Topsporters met leukemie als tegenstrever

Foto Davy Coghe © Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

Miguel Van Damme (24) kan dit weekend twee keer juichen: de kampioenviering met Cercle Brugge en de eerste verjaardag van zijn genezing van leukemie. Voor Lindsey De Grande (28), die andere West-Vlaamse sporter met leukemie, is dat nog niet aan de orde. “Ik krijg amper een lening, geen schuldsaldoverzekering. De banken geloven niet dat ik oud zal worden of mijn lening kan afbetalen. Heel confronterend”, zegt Lindsey.

Een tattoo van Think-Pink op zijn linkerarm. Aan niets anders kan je merken dat Miguel Van Damme maandenlang tegen leukemie moest vechten. Nooit eerder stond de keeper van Cercle Brugge zo scherp als nu. “Conditioneel, gewicht, vetpercentage, kracht: ik ben volledig de oude, en zelfs sterker. Enkel mijn sprongkracht moet nog beter. Van zodra ik genezen werd verklaard exact een jaar geleden greep ik meteen mijn sporttas, trok ik naar de training en nam ik een diëtiste onder de arm. Ik ben bijna terug, al moet je met leukemie altijd een slag om de arm houden.”

Anders is het voor Lindsey De Grande, de Sijseelse atlete die in 2011 ook de diagnose van leukemie kreeg. Chronische, weliswaar. “Genezen verklaard worden is niet aan de orde. Of nu toch niet”, zegt ze. “De ziekte is stabiel: aanwezig maar niet echt actief. Daarom hebben we besloten om heel gecontroleerd de behandeling te stoppen en te kijken hoe lang de ziekte stabiel blijft zonder medicatie. Ik keek zo uit naar dat moment, maar het werd een grote ontnuchtering. Eerst werden mijn zenuwpijnen en vermoeidheid nog erger omdat mijn lichaam moest afkicken van de medicatie. Dan neem je zo’n berekend risico en voel je je nog slechter… Gelukkig is het wat gestabiliseerd, maar ik voel me niet beter dan mét medicatie. Er is vermoedelijk blijvende schade van de kanker en de behandeling.”

Hoe plaats je dat?

Lindsey De Grande: “Mensen zeggen dat je je ziekte moet aanvaarden, maar dat is een blijvend proces. Dat merk ik ook bij mensen met een acute kanker. Op de een of andere manier zal dat altijd een deel van mijn leven zijn. De onzekerheid, de angst… Ik ben 28, wil op het hoogtepunt van mijn kunnen staan. Ik blijf wel lopen, en steeds meer. Wie mij ziet, denkt dat alles oké is, maar voor mij is dat mijn manier om de pijn te dempen. Als ik kan lopen en sporten, ook al is het maar voor een uurtje, voel ik me beter en kan ik een slechte dag beter verwerken.”

Miguel Van Damme: “Toen ik ziek was, probeerde ik om te blijven voetballen, al was het maar een partijtje met vrienden. In het begin ging dat nog, maar na een tijd had ik geen kracht meer om te lopen of te trappen. Op den duur begon alles te verkrampen, maar toch wou ik voortdoen. Ik moest mezelf dwingen om te stoppen, anders zou ik al mijn pezen gescheurd hebben. Bezig blijven, met maten samen zijn, doen wat je graag doet… Alles een beetje vergeten. Anders zat ik altijd thuis, in de zetel, voor de televisie.”

Wat was het moeilijkste? De fysieke achteruitgang?

Miguel Van Damme: “Dat was erg moeilijk, omdat ik heel ijdel ben. Plots woog ik 92 kilo, had ik geen spieren of fysiek meer… Door de cortisone kwam ik veel bij. Wanneer ik in de spiegel keek, schrok ik. Het werd uiteindelijk mijn motivatie om zo snel mogelijk weer op mijn oude niveau te geraken.”

Lindsey De Grande: “Elke dag is er iets anders dat moeilijk is. Het frustrerendste is dat je aan de start van je volwassen leven staat, bepaalde stappen wil zetten en dat je kanker de hele boel doet ontploffen. Voor járen ver. Ik krijg amper een lening, geen schuldsaldoverzekering. Altijd die gigantische papierberg om dan voor zo goed als alles een weigering te krijgen. Ze geloven niet dat ik oud zal worden of mijn lening kan afbetalen. Heel confronterend.”

Miguel Van Damme: “Net voor ik ziek was, kochten we een huis in Varsenare. Gelukkig, want voor hetzelfde geld beslisten we iets later en stonden we daar…”

Tijdens de uitreiking van de Zilveren Spike was ik ‘Lindsey met leukemie’, niet ‘Lindsey met haar zesde plaats op het EK

Sporters hebben tijdelijke contracten. Hoe moeilijk is die combinatie?

Miguel Van Damme: “Mijn contract bij Cercle Brugge liep ten einde en natuurlijk zat ik met de vraag: wat nu? Ik had grotere zorgen, maar het was wel van belang. Voor hetzelfde geld zeiden ze: de pot op! Ik heb heel veel geluk gehad. Cercle zei meteen: Je moet je geen zorgen maken. Van zodra je terug bent, zullen we je een nieuw contract aanbieden. We kijken ook voor de verzekeringen. Ik ben de vereniging daar heel dankbaar voor. Een grote last van mijn schouders.”

Lindsey De Grande: “Dankzij mijn prestaties uit 2011 kreeg ik nog een topsportcontract voor 2012. Daarna viel alles weg. Nu, zes jaar later, kan ik op niets van sportondersteuning terugvallen. Toen ik ziek werd, studeerde ik nog. Een uitkering krijg ik niet. Daar sta je dan. Zoek het maar uit… Nu loop ik weer meer, maar ik moet nergens aankloppen om een van de schaarse atletiekcontracten binnen te halen. Een financiële buffer om plots te beslissen om nog eens alles op alles te zetten, heb ik niet. Een tijdje werkte ik als kinesiste. Eerst twee dagen in de week, om daarna op te bouwen. Maar het ging de andere kant uit: naar twee halve dagen en uiteindelijk niets meer. Fysiek krijgt mijn lichaam dat niet verwerkt. Nu volg ik een cursus voor personal trainer, om in eerste instantie mensen met een loopdoel online te coachen. Een beetje inkomen haal ik uit het testen van loopartikelen, waarover ik dan artikels schrijf voor www.running.be. Dankzij Golazo heb ik zo een stukje vast inkomen, waar ik heel dankbaar voor ben.”

Als topsporter heb je misschien wel het voordeel dat je per definitie over een grote wilskracht beschikt?

Lindsey De Grande: “Soms wel, maar dat karakter kan zich ook tegen je keren: je kan té hard doorgaan. Af en toe wijzen signalen erop dat het even genoeg is. Met die confrontatie heb ik het heel moeilijk. Ik heb een heel sterke wil, maar mijn lichaam wil vaak niet mee. Als topsporter ben je gewoon om door die muur te gaan: als ik het hard genoeg wil, zal het lichaam wel meegaan. Met die ziekte lukt dat niet altijd. Bijna nooit.”

Miguel Van Damme: “Ook ik moest vaak tegen mezelf zeggen: Mickey, het is goed, stop ermee en rust eens uit. Zelfs voor banale dingen zoals een familiefeest. Fysiek was zoiets heel moeilijk. Soms moest ik gaan zitten of viel ik flauw. Zo afgemat was ik. Mentaal hielp het ook niet, want altijd kwamen dezelfde vragen.”

Ook nu moeten jullie er weer over spreken…

Lindsey De Grande: “In het begin hoop je dat je andere mensen kan steunen door je verhaal te blijven vertellen. Maar op een bepaald moment heb je jezelf wel genoeg gehoord. Daarom heb ik een hele tijd geen interviews meer gegeven. Te frustrerend, te energierovend. Zulke interviews tonen slechts een fractie van de realiteit. Voor mij is het nooit belangrijk geweest om in de media te komen, maar ik wil wel de taboes, clichés en vooroordelen in een ander kader plaatsen.”

Miguel Van Damme: “Ik heb het er ook wel moeilijk mee gehad om constant hetzelfde verhaal te vertellen. Niet alleen aan de media, maar ook daarnaast. Als je eens in ‘t stad wandelt…”

Lindsey De Grande: “Van: en hoe is het nu met jou?(lachje)

Miguel Van Damme: “Mensen die je lang niet meer gezien hebt, kan je dat niet verwijten. Maar dan ga je naar een andere tafel en blijkt dat zij niet meegeluisterd hebben… En dan begin je opnieuw. Het constant moeten vertellen: daar word je niet beter van en je wordt er voortdurend mee geconfronteerd.”

