Retro: zes kinderen van het gezin Cambien sterven tijdens grote bombardement in Kortrijk

Na het bombardement: de ravage op de hoek van de Leiestraat en de Onze-Lieve-Vrouwestraat met links een glimp van het stadhuis. © Beeldbank Kortrijk
Redactie KW

In 1944 was Kortrijk de meeste gebombardeerde stad van België. Op zondag 26 maart 1944 – 75 jaar geleden – vielen de meeste slachtoffers: 250. Je kunt het niet over het grote bombardement hebben zonder stil te staan bij de onvoorstelbare, onwezenlijke tragedie die die zwarte zondag het gezin van Victor Cambien en Anna Lamoral heeft getroffen. Van hun 11 kinderen vonden er zes de dood…

Door Noël Maes

Zondag 26 maart. De geallieerden bombarderen Kortrijk. Victor Cambien woont met zijn kroostrijke gezin sinds 1928 in het grote landhuis Hoog Mosscher. Voor de zoveelste keer was het luchtalarm afgegaan, voor de zoveelste keer zou iedereen gaan schuilen in de kelder. De 11 kinderen eerst: ze waren tussen 21 en 3 jaar oud. De oudsten ontfermden zich al wat over de jongsten en de ‘middelsten’ gingen eerst. Evelyne, die 7 was, wilde nog gauw haar bril halen aan de andere kant van het huis. Het heeft haar leven gered… Precies de kelder was het zwaarst getroffen door een bom. Vijf kinderen en een dienstmeisje, Agnes Verbrugghe, hadden de luchtaanval niet overleefd: Bernard (19), Francis (16), Thérèse (13), Filiep (12) en Catherine (9).

“Ze waren te schoon om hier te zijn…” – Moeder Anna

De 17-jarige Ignace leefde nog. Hij zat geklemd tussen het puin maar misschien kon hij nog gered worden. De reddingswerkers deden er alles aan om hem naar boven te halen en konden nog met hem praten. Maar het was uiterst gevaarlijk.

Het grote gezin van Victor Cambien in 1942, twee jaar voor het bombardement, met de zes kinderen die op 26 maart 1944 omkwamen. Achteraan Stefaan, Ignace (+1944), moeder Anna Lamoral, Filiep (+1944), Thérèse (+1944), Sabine, Bernard (+1944), vader Victor Cambien en Francis (+1944). Vooraan links Annie en Evelyne, Cecile in de kinderwagen en Catherine (+1944). Patrick werd in 1946 geboren.
Het grote gezin van Victor Cambien in 1942, twee jaar voor het bombardement, met de zes kinderen die op 26 maart 1944 omkwamen. Achteraan Stefaan, Ignace (+1944), moeder Anna Lamoral, Filiep (+1944), Thérèse (+1944), Sabine, Bernard (+1944), vader Victor Cambien en Francis (+1944). Vooraan links Annie en Evelyne, Cecile in de kinderwagen en Catherine (+1944). Patrick werd in 1946 geboren.© gf

Journalist Karel Cambien, kleinzoon van Victors broer Emiel, heeft het tragische verhaal dikwijls gehoord: “Een priester-leraar van Ignace aan het Sint-Amandscollege, Leopold Lefebvre – later deken in Tielt – werd erbij geroepen. Hij knielde, begon met de jongen te spreken en bad de rozenkrans. Urenlang zou het geduurd hebben. De ouders baden mee… Tot de jongen zelf zei dat het niet meer zou gaan… Hij vroeg de priester: wilt ge bij mij komen om me te helpen sterven?Hij dankte zelfs zijn leraar en vroeg hem zijn ouders te zeggen dat hij gelukkig zou zijn in de hemel en daar beter voor hen zou kunnen zorgen dan hier… Een onwrikbaar jeugdig geloof dat niet voor te stellen is. De jongen kon bevrijd worden en naar het ziekenhuis in de Loofstraat gebracht worden maar stierf er. Het gezin had vier jongens en twee meisjes verloren! Vier meisjes en een zoon bleven over.” “Ze zijn nu allemaal in de hemel, ze waren te schoon om hier te zijn”, zou de moeder gezegd hebben.

Toen kwam er nog een zoon…

Hoe konden die vader en moeder verder gaan met hun leven? Ongetwijfeld omwille van de overlevende kinderen. In 1946, toen de oorlog voorbij was, kwam er zelfs nog een kind, Patrick. Nu hadden ze evenveel kinderen als er dood waren… vier dochters en twee zonen. “We hebben de ouders nooit chagrijnig geweten. Ze maakten er het beste van”, zegt achternicht Anne Cambien. Bovendien aanvaardden ze alles als de wil van God… Zo staat het op hun gedachtenis. Op hun grafsteen staat het opmerkelijke vers uit het evangelie van Lucas: ‘Waarom zoekt gij de levende bij de doden?’ De uitspraak van de engelen aan de vrouwen die het lege graf van Jezus vinden en die hen willen duidelijk maken dat hij verrezen is…

De 17-jarige zoon Ignace die een lange doodsstrijd meemaakte onder het puin.
De 17-jarige zoon Ignace die een lange doodsstrijd meemaakte onder het puin.© Arch. Curtrycle

“Ik zal gelukkig zijn in de hemel”, zei de stervende zoon Ignace

Na de oorlog liet Victor Cambien de bijna verwoeste villa helemaal heropbouwen in dezelfde stijl. De bijhorende bekende Bloedkapel zou hij jaren later, in 1960, kort voor zijn dood, laten heropbouwen, nu opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw van der Vrede.

Het landgoed Hoog Mosscher van de familie Cambien vóór de Tweede Wereldoorlog.
Het landgoed Hoog Mosscher van de familie Cambien vóór de Tweede Wereldoorlog.© Beeldbank Kortrijk

Het na de oorlog heropgebouwde landhuis Hoog Mosscher waar de zes kinderen Cambien de dood vonden. Nu woont daar nog schoonzoon dr. Frans Debaillie.
Het na de oorlog heropgebouwde landhuis Hoog Mosscher waar de zes kinderen Cambien de dood vonden. Nu woont daar nog schoonzoon dr. Frans Debaillie.© NOM

Toen het oorlogsdrama gebeurde was vader Victor 56 jaar, moeder Anna 41. Victor is in 1961 overleden, Anna in 1968.

Stichter van de Wikings

“Victor Cambien was in Kortrijk een man met aanzien”, zegt journalist Karel Cambien, kleinzoon van Victors broer Emiel. “Hij was met zijn ondernemende ouders – vader Gustaaf was schilder – na de Eerste Wereldoorlog van zijn kapotgeschoten geboortestad naar Kortrijk verhuisd waar de wederopbouw sneller ging. Victor, die voor textielingenieur studeerde, zelf stichtte later een zijdemakerij in Bellegem en met zijn vriend Jozef Delbaere was hij medestichter van de Kortrijkse Bank voor Handel en Nijverheid, voorloper van wat later de Kredietbank zou worden. Tegelijk speelde hij een sociale rol. In 1911 richtte hij in de Groeningestraat het Vlaams Huis op (nu Hotel Messeyne). Je moest maar durven in het francofone Kortrijk. Ook stond hij in 1928 aan de wieg van de eerste tennisclub van België, de Wikings. Vele jaren later, in 1958, was hij op de Expo in Brussel curator van het Vaticaanse Paviljoen. Hij is toen ook in het Vaticaan ontvangen geweest. Het zijn maar enkele elementen uit zijn leven. Ik moet dringend een boek over mijn grootoom schrijven, nu er nog enkele kinderen leven!”

Nog drie kinderen in leven

Van de overblijvende kinderen zijn nu nog de drie jongste in leven. Evelyne Cambien (82) woont in Brugge en was getrouwd met de bekende politicus en advocaat wijlen Fernand Vandamme, zoon van burgemeester Pierre Vandamme, en zelf schepen en volksvertegenwoordiger.

Cecile Cambien, die 3 jaar was toen het drama zich voordeed, is getrouwd met dr. Jozef Maeyaert en woont in Veurne, geboortestad van haar vader. Ze ging er in de politiek, zetelde 25 jaar in de gemeenteraad en was van 1976 tot 1982 schepen van Cultuur. Ze maakte in 2013 zelfs een comeback en werd als lijstduwer bij N-VA verkozen. Ze zetelde nog tot begin 2015. Ze is nu 77. Patrick Cambien, laatstgeborene na WO II, trouwde met Catherine Vergote, dochter van Henri Vergote, bekend als de schrijver Jaak Stervelynck. Hij is fotograaf en woont in Kontich.

Sabine Cambien, de oudste dochter, week uit naar Breda waar ze in 2004 op 81-jarge leeftijd overleed. Stefaan Cambien, derde van de kinderen – 9 ten tijde van het drama – werd een befaamd hoogleraar aan de universiteit van Rijsel, o.a. gespecialiseerd in bedrijfsopvolging. Hij trouwde met de Antwerpse dichteres Reninca (pseudoniem van Renée Lauwers). Hij overleed in 1988. Dochter Annie Cambien trouwde met de bekende Kortrijkse arts Frans Debaillie. Zij vestigden zich in de herbouwde villa Hoog Mosscher. Annie werd 88 en overleed in 2011. Haar man betrekt nog altijd de villa waar op die 26ste maart 1944 het grote drama gebeurde.

Ereburgemeester Antoon Sansen: “Ik zie de lijken van gevangenen nog liggen”

Uiteraard herinneren nog veel oudere Kortrijkzanen zich het bombardement van 26 maart 1944. Onder hen ereburgemeester Antoon Sansen (86). Hij was toen 12 jaar en had die dag zoals veel anderen kinderen zijn ‘plechtige communie’ gedaan. De feestelijke dag eindigde in de kelder. Gelukkig lag de ouderlijke woning net buiten het zwaarst getroffen gebied.

Ereburgemeester Antoon Sansen.
Ereburgemeester Antoon Sansen.© NOM

Antoon Sansen kan in Kortrijk op een politieke loopbaan terugblikken om u tegen te zeggen: hij was meer dan 50 jaar gemeenteraadslid, 24 jaar schepen en zes jaar burgemeester (1989-95). Antoon werd geboren op 9 oktober 1932, was in 1944 in zijn 12de levensjaar en dus zou hij dat jaar zijn ‘plechtige communie’ doen. Dat gebeurde in de Sint-Janskerk op zondag 26 maart. Maar het was nog oorlog en van feesten kwam er niet veel niet in huis.

“We woonden in de Dolfijnkaai toen de oorlog uitbrak”, zegt Antoon Sansen, “vader was magazijnier, moeder hield het café Au Dauphin Estaminet open. Maar in dat eerste oorlogsjaar bliezen de Duitsers bruggen op. Ons huis dat dichtbij stond, werd vernield en we verhuisden naar de Groeningekaai, een rijhuis tegenover de sluis. Daar hield moeder café ‘De stad Kortrijk’ open. Het leek een voorbestemming voor mijn latere politieke loopbaan.”

“Je deed je communie en gaat recht naar de hemel”

De avond van zondag 26 maart begon het bombardement. “Eerst daalden magnesiumfakkels boven de stad neer. Vader dacht eerst dat het parachutisten waren, maar toen begon het gedaver en gedonder. Met mijn ouders en mijn zus vluchtten we onze kelder in. We zaten op een plank die boven bierbakken gelegd was. Ik had mijn mantel van mijn communie aan. We waren natuurlijk bang maar mijn ouders zeiden: ‘je moet er niet mee inzitten, je hebt vandaag je communie gedaan en je zult recht naar de hemel gaan’. Doordat we redelijk ver van het centrum woonden, bleven we gelukkig gespaard. Toen het voorbij was, wilde vader per se naar de binnenstad gaan kijken en zien of hij kan helpen. Op de Grote Markt lag echt alles plat, cafés, cinema… Wat op mijn netvlies gebrand blijft, is wat we zagen op het Gevangenisplein. Kortrijk had toe nog een gevangenis op wat nu het Conservatoriumplein is. Overal verspreid zagen we daar lijken liggen van gevangenen, sommige wat bedekt met krantenpapier.”

Later trouwde Antoon Sansen met Christiane Cottenier, die in zijn politieke carrière zijn steun en toeverlaat zou worden en helaas in 2016 overleden is. Zij was de dochter uit De Gilde in de Wijngaardstraat. Het tragische toeval wil dat De Gilde hetzelfde jaar bij het tweede grote bombardement van 21 juli getroffen was.

“Mijn toekomstige schoonvader Paul Cottenier stond net aan de deur te kijken toen hij getroffen werd door een schrapnel. Hij viel neer op Christiane, die toen acht jaar was, en was dood… Hij was 41.”

“De oorlog was voor ons een zware tijd”, zegt Antoon Sansen nog. “We hadden het al niet breed en het voedsel was gerantsoeneerd. We moesten soms in de rij gaan staan. Ik heb het zelf nog gedaan voor mijn moeder. Er was gelukkig de ‘heilige visvangst’: er was voldoende levaard, zoals we haring toen noemden. Dat was heel voedzaam. En we aten pannenkoeken van kastanjemeel.” (NOM)

Het stadsbestuur laat de 75ste verjaardag van de bombardementen niet onopgemerkt voorbijgaan. Er komt een stadswandeling met op verschillende plaatsen sokkels met foto’s en uitleg. Men werkt ook aan een magazine met een 50-tal getuigenissen en extra informatie. Op 8 september worden Bevrijdingsfeesten georganiseerd. De Kortrijkse muziekverenigingen nemen eraan deel en op het Schouwburgplein zullen tal van oude oorlogsvoertuigen staan uit WO II. De bekendmaking van het programma is gepland op 10 mei.

Ereburgemeester Antoon Sansen: “Ik zie de lijken van gevangenen nog liggen”

Uiteraard herinneren nog veel oudere Kortrijkzanen zich het bombardement van 26 maart 1944. Onder hen ereburgemeester Antoon Sansen (86). Hij was toen 12 jaar en had die dag zoals veel anderen kinderen zijn ‘plechtige communie’ gedaan. De feestelijke dag eindigde in de kelder. Gelukkig lag de ouderlijke woning net buiten het zwaarst getroffen gebied.

Ereburgemeester Antoon Sansen.
Ereburgemeester Antoon Sansen.© NOM

Antoon Sansen kan in Kortrijk op een politieke loopbaan terugblikken om u tegen te zeggen: hij was meer dan 50 jaar gemeenteraadslid, 24 jaar schepen en zes jaar burgemeester (1989-95). Antoon werd geboren op 9 oktober 1932, was in 1944 in zijn 12de levensjaar en dus zou hij dat jaar zijn ‘plechtige communie’ doen. Dat gebeurde in de Sint-Janskerk op zondag 26 maart. Maar het was nog oorlog en van feesten kwam er niet veel niet in huis.

“We woonden in de Dolfijnkaai toen de oorlog uitbrak”, zegt Antoon Sansen, “vader was magazijnier, moeder hield het café Au Dauphin Estaminet open. Maar in dat eerste oorlogsjaar bliezen de Duitsers bruggen op. Ons huis dat dichtbij stond, werd vernield en we verhuisden naar de Groeningekaai, een rijhuis tegenover de sluis. Daar hield moeder café ‘De stad Kortrijk’ open. Het leek een voorbestemming voor mijn latere politieke loopbaan.”

“Je deed je communie en gaat recht naar de hemel”

De avond van zondag 26 maart begon het bombardement. “Eerst daalden magnesiumfakkels boven de stad neer. Vader dacht eerst dat het parachutisten waren, maar toen begon het gedaver en gedonder. Met mijn ouders en mijn zus vluchtten we onze kelder in. We zaten op een plank die boven bierbakken gelegd was. Ik had mijn mantel van mijn communie aan. We waren natuurlijk bang maar mijn ouders zeiden: ‘je moet er niet mee inzitten, je hebt vandaag je communie gedaan en je zult recht naar de hemel gaan’. Doordat we redelijk ver van het centrum woonden, bleven we gelukkig gespaard. Toen het voorbij was, wilde vader per se naar de binnenstad gaan kijken en zien of hij kan helpen. Op de Grote Markt lag echt alles plat, cafés, cinema… Wat op mijn netvlies gebrand blijft, is wat we zagen op het Gevangenisplein. Kortrijk had toe nog een gevangenis op wat nu het Conservatoriumplein is. Overal verspreid zagen we daar lijken liggen van gevangenen, sommige wat bedekt met krantenpapier.”

Later trouwde Antoon Sansen met Christiane Cottenier, die in zijn politieke carrière zijn steun en toeverlaat zou worden en helaas in 2016 overleden is. Zij was de dochter uit De Gilde in de Wijngaardstraat. Het tragische toeval wil dat De Gilde hetzelfde jaar bij het tweede grote bombardement van 21 juli getroffen was.

“Mijn toekomstige schoonvader Paul Cottenier stond net aan de deur te kijken toen hij getroffen werd door een schrapnel. Hij viel neer op Christiane, die toen acht jaar was, en was dood… Hij was 41.”

“De oorlog was voor ons een zware tijd”, zegt Antoon Sansen nog. “We hadden het al niet breed en het voedsel was gerantsoeneerd. We moesten soms in de rij gaan staan. Ik heb het zelf nog gedaan voor mijn moeder. Er was gelukkig de ‘heilige visvangst’: er was voldoende levaard, zoals we haring toen noemden. Dat was heel voedzaam. En we aten pannenkoeken van kastanjemeel.” (NOM)

Ereburgemeester Antoon Sansen: “Ik zie de lijken van gevangenen nog liggen”

Uiteraard herinneren nog veel oudere Kortrijkzanen zich het bombardement van 26 maart 1944. Onder hen ereburgemeester Antoon Sansen (86). Hij was toen 12 jaar en had die dag zoals veel anderen kinderen zijn ‘plechtige communie’ gedaan. De feestelijke dag eindigde in de kelder. Gelukkig lag de ouderlijke woning net buiten het zwaarst getroffen gebied.

Ereburgemeester Antoon Sansen.
Ereburgemeester Antoon Sansen.© NOM

Antoon Sansen kan in Kortrijk op een politieke loopbaan terugblikken om u tegen te zeggen: hij was meer dan 50 jaar gemeenteraadslid, 24 jaar schepen en zes jaar burgemeester (1989-95). Antoon werd geboren op 9 oktober 1932, was in 1944 in zijn 12de levensjaar en dus zou hij dat jaar zijn ‘plechtige communie’ doen. Dat gebeurde in de Sint-Janskerk op zondag 26 maart. Maar het was nog oorlog en van feesten kwam er niet veel niet in huis.

“We woonden in de Dolfijnkaai toen de oorlog uitbrak”, zegt Antoon Sansen, “vader was magazijnier, moeder hield het café Au Dauphin Estaminet open. Maar in dat eerste oorlogsjaar bliezen de Duitsers bruggen op. Ons huis dat dichtbij stond, werd vernield en we verhuisden naar de Groeningekaai, een rijhuis tegenover de sluis. Daar hield moeder café ‘De stad Kortrijk’ open. Het leek een voorbestemming voor mijn latere politieke loopbaan.”

“Je deed je communie en gaat recht naar de hemel”

De avond van zondag 26 maart begon het bombardement. “Eerst daalden magnesiumfakkels boven de stad neer. Vader dacht eerst dat het parachutisten waren, maar toen begon het gedaver en gedonder. Met mijn ouders en mijn zus vluchtten we onze kelder in. We zaten op een plank die boven bierbakken gelegd was. Ik had mijn mantel van mijn communie aan. We waren natuurlijk bang maar mijn ouders zeiden: ‘je moet er niet mee inzitten, je hebt vandaag je communie gedaan en je zult recht naar de hemel gaan’. Doordat we redelijk ver van het centrum woonden, bleven we gelukkig gespaard. Toen het voorbij was, wilde vader per se naar de binnenstad gaan kijken en zien of hij kan helpen. Op de Grote Markt lag echt alles plat, cafés, cinema… Wat op mijn netvlies gebrand blijft, is wat we zagen op het Gevangenisplein. Kortrijk had toe nog een gevangenis op wat nu het Conservatoriumplein is. Overal verspreid zagen we daar lijken liggen van gevangenen, sommige wat bedekt met krantenpapier.”

Later trouwde Antoon Sansen met Christiane Cottenier, die in zijn politieke carrière zijn steun en toeverlaat zou worden en helaas in 2016 overleden is. Zij was de dochter uit De Gilde in de Wijngaardstraat. Het tragische toeval wil dat De Gilde hetzelfde jaar bij het tweede grote bombardement van 21 juli getroffen was.

“Mijn toekomstige schoonvader Paul Cottenier stond net aan de deur te kijken toen hij getroffen werd door een schrapnel. Hij viel neer op Christiane, die toen acht jaar was, en was dood… Hij was 41.”

“De oorlog was voor ons een zware tijd”, zegt Antoon Sansen nog. “We hadden het al niet breed en het voedsel was gerantsoeneerd. We moesten soms in de rij gaan staan. Ik heb het zelf nog gedaan voor mijn moeder. Er was gelukkig de ‘heilige visvangst’: er was voldoende levaard, zoals we haring toen noemden. Dat was heel voedzaam. En we aten pannenkoeken van kastanjemeel.” (NOM)

De vernielde westkant van de Grote Markt: het huis rechts (Maison de Blanc of Huis van Witgoed) werd later samen met het pand ernaast (biljartwinkel Vandeleene) de BBL Bank (nu ING).
De vernielde westkant van de Grote Markt: het huis rechts (Maison de Blanc of Huis van Witgoed) werd later samen met het pand ernaast (biljartwinkel Vandeleene) de BBL Bank (nu ING).© Beeldbank Kortrijk

Meer dan tien doden per minuut

Het grote bombardement van zondag 26 maart 1944 was niet het werk de Duitsers maar van Britten en Amerikanen. De geallieerden wilden de Duitse oorlogsindustrie treffen. Duitse transporten verliepen vooral via het spoor en dus was het station van Kortrijk dicht bij de Franse grens bij uitstek een doelwit.

Eerdere bombardementen op Kortrijk, op 2 juli en 4 september 1943, eisten al 69 doden. Op 10 mei 1944 vielen tien doden en op 21 juli 1944 verloren 127 mensen het leven. Maar het zwaarste bombardement was dat van 26 maart. Het was een mooie lentedag. Er was bij vele families feeststemming, want het was de dag van de plechtige communie. Om 20.55 uur begonnen de sirenes te loeien. Liefst 109 vliegtuigen dropten toen 2.100 bommen in amper 23 minuten. Er zouden 252 doden vallen, meer dan tien per minuut. Zowat 300 woningen waren totaal vernield, meer dan 1.000 zwaar beschadigd.

Het meest getroffen was het gedeelte tussen de Min. Tacklaan, de Bruyningstraat en de Marksesteenweg. Het meest doden waren er op de Pottelberg (26), gevolgd door de Marksesteenweg (18) en de toenmalige Wandeling der Engelsen (15).

Achteraf rezen vele vragen over het… zinvolle van dit ‘friendly fire’ met zo veel burgerslachtoffers. Want wat had de luchtaanval opgeleverd? Twee dagen later verliep het spoorverkeer weer normaal… (NOM)

Ereburgemeester Antoon Sansen: “Ik zie de lijken van gevangenen nog liggen”

Uiteraard herinneren nog veel oudere Kortrijkzanen zich het bombardement van 26 maart 1944. Onder hen ereburgemeester Antoon Sansen (86). Hij was toen 12 jaar en had die dag zoals veel anderen kinderen zijn ‘plechtige communie’ gedaan. De feestelijke dag eindigde in de kelder. Gelukkig lag de ouderlijke woning net buiten het zwaarst getroffen gebied.

Ereburgemeester Antoon Sansen.
Ereburgemeester Antoon Sansen.© NOM

Antoon Sansen kan in Kortrijk op een politieke loopbaan terugblikken om u tegen te zeggen: hij was meer dan 50 jaar gemeenteraadslid, 24 jaar schepen en zes jaar burgemeester (1989-95). Antoon werd geboren op 9 oktober 1932, was in 1944 in zijn 12de levensjaar en dus zou hij dat jaar zijn ‘plechtige communie’ doen. Dat gebeurde in de Sint-Janskerk op zondag 26 maart. Maar het was nog oorlog en van feesten kwam er niet veel niet in huis.

“We woonden in de Dolfijnkaai toen de oorlog uitbrak”, zegt Antoon Sansen, “vader was magazijnier, moeder hield het café Au Dauphin Estaminet open. Maar in dat eerste oorlogsjaar bliezen de Duitsers bruggen op. Ons huis dat dichtbij stond, werd vernield en we verhuisden naar de Groeningekaai, een rijhuis tegenover de sluis. Daar hield moeder café ‘De stad Kortrijk’ open. Het leek een voorbestemming voor mijn latere politieke loopbaan.”

“Je deed je communie en gaat recht naar de hemel”

De avond van zondag 26 maart begon het bombardement. “Eerst daalden magnesiumfakkels boven de stad neer. Vader dacht eerst dat het parachutisten waren, maar toen begon het gedaver en gedonder. Met mijn ouders en mijn zus vluchtten we onze kelder in. We zaten op een plank die boven bierbakken gelegd was. Ik had mijn mantel van mijn communie aan. We waren natuurlijk bang maar mijn ouders zeiden: ‘je moet er niet mee inzitten, je hebt vandaag je communie gedaan en je zult recht naar de hemel gaan’. Doordat we redelijk ver van het centrum woonden, bleven we gelukkig gespaard. Toen het voorbij was, wilde vader per se naar de binnenstad gaan kijken en zien of hij kan helpen. Op de Grote Markt lag echt alles plat, cafés, cinema… Wat op mijn netvlies gebrand blijft, is wat we zagen op het Gevangenisplein. Kortrijk had toe nog een gevangenis op wat nu het Conservatoriumplein is. Overal verspreid zagen we daar lijken liggen van gevangenen, sommige wat bedekt met krantenpapier.”

Later trouwde Antoon Sansen met Christiane Cottenier, die in zijn politieke carrière zijn steun en toeverlaat zou worden en helaas in 2016 overleden is. Zij was de dochter uit De Gilde in de Wijngaardstraat. Het tragische toeval wil dat De Gilde hetzelfde jaar bij het tweede grote bombardement van 21 juli getroffen was.

“Mijn toekomstige schoonvader Paul Cottenier stond net aan de deur te kijken toen hij getroffen werd door een schrapnel. Hij viel neer op Christiane, die toen acht jaar was, en was dood… Hij was 41.”

“De oorlog was voor ons een zware tijd”, zegt Antoon Sansen nog. “We hadden het al niet breed en het voedsel was gerantsoeneerd. We moesten soms in de rij gaan staan. Ik heb het zelf nog gedaan voor mijn moeder. Er was gelukkig de ‘heilige visvangst’: er was voldoende levaard, zoals we haring toen noemden. Dat was heel voedzaam. En we aten pannenkoeken van kastanjemeel.” (NOM)

Meer dan tien doden per minuut

Het grote bombardement van zondag 26 maart 1944 was niet het werk de Duitsers maar van Britten en Amerikanen. De geallieerden wilden de Duitse oorlogsindustrie treffen. Duitse transporten verliepen vooral via het spoor en dus was het station van Kortrijk dicht bij de Franse grens bij uitstek een doelwit.

Eerdere bombardementen op Kortrijk, op 2 juli en 4 september 1943, eisten al 69 doden. Op 10 mei 1944 vielen tien doden en op 21 juli 1944 verloren 127 mensen het leven. Maar het zwaarste bombardement was dat van 26 maart. Het was een mooie lentedag. Er was bij vele families feeststemming, want het was de dag van de plechtige communie. Om 20.55 uur begonnen de sirenes te loeien. Liefst 109 vliegtuigen dropten toen 2.100 bommen in amper 23 minuten. Er zouden 252 doden vallen, meer dan tien per minuut. Zowat 300 woningen waren totaal vernield, meer dan 1.000 zwaar beschadigd.

Het meest getroffen was het gedeelte tussen de Min. Tacklaan, de Bruyningstraat en de Marksesteenweg. Het meest doden waren er op de Pottelberg (26), gevolgd door de Marksesteenweg (18) en de toenmalige Wandeling der Engelsen (15).

Achteraf rezen vele vragen over het… zinvolle van dit ‘friendly fire’ met zo veel burgerslachtoffers. Want wat had de luchtaanval opgeleverd? Twee dagen later verliep het spoorverkeer weer normaal… (NOM)