eens naar Duinkerke, maar dat is nu de moeite niet meer. Hier valt evenveel te vangen. Alleen werkt de reglementering wat tegen in België. Er komen altijd maar regeltjes bij. Maar het deert ons niet. Onze hobby is en blijft vissen. Het zit me in het bloed”, besluit Marc. (JRO)

Sammy Claeys (26): “Vissen werd met de paplepel ingegeven”

Sammy Claeys (26) kreeg het vissen met de paplepel ingegeven. Zijn nonkel was een fervent hobbyvisser en had heel wat vrienden in het vissersmilieu.

Van hengelaars tot kruiers: dé hobbyvisser op zee is West-Vlaming, mannelijk en 56 jaar

Op driejarige leeftijd werd Sammy voor het eerst meegenomen. “Ik was toen misschien nog wat te jong om te beseffen wat het vissen precies inhield. Maar toch liet het me nooit los”, vertelt Sammy. “Mijn nonkel viste vooral op het staketsel. Uiteraard ben je daar als driejarige door gefascineerd. Telkens er een vis aan de haak werd geslagen, wilde ik die vis de emmer ingooien. Ook bij mijn eigen vierjarig zoontje, Jayden, is dat zo. Ik neem hem nu al mee om wormen te zoeken. Hij is er als de kippen bij om de wormen in de emmer te gooien.” (lacht)

Dat recreatief vissen een mannelijke hobby is, daar is Sammy niet mee akkoord. “Mijn eigen vriendin gaat dikwijls mee en ze vist zelf ook. Ik ken trouwens nog vrouwen die vissen, maar dan eerder vrouwen uit het binnenland. Ze zijn schaars, maar ze zijn er. Zelf vind ik dat vissen voor iedereen is”, vervolgt Sammy. “Waarom ik het zo graag doe? Ik werk zes dagen op zeven als timmerman. Vissen geeft me rust. Het begint bij je worm nemen, je eigen balans maken, je hengel klaarmaken, je visje vangen en dat ook opeten nadien. Er is niets beter dan vers gevangen vis die je ook nog eens zelf hebt gevangen.”

Sammy trekt nu en dan ook de zee in om te kruien. “Het is nu al een tijdje geleden. Bij het kruien kom je iets minder tot rust”, lacht Sammy. “Fysiek kan het soms zwaar zijn. Bij veel stroming bijvoorbeeld… dan is het veel zwaarder dan wanneer de zee vlak is. Het valt ook allemaal te bezien hoe vaak je heen en weer loopt. Ik doe dat telkens enkele keren, maar ik kan begrijpen dat het voor oudere mensen die fysiek niet meer zo sterk zijn, veel moeilijker gaat. Maar recreatief vissen is en blijft een hobby voor jong en oud.” (JRO)

Marc Vandenbroele (58): “Er komen hier altijd maar regeltjes bij”

De 58-jarige Marc Vandenbroele begon met hengelen, toen hij amper zes jaar was. “Mijn vader was een fervent hobbyvisser”, getuigt Marc.

Van hengelaars tot kruiers: dé hobbyvisser op zee is West-Vlaming, mannelijk en 56 jaar

“Hij nam me op zesjarige leeftijd mee en ik kreeg al snel de microbe te pakken. Als kind was ik astmapatiënt en de gezonde zeelucht deed me goed. Ik ben zo in de voetsporen van mijn vader getreden. Eens je die microbe te pakken hebt, geraak je er nooit meer van af. Ik was amper elf jaar toen ik voor het eerst alleen ging vissen aan de Spuikom en in het Maria Hendrikapark.”

Om te vissen, moet je heel veel geduld hebben. “Dat is inderdaad zo, maar aan de andere kant kan het ook zeer lonend zijn. Lukraak ergens gaan vissen, is uit den boze. Je moet weten waarmee je bezig bent. De Spuikom is daarvoor ideaal. Vroeger werd hier met kruisnetten gevist, maar dat is nu niet meer toegelaten. Er werd daardoor veel gestroopt. Maar sinds dat gestopt is, herstelt de paling zich stilaan.”

Heropening staketsel

Marc kijkt uit naar de heropening van het staketsel. “Vroeger ging ik heel veel vissen op het staketsel, maar door de werkzaamheden is het nu al even dicht. Eind juni zou het terug open moeten gaan. Veel hobbyvissers kijken er naar uit. Er is ook de strekdam, maar ik ben daar geen voorstander van. Het is er veel moeilijker vissen. Vooral mijn rug heeft er zwaar onder te lijden. Die dam is niet aangelegd om er op te vissen. Ik ben vooral te vinden in de vismijn, de Spuikom en op het staketsel uiteraard. Vroeger trokken we al eens naar Duinkerke, maar dat is nu de moeite niet meer. Hier valt evenveel te vangen. Alleen werkt de reglementering wat tegen in België. Er komen altijd maar regeltjes bij. Maar het deert ons niet. Onze hobby is en blijft vissen. Het zit me in het bloed”, besluit Marc. (JRO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier