Tom De Four, Kortrijkzaan uit Moeskroen: “De koers van de Vlaming daalt”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “Wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Maak kennis met Tom De Four, geboren in Moeskroen. Hij betreurt de achteruitgang van het Frans bij de Vlamingen én van de architectuur in Kortrijk.

Tom De Four staat de struiken te snoeien in het voortuintje van een statig burgerhuis dat verder van de straat afligt dan de huizenrij in de Heilige Geeststraat. Het huis staat te koop. Er zitten verschillende appartementen en hij bewoont het gelijkvloers. Hij hoopt dat de nieuwe koper hem er laat wonen. “Want ik woon hier heel graag, pal in het centrum van de stad, en toch is het heel rustig. Een ideale ligging.” Zelf kopen is slechts een optie “als ik win met de Lotto.”

Tom komt uit Moeskroen en werkt er in een architectenbureau. Dromen, denken, lezen, spreken doet hij in het Frans zowel als in het Nederlands. Hij vindt het doodzonde dat niet meer Belgen tweetalig zijn. “Dat zou veel problemen vermijden. Een Vlaming sprak vroeger per definitie Frans. Of kon op zijn minst zijn plan trekken. Dat was ook de rijkdom van een Vlaming. Dat hij die tweetaligheid had. Maar nu zijn er al veel mensen die geen Frans meer spreken. Terwijl we op nog geen tien kilometer van de taalgrens wonen. Ik vind dat triest. Net zoals ik betreur dat sommigen dit landje ook nog eens willen opsplitsen.”

De Vlaming is zijn tweetaligheid kwijt

“We hebben geluk,” gaat hij verder. “We leven in een leuk landje waar de mensen zich niet te veel au sérieux nemen, waar veel mogelijkheden zijn. Dus waarom dit kleine lapje grond nog eens gaan opdelen? Het is een beetje een algemene tendens hé. De verzuring, het vingertje wijzen. Op alles en nog wat commentaar geven en zo. Het is in feite een triestige zaak. Talen spreken is belangrijk. Ik denk dat de taal die je spreekt je manier van denken beïnvloedt. En dus zou het ook goed zijn voor België dat er meer tweetaligen zouden zijn, mensen die met beide culturen vertrouwd zijn en dus een ruimere manier van denken hebben. Dat zou ons land, denk ik wel, vooruithelpen. Doordat de Vlaming minder goed Frans spreekt, is hij zijn waarde op de markt aan het verliezen. Niet alleen in België, maar ook in het buitenland. De koers van de Vlaming daalt. Spijtig genoeg hé. Maar beter voor mij. Misschien lig ik dan beter in de markt,” lacht hij.

De eigenheid van Kortrijk wordt kapotgemaakt

Moeskroen is al een faciliteitengemeente sinds Tom De Four er 56 jaar geleden ter wereld kwam. Zijn vader is Vlaams, zijn moeder Nederlands, met sommige van zijn zes broers en zussen spreekt hij Vlaams, met andere Frans. Destijds heeft hij in Leuven gestudeerd voor handelsingenieur. Hij houdt nog altijd van Moeskroen. “Moeskroenenaars zijn aangename mensen. Vriendelijk en zo. Maar Kortrijk is een mooiere, toffere stad. Ik ken Kortrijk al heel mijn leven. We kwamen hier boodschappen doen toen ik klein was. We gingen naar de foor. Ik heb hier heel wat vrienden wonen. Het is ook mooi wat de Leiewerken teweeg hebben gebracht. Die bruggen en zo. Maar ik vind het ook spijtig dat er zo veel is afgebroken geweest. Zoals hierachter het Rooseveltplein, en de Belfaststraat, en al die zijstraatjes, daar waren pareltjes van huizen, die mooie ensembles vormden, die genadeloos gesloopt zijn. En daar zijn dan ‘moderne’, tussen aanhalingstekens, gebouwen in de plaats gekomen. Die waarschijnlijk ecologisch meer verantwoord zijn, maar die de eigenheid en het imago van de stad toch wel afbreken hé. Hetzelfde in de Rijselstraat. Als je ziet wat hier de laatste jaren allemaal afgebroken geweest is. Ik denk dat iemand die vijf jaar zijn stad niet meer binnen is geweest, Kortrijk niet meer zal herkennen. Het hoort erbij zeker, bij een evolutie van een stad? We leven in de 21ste eeuw. We moeten waarschijnlijk mee zijn met de tijd. Maar ja, het is toch wel ergens spijtig.”

Moeskroen is België in het klein

Tom vindt het ook jammer dat er zo’n muur staat tussen Wallonië en Vlaanderen. Aan beide kanten. “We zijn echt buurgemeenten. Spijtig dat er niet meer wisselwerking is. Hier is er geen werkloosheid. In Wallonië ligt de werkloosheid nog rond de 10 % of meer. Maar in de Vlaamse fabrieken vind je eerder Fransen dan Walen. Er zijn meer Fransen die in de regio komen werken dan Walen. Dat stamt nog uit de tijd dat de Fransen financiële voordelen hadden. Iemand die tweetalig is, die kan denken in het Nderlands en het Frans, dat is zeker een verrijking. Moeskroen is niet echt Wallonië. Het zal het in de toekomst wel worden, denk ik. Nu is het België in het klein, zoals het overal zou moeten zijn. Omwille van de verdraagzaamheid. In Komen waren er problemen, in Voeren waren er problemen, in Moeskroen zijn er ook faciliteiten, maar zijn er nooit problemen geweest. Natuurlijk, we hadden lange tijd een burgemeester zoals Jean-Pierre Detremmerie , die de voordelen van de ideale ligging van Moeskroen, echt op het grensgebied tussen Franstalig en Nederlandstalig België en tussen Frankrijk en België, wist uit te buiten. Hij heeft er het maximum uit gehaald. De burgemeesters die erop volgden hadden dat wat minder, die hadden andere prioriteiten. Maar Jean-Pierre Detremmerie heeft Moeskroen op de kaart gezet door de ligging volledig uit te buiten.”.

Absurd landje

“België blijft een belachelijk landje hé. Aan de grenspost in Rekkem, toch een belangrijke grenspost, tref je alleen verkeersborden in het Nederlands aan. Net zoals in Zaventem, wie naar Mons moet, die kan maar beter begrijpen dat Bergen naar dezelfde plaats leidt. Dat is België, lekker absurd. Je kunt gewoon niet alles opdelen. Hoe leg je bijvoorbeeld uit dat Laurette Onkelinckx als het archetype van de Waalse socialisten wordt genoemd, terwijl haar vader van Sint-Truiden is? Ze is wel van Vlaamse afkomst. Hoe kan je in één generatie tijd plotseling van een ander ras worden? Mijn theorie is dat de taal daar een grote rol speelt. De taal die je spreekt beïnvloedt je manier van denken. Dat is het grote verschil ook tussen de Walen en de Vlamingen: de taal en de cultuur die erachter zit. Ik ben geen Belgicist, maar je kan je wellicht wel inbeelden dat ik bepaalde politieke partijen niet zo hoog in het vaandel draag. Ik zou het niet erg vinden mochten ze bepaalde materies herfederaliseren.”

Tiny in Moeskroen

Tom De Four mag Kortrijk dan een mooiere stad vinden, hij komt nog dagelijks voor het werk in Moeskroen en komt er graag. Het is de plek waar je moet zijn om goed te eten, zegt hij.

“Restaurants zijn er genoeg. Vroeger als je op de grote markt van Moeskroen kwam, stond de grote markt vol wagens met Franse nummerplaten. En er zijn nog altijd tal van goeie adresjes. En bezienswaardigheden? Hm, dan misschien wat er overblijft van het kasteel van Moeskroen. Ze hebben het gerestauraureerd maar in feite is het bijna helemaal herbouwd. Ze hebben er onder meer het museum van Martine in ondergebracht, in Vlaanderen beter bekend als Tiny. De tekenaar van de boeken van Tiny was van Herseaux afkomstig, een deelgemeente van Moeskroen. En ze hebben tekeningen en andere zaken van Marcel Marlier ondergebracht in het kasteel. Tamelijk didactisch aangepakt. Het richt zich meer op kinderen. Eén van zijn zonen is onlangs overleden. Ik kende hem goed. Een even geniale tekenaar als zijn vader.”