Lindsey De Grande: “Wij hebben ook geen eenduidig antwoord op de vraag hoe het met ons gaat. Het is niet ‘goed’ of ‘slecht’, het ligt altijd ergens tussenin. Op den duur is dat uitputtend en kom je niet meer buiten. Wij willen ook eens over iets anders praten, onze gedachten verzetten. Ik vind dat mensen soms te weinig écht vragen en luisteren hoe het met iemand gaat.”

Miguel Van Damme: “De mensen dicht bij mij weten dat ze er niet constant over moeten spreken. Babbel gewoon over het voetbal, zoals we vóór mijn ziekte deden.”

Ik wilde niet opgeven, voor mijn opa. Hij leerde me voetballen. Dat ik profvoetballer kon worden, was zijn droom

Hebben jullie met elkaar contact opgenomen?

Miguel Van Damme: “Dit is onze eerste ontmoeting, maar toen ik mijn diagnose kreeg, stuurde Lindsey me een berichtje via Facebook.”

Lindsey De Grande: “Als er sporters kanker krijgen, bereikt dat nieuws me haast automatisch. De eerste keer dat iemand me er over aansprak, liet ik het wat over me waaien. Niet slecht bedoeld, maar als ik elk verhaal volledig laat binnensijpelen… De tweede keer dacht ik: dat is iemand uit de omgeving. En de derde keer besloot ik om contact op te nemen. Omdat ik weet wat voor een zoektocht het voor mij was. Je hebt een sportdroom, maar je lichaam wil niet meer mee. Mocht hij nood hebben aan een luisterend oor van iemand die de situatie een beetje kent – geen enkel verhaal is hetzelfde , dan weet hij dat het kan. Maar me opdringen zal ik nooit doen.”

Miguel Van Damme: “Je valt in een zwart gat, alles verandert en dan is het leuk om iemand te horen die hetzelfde meemaakt en bovendien ook in de sportwereld zit. Als je weet wat je te wachten staat, helpt dat om naar de toekomst te kijken.”

Jullie zijn ‘de sporters met leukemie’. Is dat lastig om te dragen?

Lindsey De Grande: “Kort na mijn diagnose won ik de Zilveren Spike, onder meer voor mijn zesde plaats op het EK. Maar ik werd aangesproken als Lindsey, vooral bekend voor haar strijd tegen leukemie. Bij de Bronzen Spike spraken ze wel weer over de prestaties. Leukemie is een stukje van mij, maar ik ben meer dan mijn ziekte.”

Miguel Van Damme: “Ook al zullen we later nog mooie prestaties neerzetten, die strijd tegen kanker zal sowieso altijd meegaan. Spijtig, maar niet te vermijden.”

Lindsey De Grande: “Ik hoop dat de mensen die onze verhalen lezen, beseffen dat we geen helden of wonderen zijn. Wat wij kunnen, kunnen anderen ook. Op hun domein en met hun dromen. Dat Miguel nu in het voetbal terugkeert, kan een voorbeeld zijn voor iemand die zijn job opnieuw wil oppikken, promotie wil maken of een gezin wil uitbouwen. Als topsporters staan we niet boven anderen, maar tussen hen.”

Jullie zijn voorbeelden voor andere mensen, maar wie zijn jullie voorbeelden?

Miguel Van Damme: “Mijn tante had eerst borstkanker, kreeg later een hersentumor maar heeft beiden overwonnen. Mijn opa heb ik verloren aan kanker. Een zware periode. We hadden een hele goeie band. Hij heeft me leren voetballen: dat ik profvoetballer kon worden, was zijn droom. Daarom wilde ik niet opgeven, wilde ik erdoor geraken en mijn carrière voorzetten. Voor hem. En voor oma. Zij probeert nu zijn plaats in te nemen. Op elke wedstrijd – thuis en uit, bij de eerste ploeg en de beloften – probeert ze erbij te zijn. En fanatiek te supporteren.”

Lindsey De Grande: “Mijn voorbeelden zijn – en dat klinkt misschien melig – mijn ouders. Hoe zij in het leven staan, hoe zij er voor ons zijn… Dat geeft mij kracht. Zij leerden me: in wat voor moeilijke situatie je ook zit, je kan er uitkomen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier