Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

We zien v.l.n.r. Roland, Robert en Nicole Florizoone, Meli Bij, Maya de bij en Wim Wauters van de directie van Plopsland. © Foto TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Tijdens de eerste twee weekends van september keert Plopsaland De Panne terug naar de vorige eeuw en wordt het voor even weer Meli-Park. Voor de kinderen van stichter en bezieler van de Meli Alberic Florizoone brengt het alvast mooie herinneringen terug.

Honinghandelaar Alberic-Joseph Florizoone kocht omstreeks 1934 een stuk grond in Adinkerke waar hij zijn honing kon verkopen. Het zou het begin zijn van de geschiedenis van Meli-Park die zou duren tot de verkoop aan Studio 100 in 1999. “Toen het park opende in 1935 heette het Meli, tout court“, vertelt Robert Florizoone (73), een van de vier kinderen van Alberic. “Hij zag het groot, want hij had niet alleen een winkel, maar ook een conferentie- en expozaal waar hij voordrachten gaf over het boeiende leven van de bijen. Tijdens die voordrachten liet hij zich zelfs steken door een bij om te tonen hoe je de angel moet verwijderen zonder dat je het gif in je lichaam krijgt. Op de duur kwamen mensen in grote getale naar die conferentie, meestal alleen om hem gestoken te zien worden.”

“Hij gaf vijf voordrachten per dag en zocht iets om de wachtende mensen bezig te houden”, aldus Robert Florizoone. “Dat werd eerst een cafetaria, dan kwam het doolhof en zo werd het park attractie per attractie opgebouwd.”

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

De kinderen Guy (75), Robert (73), Roland (68) en Nicole (63) groeiden op in het park. “Mijn kamer was waar nu de boom van Mayaland staat. Ik zou zeggen: boom 9, tak 5”, lacht Nicole. “Mijn broers zijn geboren in het park, waar nu het zwembad staat. Ik ben geboren op de autosnelweg, nadat mijn mama een ongeluk had in Schaarbeek, maar dat terzijde.”

“Voor ons was het normaal. We woonden in de grootste speeltuin die je kon bedenken”, vervolgt Nicole. “Iedereen wilde komen spelen bij ons, wat wil je. Het enige triestige aan de zaak was dat we ieder jaar op schoolreis gingen naar de Meli. Als kind haalden we veel kattenkwaad uit. We hadden de attractie ‘20.000 mijlen onder zee’. Mijn broers en ik deden dan niet liever dan de mensen nat spuiten. Anderzijds leerden we als kind heel open staan en vriendelijk zijn tegenover de mensen. Ook oog voor detail kregen we mee van ons papa.”

De hele familie moest de handen uit de mouwen steken. “Wij waren allemaal jobstudenten en we werden niet gespaard. Je moest beginnen in het magazijn. Mijn broers deden chocoladeverkoop… Dat heeft ons goed geholpen in ons latere leven.”

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

“Mijn mooiste herinneringen waren de vakanties als jobstudent”, pikt Robert in. “Een van onze taken was om de mensen te bevrijden uit het doolhof toen het sluitingsuur naderde. Niet te geloven hoeveel mensen daar vast in geraakten.”

“Mijn favoriete attractie was Apirama, die bijtjes in het donker”, vertelt Nicole. “Je wordt afgesloten van de buitenwereld en je komt in een andere wereld terecht. Dat is een belevenis die je tot in de ziel raakt. Mijn vader was echt verzot op bijen. Weinig mensen weten dat, maar hij schreef vroeger ook fantasieboekjes over bijen voor kinderen. Hij hield zo van de mensen en Meli-Park was er om hen gelukkig te maken.”

Alberic ging daarin zo ver dat hij soms het kostenplaatje uit het oog verloor. “Mijn vader was zo vrijgevig dat bijna iedereen gratis binnen kon”, vertelt Nicole. “Veel mensen kregen een vrije ingangskaart. Ofwel omdat ze veel kwamen, of omdat ze het goed deden met mijn vader, of gewoon omdat ze Florizoone of Florissoone heetten. Dat heeft Plopsaland ondertussen wel heel zwaar teruggeschroefd, denk ik.” (lacht)

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

“Iedereen mocht gratis binnen”, vult Robert aan. “Mijn pa kwam eens op de Grote Markt van Veurne een familie tegen met een gehandicapte zoon. Hij zei: jullie mogen twee keer gratis binnen. De Veurnaars mochten voor niets binnen en de mensen met een beperking ook. Ik denk niet dat het park ooit winst heeft gemaakt. De winst van de fabriek ging in het park. Het was een pretpark, gesubsidieerd door honing.”

Het was echter niet allemaal rozengeur en manenschijn. In 1979 werd het park getroffen door een grote brand en met de komst van andere pretparken als Bellewaerde in Ieper en Bobbejaanland in Lichtaart begon het succes wat te tanen. “Onze pa is gestorven in 1992, het jaar dat Disney naar Parijs kwam. Hij zei dat we het nooit gingen kunnen volhouden. En hij had gelijk”, vertelt Robert. “We waren te klein voor de groten en te groot voor de kleintjes. Stuck in de middle of the road. Als familiebedrijf was ons liedje uitgezongen. Het park draait zes maanden in het beste geval, maar je investeringen moeten wel terugbetaald worden over twaalf maanden. Dat is alsof je een fabriek hebt die maar voor de helft benut wordt. Een attractie kostte in die tijd 40 miljoen frank, dat is het equivalent van een grote opzetmachine. De investeringen werden te zwaar voor een familiebedrijf. We moesten bovendien vertrekken uit Molenbeek omdat onze milieuvergunning daar ten einde liep. We stonden voor de keuze: gaan we met de honing een volledig nieuwe installatie bouwen of gaan we hier blijven opboksen tegen grote jongens als Disney en Efteling? Dan was de keuze snel gemaakt.”

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

In 1999 nam de familie Florizoone met pijn in het hart afscheid van het pretpark. Het park werd in 2000 omgebouwd naar Plopsaland De Panne. “Voor mij was het een enorm emotioneel moment toen ik die sleutel gaf”, vertelt Robert. “De maanden daarnaartoe ben je nog bezig met het gemeenschappelijk project, maar op een zeker moment was het toch gedaan. Dat was het ogenblik dat we bij de notaris de handtekening moesten zetten.”

“Anderzijds was het ook een opluchting dat we de juiste partners gevonden hadden om het park te laten voortbestaan”, zegt Nicole. “Daardoor konden we ons toeleggen op de fabricatie. Onze fabriek is van Brussel naar Veurne gekomen. Het is een topfabriek. We staan heel hoog gequoteerd in Europa. Onze nieuwe ceo komt van Lego en kan onze producten heel mooi aan de man brengen.”

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

“Het mooie aan de Meli is dat we daar als familie lief en leed gedeeld hebben. We hebben een heel goede familieband. Bij de verkoop hadden we het meeste schrik van het vooruitzicht dat we elkaar minder zouden zien en dat de familieband zou verwateren. Maar die is alleen maar hechter geworden. We hebben veel aan elkaar”, besluit Nicole.

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

“Teddy de beer: een fenomeen”

Zowel Robert als Nicole Florizoone hebben nog heel wat souvenirs van Meli-Park in huis. Voor Nicole is het meest dierbare de foto van Teddy de beer. “In 1949 gingen onze ouders op trouwreis naar Zwitserland. In de zoo van Bern zag mijn vader een berenkuil en hij wilde dat ook. Beren zijn immers verzot op honing, dus het paste wel in het thema van het park”, vertelt Robert.

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

“Papa zocht en vond een beer die er lief uitzag – dus met een platte snuit – die de kinderen aansprak. Met Teddy had hij een perfect exemplaar gevonden. Hij zag er zelfs zo lief uit dat de kinderen hem zouden willen aaien. Met als gevolg dat we een dubbele omheining rond het berenverblijf moesten bouwen”, vult Nicole aan. Desondanks slaagde Teddy er wel eens in om te ontsnappen. “Op een morgen ging onze conciërge de verwarming aanzetten in het atelier. Hij passeerde langs de berenkooi en stond plots oog in oog met Teddy. Hij belde me op en zei dat hij weer binnen zat. Ik vroeg: hoe heb je dat gedaan? De conciërge antwoordde dat hij riep ‘Gie, in joen kot’. En die beer ging terug naar zijn kot.”

“Papa dacht eerst dat het vandalisme was. Hij ging op de loer liggen in de cafetaria om te kunnen zien wie er prutste aan die sloten. Maar het was Teddy zelf die met zijn poot het slot open kreeg. Teddy was echt een fenomeen.” (TOGH)

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

“Reus als speeltoestel voor kinderen”

Na de verkoop van Meli-Park aan Studio 100 werden doorheen de jaren verscheidene attributen in stukken verkocht. Een reus kwam terecht op de parking van restaurant De Rentakker in De Klijte, een dorp van Heuvelland.

Catherine Bondue bij de reus. (Foto TG)
Catherine Bondue bij de reus. (Foto TG)
Tijdens de Meli-dagen in Plopsaland is er ook een tentoonstelling van oude Meli-attributen. Het was een helse zoektocht om voldoende memorabilia bij elkaar te krijgen. “Ik weet dat er een grote veiling geweest is”, zegt Wim Wauters van de directie van Plopsaland. “Veel attributen kwamen zo bij verzamelaars terecht. We hebben er een paar bij elkaar gekregen voor de tentoonstelling.”

Niet op de tentoonstelling maar wel te bewonderen in het pittoreske Heuvelland is de liggende reus van Meli-Park. Het gigantische beeld in polyester vond een rustplaats op de parking van restaurant De Rentakker in De Klijte. “Mijn schoonbroer Danny Samoey werkte indertijd in Meli-Park en nu nog altijd in Plopsaland”, vertelt zaakvoerster Catherine Bondue, die een drietal maanden geleden weduwe werd van Stefaan Samoey. “Toen we hier begonnen in 2000 was het net de overgang van Meli naar Plopsaland. Als trouwe werknemer kon Danny de liggende reus op de kop tikken. Wij hadden er hier wel een tof plekje ervoor. Hij ziet er niet alleen heel vredig uit, het is ook een heel leuk speeltuig voor de kinderen, die er naar hartenlust op kunnen klimmen. Tot op vandaag krijgen we er veel reacties op. Het brengt nostalgie naar boven bij onze klanten van boven de dertig. Vaak worden er zelfs familieportretten genomen bij onze reus.”

“Onze reclamereus”, herinnert Robert Florizoone zich. “Ik wist niet eens dat hij bewaard is gebleven. Dit is de ligreus. We hadden ook een loopreus. Weet je dat die uniek was in Europa? Die reus was zeven meter hoog. Hij liep op een spoor en verzette zo zijn voeten.” “Die reus had een gevaarlijke kop”, pikt Nicole Florizoone in. “Ik was als kind heel bang omdat ik dacht dat ik het eerste kindje zou zijn dat hij zou pakken als hij van zijn sporen kwam.” “Onze pa hield van die zware, kwalijke blik. Ik had er eens een vriendelijke oud man van gemaakt, maar mijn pa floot me terug. Het moest een strenge reus zijn”, besluit Robert. (TOGH)

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

“Teddy de beer: een fenomeen”

Zowel Robert als Nicole Florizoone hebben nog heel wat souvenirs van Meli-Park in huis. Voor Nicole is het meest dierbare de foto van Teddy de beer. “In 1949 gingen onze ouders op trouwreis naar Zwitserland. In de zoo van Bern zag mijn vader een berenkuil en hij wilde dat ook. Beren zijn immers verzot op honing, dus het paste wel in het thema van het park”, vertelt Robert.

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

“Papa zocht en vond een beer die er lief uitzag – dus met een platte snuit – die de kinderen aansprak. Met Teddy had hij een perfect exemplaar gevonden. Hij zag er zelfs zo lief uit dat de kinderen hem zouden willen aaien. Met als gevolg dat we een dubbele omheining rond het berenverblijf moesten bouwen”, vult Nicole aan. Desondanks slaagde Teddy er wel eens in om te ontsnappen. “Op een morgen ging onze conciërge de verwarming aanzetten in het atelier. Hij passeerde langs de berenkooi en stond plots oog in oog met Teddy. Hij belde me op en zei dat hij weer binnen zat. Ik vroeg: hoe heb je dat gedaan? De conciërge antwoordde dat hij riep ‘Gie, in joen kot’. En die beer ging terug naar zijn kot.”

“Papa dacht eerst dat het vandalisme was. Hij ging op de loer liggen in de cafetaria om te kunnen zien wie er prutste aan die sloten. Maar het was Teddy zelf die met zijn poot het slot open kreeg. Teddy was echt een fenomeen.” (TOGH)

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

Plopsaland even terug naar de Meli-tijd

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier